Historisch Archief 1877-1940
tor
No. 2844
}
l l
De Groene Amsterdammer van 5 December 1931
12
De Groene Amsterdammer van 5 December 1931
No. 2844
13
Boekbespreking
Alhrrt Hrliiinn. Ut- Stille Plantage
Wie Holman met diepe belangstelling in zijn
litteratorenloopbpan gevolgd bobben, wie ..Mijn
Aap schreit", dat kleine gele boekje, nog wel eens
uit de boekenkast te voorschijn halen om het
wet r eens gedurende een paar stille avonduren
te genieten als een kleinood van bizarre doch zeer
zuivere st ODIUM ng. voor wie Hart v.onder l .and een
lief, bloedrood bezit is. om zijn weergaloos knappe
novellistiselie eigenschappen, zij '/.uilen in deze
Stille Plantage hebben rondgedoold als» in de
prachtigo tuinen, waarin het jonge talent van den jeug
digen roomsehen Surinamer, gerijpt is tot kleiirigen
en warmen wasdom.
..Hoomsch", zoo heb ik Helmans boeken altijd.
gevoeld. Ken verklaring voor de/e stemmingen
was niet ti> vinden, evenmin nis men die typisch
en wat mij betreft woldadig-roomsche sfeer
van een kleine Zuid-N'dei-landst-he stad in een
verstandelijke formule kan neerleggen. Waarom
is de stemming, de grij/.e-koele sfeer van een Sint
Jansbttsiliok innig-ronnsrli. wftnrom een vers» v»m
Engelman of een e.-sav >an l.utkie of Nieuwenhuis:*
Ik kan het niet \vi-kl-uvn: dt niet?katholio'k. op
gegroeid in de Wnrnu» blijheid, die om kathedralen
on in de kleurige do.-ning van ten Koomsch stadje
is. voelt die onweogbaro en niet to meten dingt n
nu eenmaal zor en hij he« ft de innige overtuiging
dat zijn irevoel hem ni t lvdi.iogt. terwijl Hollands
woord, dat de roman het kunstwerk is. dat grooto
kinderen kunnen maken en de veraehtelijkste
geesten kunnen vatten en «en U-t en. hem een Ut
bescheidenheid dwingende troost is voor zijn
gebrek aan vermogen, bet gevoel te kunnen ver
klaren.
Zoo krui het .een bi ute en brutaal neergeschreven
bewering lijk< n. dat ILlman'in deze still ? plantage
voor het eerst, tusseheii d».- grondsche. van moeras
verzadigde geuren van het oerwoud en in de
«t lik- di" hét fluisteren des do.nis is juist die
rooinsehe sfeer heeft afgelegd, die hem wel niet belette
«.?en geheel eigen stem te dooM liooron.. wanneer
hij de weemoed van Benaivs .«-f Suriname zong.
maar die niettemin n van de orgolondo klanken
was ? al was bet dan een opvallend sterke en ver-'
blijdend-luide?die 'mékon klinken onder de
immense gewelven van het Koomsche vaderhuis.
Nu is hij in de stilt»- der plantages getreden
«?n is zijn stom die van een eenzamen jongen
litterotór geworden, geen samenzang, hoe har
monisch ook. meer duldend, eenzaam en .... sterk.
Met dit prachtige en sterke boek. heeft naAr
mijn gevoel Holman zich de plaats veroverd,
die hem tockvvrm: de eigen en eigenaardige plaats
in de roezige wereld der nieuwe Nederla-ndsche
letterkunde.
De Stille Plantage is een historische roman,
waarop het mij, minder dan ooit. lust het be
proefd recept der vivisectie toe te passen, dat
verschrikkelijke en domme navertellen van het
verhaaltje". Dit moge ik overlaten aan mijn
nijvere collega's, die daar aan dag dit procéd
beproeven-op de redevoeringen der honderd
haagsche hoeren of de inaugureel^ relazen van. jong
geboren hooggeleerden.
Want waarlijk, om het verhaal", de t. verigens
zeker merkwaai-dige romance van hen die heul
zochten bij de maagdelijkheid" van het oerwoud
tegen de felle beten der'menschep-maatschappij.
i» het niet dat ik Helman's nieuwe boek, KOU-zonder
eenige terughouding oprecht en eerlijk bewonder.
Kaoul'lieeft het gezegd, toen hij met Joséphine
en Agnes staarde naar de verte, die verder lag
dan de horizon der polderoevers: v,hoe schoon,
hoe schoon en al die muziek in de lucht en zooveel
kleuren over elkaar. JI et is de inscheping naar
C'ythère... Oythère, nieuw land, nieuw wonder..."
Zóó is het-mij te moedo' goweest bij mijn gang
door Do,stille Plantage, door de palmenbosschen
met hun rechte, propere paden, waar gén
deigeluiden van de stad doordrong en geen dier zich
, bij de vogels, die dagelijks het morgenlied
zongen :orgolonde roodborstjes, do alt van een
viseh' duiker, hamerende spechten en het snorren van
zwermende kolibri's.
Zelfs de verschrikking van Willem Das' ont
zettende en vlijmscherpe wreedheid, die zijn zweep
op do bloote slavenruggen deed branden mér
nog dan tle koperen zon. is een bloedrood wonder
van verschrikkelijkheid en adtmbeklemmende ont
zetting, afschuwelijke ,,menschelijkheid" in een
land, waar de geur van het bloed vermengd is met
de zoete aroma van do tuinen, die tusschen de
huizen liggen on die wit staan van nachtbloemen.
welke zich enkel voor 't sterrenlicht openen om de
dauw van tle stilte te drinken: nachtvlinders
komen zo kussen, onwetend van 't leed dat in
woningen huist, waar zoo laat nog het olielicht
brandt ....
Als Haoul. Joséphine on Agnes teruggekeerd
zijn uit hun kleine republiek, die een koninkrijk
geweest is. waar de wreedheid meesteresse was.
scheen het hen soms als zaten zij eenmaal m>g
in 't blokhuis. als was om hen heen iets gekomen
van het zwoel vegetopren der stille plantage.
Zóó zal het. dunkt mij. ook «>ns. die Holmnns
meesterlijke- roman gelezen hebben, wel dikwijls te
moede zijn. als wij staren in het vuur van de
inkeer, dat zoo dikwijls, zoo zoet-schrijnond en
7.00 onverwacht ontstoken w«»rdt op de puinen
onzer inecngestorte verwachtingen.
Ytu>r onze oogeii zullen dan weer de woorden
oprijzen, die vol yijn van onverzettelijke machten.
die ons dwingen dingen aan te raken, welke branden
in de handen, en te gaan Irngs paden die wij. al
loopend, bijster n1 ken en vergeten, en in onze ooren
zul weer h<>t ritselen van de takken zijn. hot tjuiken
van onzichtbare \ogels en het langgerekte schreeu
wen van bruiapen tegen bet vallen van dei^avmd.
Maar nu. na het ontroerd lezen van de Stille
Plantage, is in ons alleen de dankbaarheid om
zooveel gulle on overdadige schoonheid, zulk een
beh'-ersching van de taal. zulk een mat ht over het'
woord en zulk een nobelheid van een hart. dat eens.
niet lang geleden, zijn land nog zoeken ir.o -st.
K. ELIAS
I>rie boeken over lti»mbrandt
Wie een roman schrijft over een bekende histo
rische figuur, en niet ieder woord daarin met
documenten weet te staven, riskeert van eiken
lezer verwijten. I Toe meer van zulke personen bekend
is. des te grooter het risico wordt en des te
minder hun figuur de toevoegselen van een eigen
machtige fantasie verdraagt.
Alleen vergete men niet j dat dit soort verwijten,
hoe gegrond ook, geen literaire verwijten zijn, en
den roman als kunstwerk hoegenaamd niet raken.
De Kembrandt die Theun de Vries heeft uitgebeeld,
is zeker de ware Kembrandt niet, er zijn anachro
nismen in zijn boek, en veel van wat hij beweert
is in flagranten strijd met de exacte feiten. Maar
zijn roman kan er niettemin goed om. zijn, al heeft
de man die zich historisch volkomen verant
woord weet* een grootere kans om een gave en
afgeronde figuur téschetsen, om de doodeen
voudige reden dat deze er werkelijk geweest is.
Doch het is niet meer dan een kans. Hoe vaak zijn
niet welverantwoorde monografieën dood en zonder
de minste kunstwaarde; hoe dikwijls vrij-erop-los
gefantaseerde biografieën niet even boeiend en
schoon als leugenachtig.
Ook ben ik van meening dat men anders moet
ingesteld zijn bij het lezen van een boek van Emil
lAK!wig als bij heb lezen van een historischen
roman van Klaburul. E r is nog een tusschenvorm,
die dikwijls de meest wenschelijke zal blijken, en
die oen groote virtuositeit, en even guoote
schrijvershandigheid als. historische kennis vereischt. Ik
meen dat de Kembrandtroman van den Ameri
kaan Hendrik van Loon zulk een werk is.
Nu kort na elkaar hebbon wij drie ..geromanti
seerde" bookou over Kembrandt: dat van Kees
van Dongen, eenzijdig en een oratio pro domo,
maar mot het onmiskenbare voordeel, geschreven
te zijn door een schilder, die in staat is geweest
de schildersnatuur van Hembrandt zelf berecht i^d
011 compleet te zien. Dan het boek van Van Loon,
geroutineerd historicus, die van ieder document
partij wee.t te trekken, on met evenveel talent het
onechte ter zijde weet te stellen; en die tevens
in staat is zich volkomen in het verleden in te leven.
En tenslotte dat van Theun de Vries, waarin Kem
brandt gemetamorfoseerd is tot oen Kembrandt
uit do fantasie van een jong Nederlandsen roman
schrijver, die met den anderen, historischen Kem
brandt slechts enkele kenmerken gemeen heeft.
en die feitelijk minder dan zijn zoon Titus aan
spraken mag maken, de hoofdpersoon van het boek
te zijn.
Van Dongen schreef in het Fransch, van Loon
in het Engelsen, en het is wol gek dat juist hot
boek dat oorspronkelijk Nederlandsen is, het minst
rekening houdt met den historischen Kembrandt.
Met van Loon hoeft Theun de Vries een ding
gemeen: dat zij beiden hun aandacht uitsluitend
richten op de tweede helft van Kembrandt 's leven.
op de tragiek van zijn sociale neergang. Voor beiden
is hij tle miskende, de kunstenaar die het aflegt
tegenover een haidvochtige maatschappij.
Do wijze waarop Theun de Vries hiervan vertelt,
is intusschen zwakker en minder overtuigend
dan die waarop hij hot ontluikende leven van
Titus uit beeldt, zijn groei tot man, tot echtgenoot.
Het is niet te verwonderen dat hij in tle uitbeelding
v&n sijn Kembrandt te kort geschoten is; dan had
hij het immers dubbel zoo goed moeten doen.
omdat hij do rein had moeten overwinnen, die onze
voorkennis van den historischen Kdiibrandt on
willekeurig oplevert. Dat zijn de nadeden van het
bediehten van een bestaande stof: zij Wegen nau
welijks op tegen de voordeelen die oen gereed
liggend en meestal reeds beproefd" schema
biedt.
Hembrandt is bij do Vries een gekooide leeuw.
buiten zichzolve gebracht door lastige schuld
oischers. en van een eenzelvigheid, die hem geheel
doet vervreemden van zijn zoon. Slechts enkele
van zijn leerlingen vindon eoii dieper contact mot
hom.
Van zijii diepste gevoelens en gedachten wordt
ons feitelijk niets medegedeeld. In hoofdzaak
krijgen wij de reacties van anderen op Kombrandts
gedragingen te zien. Met name de reacties van
zijn zoon, die om duidelijke motieven zich van do
daadwerkelijke artisticiteit afkeert, en oen kunst
handel begint, waardoor hot maatschappelijk be
staan van zijn vader en zijn stiefmoeder wordt
gecorsolideerd l
En zelfs Titus en Hendrikje Stoffels zijn minde.!
helder gekarakteriseerd dan enkele der bijper- ,
sonen: Dullaert en de Koninck in hun
homosexueele- verhouding en Swammerdam in zijn grimmige
geslagenheid, die een felle en verrassende kleur
brengt in het zwakke Derde boek" van dezen
roman.
Nieuw van vorm of van visie is dit werk niet ; het
mist persoonlijkheid en is in onderdeden nog
te veel gebonden aan cliché's. Maar het is ernstig
on verzorgd werk; een eerste en aanstonds
bovenmiddelmatige gooi van een nog zeer jong auteur,
die hiermede dus reden geeft tut goede
vej-wachtingen voor de toekomst.
ALBERT HELMAN
Nieuwe Uitgaven
Bij J. B- Wolters Uitgevers Mij. te Groninger
l en Haag is thans voor de eerste maal verschenen:
Repertorium vóór Nederlundsche Taal en
Lelterkunde. I, 1030. Dit repertorium werd uitgegeven
onder auspiciën van de rijkscommissie v.an advies
in zake het bibliotheekwezen.
De School. -Een theoretisch-practische inleiding
ten behoeve van aanstaande onderwijzers en on
derwijzeressen, door Gilles van Hees. Uitgave van
J. B. Wolter s Uitgevers Mij, Groningen-den Haag.
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
Kroniek van den dans
door
J. W F. Werumeus Buning
l'day-Hhan-Knr: Ilin«lo«**flu» «lunson
Wanneer er eens een danscriticus uit de maan
viel. terecht kwam in Weoneii, daar twee avonden
ballet zag dansen on dan oen artikel publiceerde
over Do dans in het ondermaansche". dan zou
hij zich waarschijnlijk leolijk vergaloppeoron.
aanIgezien do ondermaansche dansen duizendvoudig
zijn on men er moor voor zien moet dan Weenon
alleen, om de maanbewoiiers eenige kennis dos
«ndorwchoids bij te brengen.
Voel beter dan hij staat do Xotlor-landscho
criticus van Oostorscho dansen er niet voor. na
oen tiental, oen twintigtal avonden Javaansoh
«lansen, een avond Bali, on twee Hindoedans. Hij
hooft n ding voor: hij hooft oonig vergelijkings
materiaal on op govaar af domheden te beweren.
y.oo groot als do olifttnt (iujasur. gaat hij verge
lijken. Niet do .lavaansche on Halinoescho dans
uu-t die dor Hindoes, maai- wol nu-t die van deze
jrimhu'si-ho groep: wat dus zoggen wil dat er oen
Hindoe-dans kan bestaan, duizendvoudig
grootsober <>u anders dan deze.
Hot is noodigdat alles vooraf te zoggen, omdat he
den ton dage v.:ak ;iMe ('hinooscho wijsheid wijs.
ajl«Kngelscho pijpen goed on allo Oostorsohe dansen
.groot worden geacht, on omdat deze Ilindoodans
mij niet zoo groot voorkwam, gelijk ik hot ook
Wol eens slecht getroffen heb mot een Kngolsoho
pijp. en zelfs mot oen ('hineescho wijsheid.
Ik kies dus t wee dansen: de ICrishna-dans on
die van Sliiwa in een strijd togen demonen, omdat
H u don .Mas .lojjana in twoo va>i zijn dansen gelijk
soortige episodes verbeeldt. Ik U'at do
danst.'chnis-.'ho vaardigheid onbesproken, ik vergelijk
.alleen do vorm e.i do sfeer de/er uitbeeldingen.
D*- fluitspolonde Krishm1 VMI .lodjana heeft
geen mode-danseressen on spoelt o.- links en rechts
i-oioii van te voorschijn, die van Shan-Kar bekoort
«en zichtba'ir danseresje, maar do Javaansche
Krishna. met zijn strengen e.i gratioiizoti adel en
stijl danst op oen hoinolscho weide, deze Hindoosoh
<>p oon woreltlsch stoppelveld. Hij is 'behaagziek.
waarde Javaan enkel schoon is. hij is begoerig
waar do ander enkel speolscli is. hij loeft in oen
andere sfeer der kunst, in oon lagere. Karakteristiek
dat deze Hindoe-danser zijn rythnvn zoo vaak
?stampt, waai* do -Javaanscho voet schrijdt of
goluidoloos danst; over hooi d" ronde wereld
stampt do primitieve on elementaire volks- on
boeren- en 'religieuze danser zijn rythmen uit de
bodem, als om do oerkracht dor aarde te bezweren
en op te roepen; de ..dansoiir noblo". do Javaanscho
prins, de danseres van C'ambodsja. de klassieke
balletdanser leven in een andere sfeer, zij zooken
een harmonie in de krachten van hemel on aarde
te doen bewegen, hun voeten stampen geen rythnie
uit de aarde,. maar worden gestuwd door een
innerlijke, geordende kracht. De stampdanson
eindigen vaak met een van uitputting ter aarde
?neerstortend danser: hun einde is roes on schijn
dood; de ..d'anses nobles" eindigen met oen
schoone menschelijke, verheven stand; in stee van de
roes kennen zij do extaze en het veranderde leven.
Hot onderscheid is overigens nog voel duidelijker
Sidi en Shan~Kar
bij tle Shiwa dans. Do god. Vishnu. in .Jo;ljana's
dansverhaal. aanschouwt do wereld bonoden zich.
oon nauw merkbare verandering van hot gelaat
geeft aan dat hij daar het kwade aanschouwt hooft
on als hij het gast bestrijden is het mot de geweldige
bewoging v«?.h oon goddelijke figuur: do overwin
ning is reeds van te voren zeker on onfeilbaar, on
deze strijd is moor oen goddelijke arbeid, do nood
zakelijke uitoefening van een hoogere macht, dan
oen gevocht. Met precies dezelfde strijdgobaroii
danst Joljana als god, als edelman, als demon,
maar in ieder dier drie gestalten krijgen dezelfde
gebaren, naar gelang van de moer of mindere adel
der gestalte, een edeler on dieper aard. God. edel
man en demon strijden goddelijk, edel en demo
nisch, en in deze prachtige rechtschapenheid en
onderscheiding' ziet men. voor ónze begrippon
volkomen begrijpelijk, hoe oneindig hoog en
streng en rijk do Javaanschedansstijl ontwikkeld is.
Shiwa. gelijk Shan-Kar hem danst, bereikt deze
sfeer van Vishnu nimmer. Een langdurige, ge
maakte, mimiek verbeeldt zijn ontwaken, zijn
fst.'ijd tegen don demon Gajasur is veel meer
gevecht, geenszins goddelijke arbeid; zijn over
winning gaat gepaard met een tirgen en bespotten
vari don stervenden olifantgod: hij is. vergeleken
met don Javaan, nog oer zelf demon dan god dor
schopping, al-regelaar o,n schepper van orde. Zijn
dans looft in een veel lagere sfeer. Zoowel, door
vorm als bezieling.
Dat alles kan hier slechts zoor .beknopt ter.
overdenking gegeven worden. Waar deze
Hindooscho kunst zich. blijkens hot voorwoord in haar
programma, zelf beroept op haar strenge oude orde
en wetten, is deze vergelijking geoorloofd. Laat
mij er bijvoegen, wat elders reeds gezegd werd,
dat zij, in haar sfoor. veel schoons hooft geboden..
In, on achter doze dansen, zij hot'dan voel flauwer
en vager dan in do Javaansche on Balinoosche,
ziet men vormen van uen grootsche dansbe
schaving: een forsoho. oerkrachtigo. ruige volks
dans, een frank en sierlijk spel van verliefdheden.
resten van grooto religieuze dansdrama's.'Wellicht
looft hot niet anders meer dan zoo. wellicht zien
wij hot nog eens waarachtiger: in ieder geval zagen
wij het tlozo avond niet bewondering on zeer
grooto belangstelling. Maar op govaar af een tweede
domheid te zoggen, nog grooter dan de olifant
Gajasitr. moet er mij tenslotte toch nog.iets van
het hart. Als kind zag men. in de uitkijkkoepeltjes
van vele uitspanningen on afstapgelegenheden. do
wereld soms door allerhande gekleurd glas: geel.
groen. rood. blauw en pimpelpaars. Ik herinner mij
dat ik zo daarna, n iet'door. glas gezien, altijd toch
voel echter vond. en mooier. Ik heb het gevoel dat
ik deze Hindoe-dans door zoo een gekleurd stuk
plas te zien kreeg, en dat de Javaansche dans on
die van Bali voel echter waren. En ik laat het aan
u over dat gekleurde glas een haam-te geven, on
er eventueel dt1..volgende zons- of
maansvcrduistering door te bekijken, jn do meening dat ge de zon
on de maan dan beter werkelijk gezien hebt.
Nieuwe Uitgave
Jiestiiniyinrf op hef J^njer Onderwijs. Hoe is door
herziening van de wetgeving betreffende hot
lager onderwijs op doelmatige wijze bezuiniging
te verkrijgen ?Br.iehmv uitgegeven door tlo Centrale
('onimissie voor Bo/.uiniging dor Nedorl. Maat
schappij voor Nijverheid en Handel.
ITUYNENBURG MUYS
.:
? N
-'S