Historisch Archief 1877-1940
No. 2848
De Groene Amsterdammer van 2 Januari 1932
19
duidelijk de aanwezigheid des duivels
gevoeld als op Tuanaki. Zoo n
plaats het eerst onze zorgen behoeft,
dan is het dit eiland, waar nauwelijks
gewerkt wordt, al wat des geestes is
schijnt vergeten, alles gericht is op
aardschheid en zinnevreugd".
Moge God hun de gratie. ..." ant
woordde Martinus, maar de andere
weerde hem af.
Nauwelijks begrijpt men hoe od
zulk een gruwel voor zijn Aanschijn
kan dulden. Waar zijn de tien recht
vaardigen terwille van wie hij dit
Oomorrha zou moeten sparen?"
Een herinnering aan het Aardsch
Paradijs...." bracht Martinus schuch
ter in 't midden. Maar de verontwaar
diging van zijn medebroeder werd
hierdoor slechts aangewakkerd.
»,Mij dunkt", sprak hij, dat God in
zijn eindelooze lankmoedigheid ook
aan hen de kans op bekeering niet
heeft willen onthouden. Maar welk
een taak voor den Jonas die naar dit
Ninivégezonden Wordt."
Ik denk, waarde confrater, dat
slechts een engel met een vurig
zwaard de poorten van dat paradijs
zal kunnen sluiten. Zondigen die
menschen in hun onwetendheid? Ik
weet het niet, God weet het. Leven
zij zoo niet in het opperst geluk en
volgens hun aardsche bestemming?
Ik weet het niet. ... en God weet of
het hun in het hiernamaals zal worden
aangerekend. Soms twijfel ik. ..."
Ciprianus schrok. Zooveel woorden
had hij zijn medebroeder nog nooit
achter elkander hooren zeggen. En
hij schrok van hun beteekenis en
sprak streng: Van den middagduivel,
verlos ons Heer ! Wat bezielt u, Mar
tinus. . ?"
En al varende ontwikkelde hij in
een scherpzinnig theologisch
vertoogde noodzakelijkheid om ook de meest
volslagen heidenen zoo snel mogelijk
tot het Evangelie te bekeeren.
De overste te Barotonga was van
hetzelfde gevoelen. Bij het uitbrengen
van hetjrapport van de
onderzoekingstocht had pater Martinus schuchter
zijn kaarten overgelegd en naar ge
woonte weinig gesproken. De ander
had geschreven resumé's die hij mon
deling toelichtte en met groote wel
sprekendheid illustreerde. Over beider
ijver was men vol lof, en de veront
waardiging waarmede pater Ciprianus
het zwarte heidendom en de droeve
nacht der zonde schilderde, waarin
sommige van de Cook-eilanden ge
dompeld waren, liet niet na een diepe
indruk op de paters van Rarotonga
te maken. Men begreep dat Ciprianus
gelijk had, en dat er nergens een zoo
dringende behoefte aan het missie
werk bestond, als op het wulpsche
eiland Tuanaki.
Met eenparige stemmen werd dan
ook besloten de oudste der paters
erheen te zenden, zijn boot te vullen
met bedrukt katoen en naaigerei, met
kralen, rozenkransen en medailles, en
met ander nuttig gereedschap. Juist
vier maanden na het bezoek aan
Tuanaki vertrok de grijze pater
Silvester vol goeden moed erheen.
FF VSINTERVOE.TEN
Hij leerde onderweg Martinvis' nauw
keurigheid bewonderen, want hij be
vond alles juist zooals het op diens
minitieuze kaarten was aangegeven;
hij bereidde zich voor op al wat
Ciprianus hem nog in een gesprek
onder vier oogen, dat bijna op een
biecht geleek, had medegedeeld. En
geen uur van den dag, geen slapeloos
uur van de nacht liet hij af te bidden,
dat God hem mocht bijstaan in het
moeilijke bekeeringswerk dat hij ging
ondernemen.
Tuanaki was een der Noordelijkste
eilanden van de archipel en bijna te
rekenen tot het westelijke riffengebied
der Gezelschap-eilanden. Met begun
stiging van het weder zouden zij het
voor het vallen van den avond kunnen
bereiken. Doch thans geschiedde er
iets vreemds. De noordelijkste kaart
ontdekken. In iedere richting bleek
op een zeker oogenblik de kaart weer
nauwkeurig, doch in een kring van
veertig mijlen middellijn klopte niets
van de gegevens. En langzamerhand
doemde in zijn geest de verschrikkelijke
waarheid op: het eiland was ver
dwenen; verzwolgen gelijk ook elders
in de vulcanische eilanden-groepen
van Polynesiëweieens geschied was.
Oude riffen verdwijnen onder het ver
raderlijke oppervlak der zee; nieuwe
duiken omhoog. Wee de menschen die
het betrouwen van hun brooze levens
vestigen op zulk een eiland !
Te laat, te laat, o Heer," zuchtte
pater Silvester toen hij moedeloos
huiswaarts keerde. Ook aan God's
lankmoedigheid komt een einde".
Pater Ciprianus boog het hoofd en
prevelde een rouwmoedig gebed toen
Gehurkt om het vuur
Does 30-60,Tube 80et.
Bij Apoth.cn Drogisten
van pater Martinus was onnauw
keurig ! Er bleken kale, natte riffen
te bestaan, die niet door hem waren
opgeteekend. En ofschoon pater Sil
vester zich daarover verwonderde,
wist hij mild te staan tegenover de
menschelijke vergissingen en tekort
komingen van zijn medebroeder. Maar
hij kon het niet helpen dat zijn ver
bazing groeide tot verontwaardiging,
toen op de plaats waar in duidelijke
contouren het eiland Tuanaki, bevolkt
met plusminus tweehonderd onsterfe
lijke zielen, stond aangegeven, niets
was te bespeuren dan rimpelig-blauwe,
onafzienbare zee.
Vier dagen lang liet Silvester de
boot in alle richtingen kruisen, zonder
een spoor van het eiland te kunnen
hij uit Silvester's mond de verschrik
kelijke ontdekking vernam. Dan zijn
blik ten hemel heffend zei hij: Het
is niet te verwonderen".
De cartograaf, beschaamd over zijn
fouten, meesmuilde: Inderdaad, te
verwonderen is het niet". Maar hij
kon niet beletten dat een stem,
van een duivel of van een wij/.e
engel hem inblies: Nam de
Heer niet Henoch en Elias van do
aarde weg omdat hij hen liefhad?
Werd niet heel Tuanaki de genade der
verlossing deelachtig en bevrijd van
de beschaving, omdat de Heer dit
eiland liefhad boven alle andere?"
Maar haastig sloeg hij een kruis,
opdat deze booze gedachte uit zijn
wit en priesterlijk bewustzijn zou
mogen verdwijnen. En voorzichtig
begon hij het eiland uit de oudn
kaarten weg te radeeren.
Charivaria
GESI.ACI ITEI.I J KK MORII.I ]
KHEDEX.
,,Het gemeentebestuur van Amsterdam
hoeft de directie dor K.L.M, haar deel
neming betuigd mot de ramp van de
Ooievaar." (Hbl.)
,,Het Vreemdelingenverkeer doet wat
haar hand vindt om te doen." (Aap.)
,,In dit tooneel speelde zij als een
tweede Pygmalion." (H.D.)
OP DE GLIBBERIGE PADEN
,,Tn deze vergadering onzer Kamer
neemt gij beiden afscheid van een u
vrijwillig op de schouders gelogden werk
kring." (Versl. H.D.)
Zij verkeerde in blijde verwachting,
zij het ook dat zij zelf toen nog niet
wist wat haar boven hot hoofd hing."
(X.R.C.)
IX HET VUUR DER REDE
Voordat ik doze vergadering sluit
- aldus spreker heb ik den plicht
te vervullen, oen woord van hartelijken
dank te spreken tot die lodon onzer kamer,
die gemeend hebben zich niet voor oen
herkiezing beschikbaar te moeten stellen."
(H.D.)
JOURNALISTIEK OPTIMISME.
,,Het eeuwfeest van den dood van
\Villem Rilderdijk." (H.D.)
MODERXE LICHTEFFECTEN'
,,Men loze do Troonrede in het licht
dezer middelen." (Hbl.)
Wij moeten dit toetsen en booordeelen
iti het licht van de positie en de veilig
heid van XoderIand."(^/aK. K.K. Staatsp.)
De Kamerrede moet worden gelezen
m het licht van wat in de M. v. A. is
gesteld." (Min. v. W.)
,,X'u valt een zonderling licht op hen."
(\e,l.)
Dit stolt hot stuk wol in oen heel
bijzonder licht." (H. D.)
WIJ, POLYGI.OTTEX
i'ommos fruits," (X.R.C.)
In het Engelsche Parlement zouden
bij zulk een verklaring llaer, hner !"s
gedaverd hebbon." (O.H.C.)
Hij is the rigt man on the rigt place."
(Wbl. SIIIH.)
OO.U BESPOND ENT l K
T. tt: K. Kort geleden las ik in de
X.R.C.: De bezoekers kregen elk bij het
binnenkomen een koptelefoon." Waarom
niet ook een matje om d'r pooten op al'
te vegen ?
Antir. Ja, en wat voer, om in d'i'
muil te Kicken.
JiA'BBKHTJKS
Ken niet onaardig barbertji» noemt
De Kuyter in zijn Gevleugelde
woorden": Ga 7,00 voort mijn zoon.
en gij zult spinazie etori, waarschijn
lijk eon verbastering van: Ga zoo
voort mijn zoon on gij zult Spinoza
lu'cten, uit Spinoza's tijd.