Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 12 December 1931
No. 2845
Cruikshank
99Mammouth Streel1
Cruikshank
From Thakeray, Sultan Stork
Engelsche humoristische kunst
Cornclis TV//». Comic Art. i n
Kniflatvl. AinstcrJnni. Menno
IIert.-b<:ryi:r.
De gulle ingenomenheid waarmee
dit boek in Engeland is ontvangen.
mag wel gelden als het beste .bewijs
voor zijn voortreffelijkheid. De scherp
zinnige beoordeelaar in het' letter
kundig bijblad van de Times merkte
terstond op. dut hier niet wordt
begaan de gewone vergissing (zoowel
dool- landgenooteu als vreemdelingen):
het vergelijken vjln de Engelsche
humoristische kunst met die van het
vasteland.... in haar nadeel: het
miskennen van den bijzonderen aard
van den Engelsehen humor. Dat Vet l»
deze vergissing niet gemaakt heeft.
komt door zijn jarenlange vertrouwd
heid niet deze kunst, door zijn groote
kennis van de Engelsche litteratuur.
door zijn scherp onderscheidings
vermogen. Hij verontschuldigt zich
in de voorrede: niet wil hij poseeren
als psycholoog. Miar zijn vertrouwd
heid met Engelsche kunst en littera
tuur hebben hem wel degelijk het
nopdige psychologische inzicht ge
geven om het karakter van den
Engelschen humor te begrijpen. Reeds
dadelijk blijkt dat uit de woorden
?waarmee hij den titel van zijn boek
verdedigt. Al zal hij later natuurlijk
onophoudelijk spreken van karikatuur.
Veth stipt even aan dat
GrandCarteret wel een geschiedenis der
karikatuur in Frankrijk. Duitschland,
Oostenrijk en Zwitserland heeft ge
schreven, maar dat hij niet kwam tot
Engeland, zou het niet zijn, omdat
hij Veth's psychologisch inzicht miste,
dat hij onwennig stond tegenover
deze kunst? Veth heeft ook een
ruimer blik dan b.v. Gleeson White,
die wél een enthousiast bewonderaar
was van de illustratieve school in de
sixties", maar Cruikshank en Leech
voor hem barbaren ?-?niet kon
waardeeren. Er zijn verschillen tus
schen kaïikaturisten", merkt Veth op,
,;zoo groot als die tusschen Kubens
en Whistler, of tusschen Raphael en
. F. Watts". '?'....
De veeï-jarige vertrouwdheid m«t
kunst, in casühumoristische kunst,
heeft Veth een volmaakte beheersching
van de stof geschonken. En, al
door Dr. N. J. Beversen
men zich desnoods o o a schrijver van
zulk een boek kunneii denken.'alleen
..historisch". ..registreerend" aange
legd, zonder een zweem van gevoi l
voor humor, nuchter en saai en precies
samenvattend er bestaan imlc-.rduatl
zulke nuttige, vervelende ..kunst
historici'' en ..kunst-critici" wij
mogen ruis gelukkig prijzen dat Veth
dit boek schreef, hij was er de aan
gewezen man voor.
* 4
Over de komische kanst in
middeleeuwsche handschriften, in het beeld
houwwerk in kerken schrijft Veth zeer
voor/ichtig. Er zijn daarbij verschil
lende problemen, die beslissende uit
spraken gevaarlijk maken. Het neemt
niet weg dat hij hier toch interessante
opmerkingen maakt.
Thomas Wright heeft beweerd dat
de H-ngelsche politieke spotprent niet
bestond vóór de regeering van
Charles 1; de verzamel ing in het
Britsch Museum, sinds geordend en
beschreven, heeft die bewering ge
logenstraft en in zijn hoofdstuk
..caricature avant la lettre", schrijft
Veth over ettelijke ..broadsides" uit
den .,voortijd". Voortgaande wijst hij
op den invloed van den Hollander
Romeyn de Hooghe op de Engelsche
karikatuur. Diens prenten, uitgegeven
als illustraties bij Esopus in Europa"
en afzonderlijk, hebben een nieuwe
,school" van politieke karikatuur,
gesticht, en zij zijn - naar Veth
meent een eeuw en langer de mo
dellen geweest van boek-illustraties'
Hij noemt de Hooghe dan
caricatuRowlandson
The two Kings of Tenor
rist-laurcate" van Willem III, een
even groot tegenstander van
Lodewijk XIV als Gillray zou zijn van
Napoleon.
In het hoofdstuk over Hogarth treft'
de vergelijking niet Jan Steen, juister
dan Meyer-Graefj-'s vergelijking met
PieterBiMêghel. Alleen met Jan Steen
kan Hogarth naar bchoorcn verge
leken worden. valt de
vergelijkingbij Veth in Jan Steen's voordeel'.
uit. op Itogarth's credit kunnen wij
toch zetten dat hij het geïncarneerde
(ieweten van zijn tijd is geweest/"
Met de prent bij de ..Analysis of
beauty" waarop Veth doelt (blz. 31 >
meent hij zeker de eerste prent?
Wie, ongeduldig naar Veth's be
handeling van Gillray en Rowlandson.
het hoofdstukje ..a non-pblitical
chapter from the IHth century", oversloeg,
zou aardige bijzonderheden en scherp
zinnige opmerkingen over minder
beroemde caricaturisten missen. Een
aardige bijzonderheid is dat. karika
turen niet alleen in winkels worden
uitgestald en verkocht, maar dat
zeook gehuurd werden bij partijen, om
de gasten te amuseeren.
G ilbray en Rowlandson worden naar
waarde besproken en scherp gekarak
teriseerd (ik wijs o.a. op de voor
treffelijke karakteristiek van Row
landson, blz. 51).. Over Cruikshank
en zijn school" is hij zeer uitvoerig.
Met opzet heeft Veth in dit hoofdstuk
een groot aantal illustraties gerep
roduceerd. Het is een der mooiste hoofd
stukken van zijn boek. ..','?'
Bewonderaars van Dickéns ze
bestaan er goddank nog! ons
oudkamerlid Roodhuyzen is niet de
eenige ?>? zullen met genoegen het»
hoofdstuk over de oorspronkelijke
illustraties bij Dickens lezen: zóó her
inneren ze zich weer Cruikshank en
Sëymour en zoovele anderen.
Punch" is van zelf een rijke bron.
voo V. geweest.,, Punch" is gewor
den en gebleven het belangrijkste
tijdschrift. Over Punch en zijn tee
kenaars is Veth natuurlijk uitvoerig,
het uitvoerigst over Sambourne en
Charles Keéne: antithesen. .
De laatste hoofdstukken gaan over
de karicatuur en de nieuwere illu
stratie. . .
No. 2845
De Groene Amsterdammer van 12 December 1931
H.B.S.-schooltucht
door W. Geerszen
Brüning op het slappe koord
Teekenlng door B. van Vlijmen
In on.ze aan problemen
oververzadigde samenleving is ook het mid
delbaar onderwijs probleem" ge
worden. Een der onderdeelen is de
schooltucht. Er is hierover den
laataten tijd heel veel geschreven. Begrij
pelijk. In een tijd dat </»'£««/ een
..probleem" is geworden, spreekt het
van zelf, dat ook het ge/ag in de school
aan de orde van den dag is.
Behandelen wij dit probleem, aan
de hand van de ervaring.
Wanneer elk jaar in September mijn
eerste klasse zich vult met jongens
en meisjes, levend in verschillende
sociale milieu's en komende uit ver
schillende school-milieu's. is het een
heterogene massa waarvoor ik gesteld
Avord. Zij zijn op de H.B.S. gekomen.
omdat zij die over hun levenslot nog
te beslissen hebben, het zoo wilden.
of in een hoogst enkel geval ???
omdat het kind reeds weet wat liet
worden wil en door zijn keu/e ver
plicht is naar de II.B.S. te gaan.
Van den eersten dag af is mij het
tuehtvraagstuk gesteld. Ik moet mijn
wil opleggen aan de klasse. Be wijze
waarop ik dit doe beheerscht de stem
ming in de klasse. Er moet orde zijn
in de klasse tijdens de les. maar wat
voor mij nog belangrijker is: er moet
orde zijn in den arbeid van het kind
buiten de klasse. De ..groote
meiiNchen" hebben het programma van
het onderwijs opgesteld. Zijn hiervoor
verantwoordelijk en moeten oordcelen
over de deugdelijkheid, l let kind heeft
het te aanvaarden als goed. l)
Gesprekken met leerlingen uit de hoogste
klasse van een H.B.S. kunnen eïkeii
leeraar. maar ook eiken ouder er van
overtuigen, dat het oordeel van tien
leerling over de leerstof van nul en
geener waarde is.. Enquêtes op dit
gebied onder leerlingen, hebben nic-t
alleen geen waarde, maat1 zijn ge
vaarlijk. De ouder bedenke dit steeds.
wanneer hij in tegenwoordigheid van
zijn kind over het onder wijsprogram
«preekt. Xiets werkt funester op de
arbeidslust van den leerling en op «Ie
schooltucht, dan het geloof in de
ondeugdelijkheid van het programma.
De leeraar bedenke het steeds, wan
neer hij wat ook wel eens voorkomt
in de klasse zijn oordeel uitspreekt
1) Of ons H.B.S.programma al of
niet wijzigingen behoeft, blijve thans
buiten beschoincing.
GESCHENKEN:
MEUBELEN
PERZISCHE KLEEDJES
over een vak, dat niet het zijne is.
Van de eerste klasse af moet den
leerling het besef worden bijgebracht,
dat de samenleving waarin hij straks
als werkend lid gesteld wordt, hooge
eist-hen stelt tuin het individu en dat
de school er is om hem in staat to
stellen.' aan die eischen te voldoen.
Opvoeding tot gezinstaak is niet het
werk van de school. Wie deze leuze
uitgevonden heeft, weet ik niet, maar
een schoobneester was hij in elk geval
niet. Ligtlmrt heeft ons wel gewezen
op den invloed die van de school uitgaat
op den jongen lUL-nsch ook voor zijn
dagelijksche leven later, maar hij heeft
toc-h niet geëischt, dat de man in do
school moet opvoeden tot
gezinsinensch. Ik zou zelfs dit willen zeggen:
ieder ouder eischt van de school
intel lectueele opvoeding in een be
schaafde omgeving en niet meer. Dy
opvoeding tot de gezinstaak is het
werk van vader en moeder.
Daarom begint voor mij de oplos
sing van het vraagstuk van de school
tucht in het huisgezin. Daar moet de
leerling voort durend belangstelling
vinden voor zijn schoolurbeid. Daar
moet het kind lei-ren beseffen, dat
zijn gaan naar school niet is een hem
opgelegde marteling, maar een nood
zakelijke voorbereiding voor zijn latere
leven. Meer kan d<» ouder voor de
sc'hooltucht niet doeii. Maar -?het is
voldoende.
IS*u de man in de school. Het is mijn
op ervaring gegronde overtuiging, dat
elk pogen om democratische, of
imasi? democratische principes inde gezags
verhoudingen op school, of in do
klasse door te voeren, tot mislukkin
gen gedoemd zijn.. Grondbeginsel'van
het gezag in school zij: de leerling
van de ll.B.S. is van het oogenblik,
dat hij met slecht gekamde haren als
kwajongen binnenkomt tot het oogen
blik.dat hij als de ..heer" zoo en zoo
in de krant staat als to zijn geslaagd
voor het eindexamen, kiml.
Xeen, dit is geen
minderwaardigheidsverklaring. Integendeel.
Juist door het zich belangrijk voe
lende jonge mensch nog als kiml te
beschouwen, voorkt men'wij. dat er
experimenten met hem gewaagd wor
den, die uiterst gevaarlijk zijn. Zeker,
wij moeten htm niet behandelen als
object. Nietals ..arbeidsmiddel", waar
mede wij leeraren ons dagelijksch
brood verdienen, mogen de leerlingen
? beschouwd worden. Maar aan
den anderen kant hebben wij-to
bedenken dat ons" jongens en
meisjes, die zoo gaarne klagen
over de moeilijke vakken-, en
die in hun resultaten ook
toonen, dat zij moeite hebben
met de schoolstof, over het
moeilijke ,,vak" van het leven
nog niet anders dan illusies
hebben en geen oordeelen kun
nen uitspreken.
Schooltucht is naar mijne
? meening alleen mogelijk wan
neer het kindzijn van den leer
ling, ook al kleedt de winkel
hem in het pak van den vol
wassene, basis is van het
tuchtHtehel. Hoe dit dan verder wordt
uitgewerkt, blijve hier buiten
beschouwing. ^Dit is
tuchtiechniek. *
Dat hieraan wel eens een
en ander hapert, zij toegegeven.
Het ging mij thans om het
beginsel. ?
Welke «ware eischen den man
in de school gesteld worden, be
hoeft geen betoog. Is het dan niét be
grijpelijk dat er in den kring van hen
Wier taak het is de schooltucht U>
? handhaven, stemmen opgaan tegen de
vele stuürlieden aan den wal, die in
den laatsten tijd hun navigatieplannen
ons opdringen?
Men zij voorzichtig en verknoeie
ons door de partijpolitiek toch reeds
zoo hopeloos versnipperde onderwijs
niet meer.
'Wil men het tot probleem" ma
ken, het zij zoo. Maar dan?- stelle
men het juist.
Nieuwe Uitgaven
Ir. W.A.C.
l*ónt-\v.i...DeOntirikkcIhiff ra n r/f Stoomlocomotief:
GeorgeStephenson. Deel IV van de serie Karakter.
Kenn i». Kunst i-oorhct Xijrerht. idsomtet ?
wij». Uitgave P. Xooidhoff, Groningen.
A /« de K eraf klok luidt. Een bu ndel
verhalen en gedichtjes voor Kerst
maand* door Mien I^abberton. Liede
ren van Kvèline Sijpkens. Teekeningen
van Louise van Bergen. ?
Een groot formaat uitstekend ver
zorgd boek- -met goede verhalen . en
teekeningen. Uitgave J. M. Mei
e»ihoff, 'Amsterdam.
Zij" Crème
werkt als een late, warme heifstzon met haar
gouden kleurenpracht; 2ij toovert een on
gekend fraaie teint op Uw hujd.
f ?>