Historisch Archief 1877-1940
12
en ai-geUnw levende natuurkinderen op het
celluloid vastlegt. Hij /Jet door den klaren blik
van den ervaren Flaherty, laat zich door diens
bezwerende hand weerhouden in te grijpen in een
.schaduwspel, dat geen andero romantiek kent,
dan het dralende avondlicht rondom een
boovngroep. ... geen andere dramatiek, dan het breken
«U-r golven op de rotsen.
Maar aan het eind wordt het hem te machtig.
De placide rust en de zelfbehecrsching van zijn
metgezel, die n<x>it de zijne zullen wezen, werpt
hij van zich hij doet. Wat zijn natuur hem
gebk-dend beveelt.... wat hij altijd gedaan heeft:
hij grijpt in ! Hij kleurt den hemel en het water met
de romantische felheid van zijn temperament
hij verbreekt ruw de idylle van een argeloos
paradijslevenen bij besluit deze stille, sereene symphonie
van de ongerepte, rechtvaardige natuur met den
wilden dissonant van menschelijk leed en men
sehei ij ke opstandigheid.
En hij toont zich in dit laatste moment den
waarachtigen kunstenaar, omdat hij zich zelf
toont.
* *
*
Aldus weitf deze film een aaneenschakeling van
\vondei-schoone beelden wonderschoon omdat
het object als een volmaakte compositie van
natmmveelde klaar lag. Maar hier botsen de ge
voelens, welke van het filmbeeld een simpel,
fotografisch registreeren verlangen en die, welke
van haar de bewogenheid der menschelijke schep
pingsdrift eisenen. Het is alles schoon en van een
bijna onwezenlijke volmaaktheid: de luchten, het
De hoofdpersonen uit Taboe
Bioscopy
door L. J. Jordaan
X
Murnau's afscheid
..Taboe" van >Iurnau.
Eens in mijn leven heb ik Murnau ontmoet
alweer ettelijke jaren geleden. Het was tijdens
de voorbereiding van zijn Faust"-film en ik
bewonderde de zeldzaam fraaie maquette van het
sombere landschap, waarboven de Mephisto van
Jannings straks zou oprijzen. Het geval was onge
looflijk ingenieus in elkaar gezet: de
miniatuurgebouwen van het stadje, de miniatuurboomen
met gesponnen glas overtrokken, hetwelk den
ochtenddauw moest imiteeren, de behoedzaam
aangelegde waterdampbuizen, die den mystieken
nevel zouden oproepen... . heel een wereld, ge
schapen naar het welbehagen en volgens de fan
tasie van een kunstenaar. De beide architecten
Röhrig en Ilerlth straalden van voldoening over
mijn opgetogenheid en ik keerde mij geestdriftig
naar Murnau, die ons zwijgend gadesloeg. Wie
schön Herr Doctor," zeide ik tot den blonden reus
met het steenroode, scherpgesneden
Angel-Saksersgezicht, wie schön so eine Welt zu schaffen!"
Met een verren, afwezigen blik gaf de regisseur
het raadselachtige antwoord: ,,Ach ja! '.Aber
schoner noch, davon laufen zu können.... !"
..Davon laufén" ?
vluchten?naar ee*V on
bestemd ..ergens", dat hem
onweerstaanbaar tokte en
dat hij nimmer vond.... het
Avas de sombere grondtoon, die
heel dit onrustige, door innerlijken
strijd verteerde leven., doortrilde. In
zijn Nosferatu". de lugubere groteske
zijner aanvangsperiode. ontvluchtte Murnau
de nuchtere misère van het D.iibschlind
deieerste na-oorlogsjaren. In ..Faust" ontvluchtte hij.
Doctor in letteren en filosofie,, de platte mintaliteit
der toenmalige studio's. In Der letzte Mann" ont
vluchtte hij den onvernietigbaren romanticus in hem. In
zijn trek naar Hollywood, de laatste plaats voor hem ge
schapen, ontvluchtte hij zijn eigen zwaarmoedigheid. En
in Taboe", zijn laatste werk, ontvluchtte hij ton slotte
een beschaving, die hem tegenstond en waarvan het
pathologische uitwas der Am^rikaansche business-studio's
hem met walging vervulde.
Zoo keert Murnau in 1930 heel zijn verleden den rag ta?.
Met den kleinen, gosdhartigen Flaherty onlürnosmt hij
een expeditie naar Bora-Bora. Het drukkende, beklem
mende atelier-leven, met zijn intrigues, zijn brutalen
commercieelen zin en zijn onwaarachtigheid wil hij ver
geten onder den hoogen. puren hem 2! van den Stillen
Oceaan. Dan luidruchtigen, zakelijken geest van zijn
Am?rikaansche collega's in het gezelschap van den stillen.
fijnzinnigen, schepper der Xanook"- en ..M'->ana"-film*.
En ten slotte déacteurs, mst hun eerzucht, hun douielijken
naijver en hun onechtheid in het contact m?t ds on^erepts
menschheid der Zuidzee-eilanden. ,
Was dit werkelijk alles? Of loerde achter deze plausibele
motieven de, eeuwige onvoldaanheid van, den m.tt zich
zelf ontevreden kunstenaar. Dreef hem wellicht den met
het vel'stand gevoerden strijd tegen een drang naar roman
tische dramatiek, die zijn wezen-zelf WAS?
'?
GENERAAL AGENTEN VOOR
AMATEUR-KINO-UITRUSTINQ
FOTO-SCHAAP & Co,
SPUI S AMSTERDAM
* *
*
Taboe" zou op deze laatste vraap? het bevestigend
antwoord kunnen zijn. Een heele film lang dwiügt
deze geest, die geboren was om mmschen te vormon,
nevelen en stormen op te roepen, natuurwettan óp
te heffen zich tot een zuiver en stil observearen
van een wereld, die buiten en zonder hem bestaat.
Een heele film lang blijft hij den bescheiden toe
schouwer, die wuivende palmen, kristallen lagunen
t
13
water en de menschen... . maar het blijft buiten
ons. Wij zien naar deze harmonische beelden e»»
bewegingen met do objectieve belangstelling en
waardeering van toeschouwers maar wij door
leven het niet, omdat het niet doorleefd werd!
Dit is Murnau niet dit is de reflex van een
geparalyseerden geest, die zich zelf verloochende.
Dit is ook Flaherty niet dit is een compromis
tussohen twee ongelijksoortige en onvermengbare
naturen. Het is alsof beide kunstenaars, bevangen
door eikaars aanwezigheid, tot machteloosheid
werden gedoemd. Noch Murnau's donker fatalisme
noch Flaherty's gevoeligen atmosferischen zin
komen tot uiting. Wat overblijft is het beeld
het aan zich zelf overgelaten beeld schoon,
maar niet levend door een bezielde ordening, die
het tastbaar en tot werkelijkheid maakt.
Zoo vloeit deze film aan ons voorbij in een neu
trale cvenmaat, van fotografisch weergegeven
natuurschoon om zich evenwel aan het eind te
verheffen tot een felle, grootsche bewogenheid.
Waar anders het gebeuren, het verhaaltje", de
film pleegt neer te halen daar stoot het ditmaal
de cinegrafische documentair op naar de waar
achtige ontroering. Hier voelt men plotseling de
levende, bezielde hand van den mensch aan het
mechanische apparaat hier wordt de natuur
opgenomen in de deining van een temperament.
Al het prachtige materiaal, dat actenlang werd
geëxposeerd in een bevangen neutraliteit, komt
tot leven tot doel en 'tot zin. De wonderlijke.
gesloten noblesse van Hitu, den priester. de
goddelijke argeloosheid van Heri en Matahi worden
plotseling twee polen, waartusschen alle leven, ook
in dit onberoerde paradijs, heen en weer slingert:
de passie en het noodlot. Wanneer de hand van
den priester in een wijs mededoogen het luik
boven het hoofd A*an de slapende lleri toetrekt en
het touw doorkapt, waaraan de wanhopige Matahi
zich vastgeklampt heeft, om zijn geluk en zijn
leven te heroveren, dat de snelzeilende boot ont
voert. . . . dan voelen wij plotseling het ..waarom"
van deze existenties. Dan wordt het fraaie plaatje
eensklaps met een ruk naar ons toegeschoven,
omringt ons. overstelpt ons als een realiteit
triest, levend, tastbaar als de onze.
En in het wegvluchtende beeld van den ver
drinkende, wiens arm zich in een laatste aanklacht
tegen den duisteren hemel verheft, herkennen wij
den eeuwigen, onbeslisten kamp tusschen den
nensch en het noodlot.... herkennen wij tenslotte
den kunstenaar.
Dit was Murnau's afscheid van het leven....
het schoonste, dat hij schiep !
Hollandsch sprekende film
De Sensatie der Toekomst". Roxy
Tien jaar geleden haalde men onze grootste
acteurs voor de lens en maakte nationale filmkunst
met Louis Bouwmeester, Mevr.'de Boer?van Kijk
e.t.q. Het was een listig sjreculeeren op onzen
vadcrlandschen trots en het was een heele onderneming
in die dagen te durven zeggen, dat dit soort nationale
filmkunst niet nationaal was, geen kunst en zelfs
geen film.
Xu herhaalt zich de geschiedenis en opnieuw
wordt een beroep gedaan op onze aanhankelijk
heid ten opzichte van bekende tooneelspelers. . . .
met dit verschil dan. dat de werkelijk grooten op
het appèl ontbreken. Met uitzondering van Mevr.
van Westerhoven blijft het peil der optredende-h
beneden een veilige middelmaat en men heeft
eenige moeite de geestdrift te deelen van een collega.
bij het hooren van het geliefde Xederlandsch....
althans van ilit Nederlandsen, der sprekende film.
Wien veel films ziet. valt het zwaar zijn liefde
voor het gemiddelde tooneel te bewaren. Men
wordt in ieder geval oneindig moeilijker te voldoen.
Het tooneel zelfs op de bühne, wordt licht te
nadrukkelijk, te decoratief en te gekunsteld tegen
over de subtiele intimiteit der film. Ik hoop. dat
men mij om deze bekentenis niet vermoorden zal
... .maar het is zoo. In ieder geval wordt het
tuoneelgedoe op de film even leelijk en dwaas, als
wanneer men met Shylock in zijn huiskamer zou
zitten. Voorzichtigheid is dus geboden voor de
tooneelspelei>s. die zich voor het apparaat der
geluidsfilm wagen het experiment accentueert
F. W. Murnau (aan het stuur) en Robert Flahsrty
Uit: Taboe
alleronaangenaamst de typische
toon^elhebbelijkheden. Enfin dit valt eigenlijk alles buiten het
kader dezer rubriek.
Als ik Xederlandsche geluidsfilm wil genieten
ga ik naar ..Pierement".
Concertgebouw
Meestereonverten 'III: 3lot*itz
Hosent lm l
Het is voor ons. van de jongere generatie, niet
mogelijk vergelijkerderwijs vast te stellen hoeveel
er in het klavierspel van den nu bijna 70-jarigen
Moritz Eosenthal, die een der laatste en jongste
leerlingen van Liszt is geweest, van dat van zijn
leermeester i's overgegaan. Het is zelfs nauwelijks
meer mogelijk vast te stellen hoe dit spel van
Rosenthal zelf eenige decennia geleden is geweest zoozeer
is het thans verhard in gedaver en gedonder, grillig
geworden in willekeurig aandoende virtuositeit,
en zijn waren titanendom, waarvan het den roep
heeft, ervoer men op het Meestereoncert van
Woensdagavond in het Concertgebouw slechts bij
korte, haast onverwachte morn-nten. zooals bij
het ronddraaien in een diamant opeens een ver
blindend, diep en warmgekleurd licht opflonkert.
Het spel bleef den geheelen avond iets
luidruchtigsgeweldadigs behouden, men kwam noch tot rust
noch tot bezinning en alleen met behulp van zijn
fantasie kon men zich bij deze figuur dien gewel
digen tijd van het romantisch-virtuoze klavierspel
denken, waarbij de explosieve expressie in orkanen
en onweers en cyclonen over de toetsen van het in
strument joeg en de techniek slechts diende om
er voor de ooren van het verbaasde en opgetogen
publiek een jubelende zegetocht mee te vieren.
Natuurlijk hoorde mem dien ax-ond veel van
llosenthal dat bewondering afdwong en waarin
de klauw van den leeuw" onmiskenbaar was.
Er was nog vaak een superieur klanken- en' vormen
spel te genieten, maar vergeleken bij tien jaar ge
leden, toen ik llosenthal voor het eerst hoorde en
men de sensatie onderging van op een concert van
omstreeks 1880 aanwezig te zijn, ging er weinig
meer van dit machinaal-brillante en vaak non
chalante voordragen van stukken van Handel,
JScarlatti, Mozart, Ohopin, Schumann en hem zelf
uit, dat ons spontaan deze herinnering aan een le
gendarisch geworden muziek-grootheid herinnerde.
Wij willen graag wat met onze verbeelding tegemoet
komen, maar niet geheel en al.....
Maar misschien speelt Hosenthal een volgende
keer toch weer anders, en, hopelijk, beter. Men kan
bij dit soort virtuozen óp niets staat maken, die
zelfs .én zelfde stuk, gebisseerd, de tweede maal
met een'geheel andere opvatting' voordragen dan'
wij het den eersten keer hoorden !
COXSTAXT VAX WESSEM