Historisch Archief 1877-1940
Hedendaagsche Mythologie
EUGENE O'NEILL'S "MOURNING BECOMES ELECTRA
door Henrik Scholte
Eerste ^pvoering te
Grieken alleen, star en hiëratisch lieten: in de interieure
motiveering van hun grootspraak, in de introspectie
van wat de vóór-Sokratische Griek formalistisch aan
goden en furiën, aan noodlot en vergelding toeschreef.
\Yaaro>/» doodde C) rest es zijn moeder, waarom leefde
Kiertra, de bezige in het oude huis en de eenige getuige
binnen de muren, in dien gesloten kring \an haat en
harde weerwraak? Wat is.^voor ons, noodlot, wat is
vergelding?
Maandag 20 October j.l. gaf de Theatre Guild te
New-York onder ontzaglijke belangstelling de première
van een drama in veertien bedrijven: de Oresteia
van een geslacht uit Xew-England, de trilogie
..Homecoming". ..The Hunted" en ..The Haunted",
waaraan Eugene O'Xeill den collectieven naam
..Mourning becomes Elecfcra" (Rouw kleedt Electra)
gegeven heeft. De voorstelling begon, evenals destijds
het negendeelige Strange Interlude1' oin vier uur
's middags. Van de twee heerlijke vrouwenkarakters.
die het drama telt, speelde Alice Brady zie foto
links boven) de Electra, de vroegere filmster Nazimova
(zie foto rechts beven) de Clytaemnestra. Na afloop
schreeuwde het publiek zich heesch om den auteur.
Maar O'Xeill zwierf ergens door New-York, bij de
bootslui aan den haven of bij de negere in Harlem.
Ik heb een jaar geleden geschreven hoe het George.
J. Nathan, zijn vriend en criticus, gelukt was om
den toen ..spoorloos verdwenen" O'Xeill op te sporen
in een stil dorp aan de Loire. waar hij sinds het echec
van ..Dynamo'' ziek en norsoh in een vrijwillige
ballingschap leefde. Hij toonde toen Xathan met
tegen/in het manuscript waaraan hij 'werkte. ..Indien
dit werkelijk op te voeren is", schreef Xathan, dan
durf ik te verklaren, dat dit een van de allergrootste
tragedies Wordt, die er ooit geschreven zijn". Het
ia opgevoerd: O'Xeill stond tenslotte zijn manuscript
af aan zijn oude vrienden uit zijn jaren als
tooneelleider, in den strijd van een groep enthousiaste
dilettanten van het bootenhuis van iVincetown
tegen de phalanx van Broadway. En ofschoon wij
het hier nog wel langen tijd met de zoo juist verschenen
tekstuitgave *) zullen moeten stellen, zal Xathan, die
trouwens voorzichtig in zijn meeningen pleegt te zijn.
niettemin ót k zoowel de noodige medestanders vinden.
Want het is met dit titanendrama, dat O'Xeill, in
het toch reeds enorme oeuvre van vier dozijn stukken
zijn meesterschot gedaan heeft: voor-hem .en'voor
de zijnen misschien de beslissende overwinning in
dien burgeroorlog van Amerika tegen Amerika.
O'Xeill, de gróote woudlooper van het tooneel,
heeft de Oresteia der tragici gered uit de handen van
klassieke philologen en bij-schavende aestheten. Met
die klassieke helderheid van geest en verhouding,
van woord en analyse, die bij hem juist de overgroote
dingen weer eenvoudig en het duister doorschijnend
maakt, heeft hij détragedie van Aegisthus en
Clytaemnestra, van Orestes en Electra daar opgevat,
waar moderne bewerkers" (en in dien zin .zoowel
Homiannsthal als Werf el en Cocteau) het werk der
*) Boni et Liveriyht, JVeio J'
Ergens in Xew-Kugland, in een park. staat
het sombere huis der Mannons tusschen witte
en paarse seringen. Een egaal front met
?/warte ramen, versierd, gemaskerd met
dien classicistischen opschik van omstreeks
1SUO: een wit fries met witte,
nietdragemle zuilen. De magiër, die in
O'Xeill leeft, heeft terstond deren
gevel bes.v\oren tot een symbool,
waaraan zijn drama den zwaren,
levenden inhoud geeft: een
heid3nsch front voor den
donker -n, vreugdelooven achter
grond van een calvinistisch
geslacht. Elk der drie af
zonderlijk gesloten dra
ma's van de trilogie be
gint met een scène voor
dit front, om dan langzamer
hand, in de kamers door te dringen.
Onder deze zuilen wacht en treurt Lavinia
(Electra), weeklaagt en beschuldigt Christine (Cly
taemnestra) en weifelt een bezeten en zieke Orin
(Orestes). Op deze koele trappen discussieert het
Koor. dat niet onder dezen naam is aangeduid (de
geheele tragedie is trouwens op eenvoudige wijze
..a clef" geschreven) en dat bestaat uit een aantal,
slechts aan het begin van elk drama optredende
personages, individueel scherp onderscheiden en soms
in n claus meesterlijk geteekend, maar samen
slechts de personificatie van het kwaaddenkende en
speurzieke stadsvolk in al zijn cliques, tegenover het
Huis en de Familie. De chorarchos is als de Argivische
grijsaard van Aeschylus herkenbaar in den
witgebaarden tuinman, wiens optreden telkens wordt
aangeduid door het romantische kolonistenlied van
de Shenandoah.
De Mannons, die hij sceptisch diende,
hebben achter deze ramen van geslacht
op geslacht geleefd in die broedsche
sfeer van overspel, geld .vergaren
en vo;>ze godvruchtigheid, op
voorspoed en uitverkoren
heid steunend, die O'Xeill,
de calvinistenvreter, ook
reeds in ,,Desire unriei the
Elms" geeselde. Hij geeselt,
in deze i statigen, huichel
achtige! voorgevel
van'Mannon Residence, nogeens weer
en machtiger, het heilige huis
van vele Amerikanen:
XewEngland's masker bij Lin
coln's dood, kort na den
Burgeroorlog. Troje's paral
lel is ongezocht:
Agamemnon, Generaal Ezra Mannon,
keert terug uit den krijg,
ziek van den dood en ver
langend naar het late leven
dat hem nog rest en de
nimmer genoten liefde van
zijn jongere vrouw Christine.
Ezra Mannon, schrijft
O'Xeill, is als het steenen
standbeeld van n beroemde
doode, op een plein weg
kijkend over het leven zonder
er een zweem van te her
kennen. Hij heeft zijn zoon
Orin, die hem vreest zonder
hem te achten, in den krijg
gedreven.' Hij trok aan zijns
vaders zijde, uitgeleide
geDeze moderne trilogie ? van Orestes
mist hef verzoenende slot van Aeschylus'
Eumenidt-n. zij deelt veel meer hel pes
simistisch realisme van Euripides : \Vtj,
leden van een qev/oekt geslacht, strijden
tevergeefs, wij zijn, de een mtl dtn
onder, allen geteekcnd.
Of zij hier op ie voeren zou zijn,
afgezien van haar /engte, afgezien van
hef waagstuk om het publiek hef ver»
schil te doen voelen fusschen klassieke
tragedie en hel melodrama van erfelijk
belasten, is de vraag. Het gesproken
woord is hier zoo helder, zoo eenvou
dig, dat hel slechls door de uiterst
zuivere stembuiging de vereischfe
praegnantie van hef doodgewone kan krijgen.
De (ragedie vraagl Iwee ongehoord
groolsche vrouwenrol/en: een
C/yfaemneslra die helaas sinds von Hofmannslhal
volkomen geruïneerd is en nog uiterst
moeilijk met deze, hier noodige, uiterst
gedurfd-gebouwde zelfrechtvaardiging
(die echler in wezen klassiek en
Sophoclei'sch is) te spelen zou zijn. En
een ausfère, felle Lavinia, in wie men
zoowel den Jevenshonger van haar
moeder herkent, als ook de steile, mar
meren eerbied voor haar vadtr en daar
door de brandende haaf: hef beroemde
,,Sfeek nog eenmaal toe, broeder'' van
Sophocles. aaf ook deze Eleclra had
gebruikt, indien niet O Neill dcor de
Grieksche vergelding psychologisch te
mol/veeren, daardoor anderzijds de
barbaarschheid van hel moordtooneel
meende te mogen verzachten. De tri
logie vrqagt bovendien een in zijn
dualisme zeer gecompliceerde n Oresles,
die dichter bij Hamlet, of zoo men
wil bij Ibsen's Oswald ligt. dan bij den
,.jongi n held" van Sophocles.
,£.daan. als allen, door de bloemen en de wuivende
zakdoeken van zusters en verloofden. En Orin
bedreef, wat in de oogen van Ezra Mannon het
obligate heldenfeit was: hij veimoordde een
mensch. Toen hij den tweeden mensch vermoordde,
leek die op de eerste, de derde op de tweede,
tenslotte leken ze allemaal op hem zelf en het
was of hij zichzelf vermoordde. All victory ends
i i the defeaL of death, but does dtfeat end in
the victory of death", het is deze felle
antioorlogstandenz, die O'Xeill door de familie-t agedie hèn
weeft. En hij laat den jongen Orin
kinderlijkverbijsterd d ordroomen: als al die soldaten, hier
en ginder, nu eens plotseling opstonden en zeiden:
Het is niets, waarom zouden wij elkaar toch
vermoorden".... en Orin liep lachend en met
open handen uit de loópgraaf toen hij viel, door
een schot aan het hoofd verwond. In de oogen
van Ezra Mannon was dit een wapenfeit: zonder
instructies een aanval van een driesten jongen
officier, godzijgeloofd zijn zoon en alleen maar
gewond. Zijn kameraden volgden hem, over
hem heen namen 7ij de stelling, Toen
Ezra Mannon en ^jj^^ Orin in
den krijg ^^^^^^^ waren,
kwam
A lam Brant, de klipperkapitein die een bastaard
KI een Mannon en een weggejaagde dienstmeid
S en lag in Ezra's bed met Christine. Lavinia,
? wachteres van het huis, beet zich de dunne
open stuk. Het is, midlenin beginnend, met
t grandioos dramatisch antagonisme: Christine
avinia, dat O'Xeill zijn trilogie opent. Hij. die
;? gezette tijden het melodrama niet schuwt
l ? bastaard, de dienstmeid), omdat het geen
151. lodrama meer is wanneer het noodlot in de
;pl tats van noodelooze omstandigheden treedt,
ii'MUwt evenmin de primitieve styleering, waar het
.M om gaat, het heldere exposévoor een zwaar
iju'iflict te scheppen: hij laat, voor de oogen van
;Ufc kwaadsprekende en geënerveerde koor eerst
11'l ristine, terstond daarop Lavinia uit het huis
? :|rvden en achter de seringen verdwijnen. Christine,
'h'ntsche, weelderige vrouw met een gericht
U* een masker, Lavinia, zelfde masker, maar
in alles de door haar moeder beroofde: van
haar schoonheid, van haar zelfstandigheid, van
haar eigen hoop: Adam Brant. Het eerste
iliama voltrekt zich daarop met de
geladenheid van een
klassieke
tragedie, verdeeld en
gerythmeerd door een soberheid
van het woord en een geraf
fineerde psychologie, die aan dc-ze
door de Grieken gebeeldhouwde
karakters het brandende leven geeft.
Christine, opgejaagd door de be
schuldigingen van haar dochter,
weet dat een n oord op den
gehaten Ezra Mannon haar minnaar
voor altijd aan haar zal binden.
De/e. rustelooze. figuur, altijd aanvallend
<»f verdedigend, wil in de vernedering on
in den moord op E/ra den smaad vanz'jn
moeder op de Mannons wreken. Het is ds
'oude usurpatie van een koningsgeslacht:
Aegisthus-Clytaemnestra,
Claudius-Geertruida. De climax van deze eei-ste tra
gedie. de terugkomst van den krijger,
het zware en zwoele gesprek onder
de zuilen tusschen Christine en den
eindelijk naar leven en liefde
zoekenden Ezra. de duisteie
moord in het kille slaapvertrek,
met een loerende Electra als
stille getuige, is door O'Xeill
herschapen in het formaat
der klassieken: een tra
gedie in de
meer-dan-levengroote afmetingen.
Het tweede deel, de
Gejaagden, begint met de thuiskomst van Orin, wiens
zwakken ziek karakter, Orestes en Hamlet tegelijk,
zoo voortreffelijk is gemotiveerd door den voorbijen
oorlog en zijn schotwond aan de slaap. Tusschen
Lavinia en Christine wordt in dit drama geen woord
meer gewisseld, hoewel zij in dezelfde kamer tegen
over elkaar staan. Orin is het wild, dat tusschen
ben verdeeld moet worden. Lavinia maant hem,
Christine smeekt hem, opgejaagd,
rus,teloos. Zij verloochent en besmeurt voor
hem Adam Brant, tegen wien Orin's
atgwaan door Lavinia's woorden is
gerezen, zij vernedert zich en lokt
en koestert hem: Orin, mijn .oon. . .
Het ..moedercomplex" zoo men
« dit woord wil gebruiken, ofschoon
O'XeiU's tragedie er evenmin
door gepeild wordt als door de
formeele vergelijking met de
Oresteia doet hier zijn intrede ;
het verre eiland in de Zuidzee
met de waarlijke
konings-menschen, het ronde, warme eiland,
waarjde vrouwen gelukkig zijn
omdat zij nooit geleerd hebben
dat liefde zondeis. Over dit eiland
sprak Adam Brant, toen hij van
zyn reizen verhaalde, over dit eiland
droomt Orestes als over zijn moeder,
dit eiland is het romantische tegen
wicht van het ten ondergang ge
doemde huis der Mannons. Wie zal
het bereiken?
Orin, physiek nu eens het masker van
zijn moeder, dan weer van zijn vader
gelijk, heen en weer geslingerd' als
Hamlet tusscheni de liefde voor zijn
moeder en de eerbied voor' /ij n vader.
aan wiens lijk Lavinia de wake houdt.
vindt eeist den moed tot zijn opgave.
wanneer hij tijn moeder zij n droom
van het eiland tegenover Brant ziet
misbruiken. Het is minder de wraak
?om zijn vader dan een door zijn
moeder geschonden verlangen, dat
hem tot' de daad drijft., Op het
klipperschip, dat kapitein Brant
en Christine met vluchtende
zeilen' naar het eiland had zul
len brengen, richt hij, Lavinia
achter zich,1 de pistool op
Brant. De móedermooi-d
New York
blijft ons in deze moderne transpositie bespaard.
Haar vernedering door Lavinia en Orestes, die haar
l oonend het bericht van Brant's dood brengen, was
voor O'Xeill in deze omstandigheden voldoende moti
veering: weeklagend gaat zij het duistere huis binnen
en berooft zich van het leven.
Het derde drama, de Bezetenen, is ofschoon hefc
in vertooning minder schijnt voldaan te, hebben
bij lezing het overweldigendst. Orin, door de furiën van
zijn schuldbesef opgejaagd, wartaal pratend met zijn
geteisterde hersens, ziek van een liefde om zijn moeder,
die hij vermoordde, is onder Lavinia's hoede gereisd
naar het eiland, dat voor Christine, voor Brant, het
onbereikbare eiland van verlangen gebleven is.
Lavinia heeft er eindelijk het leven gevonden, dat
haar in den oppermachtigen schaduw van haar moeder
niet gegeven was. Orin vond er den waanzin en de
ruste.looze drift. In het duistere, leege huis, waarvan
het koor gemompeld heeft, dat de geesten van Ezra en
Christine er rondwaren, huizen nu Lavinia en Orin.
Lavinia. voor de eei-ste maal niet meer in liet
zwart, dat haar een Egyptisch profiel gaf; Orin. hei
melijk werkend aaneen apologie en zelf bevrijding:
de geschiedenis van het verval en den ondergang
van het geslacht der Mannons, en intusschen zijn
verloofde, de zuster van zijn vriend Peter (Fylades),
bejegenend met de striemende woorden van een ver
dwaasden Hamlet tegenover Ophelia. De tragedie
daalt hier in de duisterste diepten. Ondet den vloek
der gestorvenen, wier portretten in de kille, hooge
kamers hangen, worden de maskers van Lavinia en
Orin beurtelings Christine en Ezra. Ezra-Orin begeert
Christine-Lavinia: het incest-motief in de sfeer van
groeienden 'waanzin. Liefde en haat zijn niet meer
te scheiden. Zij dooden in elkaar elke kans op geluk
en leven. Waarom kunnen de dooden niet sterven?
bidt Lavinia, hoont Orin. Dat zijn do losgebroken
furiön over de laatst en der Mannons. Tot in n scène
van grandioze verwildering Lavinia 2.ich radeloos in
de armen van den jongen Peter werpt om in een
tuchteloozen roes, met de handen tegen de ooren
het schot niet te hooren, dat iij weet, dat in het
volgende moment Orin in de doodenkamer van zijn
vader E?ra zal en moet lossen. Zijn zelfmoord geeft
haar de harde, wreede bezinning terug» aij kleedt zich
opnieuw in het /wart, zij is de laatste van een gevloekt
geslacht, en daarom zal zij zichzelf de vergelding
moeten opleggen. Zij gaat, met het koele masker
van een ter dood veroordeelde, de trappen van het.
uitgestorven huis op, dien tempel van haat en dood
der Mannons. die haar door het verleden
omscheinerde woonplaats zijn zal tot aan haar eigen einde.
n*-!