Historisch Archief 1877-1940
'E LANDEN
Bergwoesiijnen van Azi
Roman uit Deli
Albert Heiman
mogen bouwen op deze schedelplaats.
'.' Stel het u voor: zooals ik gezeten
, «enter de Chineesche muur van
litena 76 dagen
en kwasi-literaire prozaboeken,
?gelijk Elias in de woestijn door een
raaf gespijzigd werd, opeens real
fctuff" in handen krijg, een dik boek
"Öat met plezier achter elkaar
uitgele;zen wordt, zoo dat ik iets terugvind
-ivan de lang-verloren vreugde
waarsimede vroeger veertig blauwe deeltjes
'Jules Verne verslonden werden. En
.daarachter reeds half-bewust te weten,
dat de angel der critiek (ze steekt
;"instinctief !) nergens een zwakke plek
zal vinden....
Wanneer de heer Visser minder
goed schreef, had niemand hem dit
mogen verwijten, en niemand zou het
! waarschijnlijk gemerkt hebben,
omi dat hij zooveel interessants heeft
mejle te deelen. Maar nu hij wel een
lenig, smeuïg, rondborstig proza
schrijft, sober in beschrijving is,
maar overal het juiste woord.
de juiste beelding vindt, nu wil
ik hem uitnoodigen het tribunetje
te bestijgen en een kleine speech
af te steken, opdat wij met z'n
allen een lesje van hem kunnen
opsteken:
Dat niemand als schrijver ge
boren wordt, omdat niemand
bij zijn geboorte al wat te zeg
gen heeft.
Dat iemand, die werkelijk wat te zeg
gen heeft, op den duur stellig wel de
goede woorden vindt waarmede hij dat
zeggen kan.
Dat het mooiste boek toch lekker dat
boek is wat het meeste boeit.
En dat de goede tradities nooit uit
sterven; de oude reisverhalen werden
stukgelezen, en de nieuwe oorspronkelijke
met lijfsgevaar beleefde reisverhalen
een even grage lezers-menigte vinden.
Plezierig is het, dat wij niet alleen
aardrijkskundige bizonderheden hooren,
niet alleen een zakelijk verslag krijgen
van het verloop der tocht, maar ook
het wedervaren vernemen van al de deel
nemers, wier persoonlijkheid en karakter
ons aan hot slot van het verhaal even
duidelijk voor de geest staat als waren
ze uitvoerig en op romaneske wijze be
schreven.
Beken ze nu gerust tot onze roman
helden, de zelfbewuste mevrouw Visser,
die aan het woord mannenmoed" een
engere beteekenis geeft; de gelijkmoedige
ornitholoog Sillem, de beide trouwe
Zwitsers, de goede vrome vader de
Ruyter, de wakkere hond Patiala, en
niet te vergeten de dikke oolijke
topograaf Khan Sahib.
De man die al hun lief en leed heeft
weten te beschrijven is ook de man die
het alles heeft beleefd, en dat in een tijd
dat hij het volste recht had met zichzelf
bezig en om zichzelf bezorgd te zijn.
Ook hiervan kan de romanschrijver iets
leeren.
Wat de wetenschappelijke en sportieve
beteekeiiis van Visser's tochten door het
-Karakorum-, Aghil- en Kuen Lun-gebergte
is, kan ik op geen stukken nabeoordeelen,
en is in dit verband ook van geen belang.
Maar dat een niet-literator vier
honderd bladzijden boeiende reis
beschrijving geeft, die als zoo
danig niets tekort komt, is een
gebeurtenis, waarop reeds ge
wezen had moeten worden. Als
onze vaderlandsche letterbonzen
maar even sportief waren geweest
als deze bergbeklimmer der let
teren kundig !
1) Uitgave Elsevier. Amsterdam.
2) Uitgave Nijgh en van Diimar.
De illustraties op deze pagina
zijn uit dit boek.
Schilderkunst
Ofrarcl Sliiijter bij van Lier
Gerard f^luijter schreef in het,
in 1928 door hem, met mede
werking van Erich Wichmann,
B. van Gelderen en L. Schelfhout
samengestelde werk ,,De moderne
grafiek": De meer intel
lectualistische denkwijzen van
den latereii tijd hebben uit het
oog verloren, dat er nok nog 7,00
iets bestaat als een
intuitivistiWaterhalende ezels in Kashgar
sche waardeering, welke aan de
intelletualistische voorafgaat, zooals in een
tijd van scherpe bewustwording licht
vergeten wordt, dat er ook een ge
bied van het onbewuste bestaat".
En ook dit: ,,.... De kunst kan
alleen tot grooten bloei komen wan
neer de gedachte verheven is, in
welken vorm doet er minder toe. En
verheven kan zij niet zijn als zij onder
geschikt wordt gemaakt aan de opper
vlakkige zinnelijke waarneming"....
De Verheven gedachte", die
niet intellectualistisch, maar
intuitivistisch" is en niet ondergeschikt
wordt gemaakt aan de oppervlakkige
zinnelijke waarneming, (!) heb ik,
nu Gerard Sluijter met deze expositie
bij van Lier wederom van de theorie
naar de praktijk is overgegaan, echter
niet kunnen ontdekken. Ik kan alleen
in dit werk een, op het vierkant en
horizontalen" en verticalen" ge
baseerde poging gewaarworden tot
een m.i. nogal intellectualistisch en
al te bewust bouwen", benevens
(in werken als het Negerinnen-fan
toom, en een soort astraal"
Gezelschap" b.v.) een openzetten van
de deuren van dat soort onderbewust
zijn waarin niet de hoogere" intuïties,
maar min of meer phoetale en ietwat
griezelige gestalten rondspoken....
Ik zie dan ook. om in de termen
van den schilder zélf door te spreken.
in dit werk niet veel mogelijkheden
van het komen tot grooten (kunst)
bloei." lftt komt me voor. dat deze
zich eerst dan weer zullen opdoen als
Sluijter er toe kan komen zich eerst
weer te resigneeren op de aanvankelijk
dan rr.isschien oppervlakkige, maar
allengs zich ..vanzelf" verdiepende
zinnelijke waarneming" van zijn
schilders-oog en hij het kwellen der
gedachten" meer dan thans van zich
af kan houden !.. ..
Het werk zooals het nu is, wil mij
voorkomen geforceerd te zijn naar een
wat al te .... individualistische theo
rie over de wijze waarop.... het indi
vidualisme in de kunst overwonnen
moet worden !
Maar in enkele doeken (ik noem
Gevels" en het Rabarber-stilleven)
zijn elementen die, bevrijd, de schilder
kunstige belofte, die er is, in vervulling
kunnen doen gaan. Een belofte die
spreekt van een weer samen komen,
in het schoon symbool, van ziel n
zinnen !
Jescheskiel D. Kirscheiibaum bij
van Lier, Amsterdam
Een serie teekeningen, sommige
even aangezet met wat aquarel
kleurtjes, uit het Poolsch-Joodsche
leven. Dit leven, druk, bewegelijk,
vol ook nog van oude tradities, wordt
vlot en vaardig neer geschetst in
zijn verschillende aspecten: op straat,
in huis, in de synagoge....
Op het individueele leven wordt
nergens ingegaan: zoo is er voor den
Jood een vaststaand type-, met
baard en lange kaftan, dat steeds
weer terugkeert in eendere gestalte
en zonder veel persoonlijke expressie
in de verschillende tafereelen. Dan
send dan wel predikend, het blijft
hetzelfde, weinig aan het gebeuren
deelnemende symbool.... Het blijft
alles een. zeer knap en interessant,
maar wat oppervlakkig, beeldend
vertellen van dit Poolsch-Joodsche
leven in zijn uiterlijke verschijning.
A. E. VAN DEX TOL
Stadsmuur van Yarkand
?v-£> v ,:*;..X^WA-JL .-r