De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 19 december pagina 14

19 december 1931 – pagina 14

Dit is een ingescande tekst.

l'! < w Ir:!./ Almanak 1932 24 19 December 1931 wedergeboorte verteld. Als ik voor de verleiding bezwijken en aan haar verzoek zcu voldoen, zou ze me minachten en haten om mijn karakterzwakte. En terecht. Als ik sterk blijf, zal ze me toejuichen en hoogachten. Welaan, laat ik mij dus in mijn ware gedaante toonen. Hoewel tusschën de droge en abstracte denkbeel den, welke ik mij plichtgetrouw dwong, neer te schrij ven, telkens obsedeerende vizioenen verrezen van purperen of donkerbronzen wijnen, van reebout, geu rige kastanjes en alle denkbare heerlijkheden, bleef ik, dank zij een ijzeren wilsinspanning, dien geheeleri nacht doorwerken. Dinsdagochtend telegrafeerde ik aan Bamboula: ,,Antwoord betaald. Voetnoten van schematisch samen vattend inleidend overzicht van vooncoord tot eerste paragraaf eerste Jwofdst-itk in concept gcJieel rolt ooi d Stof) Wil Ie de moeder van mijn kinderen ://«?" Een uur later kwam het antwoord. Het was laconiek en bevatte slechts n woord: ,,Xeen". Dien middag sleepte ik mij bleek en vernietigd naar E mest, waar ik mijne vrienden vond, die zeer ko?%l en gereserveerd deden, en als bij zwijgende afspraak geen woord over den afgeloopen nacht los lieten. Breuil kwam op mij to^ en fluisterde, naar mij dacht niet zonder cenig leedvermaak, dat Bamboula, als hij goed was ingelicht, zoojuist voor ombepaalden tijd naar Italiëwas vertrokken. In gezelschap van AndréBéthery. Dien avond kwam ik niet meer aan het werk. is een schat in huis' * * * Vele jaren waren na deze droevige gebeurtenissen verloopen, en ik had reeds lang een gevestigde praktijk in Holland, toen ik, bij de leestafel van American, Xinette ontmoette. Nu was Ninette een van die twijfelachtige figuren, waarvan het bestaan voornamelijk gerecht vaardigd wordt door den ophef, dien zijzelf erover maken. Binnen enkele minuten was ik dan ook al ingelicht over haar wederwaardig heden in de lange, lange jaren dat we elkander uit het oog hadden verloren. We waren beiden wat grijs geworden. Sinds onzen schooltijd had ik haar zoo goed als nooit meer ontmoet. Wel had zij nog enkele weken, op doorreis, in het Fransche provinciestadje doorgebracht, waar ik eens.de overbodige illusie koesterde een wijsgeerig proefschrift te zullen schrijven, en tijdens haar verblijf was ze uitteniardin aan raking gekomen met mijn toenmalige vrienden en kennissen. Nu zat ik ietwat bedeesd naast haar overdadige bonten uitrusting. ,,Herinner jij je nog een zeker meisje Bamboula?" vroeg ik wee moedig. En ik deed het kort relaas van mijn hierboven beschreven tribulatiën. Ja zeker", zei Ninette, ,,dat. verhaal kende ik, ze heeft het me zelf gedaan toen ik haar veel later, ze was toen, laat eens kijken, met een Argentijnsch diplomaat getrouwd, nog eens in Trouvillc'te'ruggezien heb." ..Begrijp jij, Ninettc", vorschte ik droefgeestig ?^?inzond, ,,hoe de deugd zóó slecht beloond werd, en hoe zij zóó hard en boos met me kon breken, juist tojn ik trouwhartig door een held haftige vastberadenheid'haar voor mij trachtte- te winnen?" Ninette was te welopgevoed om in het openbaar hoorbaar te lachen, maar ze grijnsde zachtmoedig. Natuurlijk bc-grijp ik dat, jongen," zei ze mot ?meegevoel., Ze heeft me die geschiedenis zelf in Trouville in kleuren en geuren uitgelegd. Pierre Breuil had haar, dien avond van dat souper, verteld dat jij niet wilde komen, want dat je een werkzaam leven wilde beginnen om met haar een gezin te stichten. Bamboula zei, dat ze nverkomelijke bezwaren tegen het gezinsleven had, en niet minder tegen jou als. werkzaam-man.. Ze gaf te verstaan, dat ze je in het algemeen nogal suf, en alleen aardig vond bij min of meer vroolijke samenkomsten. Ze zei, dat je zeker zou komen als tij je liet roepen. De anderen zeiden allemaal ?, dat het haar niet zou lukken, dat ze je slecht kende als ze dat dacht, en dat jij veel karaktervaster en onverzettelijker was dan zij wist. Bambonla haalde haar schouders op en beweerde, dat ze niets zoo saai in een man vond als: karaktervastheid." Maar Ninette", riep ik zichtbaar verbleekend, ik had juist den indruk dat wat ze in mij afkeurde mijn aangeboren loszinnigheid was!" Dan heb je je vergist. Toen ze allemaal volhielden dat je eigenlijk vasthoudend van aard was en niet komen zou, lachte ze hen uit, en verklaarde dat jij gelukkig een vod was, dat je bovendien gek op haar was en onmiddellijk zou komen tds zij het vroeg: tegen de combinatie van een fijn souper en haar gezelschap was zelfs geen heilige bestand. Toen nu Breuil onverrichter zake van je terugkwam, begonnen ze haar te plagen en ze werd boos. Ze had je stoel naast zich opgengelaten, had niemand anders daarop willen hebben, en begon nu een belachelijk figuur te slaan. Ze zei, dat ze elk bedrag wilde verwedden, dat zij je naar het souper zou krijgen. Daar ging natuurlijk niemand op in, behalve die ellendige Peyrot. Die was aangeschoten, en omdat hij erg op zwart zaad zat, was hij vreeselij k benauwd over dat dure souper. dat. hij in een .onbewaakt oogenblik had aangeboden. Hij speelde dus va-banque en wedde met haar: als je niet kwam zou zij het souper betalen, en als je wel kwam zou hij het doen en bovendien den volgen den a vond nog een tweede souper geven. Toen liet ze een kellner van Kniest ren telegram wegbrengen, en ook dat heeft niets gegeven. Nooit heett een voortreffelijke maaltijd haar zoo slecht gesmaakt. Dat nacht je heeft haar twaalfhonderd goudfrancs gekost." Ninette verzonk in gemijmer; na een oogenblik besloot ze: Maar dat geld was niet de hoofdzaak. En zelfs niet eens het figuur dat ze sioeg. Ze was misschien nog het meest furieus, dat jij je verbeeldde, met een huichelachtige houding een beter indruk te maken dan in den eenigen toestand, waarin ze je niet onuitstaanbaar vond: het goede der aarde genietend!" Ik begon zwijgend op mijn nagels te bijten.... Almanak 1932 25 19 December 1931 J. van Herwijnen Raoul Hynckes Eetwaren, koken en schilderkunst door A. Plasschaert IET is niet zoo erg moeilijk over de koo'.vkunst en owr schilders te schrijven. En dat komt bij mij niet daaruit voort, dat er zoo veel schilderijen met eetwaren zijn tezi.rn.Er zijn er inderdaad vele, maar het komt bij mij daaruit voort, dat ik menig schilder van een goedbereid maal langzaam heb zien genieten. En deze malen waren ni^t wiskundig of chemisch gecontroleerd noch uit een kookboek geleerd en overgenomen zonder meer. Er was i.'ts geno?ge1ijks bijgekomen, e.>n zeker aarzelend tasten, dat ge ook dikwijls overwonnen weet in de londschapsschilderingen uit de Haagsche Schooi. En nu't zonder reden denk ik bij het koken aan la'ndschapsehiKlvrs. Vroeger.kwamen -zij toch terecht in god-weet welke'e:^i;:aamhed'in, of zij lagen met c\>n schip ergens waar vele dingen afwezig v/aren, en ni--t altijd hadden zij een vrouw of een .vriendin zelfs, zooals dit tege:r.vo >rdi;; gemakke lijker geschiedt,aan boord. Maar er Ixstorul sUvcl--. va;: ;iatuiv tusschen de nie'ïgers. van olieverf en tn>sclie:i de eetwaren r.\;i natuurlijke verhouding. Hoeveelheden kleur tesamenbrengcn is in schilderkunst alles wat het handwerk aangaat en wat het oog heeft te doen; hoeveel heden sam^n brengen is ook bij het maken van een maaltijd alles en ze juist verwarmen en ze met de tong goedkeuren of verwerpen. En niet alleen voor de eetwaren zijn een goed getal schilders goede keur meesters ; zij zijn, in Vlaanderen begint het al., uitstekende kenners van den wijn en, ruig ter tale soms, verfijnde genieters van een voor anderen onkenbaar verschil in bouquet. Ik geloof, dat een goed schilder een ,,lekker-eter" is, en ik ben duvelsch skeptisch tegenover een die dat niet is, zooals ik dat ook ben tegenover aesthetici, die een maal tijd verorberen zooals een varken zijn eten eet, en in tegenstelling met dat varken, ons niet verzaden met goed spek of met het ham, die het varken ons nalaat, eenmaal geslacht. Ik heb zelfs een wezentlijke ervaring van zulk een aesthetikus en ik ken geen dorder stijlof dorder voordracht, wanneer deze uitlegger- te keer gaat over de ,,schoonheid" van een werk ! Maar wij zouden het over de schilder kunst-hebben, en over de voorstelling van eetwaren en maaltijden. En wanneer wij onnoozel-methodisch (misschien is methodisch altijd wat onnoozel, want altijd te beperkt) beginnen; dan zouden wij niet zonder bepaalde waarheid kunnen neerschrijven, dat er schilders zijn, die beter koken, dan zij <>f.it zullen schilderen: dat er zelfs zoo geheeten schilders zijn, die niets van schilderen ooit zullen kennen en toch niet onaangenaam koken; dat er schilders zijn, die aardig kunnen schilderen en aardig kunnen koken : dat er zelfs voortreflijke schilders zijn. wier oordeel over een gorecht met respect moet worden aan gehoord. Stivng-geloovige schilders, ook dat is een waarneming van me, kunnen in het algemeen niet wel koken; hun afkeer van het tijdelijke is te groot en hun zicht te somber; hun tong-gevoel te streng sinds eeuwen reeds beperkt, en mochten /ij toch in die richting onverwachts nv'igingén hebben, dan straffen zij die neigingen door .onthouding. Yeivcht, want er zijn gevaren in het gojcletvn.' .die wij hij hen niet r.v.>i:en onderschatten. En div hebben . zij, het spijt me, wanneer ik oV geschiedend der schilderkunst doorloop zooals 'et1!1, cenigszins' gekende contrei c'oorloopen wordt,'toch van tijd', tot tijd geloopen, de gevaren, want in onze gulden eeuw zijn er wel eenige e?tpartijen geschilderd en eenige stillevens van eetwaren; we hebben dus dramatische voorstellingen, waar han delingen van menschen zijn en de stillevens, waarde vogelde vrucht, het,ei, de visch stil liggen en eenzaam zich vertoonen. Het is Holland. met zijn stil licht in.de kamers en met zijn innigheid jegens de voorwerpen daarin, die 'ontstaat door een gedurig verkeer, eigen het stilleven dikwijls te schilderen. In haast elke periode ontstaat een bizondér groot getal stillevens. Deze zijn van allerlei geaardheid; hun voordracht gaat met de schilderkunst van de periode van zelven mee. Hardnekkig of liever onuitroeibaar zijn .en onbedwingbaar, bepaalde wijzen van arrangeeren", zóó dat ge, wanneer gij ze tot bepaalde eeuwen woüdt beperken, ge, tegen uw verwachting, ontdekt, dat zulk arrangement ook b.v. in onzen tijd weer werd geschilderd. Ik bedoel b.v. met zulk arrangement, dat het stilleven van eetwaren is een uitstalling naast malkaar, meer dan n rij of gelid zelfs, van allerlei eetbare voorwerpen; dat ge met moeite haast de kleur- l verbintenissen er in ontdekt, die het evenwicht maken in het sohil- f derij of verwonderd zijt dat de schilder zooveel verscheidenheid zóó v

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl