De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 januari pagina 5

2 januari 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2848 De Groene Amsterdammer van 2 Januari 1932 Nederlanders op hun best Zeelui als van ouils Vroeger hadden we houten schepen en ijzeren menschen en nu ijzeren schepen en.... Ja, dat denkt u maar. Wat al mooie verhalen, niet waar, van die mannen op de zeilvloot, en nu, op die luxe-schepen, zoo geraffineerd fijn afgewerkt en zoo groot als een eiland, zoodat de zee er geen vat meer op heeft, is het nog maar spelevaren. En dan had je vroeger nog zoo'n stel van die kleine scheepjes, die daar in het koude Noorden, zoo heerlijk romantisch hun notedopjes van boo ten te water lieten om de bemanning in de gele genheid te stellen met behulp van een harpoen het zwaarste zoogdier ter wereld te pakken te krijgen, waar dat dier uit den aard der zaak niet op gesteld was en dikwijls zoodanig protesteerde met zijn vinnige staart, dat de visschers het niet konden navertellen. Afgeloopen. Ook al weer gemoderniseerd, dat soort werk, al gaat het niet zoo makkelijk als u misschien wel denkt. Maar het is niet daarover, dat ik wil schrijven, anders kon ik u wel aantoonen dat er zich op die lux-schepen zoo af en toe nog wel eens iets afspeelt, dat om zeelui vraagt, niet minder moedig en doortastend dan voorheen. En wat die kleine walvischvaarders betreft, zie, daar is 'n type van kleine schepen gekomen tijdens de stoomvaart, dat er wel mede vergeleken kan worden. Ze zijn wel zoo hél klein niet meer, maar toch nog niet zoo groot als de Statendam en ook geen luxe-schepen. Zoo af en toe worden we er aan herinnerd en dan altijd op een wijze waarbij ons duidelijk wordt gemaakt, dat op die ijzeren schepen, ook ijzeren mannetjes zijn. Zoo lazen we dezer dagen weer: Wellingtondok aangekomen. Kranig icerk van de Nederlandsche zeelieden. En het bericht dwingt ons tot een hartelijke gelukwensch met dit mooie besluit van het jaar voor de ondernemende reederij, dank zij het werk van de ijzeren mannen, de wakkere uitvoerders van het aangenomen werk. Geen wonder, dat er in Engeland woorden van protest opgingen, dat opnieuw dergelijk werk aan Hollanders gegund werd en de vraag gesteld werd of dat nu niet door Engelsche Zeelui kon worden gedaan. Ik weet het niet, Engeland heeft ook goede sleepbooten; uit den aard der zaak zullen die ook wel door wakkere menschen bestuurd worden, maar die Hollandsche booten en die Hollandsche jongens van Smit, ja, die zijn er nu eenmaal en ieder weet wat ze waard zijn en de bouwmeesters van het dok aan de Tyne wisten het misschiet* nog het best. Dit alles was dus zeer verheugend, maar daar mede was de zaak niet afgeloopen, ofschoon der gelijke opdrachten al zóó gewoon zijn, dat men nu eenmaal niet anders dan aan een goeden af loop denkt met ervaren gezagvoerders als Wel tevreden en 't Hart, met hunne mooie en krachtige Witte Zee" en ,,Zwarte Zee". Zeer zeker. Maar dit was toch weer eens iets nieuws. Als we alles weer eens de revue laten passeeren, dan denken we aan kapitein Person, die nog aan het Callao-dok heeft medegewerkt, een tocht, die ook niet zoo makkelijk was, vooral in Straat Magellaen. Person heeft dokken naar Kio de Janeiro, naar Constaiitinopel gebracht, om het Singapore-dok niet te vergeten en zijn mooie sleep van het s.s. City of Singapore van Australi naar Engeland. Alles wel! Kapitein Verschoor ging met een baggermolen achter zich op stap naar Shanghai en had meer van die speciale dingetjes, als kranen en lichters. Zoo kan men doorgaan, maar deze Wellingtonreis is toch weer wat nieuws geweest, eerstens door den bij zonder langen afstand en dan is het varen door de Torres straat, die bekend is door hare vele riffen en felle stroomen, ook weer aan bijzondere nieuwe gevaren onderhevig. Maar daar weegt de theore tische kennis van deze wak kere practisohe mannen best tegen op en hunne navigatie is, zooals reeds zoovele malen, nauw keurig geweest. liet is een eigenaardig bedrijf, de Internationale sleepdienst van L. Smit. Eigenaardig vooral, omdat het samenhangt met den anderen strijd der Hollanders met de zee. Die andere strijd betreft toch het beschermen van het land tegen de zee en het maken van havens, en daardoor staat Holland zóó goed bekend, dat het buitenland ook wel gebruik wil maken van dat degelijke baggermateriaal. Zoo moesten dan baggermolens, zandzuigers en dergelijke naar Oost en West vervoerd worden en daarvoor waren sleep booten noodig. Voor ongeveer 35 jaar is daar door die thans zoo groote zeesleepbootreederij ontstaan, die al spoedig noodig bleek voor het vervoer van dokken, waarvan dit Wellington-dok het zes en vijf tigste is, dat op den aardbol ge plaatst is. En als nu zoo'n dok wegge bracht is, dan ligt het voor de hand, dat men liever niet met ,,ledige handen" thuiskomt, en zoo kwam het dan ook al spoe dig voor, dat op de terugreis wel een een beschadigd schip werd aangetroffen en natuurlijk gaarne medegenomen. Hierdoor is het bedrijf ook al weer uitgegroeid tot een soort bergingsbedrij f, want de sleep booten liggen in verschillende havens aan den Atlantischen Oceaan gereed om op het eerste noodsein uit te varen. Gandhi's nieuwe koers Teekcning door B. van Vlijmen Gandhi: Het zit ah gegoten!" Thans is het mogelijk dat het ontredderde schip op honderde mijlen afstand van de kust met behulp der radio-telegrafie kennis geeft van zijn toestand en de altijd waakzame man nen van Smit vangen het sein op en varen uit om te redden, hoe ook de weersgesteld heid is. En smaken vaak de voldoening hunne arme medenierischen het leven te hebben gered (en het materieele sxicces blijft zelis wel eens achter wege). De berging van het tankschip Varand in Februari van 1928 is daarvan een mooi bewijs en het vond vooral in Engeland groote waardeering. Ook bij andere gelegenheden kwam dat voor en het doet vooral aangenaam aan, als die waar deering komt uit Engeland, het land dat toch nog wel als toonaangevend in de zeevaart be schouwd kan worden. De ,,Daily-News" wees er dan indertijd ook terecht op, dat Engeland wel hare Oceaan-sleepbooten heeft, maar dat die toch niet voldoende zijn om de Nederlandsche schepen van de ongeëvenaarde positie, welke zij zich ver zekerd hebben, te verdrijven. Zoo is het. en de vlaggen wapperen thans in Maassluis om deze nieuwe overwinning te vieren. ]>aat ons hopen, dat dit nog vele malen zal ge beuren en dat dit deel van de ijzeren mannen, die nog niet door houten poppen zijn vervangen, nog vele malen in de gelegenheid mag zijn, den naam van Nederland hoog te houden. AQUAJUUS Tentoonstellingen Bij den Dom, Utrecht, Sieraden en edelsmeed werk door Cornelia Vos en Cor Sandifort. Tot 10 Januari. Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen door Oerard Sluyter. Tot 10 Januari. Huize van Hasselt, Rotterdam. Schilderijen tentoonstelling. Tot 18 Januari. Kunstzalen A. Vecht, Amsterdam. Schilderijen door J. J. Moolhuizen. Tot i!4 Januari. Stedelijk Museum, Amsterdam. Tentoonstelling van Hint I.ucas. Tot 2-1 Januari. Xedei'landsche Vrouwenclub, Amsterdam. Wer ken van Jkvr. M. de Jonge. Tot 31 Januari. KUNSTZAAL VAN LIER DOORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 19R = AMSTERDAM BEZ ICHTIGI NG V RIJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl