De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 12 december pagina 7

12 december 1931 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

12 en ai-geUnw levende natuurkinderen op het celluloid vastlegt. Hij /Jet door den klaren blik van den ervaren Flaherty, laat zich door diens bezwerende hand weerhouden in te grijpen in een .schaduwspel, dat geen andero romantiek kent, dan het dralende avondlicht rondom een boovngroep. ... geen andere dramatiek, dan het breken «U-r golven op de rotsen. Maar aan het eind wordt het hem te machtig. De placide rust en de zelfbehecrsching van zijn metgezel, die n<x>it de zijne zullen wezen, werpt hij van zich hij doet. Wat zijn natuur hem gebk-dend beveelt.... wat hij altijd gedaan heeft: hij grijpt in ! Hij kleurt den hemel en het water met de romantische felheid van zijn temperament hij verbreekt ruw de idylle van een argeloos paradijslevenen bij besluit deze stille, sereene symphonie van de ongerepte, rechtvaardige natuur met den wilden dissonant van menschelijk leed en men sehei ij ke opstandigheid. En hij toont zich in dit laatste moment den waarachtigen kunstenaar, omdat hij zich zelf toont. * * * Aldus weitf deze film een aaneenschakeling van \vondei-schoone beelden wonderschoon omdat het object als een volmaakte compositie van natmmveelde klaar lag. Maar hier botsen de ge voelens, welke van het filmbeeld een simpel, fotografisch registreeren verlangen en die, welke van haar de bewogenheid der menschelijke schep pingsdrift eisenen. Het is alles schoon en van een bijna onwezenlijke volmaaktheid: de luchten, het De hoofdpersonen uit Taboe Bioscopy door L. J. Jordaan X Murnau's afscheid ..Taboe" van >Iurnau. Eens in mijn leven heb ik Murnau ontmoet alweer ettelijke jaren geleden. Het was tijdens de voorbereiding van zijn Faust"-film en ik bewonderde de zeldzaam fraaie maquette van het sombere landschap, waarboven de Mephisto van Jannings straks zou oprijzen. Het geval was onge looflijk ingenieus in elkaar gezet: de miniatuurgebouwen van het stadje, de miniatuurboomen met gesponnen glas overtrokken, hetwelk den ochtenddauw moest imiteeren, de behoedzaam aangelegde waterdampbuizen, die den mystieken nevel zouden oproepen... . heel een wereld, ge schapen naar het welbehagen en volgens de fan tasie van een kunstenaar. De beide architecten Röhrig en Ilerlth straalden van voldoening over mijn opgetogenheid en ik keerde mij geestdriftig naar Murnau, die ons zwijgend gadesloeg. Wie schön Herr Doctor," zeide ik tot den blonden reus met het steenroode, scherpgesneden Angel-Saksersgezicht, wie schön so eine Welt zu schaffen!" Met een verren, afwezigen blik gaf de regisseur het raadselachtige antwoord: ,,Ach ja! '.Aber schoner noch, davon laufen zu können.... !" ..Davon laufén" ? vluchten?naar ee*V on bestemd ..ergens", dat hem onweerstaanbaar tokte en dat hij nimmer vond.... het Avas de sombere grondtoon, die heel dit onrustige, door innerlijken strijd verteerde leven., doortrilde. In zijn Nosferatu". de lugubere groteske zijner aanvangsperiode. ontvluchtte Murnau de nuchtere misère van het D.iibschlind deieerste na-oorlogsjaren. In ..Faust" ontvluchtte hij. Doctor in letteren en filosofie,, de platte mintaliteit der toenmalige studio's. In Der letzte Mann" ont vluchtte hij den onvernietigbaren romanticus in hem. In zijn trek naar Hollywood, de laatste plaats voor hem ge schapen, ontvluchtte hij zijn eigen zwaarmoedigheid. En in Taboe", zijn laatste werk, ontvluchtte hij ton slotte een beschaving, die hem tegenstond en waarvan het pathologische uitwas der Am^rikaansche business-studio's hem met walging vervulde. Zoo keert Murnau in 1930 heel zijn verleden den rag ta?. Met den kleinen, gosdhartigen Flaherty onlürnosmt hij een expeditie naar Bora-Bora. Het drukkende, beklem mende atelier-leven, met zijn intrigues, zijn brutalen commercieelen zin en zijn onwaarachtigheid wil hij ver geten onder den hoogen. puren hem 2! van den Stillen Oceaan. Dan luidruchtigen, zakelijken geest van zijn Am?rikaansche collega's in het gezelschap van den stillen. fijnzinnigen, schepper der Xanook"- en ..M'->ana"-film*. En ten slotte déacteurs, mst hun eerzucht, hun douielijken naijver en hun onechtheid in het contact m?t ds on^erepts menschheid der Zuidzee-eilanden. , Was dit werkelijk alles? Of loerde achter deze plausibele motieven de, eeuwige onvoldaanheid van, den m.tt zich zelf ontevreden kunstenaar. Dreef hem wellicht den met het vel'stand gevoerden strijd tegen een drang naar roman tische dramatiek, die zijn wezen-zelf WAS? '? GENERAAL AGENTEN VOOR AMATEUR-KINO-UITRUSTINQ FOTO-SCHAAP & Co, SPUI S AMSTERDAM * * * Taboe" zou op deze laatste vraap? het bevestigend antwoord kunnen zijn. Een heele film lang dwiügt deze geest, die geboren was om mmschen te vormon, nevelen en stormen op te roepen, natuurwettan óp te heffen zich tot een zuiver en stil observearen van een wereld, die buiten en zonder hem bestaat. Een heele film lang blijft hij den bescheiden toe schouwer, die wuivende palmen, kristallen lagunen t 13 water en de menschen... . maar het blijft buiten ons. Wij zien naar deze harmonische beelden e»» bewegingen met do objectieve belangstelling en waardeering van toeschouwers maar wij door leven het niet, omdat het niet doorleefd werd! Dit is Murnau niet dit is de reflex van een geparalyseerden geest, die zich zelf verloochende. Dit is ook Flaherty niet dit is een compromis tussohen twee ongelijksoortige en onvermengbare naturen. Het is alsof beide kunstenaars, bevangen door eikaars aanwezigheid, tot machteloosheid werden gedoemd. Noch Murnau's donker fatalisme noch Flaherty's gevoeligen atmosferischen zin komen tot uiting. Wat overblijft is het beeld het aan zich zelf overgelaten beeld schoon, maar niet levend door een bezielde ordening, die het tastbaar en tot werkelijkheid maakt. Zoo vloeit deze film aan ons voorbij in een neu trale cvenmaat, van fotografisch weergegeven natuurschoon om zich evenwel aan het eind te verheffen tot een felle, grootsche bewogenheid. Waar anders het gebeuren, het verhaaltje", de film pleegt neer te halen daar stoot het ditmaal de cinegrafische documentair op naar de waar achtige ontroering. Hier voelt men plotseling de levende, bezielde hand van den mensch aan het mechanische apparaat hier wordt de natuur opgenomen in de deining van een temperament. Al het prachtige materiaal, dat actenlang werd geëxposeerd in een bevangen neutraliteit, komt tot leven tot doel en 'tot zin. De wonderlijke. gesloten noblesse van Hitu, den priester. de goddelijke argeloosheid van Heri en Matahi worden plotseling twee polen, waartusschen alle leven, ook in dit onberoerde paradijs, heen en weer slingert: de passie en het noodlot. Wanneer de hand van den priester in een wijs mededoogen het luik boven het hoofd A*an de slapende lleri toetrekt en het touw doorkapt, waaraan de wanhopige Matahi zich vastgeklampt heeft, om zijn geluk en zijn leven te heroveren, dat de snelzeilende boot ont voert. . . . dan voelen wij plotseling het ..waarom" van deze existenties. Dan wordt het fraaie plaatje eensklaps met een ruk naar ons toegeschoven, omringt ons. overstelpt ons als een realiteit triest, levend, tastbaar als de onze. En in het wegvluchtende beeld van den ver drinkende, wiens arm zich in een laatste aanklacht tegen den duisteren hemel verheft, herkennen wij den eeuwigen, onbeslisten kamp tusschen den nensch en het noodlot.... herkennen wij tenslotte den kunstenaar. Dit was Murnau's afscheid van het leven.... het schoonste, dat hij schiep ! Hollandsch sprekende film De Sensatie der Toekomst". Roxy Tien jaar geleden haalde men onze grootste acteurs voor de lens en maakte nationale filmkunst met Louis Bouwmeester, Mevr.'de Boer?van Kijk e.t.q. Het was een listig sjreculeeren op onzen vadcrlandschen trots en het was een heele onderneming in die dagen te durven zeggen, dat dit soort nationale filmkunst niet nationaal was, geen kunst en zelfs geen film. Xu herhaalt zich de geschiedenis en opnieuw wordt een beroep gedaan op onze aanhankelijk heid ten opzichte van bekende tooneelspelers. . . . met dit verschil dan. dat de werkelijk grooten op het appèl ontbreken. Met uitzondering van Mevr. van Westerhoven blijft het peil der optredende-h beneden een veilige middelmaat en men heeft eenige moeite de geestdrift te deelen van een collega. bij het hooren van het geliefde Xederlandsch.... althans van ilit Nederlandsen, der sprekende film. Wien veel films ziet. valt het zwaar zijn liefde voor het gemiddelde tooneel te bewaren. Men wordt in ieder geval oneindig moeilijker te voldoen. Het tooneel zelfs op de bühne, wordt licht te nadrukkelijk, te decoratief en te gekunsteld tegen over de subtiele intimiteit der film. Ik hoop. dat men mij om deze bekentenis niet vermoorden zal ... .maar het is zoo. In ieder geval wordt het tuoneelgedoe op de film even leelijk en dwaas, als wanneer men met Shylock in zijn huiskamer zou zitten. Voorzichtigheid is dus geboden voor de tooneelspelei>s. die zich voor het apparaat der geluidsfilm wagen het experiment accentueert F. W. Murnau (aan het stuur) en Robert Flahsrty Uit: Taboe alleronaangenaamst de typische toon^elhebbelijkheden. Enfin dit valt eigenlijk alles buiten het kader dezer rubriek. Als ik Xederlandsche geluidsfilm wil genieten ga ik naar ..Pierement". Concertgebouw Meestereonverten 'III: 3lot*itz Hosent lm l Het is voor ons. van de jongere generatie, niet mogelijk vergelijkerderwijs vast te stellen hoeveel er in het klavierspel van den nu bijna 70-jarigen Moritz Eosenthal, die een der laatste en jongste leerlingen van Liszt is geweest, van dat van zijn leermeester i's overgegaan. Het is zelfs nauwelijks meer mogelijk vast te stellen hoe dit spel van Rosenthal zelf eenige decennia geleden is geweest zoozeer is het thans verhard in gedaver en gedonder, grillig geworden in willekeurig aandoende virtuositeit, en zijn waren titanendom, waarvan het den roep heeft, ervoer men op het Meestereoncert van Woensdagavond in het Concertgebouw slechts bij korte, haast onverwachte morn-nten. zooals bij het ronddraaien in een diamant opeens een ver blindend, diep en warmgekleurd licht opflonkert. Het spel bleef den geheelen avond iets luidruchtigsgeweldadigs behouden, men kwam noch tot rust noch tot bezinning en alleen met behulp van zijn fantasie kon men zich bij deze figuur dien gewel digen tijd van het romantisch-virtuoze klavierspel denken, waarbij de explosieve expressie in orkanen en onweers en cyclonen over de toetsen van het in strument joeg en de techniek slechts diende om er voor de ooren van het verbaasde en opgetogen publiek een jubelende zegetocht mee te vieren. Natuurlijk hoorde mem dien ax-ond veel van llosenthal dat bewondering afdwong en waarin de klauw van den leeuw" onmiskenbaar was. Er was nog vaak een superieur klanken- en' vormen spel te genieten, maar vergeleken bij tien jaar ge leden, toen ik llosenthal voor het eerst hoorde en men de sensatie onderging van op een concert van omstreeks 1880 aanwezig te zijn, ging er weinig meer van dit machinaal-brillante en vaak non chalante voordragen van stukken van Handel, JScarlatti, Mozart, Ohopin, Schumann en hem zelf uit, dat ons spontaan deze herinnering aan een le gendarisch geworden muziek-grootheid herinnerde. Wij willen graag wat met onze verbeelding tegemoet komen, maar niet geheel en al..... Maar misschien speelt Hosenthal een volgende keer toch weer anders, en, hopelijk, beter. Men kan bij dit soort virtuozen óp niets staat maken, die zelfs .én zelfde stuk, gebisseerd, de tweede maal met een'geheel andere opvatting' voordragen dan' wij het den eersten keer hoorden ! COXSTAXT VAX WESSEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl