De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 5 december pagina 10

5 december 1931 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

l *, \ r-:i 18 De Groene Amsterdammer van 5 December 1931 No. 2844 Amsterdamsche tentoonstellingen Harunobi Hotei in het bad Japansche prenten De keurcollectie Japansche prenten, thans bij den Kunsthandel van Meurs. Keizersgracht 578. Amsterdam geëxposeerd, verdient zeker de groot ste belangstelling. Wij hebben hier eens weer te doen met die glorieus-blijde kunst, die in een voudige, met de hand gedrukte houtsneden. ge durende ongeveer twee eeuwen, een lust en vreugde waren voor de Japansche bevolking in 't algemeen en voor de bewoners van Yedo in het bijzonder. Wat hier vertoond wordt zijn echter geen prenten in slechts matig goede afdrukken en in min of meer verbleekte kleuren, zooals wij ze doorgaans zien en mooi achten, het zijn voor het grootste deel bladen, frisch en ongerept alsof ze zoo juist den uitgeverswinkel hadden verlaten. Dat daardoor deze expositie een bijzondere charme heeft ge kregen, behoeft nauwelijks te worden gezegd. Met het oog op de geringe plaatsruimte die mij werd toegewezen, moet ik mij in de beschrijving dezer prenten tot hét alleruiterste beperken, in het algemeen echter zij gezegd dat de verschillende Harunobus een even zeldzame als aantrekkelijke gelegenheid geven de fijne vrouwenfiguurtjes en de feestelijke kleurencombinaties van dezen meester te léeren kennen of te bestudeeren, dat van Koryüsai o.a. een zeer curieuse naaktfiguu^ (Nagaye). is geëxposeerd en dat de overige meesters. Toyonobu. Shunshö, Shunkö, Utama.ro, Yeishi, Toyokuni. Hokusai en meer anderen met oelangrijke en fraaie stukken zijn vertegenwoor digd. Van gata Korin, die nimmer voor de houtsnède werkte, doch wiens beste schilderwerken enkele jaren na zijn dood (1716) op meesterlijke wijze zijn nagesneden, is er een blad van zeer opmer kelijke kwaliteit en technische virtuositeit. De linkerhelft van deze in gloeiende kleuren gedrukte prent is door een bloem- en bladcompostie gevuld, de rechterhelft bevat niets dan n groot groen blad en het hier zeer decoratieve signet van den kunstenaar. . Deze prent behoort, evenmin als twee der drie kakemono die de tentoonstelling opluisteren, tot het gebied der TJkiyoye en is dus in eene collectie als deze eigenlijk niet geheel op haar plaats, maar zij heeft zulke machtige kwaliteiten en is zoo buitengemeen, dat het jammer zou-zijn geweest Als de exposant dit prachtige blad terzijde had gezet. ' Van Hircshige, wiens algemeen bekende werk hier slechts door enkele bladen is vertegenwoor digd, is vooral een uitstekend exemplaar vermel denswaard van de beroemde omlaag vliegende ganzen, een prent die algemeen wordt beschouwd als een zijner beste producties. , Het merkwaardigste blad echter is wellicht de prent uit de zeer zeldzame serie Koso go Ichidai llya-ku-zu, die het leven van don in Japan hoogvoreefdon priester Nichiren illustreert, en die niet alleen het meestei'stuk van deze kostelijke serie is. maar ook geacht wordt het allerbeste product te ?/ijn van den doorgaans voel te weinig gcwaardeerdon kunstenaar Kuniyoshi. Deze prent geeft een eenvoudig gecomponeerd berglandschap, rechts door een klaarblauw water begrensd en overwelfd door een grauwe sneeuwlucht. Aan den voet van den zwaar besneeuwdeii berg, langs den oever van het wijde meer, ligt een dorpje, bestaande uit een rij van die zeer armelijke hutjes, die ook Hiroshigo zoo vaak in zijne composities heeft afgebeeld, in den schemer van den vallenden avond te droomen. Links op den voorgrond, bij een kalen, vereenzaamden boom. strompelt de oude priester, in rood gewaad gekleed en omhangen met de bruine kesa. moei/aam bergopwaarts, barrevoets door de diepe sneeuw. wa:>,rin hij wegzinkt tot over do enkels. Het is een beeld van groote ontroering, een meesterstuk dat alleen «an de beroemde Kambaraprent van Ilirothige terzijde kan worden gesteld. maar deze in tragische bet eekenis zeker verre overtreft. Het klinkt misschien min of meer overdreven als ik zeg dat de/e simpele prent niet de weinige. maar prachtig harmonicerende kleuren de tentoon stelling, waar zoovele meesters van beroemdere!! naam dan Kuniyoshi toch waardig zijn vertegen woordigd, geheel beheerscht, maar toch was dit de indruk die een eerste, vluchtige beschouwing der zaal op mij maakte. B. MO I) D K R.M A N All Gnuhtts l»tj vun Lier, Amsterdam. Men zegt wel eens van een of ander men&ch, en ook van een kunstenaar, dat in hem of haar ,.het kind bewaard bleef", maar dit is dikwijls niet veel meer dan een phrase en er komt dan meestal heel wat redeneeren en zoeken aan te pas om dat kind weer uit het werk op te diepen.... In de ..kleine schilderijen" van AH Ooubitz. komt de onbedorvenheid, de zuiverheid, de rein heid van het kind nog regelrecht tot uiting en dit werk doet. tusschen .de onzuiverheden. de disso nanten, pauken, en bekkenslagen en gestopte trom petklanken van ons moderne schildersorkest, aan als een hél heldere, koele, open fluittoon. De landschapjes met hun reingewasschen, vlak gestreken, teere, lichte doorzichtige kleur, hun. tegen een hooge lucht aan scherp silhouetteerende omtrekjes, de stilleventjee (vooraan noem ik: het stilleven met katjes), in hun simpel, maar volstrekt niet leeg" arrangement, zij zijn alle met een zekerheid en oprechtheid gedaan die de zekerheid en de oprechtheid is van het kinderhart, dat ner gens, hoe zeer de hand ook meer en meer getraind raakte, werd aangevreten door de verwikkelingen van het vak" en de vertwijfelingen, hoogmoedigheden en (of) ontmoedigingen van het kunste naarschap. Dit alles geldt dan misschien niet in die mate voor de portretjes, maar toch blijft men voor heel dit werk, zooals we het hier voor ons krijgen, verwonderd, beschaamd en verrukt, staan als voor de lieftalligheid van een kind en wordt men zich ineens weer fel bewust hoezeer wij ver oordeeld zijii als wij het begrip lieftalligheid" (zooals meestal) allén nog maar in een weeën, sentimenteelen zin vermogen op te vatten I Hier wordt dat begrip in den oorspronkelijken, kris tallenzin Weer levend I Houteneden vun Stefan Mrozcwuky bij Buffa A Koon, Amsterdam De hoütsneden die Stefan Mrozewsky thans bij Buffa laalj zien bestaan allereerst uit twee illus tratieve series, ieder van 23 stuks, die de kunste naar respectievelijk bij Le grand Testament" vanFranc.ois Villon en de DonQuichotte-vertelling sneed. De Villon-serie schijnt mij nog beter geslaagd dan de Don Quichotte dito. Uit de losse houtsneden, Utamaro Theehuismeisjes Van 5 tot en met 18 December SCHILDERIJEN van die Buffa u tevens kan laten zien, blijkt wel hoe zeer Mrozewsky een geestelijke verwantschap bezit met Villon, deze löe ecuwsche Fransche avonturier en dichter, die, in veelbewogen tijden van weleer, bet wilde leven van een vagebond leidde en vele leden der meer geregeld" levende maatschappij in hun vooze hypocrisie en verborgen hart stochten doorzag en in zijn dichtwerk aan de kaak stelde. . . Hiermede is niet gezegd, dat ook niet de Don Quichotte serie voortreffelijke qualiteiten zou bezitten. Ook hierin toont Mrozewsky zijn groot en sterk vermogen; toont hij hoezeer hij het am bacht meester is. Hoe zwaar deze kunstenaar zijn bladen ook meestal, zoowel naar de vlakvulling, als naar de dramatische spankracht en beweging laadt", nergens zijn zij vervuld,?overal blijven zij toch, -* en dat is n van die qualiteiten, rustig, sterk, van een eenvoudige decoratieve werking, zooals het karakter van deze techniek dat eischt, een karakter, dat haar zoo uitermate geschikt doet zijn in een boek te worden opge nomen en daar, in samenwerking met goed zetsel. het typografisch geheel een zeer bijzondere schoon heid kan verleenen. Mrozewsky's kunst heeft iets, neen, vél, aan zich wat aan de boertige vitaliteit, de ruige volksthümliche fantasie van het oude Vlaanderen her innert en men gaat haast vanzelf aan hem denken, als aan den idealen illustrator van.... Tyl Uilen spiegel; eerder en meer vanzelf" nog dan a,an een illustrator van Baudelaire's Fleurs de Mal, , als hoedanig wij hem, door toedoen van een Nederlandsch uitgever, misschien binnenkort mo gen begroeten; al zullen wij hem ook dan, onge twijfeld, hoogelijk te waardeeren hebben. A. E. VAN DEN TOL ? RAYMOND KIMPE j Vondelstraat 10 Amsterdam l ) van 11 tot 5 uur No. 2844 De Groene Amsterdammer van 5 December 1931 19 Croquante croquetjes door Alida Zevenboom \' /.al «r misschien om lachen maar het is sterker dan nu* /.elf net a.ls iu «Ie liefde, heb ik wel eens gehoord waarin je ook niet open oogen zoo je verderf in lut)pt maar elk jaar om di'su.'n tijd dan ga ik altijd even naar de waarzegster. Mevrouw zaliger sloeg ook geen jaar over en het kwam altijd uit, of heeft mevrouw I lansen van de Oudexijds Achterburgwal haar niet voorspeld dat meneer een brief van een Franscho dttme zou ontvangenen vond /.ij niet drie weken later in meneer y.ijn binnenzak den brief r1 12n wat zei 7,e tegen mij toen ik kennis kreeg aan den inwendige;1 .,Meisje, zei zo. er ligt een zwarte man op het huis" en oerst dacht ik «hit w Zwarte l Mot bedoelde, want het liep. net als nu. tegen Sinterklaas, maar /ij /.ei er Mj dat hij een baard had ..en n moet oppassen voor y.ijn stem", voegde zij er nog aan toe, want daar heeft hij al heel wat meisjes als u ongelukkig meegemaakt. Kn er ligt een blonde vrouw en een rossige en twee /warte. en een bruine om hem heen en. . . ." toen keek ze vp.n de kaarten me in eens heel schei p aan heeft u een spaarbankboekje;'". ... ik knikte. . . . ..dan mag u wel oppassen''. . . . en. vroeg ik een beetje zenuwachtig. . meent hij liet oprecht ..met u of met het spaarbankboekje;*" vroeg /e en toen lachte ze vreemd.... het kostte me een rijksdaalder en als ik maar naar haar woorden geluisterd had '/ou het me niet berouwd hebben al had het me een tientje gekost. Ik kruis me zelf nu nog wel eens uit als ik niet weet wat ik doen moet en in de laatste drie weken komt steeds weer dezelfde donkere man uit de kaarten te voorschijn en ik kan er toch maar niet achter komen wat hij van zins is. Ken knappe donkere man en ik heb al gedacht aan dien zwarten brigadier die hier tegenwoordig de ronde doet en die me. een maand geleden onge veer, heeft aangesproken en me gevraagd heeft naar de hondenpen ning van ,,Fidel" en toen streek hij zoo lief over den kop van het beest dat het net was of het over mijn eigen hoofd was. Dat zijn van die dingen daar kun je niets aan doen en ik geloof dat het in de lucht zit, in de electrieiteit, waar ze tegenwoordig alles mee verklaren. En nu is dio arn e Had-je-memaar" ook dood. Wat is er in de laatste jaren niet een opruiming ge houden onder onze straatzangers en bedelaars ! Heeft u de Sjang en Eng nog gekend, de Japansche tweelingen die van elkaar gesneden waren, zooals. het verhaal ging, toen ze, aan elkaar gegroeid, op de wereld kwamen? Jarenlang hebben ze langs de straat loopen zingen en er ging geen Dinsdag voorbij of ze schelden in de Bocht bij ons aan en dan kregen ze een kwartje en zoo ging het huis aan huis in dien tijd. Dat was een burgermansinkomen, daar kan u van op aan. En dan had je Haagsche Leen" met der leege blikjes die eiken morgen aan het vlotje in de Heerengracht er een vol schepte en er zich dan in waschte. En die gestorven moet zyn toen ze haar in het Binnengasthuis een bad hadden gegeven. Wil jullie me vermoorden" moet ze tegen de zusters gezegd hebbén. Geef me liever een borrel". ' Als ze dat gedaan hadden, leefde ze misschien nog. En dan had je onzen straat-dicht er met zijn groote flam bard en zijn pelerine die door de Kalverstraat zijn eigen versjes ventte en bij wien ik eens geweest ben voor een gedicht toen de inwendige jarig was en ik heb er bij zitten builen en ik ken nog altijd de twee eerste regels van buiten: ..Hoe heerlijk is het te minnen Ken van hart en n van. zinnen". Het laatste dat ik den armen ..Hadjo-mo-iiuiar gezien" heb. /at hij op het Jtcmbrandtplein, dat toen nog niet door de hoeren, van de stad ver schoond was, op een bank met de vrouw dio hom in al zijn misère niet had verlaten en ik heb haar naam wel eens hooreii noemen en ik heb haar ook nog wel zien spelen bij Ci rader, als ;k me niet bedrieg, en er waren in haar tijtl weinig actrices, die zoo knap van uiterlijk waren en nu zat zij daar naast hem op een bank en zejaten samen een stuk brood uit een krantenpapieren zak en wat gaan er dan niet al gedachten door een inensch zijn hoofd en die twee zaten er veel ge lukkiger bij dan Ja-t paartje dat ik even te voren gezien had achter de rnnieii van een onzer restaurants, van wie meneer keek of het alle dagen op de Beurs donderde» en mevrouw of ze zoo boven haar ocstortje een deuntje zou gaan zitten huilen. Och. och. wat is geluk op deze wereld toch be trekkelijk. Ik vraag me /.elf wel eens af: ben je nu gelukkig. Aal;' Kn wat moet Aal dan daarop antwoorden? Ik heb mijn brood, een behoorlijk stuk brood. mijn ,.gaston'' betalen op tijd en als meneer Boekman, de wethouder, weer eens een voorschotje aan het ..Neder land sch Tooneel" geeft, betaalt het acteurtje me ook af, heeft hij me op handslag bezworen, ik ga vast eenmaal in de week naar de bioscoop en kom er dan wel eens huilende vandaan de vorige week nog met dio menschen achter de tralies en mijn gezondheid i s ook nog wij goed al heb ik Weer trekkingen met dat mistige weer in mijn linkerbeen en als ik met poes op mijn schoot en ,,P.iet" in zijn kooitje en Fidel" op het kleedje voor de haard, 's avonds mijn krantje lees.... och, dan is het wel om uit te houden, maar wat je dan erg mist, dat is de aanspraak en daarvoor is een man in huis altijd goed en ik zal nooit ver geten wat Agaa*,, met wie ik de laatste jaren bij mevrouw zaliger diende, eens tegen me zei, toen ze al jaren lang getrouwd was -r- Aal, zei ze, een man moet je hebben al was het alleen maar om hem van tijd tot tijd te kunnen uitschelden" en dat deed ze, daar kan ik van mee praten, want ik kwam er eens op zijn verjaardag n ik dacht dat ze de boel afbraken en het was maar een dagelijksche scheld partij, zooals ze me later uitlegde. Ja, dat mist 'een mensch. En dan dat gevoel dat een mensch krijgt als ik bij neef en nicht in de Commelinstraat ben en neef, die weet dat ik een tikje suiker" heb volgens den dokter, tegen me zegt: kom, tantetje heem nog een chocolaadje, eentje zal u niet hinderen" en dan moet de waarzegster u zeggen: een van uw naaste familie leden koestert een vurigen wensch die in vervulling zal gaan". Ik bad haar mijn rijksdaalder wel in der gezicht willen gooien ! Uit het kladschrift van Jantje Nieuwe uitgaven Benjaminnetje en haar Poppen, Een kinderboek door Else Ury, Nederlandsche bewerking van Stella Ma re. Illustraties van Freddie Langeler. Uitgave van Holkema en Warendorf 's Uitgevers Mij., Amsterdam. Naar het volle leven,'vti\ een wegwijzer zijn voor, ouders en opvoeders. Het werk is samengesteld met mede werking van H. Boelmans. E. J. van Det, A. H. Gerhard, Hermien van der Heide, G. Horreus de Hoa*, E. C. Knappert, J. M. J. Korpershoek, Aaf je Schuitemaker, Jeanette StarckePolenaar en Koos Vorrink. Van Gorcum en Comp. te Assen, gaven bet uit. Dr. G. Eyskens, De arbeider en de bedrijfsleiding in Amerika. Deel I in de Economisch sociale bibliotheek onder leiding van Prof. Dr. F* van Goethem en Prof. Dr. G. Sap. Uit-, gave van den Standaard-boekhandel te Brussel. J. Storm, uitgever te Amersfoort deed een viertal kleine boekjes ver schijnen ten behoeve van schaak en bridgespelers. Dr. M. Euwe schreef de wenken en regels voor den beginnenden en den gevorderden schaak speler. Een ongenoemde gaf een leidraad bij het contract-bridge en beantwoordde de vraag,: Boe slaagt mijn bridge-drive het best?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl