De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 januari pagina 11

2 januari 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

TOESCHOUWER an's Wereldstad L. J. Jordcmn .ge wisselen van aspect dit souve?eine verplaatsen van ons oog : ver weg, dichtbij, boven, onder ? dit versnellen en verlangzamen in de ppvolging onzer sensaties, doet ons ijle bewustzijn van ruimte en tijd verliezen. Wij zitten niet langer in onzen theaterzetel te kijken naar een gebeuren, dat ons niet aangaat. . . . -VJj maken deel uit van een nieuwe jroepeering der feiten, van een nieuw conflict: de ontmoeting tusschen het complex van beelden en klanken daarginds en onze eigen individualiteit. Ik zal u eens iets onwaarschijnlijks bekennen, lezer ! Wij hebben nog onlangs alle eer bewezen aan Eliza9eth Bergner en Fritz Korteer, nietbeide groote kunstenaars uitging. Maar het is nooit of te nimmer weg te redeneeren: de meesten onzer hebben hun liefde en vereering ge schonken aan een surrogaat. Wat een werk als Ariane" aan oor spronkelijke bewogenheid, werkelijk aan film bevatte.... het wordt door talloozen niet gevoeld. Altijd weer is het de actrice, haar eigen gevoelens uitbeeldende, haar eigen leven levende, die de belangstelling der menigte ge vangen houdt. Maar wie de film kent, zooals zij gekend wil zijn die voelt steeds weer de zaal-afstand, welke twee' werelden scheidt: die van het doek en die van den welwillenden, dankbaren, onrtoerden toeschouwer ... .maar van den toeschouwer, die nimmer medespeler wordt! Welnu naast elkaar bekeken en voor de keus gesteld, verkies ik boven Gary Cooper en Sylvia Sidney Wat velen in de war heeft gebracht, is dat Andersen altijd nog meer ver telt dan schrijft, en daar men vertellen bij ons alleen voor kinderen doet, hebben vertalers en vertaalsters zich altijd het kind als lezer gedacht, iGuuvJil Kü-iiLuGiObL* vxG uULVviv WUHI ontpoowns geconstateerd en den uubeien ernst» welke van e, m beeld en klank geregistreerde fac-simile'a dezer 11UUIUU1 ..«pol" van du tn'unte Bergner, de primitieve, sensationeele underworldfilm van Mamouan. Omdat de een een reëele waarde vertegenwoordigt de andere een twijfelachtig assignaat. Omdat de een de ruwe edelsteen bevat de ander het kunstig-geslepen glas. Om dat de een nog ongevormde oer materie beteekent de ander een slap, maar handig gekruid aftreksel. Omdat de een de toekomst is de ander de schaduw van een groot verleden. Omdat tenslotte Mamoulian's werk echt is, logisch, oorspronkelijk.... film! Nieuwe uitgaven H. C. Andersen. Sprookjes en Verhalen. Uit het Deensch in het Nederlandsch vertaald door Marie Nijland van der Meer de Walcheren. Met Prenten van Dirk Nijland. Leiden 1931. G. J. N ieuwenhuizcn Wereldstad In haar inleiding vermeldt de ver taalster, hoe verontwaardigd Ander sen was, dat de Denen hem op zijn standbeeld wilden voorstellen met kinderen op zijn rug en op zijn schoot en dat het spreekwoordelijk was ge worden, hem een kinderdichter te noemen. Strindberg beschreef Ander sen als : de onze, die van on/e ouders, van onze jeugd, van onzen mannelijken leeftijd en van onzen ouderdom. ' £ De in dit boek vertaalde en zter consciëntieus, d.w.z. zooveel mogelijk letterlijk v ei taalde sprookjes en ver halen zijn voor het meerendeel wel zeer merkbaar niet alleen voor de jeugd geschreven. Waarmee niet ge zegd is, dat kinderen aan het verhaalde niet zelfs veel hebben, maar dit een oudere er heel wat meer uit kan halen. nii juin Lumnt hnu '/(i dwi tyicst weer* gaven en zich aangematigd, uien te bewerken. Hier is dit vermeden. Hier is gepoogd, de stem van don verteller te doen hooren zooals ze in den stijl doorklinkt. Het is de lichte ironie in deze stem, die zoo gemakkelijk, voor wie Z3 niet begrijpt, dat neerbuigende krijgt, dat een gehoor van kinderen veronderstelt. Maar Andersen is niet neerbuigend, zijn commentaren, zijn uitleggingen en zijn voortdurend citeeren van de overlevering, van de openbare meening en van ooggetuigen zijn deel van een zeer diepliggende gemoedelijkheid. Neemt men een van de kortste en eenvoudigste verhalen, dat van de l'rinces en de Erwt, dan zal de sym boliek daarvan ook een kind niet ont gaan, neemt rnen dat. waarin het zielsverdriet wordt beschreven van het kind dat het graf van den mops niet mocht zien, dan zal de humor nog niet eens door elk volwassen lezer be grepen worden. Zoo heeft bijna elk der vertellingen een eigen innerlijke houding en zelfs een eigen publiek, of althans ze hebben er simen een) dat zich telkens naar verschillende kanten uitbreidt of ook inkrimpt. Zoo is deze schrijver ten slotte heel wat veelzijdiger, ook in zijn geestes houding, dan z.ijn roep.Maai hij is altijd democraat, vrijzinnig en godsvruchtig, en het zou een belangwekkend experi ment kunnen blijken, waar te nemen hoe de volwassen lezer van onzen tijd die hem door deze uitgaaf niet langer als een verteller van kindersprookjes kan blijven zien, op hem reageert. Het royaal uitgegeven en mooi ge drukte boek heei't in zijn illustraties nog een ongewone aantrekkelijkheid. De prenten van Dirk Nijland doen geen poging om mee te vertellen, en vermijden ten eenenmale het gevaar, als de gewone cosmopolitische poppetjesteekenarij, die voor illustratie pleegt door te gaan, de zoo aparte fantasie te vulgariseeren. Niet elk illustrator kan, om Andersen te bege mailtcLii maar wij nufgcn rcrücu gi? sijn t\at. 3>sY}la>T\<:\ tVitj tle.evl, ^wsmt vvj lieett gegeven het eenige wat voor ons aan esn vertaalden Andersen ontbreekt: een wat concreter denkbeeld van de dingen die hij zag, waarvan hij sprak. Wij krijgen?en hoe zakelijk een idee van het landschap, waarin deze verbeelding leef de, van de architectuur, A-aarin deze stemmingen ontstonden, en van de menschen, van en tot wie wordt gesproken. Deze zakelijkheid, uitgedrukt in een zwart-en-wit kunst, hier slechts zelden geëvenaard, met een gevoel voor sfeer dat bij langer bekijken steeds meer in ons doordringt en met een ingetogenheid die op zich zelf piëteit is, getuigt van een rijke documentatie tevens. De teekenaar heeft zeer veel waargenomen, gecom bineerd, toegepast: wij zien met hem de Deensche stad, de torens, de oude huizen, de nienschentypen, wij zien ook den sinbteren ingang van het klooster in dat barsche verhaal van den bisschip van Borchum en zijn maagschap. Zoo is het geheel een ongewoon boek, een boek met karak ter, uit elke bladzij waarvan liefde en overtuiging spreken. COHNKLIS VET H Ontvangen Duitsche Boeken Hans "Marchwitza Schlacht vor Kohle". Internationaler Arbeiter Ver lag. Willy Bredel, Rosenhoffutrassc". Internationaler Arbeiter Verlag. Arthur Schnitzler Flucht in die Finster nis" S. Fischer, Berlin. KenéSchickele, der Wolf in der Hürde". S. Ficher, Berlin. Heinrich J Ia user, Feldwege nach Chicar/o. S. Fischer, Berlin. W. en E. Petrow, 12 Stühle". l'aul Zsolnav Verlat;.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl