De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 26 december pagina 4

26 december 1931 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

8 De Groene Amsterdammer van 26 December 1931 No. 2B47 No. 2847 De Groene Amsterdammer van 26 December 1931 J. D. STRUIJS & Zn. Tel. 37906 -Amsterdam - Prinsengr. 837 Begrafenissen (naar verkiezing mei- auto's en rijtuigen) Crematie en Transporten van uit alle plaatsen N* V. Meubelmagazijn Eden0 MOLSTEEG - AMSTERDAM BOEKENKASTEN NORDDEUTSCHER-LLOYD BREMEN. LLOYD-EXPRESS NAAR NOORD-AM ER l KA Snelste dienst der wereld met de snelvarende Mailschepen BREMEN" - EUROPA" - COLUMBUS" Over och! SOUTHAMPTON/CHERBOUBG-NEW-YORK tn 5 dagen Verdere inlichtingen en brochures verstrekken de HOOFDAGENTEN N.v.WM H. MULLER & Co., PASSAGE- EN REISBUREAU. AMSTERDAM. OAMRAK 90 - TELEFOON 47008. V'! QJASPSBOMVB: KERKSTRAAT 55 AM5TB=*DAM BEGRAFENISVEREENIGING N. SAX J r. AMSTERDAM Z (Hoofdkantoor) P. C. H ooft «t raat 38 Tal. 2O341 2425O BUSSUM (Bijkantoor v/h Qool) Brinklaan 138 Telefoon 2275 BEGRAFENISSEN - CREMATIE - TRANSPORTEN HOTEL - CAFÉ- RESTAURANT HET GOUDEN HOOFD REMBRANDTPLEIN AMSTERDAM Modern Comfort-Lift-Stroomend water enz. Logies met ontbijt f 3.50 per persoon AMSTERDAM - DEN HAAG l - ROTTERDAM Indisch Restaurant en Lunchroom J. VAN GEEMERT Laan van Meedervoort 12 - DEN HAAG -Tel. 12869 r ^ l Voornaamste Kleedinqinrichlinr op elk gebied H u we l ij k s geluk . Bij al de pessimistische en optimistische be schouwingen over het artikel van Dr. Van der Velde wilde ik gaarne nog eenige opmerkingen voegen. Over het algemeen maakt het op mij den indruk, dat de meeste vrouwen toch huiverig zijn, ?om voluit te erkennen, dat juist het erotische element in een huwelijk zoo heel bijzonder belang rijk is. De een vindt dat een huisvrouw allerlei deugden moet hebben, tactvol met personeel en kinderen om moet kunnen gaan, haar man vrien delijk moet aankijken, zonder even den nadruk te leggen op juist dien kant van een huisvrouw, die ook en, ik zou bijna zeggen, vooral moet ont wikkeld worden, de facet van den steen, die huwe lijksgeluk heet, den erotischen kant. Een huisvrouw moet ook op een gegeven oogenblik, als alles daartoe leidt, bij tooverslag kunnen veranderen in de minnares. En dit moet niet alleen mogelijk zijn vóór de tinnen bruiloft, maar zelfs, als de ?echtgenooten beiden overigens nog gezond en niet te oud zijn, nog met en na de zilveren bruiloft. Een vrouw zit nog te veel vast aan het overgeërfde begrip, dat verliefdheid iets is, dat na eenige jaren uitgestorven is. Verliefd, dat is een man na ?eenige jaren en eenige kinderen niet meer', maar als je niet oppast, dan wordt hij dat zoo na de veertig op een of ander meisje of jonge vrouw. Als de vrouwen toch eens allen konden begrijpen dat, als ze werkelijk begonnen met uit liefde te trouwen, en ze deden hun uiterste best, niet alleen op warme schoteltjes, maar óók op kussen en 't cultiveeren van de kunst van het liefhebben", ze in ongeveer alle gevallen hun echtgenooten aan zich gebonden konden houden, dan zou er in heel veel gevallen toch al veel gewonnen zijn. Waarom vindt een vrouw het wel hevig interessant om een nieuwe mode te zien en te dragen; waarom vindt ze het zoo heel dikwijls niet de moeite waard om haar eigen, persoonlijke wijze van liefhebben in sexueelen zin te vermoeien en te vernieuwen, waarom begint dan ineens iets in haar te steigeren, dat met het in vele opzichten zeer onaangename begrip: hoogstaande vrouw" in verband staat? .Heusch, een vrouw is meestal niet absoluut ijs koud en een man juist het tegenovergestelde, maar in de vrouw huist nog de angst, en de afkeer van het sexueele, onbewust meestal, stammende uit de tijden, die nog niet zoo ver achter ons liggen, dat zij eenvoudig genomen" werd. Waardoor zij den man abnormaal zag in sexueel opzicht. Pas, «n dat is mijn bescheiden meening, als de vrouw in zooverre vry is, dat zij óók vrij geworden is van haar duistere atavistische angsten, kan zij anders komen te staan tegenover haar rol in het huwelijk. Dan zal zij niet meer de lijdzaam ondergaande, misschien koude, misschien innerlijk opstandige zijn in de sexueele verhouding, maar n van de begenadigde partners in het liefdes-compagnon schap. Het is heel prettig en ook heel dienstig voor een man, om een vrouw te hebben, die een goede huisvrouw is, die tact heeft en die de kin deren opvoedt of liever een goed voorbeeld geeft, maar wat een man ook noodig heeft» (als ik 't goed zie, bovenal noodig heeft) dat is een geliefde, ?echt en werkelijk en toegewijd. Niet voor een jaar ?of een paar jaar, maar voor zgn leven. Geen flauwe ?verliefdheid met jalouzie en tranen, maar de kunst van liefhebben in zijn opperste en schoonste verfijning, omdat door die kunst ook juist de ziel stijgt tot hoogten en daalt in diepten, waar zij zich Anders nooit zou kunnen begeven, om de andere ziel te ontmoeten, die zy zoo misschien nooit pre cies leert kennen, maar die zij kan leeren aanvoelen in haar subtielste gevoelens. En naar myn innige overtuiging is het juist dit, wat dan weer den kinderen uit zulk een verhouding ter goede komt, ?al moet men angstvallig ervoor waken, dat zij met de uitingen ervan niet direct in aanraking komen. Ten slotte is dit een persoonlijke opvatting en uit den aard der zaak uiterst oppervlakkig, want geen.mensch is gelijk of reageert gelijk. H. v. S. > Maar mijnheer de interviewer ! als wij dan toch «en dergelijke vraag willen behandelen met het oog op een gelukkig huwelijk, zouden wjj die vraag ?dan niet eenigszins anders stellen? bijv. moet of wil de vrouw nu altijd-door de.... bazin spelen over haar man? Is dit niet gezien de vtla privé-i echten, die in vele gevallen de moderne vrouw thans voor zich opeischt een veel actueeler vraagstuk? ! Heeft het woord rechten" niet heel vaak zoo'n groote plaats ingenomen op het terrein van het huwelijksleven, op het terrein van de vrouw dat het woord plichten" leelijk in de knoei komt? Wilt U een klein voorbeeld ? Onlangs bezocht mij een dame, die er de gansche duur van haar bezoek niet over uitgepraat kon komen, dat ik 'mijn werkkamertje in de nok van het huis had, vier trappen hoog ! Ik," zei de dame, zou de huiskamer voor mij zelf nemen." En deze dame weet niet dat ik op mijn zolder kamertje zoo heel erg gelukkig ben. Het is maar hoe men het ziet! En deze dame weet ook niet, of verdiept zich daar gemakshalve niet in dat wanneer ik voor mij zelf de huiskamer neem", ik die huiskamer ont neem aan ons gezin. Nemen" is in het leven, en in het huwelijk, heel vaak ,,ontnemen." En degene die de vraag opwerpt: wie moet nu eigenlijk de baas zijn in het huwelijk, die zet een schrap door het ??geluk. In het gelukkige huwelijk bestaat het woord baas" niet, evenmin het woord .,ta?in." En degene die gelukkig getrouwd is, heeft zich bij de aanvang van zijn (of haar!) huwelijk niet de vraag gesteld: wat krijg ik er nu bij, welke voorrechten krijg ik? Maar die heeft zich deze vraag gesteld (en die heeft dat ook voor die tijd gedaan 1): wat kan ik missen voor den (de) andere?, wat wil ik af staan? wat kan ik geven? waar wil ik afstand van doen, voor den (de) andere? Kan ik mijzelf, óf kan ik althans zoo'n groot deel van mij zelf wegschenken aan hem haar? Heb ik zoo lief? Als wij ons deze vragen stelden, hebben wij getoond inzicht te hebben op ons... arglistig hart, op onze zelfzucht. En ons huwelijk heeft een goede kans om te slagen. Maar een goed huwelijk moet ook nooit op een sexueele verhouding gebaseerd zijn. De sexueele basis is een wrakke basis. Dit huwelijk is ten doode opgeschreven. De sexueele verhouding mag niet de hoofdzaak in het huwelijk MJn, vooral niet wanneer het deel daarvan is het genot en niet het verwekken van e^n kind. . Er zijn diepere, grootere en sterkere levenswaarden, dan alleen de lichamelijke omgang. En voor degenen die alleen maar aandacht hebben voor het sexueele, de geslachtsdrift in het huwelijk, staat het er met die diepere rijkere waarden penibel bij. Daarom moeten de mannen en vrouwen met zichzelf en met elkaar door openhartige gesprekken totklaaiheid komen hierover, vóór zy huwen. Die het makkelijk wil hebben, moet niet gaan trouwen. Maar ik ken menschen die het moeilijk hebben in hun huwelijk en toch zoo innig gelukkig zyn. De hoogste heerlijkheid van de Liefde is het Kruis." Ja?deze gedachte is zoo oud-als-de-wereld. En wij" hebben om dat oude gelachen! Wij" wilden liefde zonder kruis", wij" wilden het offer niet meer aanvaarden voor den (de) andere, en wjj verloren wg verliezen heel vaak n kruis, n liefde. ALIE VAN WIJHE?SMEDING. Maurice Rostand heeft eens ergens geschreven: Le Manage simplifie la vie maïs complique la Journée," In die twee contrasten nu in dat simplifier" en compliquer" en La Vie" en La Joürnée" zit de groote moeilijkheid van het huwelijk. Man en vrouw neigen tot het huwelijk omdat het in velerlei opzichten beider leven" vereenvoudigt» maar ze botsen helaas zoo dikwijls in het dagelijks contact tegen elkaar op, omdat'het hun dagen"' moeilijker maakt. Ik geloof dat, wil men een huwelijk op.goede basis bégonnnen, zoowel psychisch als^phyaisch. ?rook goed houden, men juist niet eiken dag saimn moet zijn en dat men dan alleen frisch en aan trekkelijk voor elkaar blijven kan, als men van tijd tot tijd eens niet op elkaar aangewezen bahoaft te zijn. In elk huwelijk zou dan zoo'n vrijwillige en vooral niet te lange scheiding bij onderling gosdvinden geregeld moeten worden. Hoe verder de verhouding der beide partijen in het huwelijk geregeld moet zijn wat betreft leiding of volkomen gelijkwaardige samenwerking, dat is nooit en door niemand uit te miken. Want elk huwelijk stelt zijn eigen eischen en wat in de eene verhouding tot een volkomen . harmonische oplossing leidt, kan in een andere. tot een even zoo volkomen mislukking voeren.: Eén ding echter geldt voor elk huwelijk: Tracht elkaar te begrijpen en laadt bij eventueele moeilijkheden niet alle schuld op dem) ander t En denk aan het oude wijze bijbelwoord van den balk en den splinter t H. VAN RAAKTE?SIMONS Muziek door Constant van Wessem Uitwisseling-concert Oostenrijk-Rolland Het muziekleven zoekt op alle mogelijke ma nieren uit de huidige impasse te komen. Hoewel de stroom der concerten nog altijd vloeit is het muziekleven van heden ten dage toch alles behalve bloeiend". Het solisten-concert voert nog altijd de boventoon, de prestatie geldt, niet de muziek, die over het algemeen aan het oude repertoire vast houdt. De jonge muziek in de verschillende landen blijft op zichzelf staan en zonder genoeg zame middelen om zich ook aan het publiek te doen kennen. Vlak na den oorlog zag men een poging om tot een meer internationaal muziek leven te geraken, de buitenlandsche componisten en musici van de jonge generatie kwamen bij elkaar op bezoek en particulier initiatief arran geerde concerten, waarop zij hun werk ten gehoore konden brengen. Aan een dergelijke opzet tot internationale verbroedering" der musici dankte. ook de International Society for Contemporary Music haar ontstaan en haar voornaamste daad was het arrangeeren van jaarlijksche muziek feesten in verschillende landen. Het is bekend, dat de sectie Holland kort na haar oprichting weinig teeken van leven meer gaf. Daarom, nam de Nederlandsche Vereeniging voor Hedendaagsche muziek de taak over, hetgeen niet zonder wryving tusschen de beide vereenigingen geschied de, vooral toen de Oesforreichische Kompjnist9nbund zich onlangs met de Ned. Vereeniging in ver binding stelde voor het geven van z.g. uitwisse lingsconcerten, een soort ruilmiddel, waardoor de wederzijdsche musici hun werken in de beide landen konden ten gehoore brengen. Déte Weenen, onder leiding van Dr. Pless, gegeven avond, waarop vele moderne Nederlandsche werken wer den uitgevoerd is thans beantwoord door een Oostenrijkschen avond, gearrangeerd door de Ned. Vereeniging. De componisten, die met werk op dit concert figureerden, waren voor een groot deel hier on bekend. Zoo men zich al op de kennismaking gespitst had, de indrukken, die zij naliet, waren niet onveideeld. Tot het sterkste behoorde onge twijfeld de sonate van Otto Jokl, door den pianist George van Renesse goed voorgedragen. Het sextet voor strijkinstrumenten van Otto Siegl daarentegen leek meer muzikantenmuziek dan belangrijk van vinding, en richtte zich meer tot het oor, dat vaak niet onaangenaam werd aangedaan. Wat helaas wel de liederen van Schloss het deden, waarin heel weinig gezongen en veel hooge kreten werden geslaakt. Ook de liederen Van Hauer en Lechthaler bleven geheel in den trant van gemo duleerd spreken, dat bij den. laatetea iets meer; dan bij den eersten soms op zingen geleek. En de vier stukken voor -viool van Webesn waren kort, maar by n eerste auditie nog onbevattelijk. Zoodat wij kunnen zeggen: men moet beginnen met kennismaken, maar de kennismaking lokte niet naar meer. Noch de avond van de I.S.C.M., noch deze van de Ned. Vereeniging voor hedeudaagsche muziek konden ons er tot nog toe van overtuigen, dat wy langs dit soort miiziek uit de huidige impasse zullen geraken.' Ten slotta zal liet verstand het gemoed nimmer kunnm bavre^igeti vooral wanneer alles nog te topzwaar is van intellect of wat voor intellect door wil g 111.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl