De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 12 december pagina 6

12 december 1931 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

l t\ SCHILDERS Jan Sluylers Stedelijk Museum Jan Sluyters Tentoonstelling .Ion Inleiding Sluytera. l Deze tentooastelling wordt op den omslag van den schralen katalogus, waarover ik nogjnader zal schrij ven.aangekondigd als de tentoonstelling van het levenswerk van Jon Sluylers. Wanneer ge weet, dat zij gehouden wordt ter viering van den vijftiflslen den schilder, dan lijkt me deze betiteling verkeerdelijk-prophetisch; van harte hoop ik toch, dat de schilder Jan Sluyters nog niet aan het einde van zijn schildersleven is, en dat er nog nieuwe perioden mogen komen na wat wij zien als zijn laatste werk hier op détentoonstelling. Da schilder Jan Sluyters. neemt een groote plaats in onze tegenwoor dige schilderkunst in. En dat is t« Jan Sluyters billijken, en dat is juist; hij toch vereenigt twee eigenschappen, die niet altijd te saam gaan en soms malkanderen uitsluiten; hij is een be gaafde rolorist, en hij kan een virtuoos zijn, in staat om wat anderen maakten, ofschoon het misschien niet geheel-en-al met zijn innerlijkst wezen strookt, zelf te geven met persoon lijken klank. Het laatste is een bewijs van zijn levendigheid en lenigheid; het eerste is grooter, en is een bewijs van een onafhankelijk schilderswezen. Ongetwijfeld bestaat (hoewel niet altijd) vcor hem de waereld (zoowel de zichtbare als de geestelijke), vit kleur, door kleur, in kleur. Het is bij Sluyters zóó geschapen, dat alles wat hij beleeft, ondergaat, ervaart eivwathem ontroert, pas tot rust gebracht kan worden door samenstellingen van kleuren; dat een sa menstel van kleuren zijn ontroering weergeeft, en als de noodzakelijke kristallisatie uit die ontroering, hem van die ontroering bevrijdt, en open zet voor een weer nieu we ontroering of reeks ^ ontroeringen. Jan Sluyters is voorts .. een colorist van dezen tijd, of wilt ge nauwkeuriger van de laatste pe rioden. Dat beteekent, dat de uit drukking van het gaande, van het wordende en van het verschietende hem zeer eigen is, en dat de snelheid, die onzen tijd beving, hem ook bevangen en gevangen 'houdt. Hij is dus als geheel, voor zoover wij hem tot nu toe kennen een steeds sneller schilder geworden, wat niet hetzelfde is als een steeds feller en zuiverder schilder, en het virtuoze, die gevaar lijke eigenschap, heeft ook hem niet zonder gevaren steeds doen leven. Er ismet andere woorden in dit werk, een schifting mogelijk, maar, dat is te behandelen zoodra wij deze ten toonstelling in details zullen bespre ken. De vraag is te stellen; bij iedere tentoonstelling van een belangrijk schilder is die vraag te stellen: op welke plaats staat in zijn generatie de schilder, en op welke plaats staat Jan Sluyters in de schildergeschiedenis van zijn land, enz. Wanneer wij met nauwkeurige zorg en toewijding deze tentoonstelling goed hebben nagegaan en wij denken aan het portret van Mevr. Mann-Bouwmeester, dat in het zelfde museum hangt, dan weten wij, dat er geen werk van Sluyters is, datriumpheert over Breitner's portret. Maar om rechtvaardig te wezen, en daarom gaat het hier, geen enkel werk van de tegenwoordig levende en scheppende schilders, weerstaat in kleurheerlijkheid en kleurmannelijkheid dit groote werk van Breitner. Geen enkel werk van Sluyters, zelfs van hen, die mU zeer lief zijn, heeft zóó heerschende volheid, zóó dragende kracht. Dit móet gezegd Worden om zuiver de verhoudingen tézien, waarin onze bekendste schilderkunst staat tegenover het beste werk van, Breitner. Maar, en dat is een tweede vraag: hoe staat Sluyters' werk in ons land tegenover de andere werken van schil ders, die in gelijke richting werkten, en werken? Wanneer wij ?.ien welken invloed Sïuyters uitgeoefend heeft en nog steeds uitoefent op een reeks reeds ouder wordende jongecen, dan is het overduidelijk, dat hij deze weer overtreft door grootere onstuimig heid in de natuurlijke pave en door een, zal ik zeggen, roekelóozer eerlijk heid tegenover de werkeli.,kheid." BEELDHOUWERS Hildo Krop Kunstzaal de Boer Sluyters is colorist, en, bevestiging mijner stel lingen, hoe hij zich soms ook virtuoselijk gedraagt een realist; ge zoudt misschien kunnen bewe ren, een vurige realist, een excessieve realist (ook die bestaan !) En dat realisme heeft ons baat gebracht. Niet al leen in sommige zijner por- tretten; hij heeft in zijn werk voor ons schil derkunstig b.v. den boorling, den baby, herscha pen. Wanneer wij ons de vele portretten herinne ren uit den laatste n tijd door god weet hoe vele jongeren geteekend, dan blijkt dat deze wijze van het kind te zien een noodzakelijkheid was die Sluyters voor het eerst hier als schilder gevoelde. Het schijnt soms ons toe, dat geen andere baby" meer mogelijk is? En hoe is deze baby", De ,,baby" van Sluytera is niet zonder teederheid (in de kleur) maar in den vorm vrij van alle sentimentaliteit en vooropgezet heid. Sober is, de baby" daarom niet gezien, maar fel; een diertje dat ten leven gaat, een natuurlijk natuurverschijnsel! Dat is verder Hildo een aantal hanteerders van verf te zien, die aan Sluyters veel dank zijn verschuldigd,} niet omdat zij van uit een leerlingschap zich tot een eigen meesterschap ontwikkelden, maar om dat zij steeds als van wat bjj hem terzij viel, zich konden voeden.... Sluyters is de colorist, en realist van dezen tijd, wanneer ge den tijd neemt zeker. vóór de nieuwe zakelijkheid" ofschoon de virtuoos deze ook niet te ontwijken heeft. Hij is een voorganger als een schilder van het naakt. Ook daar hebben wij hem ta erkennen. Natuurlijk is het naakt ook door vroegere Hol landers geschilderd en js- zeker door Breitner rijk J\.TOp en ruiu^ maar na dezen en na Isa&c Israëls ook nog, is Sluyters, door de hem eigen manier, een voorganger geworden voor vele jongeren, terwijl een naakt van Hem, [nog niet zoo lang geleden ge schilderd, hem] schilderkunstig weer verbindt met Breitner f* D t ze schildering, van het naakt, is. altijd een eigenschap geweest of beter een daad van groote schilderkunst. niet de eenige gift, die Sluyters gege ven heeft aan onze schilderkunst van tegenwoordig. Er zijn er meer. Elke duidelijke persoonlijkheid (en dat is Sluyters) is in de schilderkunst ken baar aan een neiging tot, een voor keur voor bepaalde kleursamenstel-' lingen, staten van het licht; bepaalde vervormingen ten opzichte van de objectieve". werkelijkheid. Dat spreekt van zelf. Dat is een omschrij ving van zijn afzonderlijkheid, dus van het frissche, dus van het nieuwe van zijn verschijning. Zwakkeren boot sen steeds den sterkere, nieuwe na. Ik zal hier geen namen notmen,'maar het is iedereen gemakkelijk mogelijk De Hollandsche schilderkunst is, zeker in het openbaar, daar een tijdlang te zuinig mee geweest; dat schromen heeft haar rijkdom niet vergroot, maar ons verarmd. Tweeërlei redenen kunnen geholpen hebben de schilde ring van het naakt ook in Holland meer te hebben verbreid. En dat is ten eerste de gewijzigde beschouwing van het lichaam, de grootere stout moedigheid omtrent het lichaam (een winst vol waarheid) en dan, dat het contact 'grooter werd, Inniger, met de groote naties, waar dit onderwerp" meer inheemsch was, meer thuis. Sluyters, deze tentoonstelling maakt het den onwilligsten verstaander dui delijk, zoekt en vindt gaarne het naakt. Hij vindt het anders dan de discrete Isaac Israëls,1 en hij geeft het in allerlei stand om de kleur, om het licht; als bewijs van zijn schakeerings-rijkdomcalsviit'joos opnieuw. Hij heeft het in allen lichtval en in menig gamma ge schilderd, tot het suikeriozene toe; hij heeft het donker geschilderd (zijn donkere periode is zeer belangrijk bij hem) hij heeft het gezien als een boeket van luchte bloembladen; hij heeft het edel geschilderd in grauw lila; dui delijk in gelen, zonder schroom opnieuw, altijd kundig en als een minnaar van dit ons te lang geweigerd schoon. Hij heeft het vrouwelijk naakt bij voorkeur gegeven; Sluyters is een natuurlijk schilder, ofschoon hij ook enkele andere naakten (Negers) ons niet onthield, waarvan de Boksers de bekendste zijn. Hij heeft ik herhaal Sluyters is een natuur lijk schilder ook veel rrowren, gekleed. geschilderd; vrouwen modieus, van dezen tijd. in moderne kleedij. Ook daar is hij niet zonder voorgangers in Holland. Opnieuw heb ik Isaac Israëls te noemen. en van Dongen niet te vergeten. Van Dongen overtreft Sluyters daar in scherpste zekerheid en luchtigheid, maar Sluyters, ook dat bewijzen vele navolgers! vond voor Holland, wat daar verwacht werd en voor hem ver borgen was. Het gekleede mannenportret vindt ge bij hem minder, maar soms voortreffelijk (zie het Dortret van den Heer M. K.) Sluyters geldt nu voor de schilder in Amsterdam. Dat brengt vele opdrachten mee, maar in de vrouweportretten voelt ge toch een voorkeur, en deze is zoo eigen en sterk, dat op schilderijen waareen man en een vrouw tesaam geschilderd zijn, de vrouwe figuur dikwijls beter is dan juist die figuur van den man. De psychologie van Sluyters in zulke portretten is een haast indirect gevolg van de kleur (en soms misschien van een sarkasme !) Sluyters kan daarom niet onmiddelijk ingedeeld worden bij de psychologische schilders, dat volgt uit . veel van het voorafgaande, maar hij bereikt toch wel in zijn portretten een innigheid, vooral wanneer het afbeeldingen betreft van hen. die, uit zijn naaste omgeving hem lief zijn of waren, of hij bereikt een diepte soms Wanneer de kleedij van de vrouw zelf een vertolking was van die diepte.... Deze schilder van vrouwen heeft veel en gaarne bloemen geschilderd, en het landschap soms als een bloem gezien. Er is immers verwantschap tusschen vrouwen en bloemen, Hij heeft, Sluyters, in zijn Staphorsters het landschap om de boerinnen wel eens als een groot donker boeket ons doen zien en achter een allerijlst gebleven bloem een strand gegeven, waartegen die ijlheid der bloem als een luchter vlaag ver woei ; hij heeft landschap geschilderd als de franschen dat vopa hem vonden. Maar -?deze moderne' schilder is ook een schilder van de stad Sluytera ia een schilder van elk onder werp, de schildering van de stad met haar geweld in den avond is (na Breitner) hem niet 'vreemd gebleven, en schril gtwtld is een prooi voor den modernen schilder. Maar o uk die moet zich wel eeas verpoozen. PLASSCHAERT Jan Sluyters Hildo Krop In den Kunsthandel P. de Boer, Amsterdam Een tentoonstelling die van Krop's oeuvre een min of meer volledig over zicht biedt, werd, verwonderlijkerwijze in Amsterdam nog nimmer gehouden. Men moet daarom de firma de Boer dankbaar zijn, nu zij thans zulk een expositie arrangeerde. Waar Krop's stadsbeeldhouwwerk hier natuurlijk slechts getoond kan worden door middel van een aantal foto's, valt het accent in de eerste plaats op de por tretten en kleinere plastiek, wat tevens een goed ding is, aangezien dit werk naar ik meen minder bekend is en het toch ook belangrijk heetenmag, Uitvoeriger hierover lat?r. T.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl