De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1931 26 december pagina 7

26 december 1931 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

14 De Groene Amsterdammer van 26 December 1931 No. 2847 -. _. ftONARD LANG - Til.tFQQ'W a7tOO r N.V. Maatschappij voor Hypothecair Crediet in Nederland gevestigd te 's-Gravenhage, Nassau l aan No. 23 waarin oggenomen de Maastrichtsche Hypotheekbank voor «*~t~t~*> Nederland te Maastricht, St. Ser vaasklooster 8 Bijkantoren: Amsterdam, Westermarkt No. 2 Utrecht, Boothstraat No. 15 ? Groningen, Turfsingel No. 9 De Direct i e Nederlandsche Handel-Maatschappij, N.V AMSTERDAM. AGENTSCHAPPEN te ROTTERDAM en 's-GRAVENHAGE Vestigingen in Nederlandsch-lndiö, Straits-Settlements, Britsch-lndië, China Japan en Arabi ALLE BANKZAKEN SAFE DEPOSIT. KOFFERKLUIS. <D LEVENSVERZEKERING Mij. ARNHEM" beschermt Uw gezin In moeilijke Jaren. ;,;- EERSTE m HOLIAHDSCHE i LEVENSVERXEKCRtNOS-B&SKM.v. N.V. Bataafsche Hypotheekbank AMSTERDAM Anno 1889 Geeft uit tegon beurskoers: 5 % PANDBRIEVEN In stukken van |föOO,-en flOO,-. Coupons Januari en Juli , j-i ' . t i > -,'t'' l HOOFDKANTOOR: KEIZERSGRACHT^ 70 AMSTERDAM OPGERICHT A? 1894 DE N.V. Ve r z e k e r i n g-M a a t s c h a p p ij MERCURIUS" ook tegen BRAND," verzekert, behalve tegen ONGEVALLEN en WATERLEIDINGSCHADE De Holl. Voorschotbank HAARLEM, KRUISWEG 70. De Bank verstrekt gelden[tot elk bedrag met een minimum van f 1000.?op zakelijk onderpand en onder borgtocht, met in pandgeving eener polis van levens verzekering van gelijk bedrag, en verkoopt 5% schuldbrievenin stukken van f 1000.?. f 500. en f 100.?tegen Beurskoers. N.V. STANDAARD HYPOTHEEKBANK te ROTTERDAM , Directie : Mr. H. H, C. CASTENDIJK en l. MOSSELMAN De Bank geeft onder controle van het Algem. Administratie- en Trustkantoor 5 % Pandbr. tegen beurskoers utt. Adverteert in de Groene" Dat is een zin dien ge dikwijls leest. Waarom juist in DE GROENE....,.? Omdat DE GROENE in hei geheeU land gelezen wordt door het beste publiek?door het publiek dat iets te besteden heeft: De adverteerder behoeft niet te betalen voor een ver spreiding) waarmee hij hon derdduizenden bereikt, die juist niet tot het koopkrach tige publiek behooren3 maar het betaalt hem om in dit blad te adverteeren, dat hem direct in contact brengt met het publiek dat hij zoekt. ? S 'l N o. 2847 De Groene Amsterdammer van 26 December 1931 15 Loonstrijd door C. A. Klaasse Fora?van Gijn De staking in Twente heeft opnieuw de aandacht gevestigd op de loonkwestie, die in de afgeloopen jaren al heel wat pennen in beweging heeft gebracht. Loonsverlaging is het unieke middel om uit de , crisis te raken, loonsverlaging is irrelevant voor de conjunctuur, en loonsverlaging zal de depressie eerder verscherpen, ziedaar de drie opvattingen. die elk een zekere groep aanhangers hebben. Ford is een van de eerste practici geweest di$ zich methet vraagstuk hebben bemoeid. Hij heeft zich destijds op de bres gesteld voor hooger loonen; maar die stelling was eigenlijk nog gebaseerd op de hoogconjunctuur-mentaliteit yan 1929. Ford had zich nog niet ingeleefd in een duuivame depressie, en zijn overtuigingen waren alleen maar een paar maanden te oud. Inderdaad is misschien een te laag loon (schrik niet libe rale lezer) n van de factoren geweest die de industrieele (let wel op deze restrictie) crisis in Amerika hebben teweeggebracht; vermindering der kapitaal v orming. Avaarin wij gestikt zijn, en verhooging der consumptie op reëele basis ? op m-eL'ele basis hebben wij via het afbetalings systeem genoeg verbruik gehad zou hier in de goede richting hebben kunnen werken. Maar wij zitten nu eenmaal in de depressie en verhooging der loonen is een anachronisme geworden, waaraan Ford al lang niet meer denkt, en waaraan n iemand denkt, zelfs niet de meest radicale arbeidersleider. Maar met dat al is toch de vraag of de loonen omlaag moeten wel een probleem van de eerste orde. Ons land heeft het voorrecht inde persoon van oud-minister van C»yn een man te bezitten, die dit vraagst k volmaakt meester is. .Deze vroegere bewindsman heeft onlangs in enkele publicaties op' de hem eigen bescheiden wijze, en met bewonde renswaardig begrip voor het standpunt van hen die een andere meening zijn toegedaan, duidelijk en helder betoogd, dat verlaging der loonen het cenige middel is om deze depressie langs natuurlijken weg te boven te komen. In bloemrijke tale schilderde hij het principieele verschil tusschen den broeden weg der handhaving van de loonstandaard. die naar het verderf voert en den smallen. moeilijk begaanbaren der loonsverlaging, die in de hemel van den voorspoed eindigt. Hij tracht de oogen te openen van hen die wellicht verblind dreigen te worden door de schoone schittering van een Ford. Maar ziet dan toch dat het slechts schijn is die men nastreeft, dat het handhaven van een hoog geldloon met de handhaving van de koopkracht niets uittestaan heeft; welvaart maakt men alleen door veel te produceeren, en hard te werken, niet door hét op peil houden van een hoog geldloon. Aldus AAN DE ABONNÉ'S VAN DE GROENE AMSTERDAMMER" Zij, die er de voorkeur aan geven het abonnementsgeld voor 1932 ad F10.?per giro of per postwissel over te maken, worden verzocht dit te doen VOOR 5 JANUARI A.S. Postcheque en girorekening: 72880 Gemeente Giro: G. 1000. Administr. Groene Amsterdammer" fulmineert xeer terecht de schijver tegen de hoogloon-apologeten. En dan komt plotseling de Copernioaansche omkeering: ik heb u bewexen. dat een hoog geldloon geen genezing brengt, welnu trekt u conclusie: die is mirabile dictu deze dat dus ver laging van het geldloon de uitkomst moet brengen. Zou men niet in analogie met des oud-ministers waarde/jrende uitlating over Ford kunnen spreken van de kindsche droom van van (>ijn ..volgens welke de welvaart is te vermeerderen behalve door werken, ook door andoren hun ruilkracht te ont nemen." Ford's theorie is als volgt: geeft den arbei ders een hoog loon, hun grootere koopkracht zal dan de .industrie-begunstigen. Kindsch. luidt het oordeel van van Gijn, immers de hooge loonen gaan gepaard met evenredige kostenstijging, en wanneer al de geldprijzen omhoog gaan dan worden daarmee alleen maar de hoogere kosten gedekt. Accoord ! Maar nu van Gijn's medicijn voor de crisis: ver laging van hot geldloon. verlaging van kosten cri prijzen, ' n dus (frootrrt! vraatf. Niet minder kindsch. /ou ongetwijfeld en terecht Ford's oordeel luiden, want: prijsverlaging beteekent alleen maar grootere vraag wanneer men uitgaat van het levens gevaarlijke ceteris paribus, en in dit geval is dat uitgangspunt er so wie so naast, omdat immers de verlaging van het geldloon een vermindering van de in geld uitgedrukte koopkracht involveert. * * * ? . Wij hebben hier meteen de vinger gelegd op do oorzaak van do tweespalt lussehen de pro-en antiloonsverlasiors. Wanneer men de economische consequenties van de/en maatregel in het vi/ier neemt, dan kan men naai- Iwoe kanten zien. Kener-zijdskanmenden invloed on de koopkrachtige vraag beschouwen, en anders/.ijds kan monden invloed op de kostprijs bezien. Kn de fout die de moesten maken is dat zij /oo/.eer n van beide kanton van het probleem belichten, dat zij er niet toe komen beide invloeden tegen elkander aftewegen. Ford keek ten onrechte viijwol uitsluitend nnnr don samenhang tusschon loonstandaard en tor markt komende koopkracht., van (Üjnkijkt even/eertenonrechte voornamelijk-naar clou invloed van l o«. nisverandering op ile kostprijs. Terwijl men voor eer. objectieve beoordeeling -naar beide kanten moet zien. Wanneer de loonen verlangd zouden worden volgens een schaal die een vermindering van het totale ter wereld uitbetaalde loonsbedrag met l milliard zou beteekenen. dan zou inderdaad de arbeidersbevolking mot een milliard minder in de winkels verschijnen, maar de kostprijs van alle tor markt komende producten zou met precies datzelfde milliard verminderd zijn. Zoodat wij afgezien van tijdelijke invloeden, waarover nog nader geen stap vooruit, maar ookgeenstap achteruit zoudon zijn. l it dezen gezichtshoek bezien zou men eerder geneigd zijn zich te scharen in het kamp van hen die loonsverlaging voorde conjunctuur irrelevant achten. ' * * - -' ' - - * ' ? ' -- Tóch moet men in deze uitermate voorzichtig niet zijn conclusies zijn. Wat zal er bij een loons verlaging gebeuren ? In elk geval komen do arbei ders met minder loon thuis, en de huisvrouwen met minder geld in de winkels. Maar wat beteekent dat weer; dat'de prijzen omlaag moeten? Dat hoeft heelemaal niet, want het zou wel eens kunnen dat de eerste-.consequentie was dab de kleinhandel de voornaamste schok opvangt in dier voege dat haar winstmarge aanmerkelijk inkrimpt. Evenals het mogelijk was dat de groothandelsprijzen niet tientallen percenten omlaag gingen toen do loonen nog gelijk waren en de werkeloos heid gering, zoodat het verloonde bedrag nog nauwelijks was gedaald, is het denkbaar dat bij daling van het loon de groothandelsprijzen niet of althans bij lange na niet evenredig tcrugloopen. En dan zou hier de kiem voor een verbetering kunnen schuilen. Maar deze verwachting blijft speculatief, het is evenzeer denkbaar dat de ?v" Aanplakbiljetten Voor de Philips-jilm teekende A. van der Feer een aanplakbiljet in zwart en rood, waarvan wij bovenstaande reproduet ie brengen verminderde- koopkracht als eerste leaetie bij m»g gelijkblijvende detailpiij/en do quant itat leve goedoronvraaif. /on d«>en verminderen. «»n ' dan 7-ou do toestand nog verscherpt worden. Er bestaat. ? zoon Is go/.egd. ongetwijfeld een kans dat loonsvorlaiïing een gunst ii: effect xou hebben - al was het «nik allei-n maar via het psycholo gisch efl'ect oj) d<- ondernemers, die denken dat nu herstel mogelijk is. en. daaimee de kiem voor werkelijk herstel kunnen leunen: zooals aan het eind van de hausse plotseling winst tot stof verirnat. kan zij ook uit niets weer te voorschijn. komen maar zeker niet op de simpele gronden door den heer van l lijn aangegeven.. In dit verband zij nog opgemerkt dat al het bovenstaande slechts betrekking heeft op het loonvranjjstuk als universeel probleem, zooals wij het alleen maar op papier bekijken, In werke lijkheid is onze gedachtekring natuurlijk een heel andere. Wij bezien het dan, zuiver individueel of hoogstens nationaal. Wanneer een ondernemer zich afvraagt of loonsverlaging hem voordeel brengt, dan kan hij zonder een spoor van twijfel die vraag .bevestigend beantwoorden, want- hij kan er zeker, van zijn dat'de vermindering van ?koopkracht zijner arbeiders maar voor een zeer gering deel op zijn product terug valt. Zoo is het ook wanneer een land zich afvraagt of loons verlaging verbetering kan brengen: wanneer het voor de inheemsche markt werkende bedrijven al onverschillig kan zijn. voor de exportnijverheid kan .ongetwijfeld als vaststaand worden aangeno men dat lage loonen een voordeel zijn. Met andere woorden, zoodra het erom gaat een ander een vlieg af te vangen is elk kostenvoordeel een voorsprong1 die do ihvloed op de koopkracht overschaduwt. Xationaal bezien is hef loonsvraagstuk dan ook heel anders dan weltwirtsehaftlich. En op- dat laatste gebied is het 'dat de beide bovenomschreven ..kindscho", immers eenzijdige, theorieën slaags raken. NV ARHHEMSCHE HYPOTHEEKBANK Hyp KAPITAAL BESCHIKBAAR DIRECTIE M?5.J,VAMZlJST-M?J.F.VERSTEEVEM

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl