Historisch Archief 1877-1940
no Severini
Kunsthandel Hunck en Scherjon
Maternit
mas
Kees van1" Dongen bij Buffa A Zoon,
fF" P' Amsterdam
Voor hen die, bij het beschouwen van kunst,
gaarne, en zelfs wel voor alles, aan vergelijkings
objecten ..doen", is het de laatste jaren dikwijls
een geliefkoosde bezigheid geweest naast het werk
van Jan Sluyters zich dat van Kees van Dongen
te denken en dan hun voorkeur voor den n, dan
wel voor den ander uit te spreken. We leven in
een sportieve eeuw en ook in de kunstbeschouwing
houdt men zich nu eenmaal gaarne bezig met de
vraag Wie wint?"
Toen dan ook dezer dagen de groote
Sluyterstentoonstelling in het A'damsche Sted. Museum open
ging was, gezien deze gees'esinstelling van een deel
van het kunstlievend publiek, het oogenblik ge
komen een Van Dongen-expositie te arrangeeren
en van dit oogenblik heeft de firma Buffa en
Zoon met scherp inzicht gebruik gemaakt.
Intusschen komt het mij voor, dat met wat
Kunsthandel van Lier
TENTOONSTELLINGEN IN AMSTERDAM
Gino Severini
Dongen Hildo Krop
van Dongen ons thans hier te zien geeft, de spanning
(?wie zal winnen?') er wel ietwat moet uitgaan
Zóó vertegenwoordigd moet de Parijsehe Hollander het
wel, in aller oogen, afleggen tegen den Amsterdanischeii
51» jarigen jubilaris ! Ik voor mij althans zou bij den
Olympischen totalisator in deze ,,race" zeker niet op hem
zetten!
* *
*
Tracht men deze doeken van van Dongen meer onbe
vangen en geheel los van wedstrijd-hartstocht te zien
(wat toch ook hier, evenals elders, voor alles geboden is!),
dan kan men waardeeren: een volkomen negeeren van
alles wat ook maar zweemt naar ,.grübeln", naar zwaar
wichtige bedoeling, alsook een vlotheid, vaardigheid en
lichtheid, altemaal dingen waarvan de Hollander, en ook
de schilderende Hollander, dikwijls tézeer gespeend
blijft. Daar tegenover staat, dat wij in onze zwaarwich
tigheid ten slotte, nadat men haar ontdaan heeft van alle
spotvormen, een fonds van levens-ernst en geloof (geloof in
de kunst als belijdenis van het hart, als overwinning van
den geest, als het handwerk van het schoone; het doet
er tenslotte niet toe in wat) overhouden, fonds dat we
zelfs door een grooten naam, die een Hollander zich in
het mondain Parijs verwierf, niet laten verstoren. Het
belet ons van Dongen's werk, in de meerderheid der
gevallen (en zeker in de meerderheid der hier geëxposeerde
gevallen, d.i. doeken) mér in ernst te nemen, dan als soms
wel geslaagde, en soms ook wel geestige offiches; waarmede
niets tegen de affiche-kunst gezegd is, maar alles tegen
de. bij een man 'als van Dongen door hem zelf, maar
meer nog door anderen, gekoesterde pretenties van een
Grootsche Prestatie in de schilderkunst.
De gevallen waarin men een grootheid, een, dit keer,
niót gcüsui-peerde waarheid en schoonheid erkennen kan,
zijn die waarin hij zich als portrettist doet kennen van de
mondaine vrouw (of ook wel: man) dezer eeuw. Van der
gelijke gevallen kreeg men hier, op deze tentoonstelling,
helaas geen voorbeelden voor oogen.
Jonas bij van Lier
Jonas, de Maastrichtenaar, stelt op het oogenblik naak
ten, portret en landschap bij van Lier ten toon. Moest ik
dit werk, en in de eerste plaats de naakten, met n
woord karakteriseeren, ik zou zeggen: het bloeit"!
Het bloeit met een zachte, rijke, fijnzinnige weelde.
Het kleurengamma waarvan Jonas zich bedient, is zwaar
n donker: grijzen, bruinen, rood-bruinen en ook zijn
streek is zwaar". Het is daardoor moeilijk de juiste
belichting te geven. Vindt men die echter, dan bloeit er,
uit dit z\vare, dit, in eerste instantie, dikwijls wat
moeizaanvaandoende, een lichte, zachte en zinnelijke
gratie op, die men bij schilders boven den Moerdijk"
zelden in dezen bloeienden" vorm vindt....
\ Waar Jonas, zooals bijv. in zijn Maastrichtsen Stads
aanzicht met brug, zich minder op dit, door de kleur
opkomend bloeien van het menschelijk naakt, dan
viel op den bouw, de teekening, bezint, spreekt zijn
sterke, zeer eigene talent voor mij niet in die mate.
l Ita.vmond Kimpe bij Hofstee Deelman,
Amsterdam
Van Kimpe kreeg men kortgeleden te Amsterdam
op de laatste tentoonstelling der Onafhankelijken reeds
enkele .werken te zien. Men heeft hem toen wel als
een, in zekeren zin verzwakte" Permeke trachten te
kenschetsen. Heelemaal juist en rechtvaardig lijkt mij
dit riiet. Zeker doet naar men thans op deze eigen"
tentoonstelling kan ondervinden Kimpe bij een eer
sten aanblik denken" aan Permeke. Laat men dit werk
echter wat langer en rustig op zich inwerken, dan moet
men m.i. wel gewaarworden, dat deze gelijkenis, deze
analogie, meer het oppervlakkig" gebaar van deze kunst
raakt dan de kern, die men veeleer zal moeten zoeken
in een intiem karakter, een atmosferische verteedering
van typisch Hollandschen huize, die door de
sterk-sprekonde' kleuren heen komt en die in hét werk van den
Belg lermeke, met zijn veel luidruchtiger aard, niet in
gelijke mate te vinden is.
Jonas Raymond Kimpe
11
i
J4
Schilderkunstkroniek jdoor A. E. van den Tol
Kees van Dongen
Hllrto Krop bij Kunstzaal de Bc 'H
Alhoewel men de functie in Amsterdam offici< <>l|
niet kent, heeft de betiteling stadsbeeldhouwe. ',
als hoedanig men Hildo Krop gewoon is. aan e j
duiden, toch reden van bestaan, tengevolge v.-.'nj
het feit, dat hu nu reeds 16 jaar achtereen,
nieuwe gebouwen, bruggen en andere schepping' n J
van den hoofdstedelijken P.W.-dienst sculptura ]
te versieren, beter: te voltooien, kreeg.
Door zijn werk wordt het karakter van h-1
nieuwe Amsterdam mede, voor een groot de« l,
bepaald. Dat karakter is er een van een stevig
vierkant-geplant-staan op de aarde; van ec-ij
massale onverzettelijkheid, een kalme, breed-uit-l
bloeiende zelfverzekerdheid, die, zoo zij al,
Kunsthandel Buffa
d.» iets anders, de ontijdige zelfverheffing of
Z' 'verheerlijking schuwt, tcch, of misschien
daard' T juist, openstaat voor de uitingen van,veler-?
l'? nieuwe gedachten en gevoelens, mits deze
teh*/;./« blijven- wortelen in den gezonden, degelijken,
f> :''isten.... familiezin en rustige daadkracht van
d--i Hollandschen aard.
*>it karakter vindt men ook in Krop's vrije",
n'< t in architecturaal verband, geschapen plastiek;
u larmede dan meteen gezegd is, dat deze beeld
houwer nfet onder den doem van een bouwkunstig
«Icspotendom (in het moderne Holland wel eens
een gevaar!) zijn arbeid als stadsbeeldhouwer
verricht maar hier van een gelukkig samengaan
van twee vrije" kunsten mag gesproken worden.
Krop's talent is van een robuste signatuur: het put,
als 't ware voortdurend uit een, tenslotte eenvoudig en
gezond zinnenleven, dat nergens afgezwakt werd door
een te ver toegespitste intellectueele bezinning of door
een. naar het ziekelijk-gedifferentieerde neigende ge
voeligheid, waar zoovele andere moderne kunstenaars
onder te lijden hebben. En waardoor zij dan, omdat het
herstel van de, aldus gedeeltelijk verloren, vitaliteit en
spankracht uit eigen middelen hun niet meer mogelijk
werd, soms gaan teruggrijpen naar oude, archaïsche vormen
die in alle geval van leven" vol zijn.... Vooral onder
onze moderne beeldhouwers vallen voorbeelden hiervan
niet moeilijk aan te wijzen. Bij Krop niets van dit alles !
Waar hij komt tot een meer gestijlde vormgeving dan een
naturalistische of ook wel een ietwat impressionistische
(een enkel voorbeeld van het laatste vindt, men in
een portretkop uit een vroegere periode, Xr. 13 van den
catalogus) behoeft hij niet den omweg te bewandelen via
de plastische symbolen van de een of andere
magischgeladen cultuur, maar kan hij direct voortschrijden tot een
tweede natuurlijkheid", die als een regelrecht sublimeeren
is, zonder verijling of krampachtige verwringing, van de
eerste natuur", welke bij hem, voor alles, is: de liefde voor
vrouw en kind en arbeid. En die tevens in dit laatste,
in de liefde voor den, tenslotte alles overwinnenden,
stuwenden en bevrijdenden, eenvoudigen physieken arbeid,
als aan het verlossende evangelie gelooft! Ware déze
drijvende kracht van dit, men zou kunnen zeggen:
simplistisch-socialistisch geloof er niet, zeker zou Krop's
werk, vél meer dan thans het geval is, bij tijden, in
zinkingen vertoonen naar de zijde van een soort eenvoud
die men, vooral in Holland, nogal eens voor een
qualiteit verslijt, terwijl het in waarheid gebrek aan fanta
sie" (de burgemeesterlijke aantijging van weleer treft,
goed begrepen, wel degelijk doel!) is. En ook zelfs m< ont
komt hij, in zijn werk, niet altijd geheel aan dit gevaar !
Maar in-zijn vrouwen-naakten, zijn kinderen, moedors
met kinderen, zijn stappende en zittende paren (het zit
tend paar in terra cotta zij speciaal genoemd), zoowel
als in zijn vierkant gehouwen beeldhouwer" zijn ge
drongen, stevig-stappende en royaal, met opgeheven arm,
groetende kereltjes", vertolkt hij, in het kunstwerk, de
oorspronkelijke vreugden van het volk", verheven tot
op het plan van een bevrijdend symbool....
En in zijn kleinere plastieken, zijn gebakken veel
kleurige clowntjes, wónder-dieren, paardjes, enz, worden
de vreugden van een ambachtelijk knutselen" tot
speelsche verpoozingen .van een kunstenaar.
Zoekt hij het bevrijdend symbool en het plastisch beeld
van zijn geloof echter een enkelen keer te bereiken, niet
door een sublimeering van primaire gevoelens, maar
langs meer bedachten" weg, zooals dan bijv. in de groote
portret-kop van Lenin, dan treedt hij m.i. buiten de
grenzen die zijn soort kunstenaarschap hem stelde.
Gino'Severini bij Huinek en Scherjon
Severini, in zijn ontwikkelingsgang altijd een sterke
persoonlijkheid en.... Italiaan gebleven, heeft nochtans
.in Parijs de kunstzinnige tour du monde" van dezen tijd
in zekeren zin representatief" volbracht.
J. In 1883 te Cortone geboren kwam hij in 1905 te Parijs
en wc ie er, ra un k l WE t wankele beginperiode, een dor
voormannen wan het, door zijn landgenoot Marinetti
geïnitieerde Futurisme. Uit dien tijd, pi .min. 1912?1014,
stammen de doeken waarop hij kaleidoscopisch, en op
futuristische wijze, het druk gedoe van het pleizier-leven
in de dans- en café-chantant-zalen van Mont Martro
trachtte te beelden, doeken waarin wel de overmoedige
vreugde der jeugd, die de vormen en kleurenwemeling in
n spontane greep wil vasthouden, tot uiting komt,
maar waarin toch reeds, ? en dit is voor deze schilder ty
peerend, in den ondergrond de erkenning leeft, dat men er
met den eisch van het verbranden der musea en het zien
der wereld met maagdelijk oog" niet kcmt. Niet komt n.l.
tot het nieuwe levenssymbool, dat iedere moderne richting
dan toch als nieuwe, Bevrijder" steeds weer zoekt.
Naast werken waarin het futuristisch element sterk
op den voorgrond' treedt, treft men dan anderen, iets
lateren, aan, waarin het Cubisme aan het woord komt en
Gino Severini Art
Kunsthandel Hunck en Scherjo)
invloeden van Bracque en Picasso bovenal te on
derkennen zijn.
Hij komt dan, nadat hij cok wederom in dit Cu
bisme het mancj" onderkend heeft, ditmaal een
luchtledig ontstaan door een al t) zeertoegep ste
intellectualiteit, in 1917, tot een zich opnieuw
bezinnen op het métier, het ambacht als zoodanig,
zonder nochtans geheel van zijn theoretische pre
occupaties direct geheel los te komen. Van deze
classicistische theoretische ..franje" bevrijdde hij
zich daarna weer met behulp "van het door
hem verrichtte werk als decoratief kunstenaar
(vele frescos in Zwitsersche kerken, mozaiken,
enz.). Aldus voorgoed ..bevrijd" geven dan thans
zijn doeken, in de beste gevallen, een bezonnen
spontanieteit", die o.m. een evenwicht beteekent
tusschen den uitslag naar de zijde van een te
zeer zwelgen in het zinnelijk schildersinstinct, en
.de andere naarMe*fcijde van e?n tégeestelijke"
bezinning.
Jonas
Kunsthandel van