De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 januari pagina 17

2 januari 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2848 De Groene A/nsterdammer van Januari 1932 17 Uit het kladschrift van Jantje Croquante croquetjes door Alida Zevenboom Hoe lang hebben de menschen elkaar nu al niet jaar in jaar uit veel Heil en Zegen" toegewenscht en wat is er van die goede wenschen terecht gekomen? Dat vraag ik maar. De hengelaars, zoo zei mij het acteurtje, wenschen elkaar nooit een goede vangst toe maar altijd een of andere pech" en het werkt prachtig, altijd volgens hem en toen hij van de week een snoek van veertien pond thuis bracht, zei hij dat dat enkel en alleen kwam door dat zij hem op de boot naar de Legmeer niks dan verrottigheid" hadden toege wenscht. Het kan zijn dat hij dit keer niet liegt, maar ik vind het, onder ons gezegd, toch een vreemde gewoonte en ik houd me dan nog maar liever bij de oude gewoonte, al zit daar tegenwoordig ook al de klad in. Dat zit hem natuurlijk in deze rare tijden, want vroeger meenden, geloof ik, de meiischen het veel meer als zij elkaar iets toewenschten dan nu. Ik weet nog wel, dat als bij mevrouw zaliger op Nieuwjaarsdag de waldiepers kwamen wenschen, zij niet op hielden voor ze me een zoen gegeven hadden en wat moest je doen? Het vers, dat zij in ruil voor een rijksdaal der gaven, want in die dingen was mevrouw niet krenterig, kon je niet met droge oogen lezen en Willem, dat was de stoerste van de twee, beloofde me dan altijd dat als hij een of ander kostbaar stuk uit de Heeren gracht bij de Bocht mocht opbaggeren, het voor mij te bestemmen en dan vroeg hij meteen of ik Donderdagsavonds mijn avondje had maar ik moest niets van hem hebben, want al had hij zich nog zoo schoon gewasschen, de modderlucht raakte hij maar niet kwijt. En behalve de rijks daalder kregen zij steevast ook nog een borreltje en het kon natuurlijk niet uitblijven dat, vóór zij de Bocht uitwaren, zij overal bochten zagen en zoo ging het met den lantaarn opsteker en den nachtwacht en ik heb het bijgewoond dat al de wenschers en rijmers elkaar op den hoek van de Spiegelstraat voor het huis van meneer van Eeghen tegen kwamen en omdat de lantaarnopsteker een hoedje op had dat den waldieper niet beviel, ontstond er een kloppartij, waarbij al hun gedichten over de gracht en op het ijs vlogen, want in die jaren had je ook nog op Nieuwjaar ijs in de grachten en sneeuw op de straten en dan kwam de baanveger en de sneeuwruimer ook nog wenschen en de brievenbesteller dito en de krantenlooper met zijn eenen arm, die het Handelsblad" van den vorigen dag kwam weghalen om het naar een anderen lezer te brengen en vandaar weer naar een anderen, zoodat n Handelsblad een week lang de burgerij genot verschafte en de menschen waren er niets onge lukkiger om dat zij het nieuws een paar dagen later lazen, en als u mij vraagt, geloof ik dat het heelemaal niet zoo erg zou zijn als de merisch tegenwoordig het nieuws heelemaal niet meer las. Als ik 'savonds de krant heb uitgespeld, en u zal me wel op mijn woord willen gelooven, dan heb ik zeker een uur noodig om van al de narigheid die mij onder de oogen gekomen is, weer op mijn ver haal te komen en daar helpt niets zoo goed voor als een klein glaasje rum. En hoe ellendiger het nieuws is, hoe grooter de letters waarmee het onder je neus wordt geduwd ! Ik geloof dat veel van de narigheid komt van al de narigheid die wij lezen, want gaat u maar eens na hoeveel de niensch tegenwoordig meer griezelt dan vroeger. Er kan nu geen aard beving of geen andere ramp op de wereld voorvallen, en de wereld wordt met den dag kleiner, of het staat niet groote letters in de krant. Vroeger hoorde je daar niet van of in drie regels en wat niet weet wat niet deert. Wanneer griezelde een mensch in mijn tijd? Alleen op de kermis bij het sprekende hoofd of het doorgezaagde weesmeisje of in het kabinet van Professor Allegierie, waar je de vreeselijkste dingen kon zien en dat was je gauw genoeg in de draaiende schommel of in de malle molen weer vergeten. * * * Maar waarom over griezeligheden gesproken, nu het jaar op scheiden staat en wij allemaal hopen dat 1932 een gelukkiger jaar worde dan dat nu achter ons ligt. En als ik zoo mooi dichten kon als meneer Pauwels of als de inwendige zendeling, die alles op elkaar kon laten rijmen, zoo gek kon je het niet prakkizeeren, dan zou ik het u op rijm toewenschen, net als meneer Willem ILunsche het nu al jaren in den Stadsschouwburg doet en dat is. volgens ons acteurtje, ook zoo wat het eenige dat hij er heeft te doen en het is toch zoo'ri echt Llollandschc acteur, die zoo smeuig over het tooneel kan spatzeeren. Wat was dat toch vroeger gezellig op het Plein met die lieve mevrouw Poolman en meneer Schulze, twee genoegelijke dikkerds, en de wensch van meneer Keyding mocht er ook wezen en dan de slemp in de pauze ! Ik kreeg altijd vrij van mevrouw zaliger en nog een centje mee, want zij vond dat wij Vondel moesten hooren en de laatste keer, vóór dat ik zou gaan trouwen, had ik het geld voor de plaatsen aan den inwendige" gegeven, en het zakcentje ook nog, zoo goed van ver trouwen is een mensch en tot half tien heb ik dien avond in den tochtigen ingang op hem staan wachten en hij moet nog komen en toen ik hem den volgenden dag sprak, zei hij mij dat hij in eens niet lekker was geworden, zoo naar dat hij naai bed was gegaan en hij zag er werkelijk nog pipsch van uit. Later heb ik begrepen dat hij nog katterig was van het plezier dat hij voor mijn geldje en dat van mevrouw gemaakt had, maar toen kwam ik niet op die zondige gedachte, waaruit u zien kan dat u nooit een man vertrouwen kan, ook en juist als hij het liefst tegen u is. Pas dan op uw kippen. En nu zal u misschien zeggen: ,,Aal hoe heeft u het op den eersten Kerstdag gevonden?" en dan moet ik zeggen dat ik het heelemaal niet gevonden heb, want een mensch moet maar pech hebben ! Al mijn gasten waren in de kamer van meneer Htanislafsky bij elkaar gekomen voor dat historische oogenblik," 7ooals meneer het noemde en hij had voor wienerbollen en een glaasje gezorgd en toen wij allemaal in een kring gezeten waren en vol spanning naar het toestel keken, kwam er geen geluid uit, want de lampen bleken defect of zoo iets en toen heeft meneer maar uit Bilderdijk voor gelezen wat ik eigenlijk heelemaal niet toepasselijk vond, want ik hoorde later dat dat een Bolsjewik geweest is en nog al een heel erge ook, maar de bollen waren nog warm en het glaasje was extra sterk, daar had ik voor gezorgd, omdat ik bang was dat de hoorders erg onder den indruk zouden zijn gekomen en nu viel alles in het water door een kapotte lamp. Zoo zie je met al die nieuwerwetsche uit vindingen ! En daarom wensch ik u op zijn ouderwetsch maar een harte lijk Veel Heil en Zegen, en een Gelukkig Nieuwjaar ! Zakalmanak Bad?Ems Door de Directie van Bad-Ems worden weder kleine handige zakalmanakjes verspreid, ter aanbeveling van hare bekende producten als Emser-Water, Emser-Pastilles en Emser-Zout. *»« AEG SCHRIJF -FACTUREER- EN BOEKHOUDMACHINES MET REKENWERK Europa Schrijimachinehandel N.V. Amsterdam Rokin 113 - Telefoon 55660 Agenten door het geheele land

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl