De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 19 december pagina 3

19 december 1931 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

l Verli es en Winst door Dr. C. P. Gunning OP den gevel van een der gebouwen van de bekende Heidringgestichten te Zetten zijn aangebracht de letters U. l'.W. De verwonderde voorbijganger, die vraagt wat deze letters beteekenen, zou ten antwoord ontvangen: UU Verlies Winst. Uit Verlies Winst is het een ,,versleten waarheid", die nog uit een ver verleden tot ons komt? een ijdele zinsbegoocheling, vroeger geschikt om afgezwoegde tobbers ,,zoet te houden" en te paaien met de hoop op een beter hiernamaals? een holle frase, niet meer aanvaard en ook onbruikbaar voor de kinderen van dezen tijd", die immers van zich durven te getuigen: Wij hebben u, wil te geniete en wij hebben u, verstand: wij trokken niet enkel nieten', wij houden in onzen hand den nen vogel: hem geven wij niet voor tien in de lucht.... Wij zette' onze tande' in de vrucht, de sappige vrucht van liet leven. Of bevatten die woorden Uit Verlies Winst" toch eigenlijk de diepste levensrealiteit, wijzen zij ons op het ne noodige en ook het ne mogelijke, openbaren zij ons het levensgeheim van duizenden, die door duisternis tot licht gekomen zijn? En spreken zij daarom gelukkig duidelijker dan ooit tot ons nu de Kerstdagen weer naderen en de boodschap van Vrede op Aarde", ondanks alles wat ons in deze duistere tij den doet huiveren en angstig de toekomst in doet zien, weer wordt gehoord? * * * Kerstdag zeker, zij zegt ieder onzer wat anders. Dat geldt reeds in kiemen kring, het geldt zeker voor den grooten kring van lezers van dit weekblad. En dat verschillende, dat eigene, dat voor velen juist het kostbaarste van het leven uitmaakt, wij eerbiedigen dat in en voor elkaar. TT'niddels loopt om den kring van het afzonderlijke toch ook heen de cirkel van het gemeenschappelijke. En wij zullen tot de 'kern slechts kunnen doordringen als wij van buiten af beginnen. Zoo is er alle reden ons ook op dat gemeenschappelijke te bezinnen. Niet wat de menschen scheidt, maar wat hen verbindt en vereenigt vraagt allereerst onze aandacht, vooral in den tijd dien wij meemaken. Dat die tijden donker zijn wij behoeven het elkander waarlijk niet te herinneren. Het zal velen moeilijk genoeg vallen op den feestdag het A merry Christmas", Vroolijk Kerstfeest", uit te spreken. En als dan straks de Winst- en Verlies-rekening wordt opgemaakt! Zouden wij maar niet liever alle feestvieren afzeggen als zijnde uit den tijd" ? Immers, het eenige wat ons thans verbindt, waarin wij ons n kunnen voelen, dat is de loodeii last van de malaise, van de crisis, van het geleden verlies. En het Kerstfeest zouden de Kerstklokken heusch nog een blijden weerklank in onze harten kunnen wekken?.... Ons allen bedreigt het groote gevaar dat wij niet meer blijde kunnen zijn, dat wij neergedrukt worden, en dat zoodoende onze.?veerkracht, onze geestelijke spankracht gebroken wordt. Nu, juist nu, moeten wij blijde opgaan naar het hooge feest". Wij bedoelen hier waarlijk niet de ongeremde jolijt van het laat ons eten en drinken en vroolijk zijn". Daarmede blijft onafscheidelijk verbonden het: want morgen sterven wij". De echte blijdschap is van gansch anderen oorsprong; het-is de innerlijke vreugde, waarvan Beets zong: Weest vroolijk?-vroolijkheid is kracht Is kracht tot arbeid, kracht tot deugd Daar werd niets goeds tot stand gebracht Dan bij een innerlijke vreugd. Kracht tot arbeid, tot opbouw, kracht tot deugd, tot vernieuwing,. wie onzer snakt er niet naar? Innerlijke vreugd zonder welke niets goeds tot stand werd gebracht"? Ziet, het Kerstfeest leert ons?als ik het eens zoo uitdrukken mag om alles in de juiste verhoudingen te zien. En daarop waren wij de kijk toch wel leelijk kwijt geraakt. Wat groot scheen blijkt nu klein, ,wat klein en veracht was toont zich groot en verheven; het onaanzienlijke rijst op tot luister, de schitterende fonkeling verdooft; wat verworpen werd wordt het voorwerp van ons hoogste begeeren, wat wij koortsachtig nastreefden blijkt voos en vergankelijk; winst is verlies en verlies is winst! Dat is de les van Bethlehem's kribbe. Dit zal de zegen van het Kerstfeest zijn, ook dit jaar. Als straks de Geest van Christmas-Present" ons rondleidt zullen wij zien hoe, evenals in de dagen van Dickens (toen de tijden ook moeilijk en somber waren) door zijn invloed alles op dien avond heeft a happy end". The Spirit stood beside sick beds, andthey werecheerful, on foreign lands, and they were close at home; by struggling men, and they were patiënt in their greater hope; by poverty, and i t was rich. In almshouse, hospital, and jail, in misery's every refuge, where vain man in his little brief authority had not made fast the door, and barred the Spirit out, hèleft his blessing, and taught Scrooge his precepts." Uit Verlies Winst.... speuren wij inderdaad niet reeds de waarheid van deze woorden? Nood leert bidden, zegt het spreekwoord. Men kan waarnemen hoe de nood der tijden ook meebrengt grooter ernst, bereidheid tot offeren; er komt inkeer en aanpak. Zorgen leert nadenken vermeerdering van zorgen beteekent vermeerdering van zegen. Een nationaal comitéwerd gevormd, samenwerking blijkt op ruimer schaal mogelijk, een geconcentreerde aanval op den draak der werkeloosheid wordt voorbereid, waar oude bronnen van welvaart verstopt zijn zoekt men ijverig naar nieuwe, handen worden uitgestoken om te geven, te helpen.... O zeker, er blijft veel om over te klagen, te tobben, om te bccritiseeren ! Maar meer is er toch gelukkig als wij maar willen zien om dankbaar voor te zijn, om hoopvol vooruit te zien, om goeden moed te houden. The past is past to-morrow is in the air Who gives to day the best that in kim lies W UI /ind the road that leads to clearer skies. Uit Verlies Winst; dat woord heeft bovenal persoonlijke beteekenis; en als zoodanig op het Kerstfeest voor ons dubbele waarde. Want ook wij waren trotsch op wat we wisten, w'at we vermochten we maten de wereld met hoogmoedigen blik.... al wat we zonnen, al wat we zochten .was verheffing van het eigen ik. Maar steeds duidelijker vernamen wij het: Macht kan het rijk, macht kan het rijk niet bouwen, geen stelsel kan 't. Hier geldt groot noch klein. Liefde, geduld en onwrikbaar vertromven moeten daarvan de steenen zijn. Door al het verlies dat wij leden, leerden wij toch ook deze steenen aandragen. Grooter winst is niet denkbaar. Wij willen weer stijgen, en vinden een steun voor onzen voet. Wij willen weer zingen en vinden een melodie voor ons lied. En wij kunnen danken dat wij leven juist in deze tijden, dat wij mogen beleven het gloren van den nieuwen dageraad, dat wij mee het getij der menschheid (mogen) dwingen om opwaarts te stroomen". Zóó kunnen, zoo mogen wij elkander uit den grond van ons hart toewenschen een Vroolijk Kerstfeest"! «Want wij gevoelen hoe wij zijn kinderen van het geslacht: dat weer leerde kennen een kracht, die werkt in ons zelven die werkt door alle eeuwen?we weten voor haar geen naam, maar wij zien haar licht dringen door onze gewelven en als we in dat licht naar de komende dagen delven, dan zijn w' een gemeenschap, dan gaan wij als makkers te saam nu niet meer kinderen van dezen tijd, maar kinderen Gods. Teekening door C. A. Willink

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl