Historisch Archief 1877-1940
Almanak 1932
26
19 December 1931
l;.J*
argeloos in ren toon ving en deed klinken. Soms wordt zoo een stilleven
groot en uiterlijk, zonder veel verfijning, en iedereen kent dan
wat ik bedoel (het stilleven van Monnickendam) soms wordt het
stilleven vloeiend van vorm, van kleur en geheel en niet iedereen
weet, waarop ik doel (maar is dat noodig?) Het stilleven, om verder
dit betoog te vervolgen, het stilleven van eetwaren kan geschilderd
zijn forsch en stil, zooals de zeventiende eeuwers dat soms deden;
nuchter en sterk van voordracht, zooals nog vroegeren dat niet na
lieten, alsof zij voorwerp na voorwerp, kers na kers, citroen na citroen
al schilderend nog eens telden. Dat tellen verwekt een gevoel van
naïveteit; er is een kinderlijke toewijding in tegenover het getal, die
zeldzaam en zeldzamer, is geworden in onze eeuw. Het stilleven kan
zoowel romantisch als realistisch gegeven worden. Bij voorkeur is
het realistisch; de meeste schilders ervan, al tellen zij niet meer,
zij werden toch aangedaan door de verscheidenheid der stoffen en der
kleuren. Er zijn in zulke dingen voorwerpen, die hardnekkig
weerkeeren. Niet iedere schilder is een vinder, en bepaalde dingen worden
als een bewijs van kennen en van kunnen. Wij allen kennen
den zilveren kan, het rijnwijnglas en de citroen met neerhangende
schil; wij kennen de oesters, de groenten (kooien) en als verlevendiging
de kat op zoek. Wij zouden zulke realistische stillevens, dus ook van
eetwaren, kunnen qualificeeren als een afleggen van een examen
waarop een diploma kan volgen. Maar het realistisch stilleven kan
tot iets eindeloos-diepers reiken; het stilleven van Vermeer, op de
schoonste wijze aardsch, bezit een innigheid, die niet werd overtroffen,
evenals het zeldzaam is een stilleven te vinden, dat zoo beheerscht is
en toch zoo sober rijk als dat van Ghardin. Maar, en dat kan niemand
verwonderen; alle neigingen en daden van den geest vindt ge ook in
het eet warenstilleven. Wij zoeken nog steeds naar hem in onze
schilderkunst, die de visschestillevens van Abraham van Beyeren
overtreft, zoozeer zijn daar de visschen innerlijk verbonden met het
element. Een andere eetwaar is het dagelijksche brood, ook daar
kunnen wij Vermeer prijzen, en Permeke. Bij Vermeer is het brood
deel van de kleureschoonheid; bij Perrneke is het brood symbool
van den arbeid, van de belooning daarvoor, van de rust na
den arbeid, zooals bij Vincent de stillevens eens die voorwerpen
bevatten, die het zwoegen doen volhouden. Er zijn zelfs-bepaalde
eetwaren typisch en kenmerkend voor een bepaalde periode in onze
schilderkunst. In de Haagsche School is de aardappel een veel
Permeke
voorkomend object en is het bakken van pannekoekcn een bezigheid
in menig interieur en niet alleen bij Israëls en niet alleen bij Neuhuvs.
Bij Israëls zijn we tegelijk gekomen inde romantische uiting, waar ieder
deel van het schilderij een minder of meer belangrijk deel is van het Al.
Er is daar een zekere breedheid steeds te erkennen; er wordt meer
op innerlijke gelijkheid dan op de verscheidenheid der stoffen immer*
gelet? En behoef ik in dit artikel nog te zeggen, dat er
eetwarenstillevens zijn, geschikt door hun schildering, voor de beste burger
kamers, zooals er andere stillevens zijn, die (Manet) immer een verschr
verrukking behouden voor den kenner; dat er tragische en
oolijktstillevens zijn; koddig of wreed bezielde (Ensor) en grootsche (Millet).
Ge vindt hier, zooals bij ieder onderwerp, voor iedereen wat hij
het liefst vindt....
*
* *
Toon Kelder
Maar er is nog iets anders dan het stilleven der eetwaren -- er is
wat de eetwaren aangaat, het schilderij lan den maaltijd of van de tafel
na den maaltijd, waar levendiger, want door den mensch voor zijn
genieting gehanteerd, de voorwerpen en eetwaren bleven prijken dan
als zij voor den maaltijd waren, waar de rangschikking keuriger is,
maar het leven niet altijd openbaar ! Waarom worden deze dingen
tegenwoordig te weinig geschilderd, vooral in Holland? Zijn wij te
bedeesd over die genietingen binnenskamers geworden, meestal teer
a-ls kleur voor den schilder geworden door't laat licht of door het licht
van den avond? Werkt deze bedeesdheid ook in op den schilder, die ook
een mensch van zijn tijd is? Vonden wij,alsdemokraten,eentierigen ?
maaltijd onbehoorlijk tegenover hen, die dit eveneens niet konden
genieten; vonden wij, als aristokraten, het zoozeer een zaak van ons
zelven, dat wij den schilder daarvan als weergever van zelve uitsloten ?
Vroeger was dat niet; wij kennen den gothischen maaltijd, het weidsche
maal der Renaissance en nog latere eetpart ij en, maar waar zijn de
onze ? Gefotographeerd bestaan zij wel, maar zulke photo's zijn maar
pogingen om schilderkunstige elementen als zich eigen te verklaren.
Kunnen wij een maaltijd niet meer schilderen, omdat wij, in Holland,
eigentlijk een groep van menschen niet goed meer baas zijn? Moeten
wij hier een onmacht bekennen, waar vroeger een macht in ons was?
Is de eenige maaltijd eigentlijk niet de steeds wat traditioneele; het
laatste Avondmaal ? Zijn wij als schilders van groepen niet ten achteren
geraakt bij al qnze buren en waarom hebben onze buiten-schilders,
luministen (als Isaac Israëls) en pointillisten nooit of te zelden het
streelend eten buiten in zontij of duisterend weer gekozen ? Er -was
toch plaats na Vincent voor nieuweren en na de tragische eters van
hem konden toch de gewonere eters ook tot een schoon schilderij ge
voerd hebben met zelfs typeeringen te over zonder in banaalheid en
losse grappen te vervallen? Is de periode van de etendegroep" niet
meer mogelijk na die der boeren van de Haagsche School? Zijn we
te aftandsch in 't algemeen; zijn de uitzonderingen niqt te klein
in aantal? Is eten tesaam en aangenaam eten verwerpelijk, gestolen
vreugd' Verarmde een poovëre vrees onze schilderkunst?
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
UITKNIPPEN EN VERSTUREN IN BRIEFOMSLAG ALS DRUKWERK MET U CT.
Aan de Administratie van De Groene Amsterdammer" Keizersgracht 355 Amsterdam C.
Giro 72880. Gemeente Amsterdam G. 1000. Telefoon 37964.
Ondergeteekende wenscht zich voor het jaar 1932 op De Groene Amsterdammer" te
abonneeren en het Kerstnummer 1931 gratis te ontvangen.
Abonnementsprijs TIEN GULDEN per jaar,
Naam:
Woonplaats: