De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 9 januari pagina 10

9 januari 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

VREEMI Ph. C. Visser's Door de Székely?Lulof's Mevrouw Visser op een yak, bij den Sanju-pas M. H. Székely-tulofs: Rubber l) Boven alle koloniale romans in het Nederlandsch, die ik ken, munt dit debuut van mevrouw Székely-Lulofs uit, door de rustige objectiviteit waarmede de toestanden en gebeurte nissen uit het plantersleven van Deli geteekend worden. Bij dergelijke wer ken vindt men meestal of een zekere exaltatie en vergoding van al het vreemde en buitennissige, of een sentimenteele geheimzinnigd oenerij, óf een aanklacht tegen blank of bruin. De schrijfster van Rubber" laat ons omtrent al deze dingen even wijs als wij van te voren waren. Aan het slot van haar boek vraagt men zich af: had het daar ginds ooit anders kunnen loopen dan het geloopen is? Groote wetten regeeren al die ge beurtenissen; wetten wier reden en oorzaak ons gewone stervelingen niet aan den neus gehangen wordt. Die blanken handelen dom omdat ze niet anders kunnen.. . . die bruinen óók dom omdat ze niet anders kunnen. Blinde bedelaars zijn de menschen overal ter wereld, en misschien is het daarom maar het beste een beetje te lachen om de goede dingen, een beetje de schouders op te halen om de slechte, en stilletjes zijn weg te gaan.... Wel, het is een verdienste, wanneer een boek de problemen zóó weet voor te stellen dat ze axioma's blijken; het bewijst dat de auteur ergens een superieur standpunt" heeft weten in te nemen. En het is het speciale voorrecht van den kunstenaar om van zoo hoog, zoo dicht bij de troon des Scheppers heet het, op de warrelende wereld neer te zien. Zelden vindt men een dergelijke objectiviteit in vrouwen-romans. Zij werd hier een groote verrassing, even groot als die, te ontdekken dat me vrouw Szekely-Lulofs een uitgespro ken talent bezit voor het schilderen van groote groepen menschen. Men behoeft het eene genre niet hooger te stellen dan het andere om zich toch te verheugen over het feit dat er bij de nieuwe phalanx der schrijfsters tenminste n is, die zich minder bekommert om karakterteekening, en meer om de oude, te zeer verwaar loosde kunst van Balzac: zakelijke situaties, geleidelijke zeden-verande ringen te dramatiseeren en aanschou welijk te maken. Onlangs heeft prof. Gerard Brom een feitenrijk boek gewijd aan Java in onze kunst". En de slechte stijl waarmede hij vele welgekozen citaten tot een leerzaam geheel verbindt, belet den lezer niet verwonderd te staan over het weinig goede dat Nederlandsche letterkunde blijkens zijn opsomming aan de Oost gewijd heeft. Met een woordvoerdster als de schrijfster van Rubber" zal het Sumatra stellig beter vergaan dan Java. Dit boeiend werk als romankunst mijlen ver te stellen boven de koloniale literatuur van Augusta de Wit, is slechts een twijfelachtige lof; maar het is zeker ook een van de beste romans uit den laatsten tijd, gewijd aan het zaken en industrie-leven. Door de afwezigheid van alle lyriek ten bate van een zeer zakelijke en treffende beschrijvingskunst, is deze roman in hooge mate oriê'nteerend. De schrijfster bedient zich niet van de foefjes waarmede men hier uittenOude afstand-toren in Chineesch Turkestan treure locale kleur" probeert te fabriceeren. De inlanders praten gelukkig behoorlijk Hollandsen, en met toewan" en ..soedah" is het grootste deel van de uitheemsche sambal uitgeput, waar mede dit proza gekruid wordt. Het heeft die kunstmatige prik kel niet noodig. Op een lichte, bijna feuilletonistische manier worden ons tientallen van scherpe en frappante kijkjes vergund op het leven van de planters, van de vele verschillende soorten van blanken. De groote winst is, dat het hier niet meer gaat om Ik en Indië" (zooals het sedert Multatuli met een tiental variaties gebleven is), maar om de wijze waarop verschillende menschen-typen op Indiëreageeren en zelf in de nieuwe omgeving vervormd worden. Men is niet meer geïnteresseerd door het vreemde milieu, doch door de reac ties van de menschen op dat milieu. En juist door de tienvoudige, verschillende reacties leert men den achtergrond het beste kennen. Hieraan ontleent dit boek zijn lite raire waarde. Ik geloof dat het ernaast nog een documentaire beteekenis heeft, omdat het een eigenaardige botsing van blanke rassen op vreemd territorium laat zien. Sedert Nicolaus de G raaf f in zijn Oost-Indise spiegel" uit den jare 1703 een zoo kleurige schildering heeft gegeven van De rijke en over dadige levens wijze der Hollanders in Indien, en voornamelijk die der vrou wen", is er heel wat veranderd. In Deli is de Amerikaansche invasie gekomen. die het leven der Nederlanders een kwart slag heeft omgezet. De blanke kolonie is losser" geworden, en hoe dat gegaan is wordt uitmuntend aangetoond in Rubber." Men kan door zijn temperament en zijn overtuigingen genoopt worden om al wat in deze roman ter sprake gebracht wordt, zelf partijdig te beschouwen. Ik per soonlijk zie nu eenmaal achter een rubberonderneming een wereldmarkt, die op een bepaalde wijze naties prest tot koloniseeren. tot het onder do duim houden" van menschen die ondanks alles evenveel recht als anderen op volstrekte vrijheid hebben. En de mentaliteit van Ehreriburg's 10 P.K." is mij lief. Maar men kan een zoo volstrekte onpartij digheid als in Rubber" werd betracht respecteeren, wetende dat het niet de wezenlijke taak der kunst is problemen op te lossen, propaganda te voeren of wantoestanden te hekelen. Echter geloof ik dat een dergelijke olympische gestelteriis bij een oprecht kunstenaar in dezen tijd niet duurzaam kan zijn, of zal moeten voeren tot bloedarmoede en verslapping. De schrijfster, die zooveel ro mantalent toonde in Rubber", is aan zichzelf en aan ons iet s schuldig: een arbeid in stijgende lijn. waarbij zij vanzelf de vlakte van haar ironische rust zal moeten verlaten voor gevaarlijker ge bieden. Want het hoort wel zeer tot het wezen van de kunst, dat deze veel. ja x.iehzelve avonBoekbespreking tuurt, om belangen welke ons nog dieper ingeworteld zijn dan de schoon heid. De eerste boomet Ph. C. A'iswer: l»ooi- «Ie bers;woestijm'n van AziëJii De wijze Balzac heeft het ergens over het proza ..dat wreedaardig liooge eischen .stelt aan hen, die gewend zijn liunne gedachten in alex andrijnen uit te drukken," Wanneer men nu een ontdekkingsreiziger ont moet, die behalve aan de wreed aardig hooge eischen die een expeditie in centraal-Aziëstelt, ook aan de eischen van het Xederlandsche proza op meer dan gewone wijze voldoet, moet men hem dan niet op bizondere wijze daarvoor eereii? Ofschoon de lieer l'h. C. Visser zeker geen literaire aspiraties zal koesteren (zulk een laagvlakte moet weinig aanlokkelijks hebben voor den uitmuntenden berg beklimmer), is liet eeu apart genoegen om voor hem'een kleine eere-tribunete

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl