De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 9 januari pagina 15

9 januari 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

Na. 2849 De Groene Amsterdammer van 9 Januari 1932 15 Onze Betalingsbalans door C. A. Klaasse Tengevolge van de enorme verschuivingen die in den loop van de paar laatste jaren hebben plaats gevonden, zoowel in de internationale handels beweging als in de dito-kapitaalsbeweging, is het vraagstuk van het handhaven of bereiken, van een toestand van evenwicht in de betalingsbalans evenwicht dus tusschen de aan het buitenland te betalen en van het buitenland te ontvangen bedragen uit allerlei hoofde voor een groot aantal landen acuut geworden. Dat evenwicht is daarom zoo belangrijk, omdat immers op den duur een land niet meer bij zijn buren kan en mag koopen dan het aan hen van zijn eigen over schotten kan slijten, terwijl, afgezien van de tijde lijke speelruimte door goudbeweging, ook de .handhaving van de waarde van de munteenheid ten nauwste met deze kwestie samenhangt. Er is bijna geen valuta, die niet in den jongsten tijd meer of minder over de tong gegaan" is, ook de gulden is daaraan niet ontkomen. En omdat toch het wel en wee van onze munt een ieder na aan liet hart ligt is het wel intressant eens in vogel vlucht de mutaties die zich in onze betalings balans hebben voltrokken nategaan, om te zien of van dien kant gevaren dreigen. * * * Om te beginnen kan dan geconstateerd worden dat de factor die in bijna alle gevallen van ernstige verstoring van het evenwicht in de betalings balans de directe aanleiding daartoe is geweest n.l. overheveling van een belangrijk gedeelte der op de schuldenbalans paraisseerende kort-termijn-posten naar de betalingsbalans hier niet verwacht kan "worden. In Engeland, in Zweden, in Duitschland, in Oostenrijk, overal waar de verstoring zoo ernstig was dat men of de munt van het goud heeft .moeten losmaken of ingrijpende reglemen teering heeft moeten afkondigen (Stillhalte enz.) waren omvangrijke direct of op korten termijn opeischbare verplichtingen aan het buitenland daarvan de oorzaak. Ook ons land heeft schulden aan bet buitenland; voorzoover het normale handelscredieten betreft moet men die buiten beschouwen laten, omdat die normaliter geprolon geerd worden bij nieuwe leveranties, zoodat hier schuldenbalans en handelsbalans elkaar kruisen. Wel van belang zijn de schulden van banken; die kunnen wanneer wantrouwen tegen banken of munt het hoofd opsteekt opgeé'ischt worden. Recente statistieken hierover zijn niet bekend. Maar wel zijn pas gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek cijfers per ultimo 1930; die wijzen erop dat die schulden relatief zeer klein zijn en zeer aanmerkelijk worden overtroffen door soortgelijke vorderingen op het buitenland. Welis waar zijn die voor een deel (men kan wel aannemen tot rond 300 millioen) geblokkeerd, maar voor het restant niet, terwijl eenige honderden millioenen van die vorderingen sedert ultimo 1930, t. w. in den loop van h;t juist afgeloopen jaar, in den vorm van goud zijn binnengehaald. Met een deel ?van dat goud en de nog vrijtemaken vorderingen zouden onze banken alle deposito's van buitenlandsche rekeninghouders kunnen terugbetalen. Natuurlijk zullen er ook wel wat wissels en schat kistpapier in buitenlandsche handen zijn, terwijl ongetwijfeld een deel van de saldi van anderen" bij de Nederlandsche Bank door buitenlanders worden aangehouden, maar het staat wel vast dat deze kwestie die de bovengenoemde landen op dit punt de nek kostte, voor ons geenerlei moeilijkheid oplevert. Wat nu de loopende posten" op de betalings balans betreft, kan worden opgemerkt dat ons land niet in de ongunstige positie verkeert van die landen die in de laatste jaren de handelsbeweging zich ongunstig zagen ontwikkelen, zooals dat in Engeland en in Frankrijk en in alle agrarische landen het geval was. Wel is ook ony.e uitvoer sterk teruggeloopen, zoowel naar hoeveelheid als naar waarde naar waarde het hardst maar de invoer is nog sneller gedaald, zoodat de ver houding tusschen import en export gunstiger is geworden. Weliswaar blijft nog steeds een belang rijk grootere invoer dan uitvoer over, maar dat ligt in de lijn van onze positie als land met een belangrijke onzichtbare export, dat zich dus kan permitteeren meer zichtbare invoer dan uitvoer te hebben. Het importoverschot is intusschen in 1931 voor zoover betreft de eerste elf maanden waarover de cijfers bekend zijn met rond 130 millioen ten aanzien van het voorgaande jaar teruggeloopen (in 1930 : 652, in 1931 : 522 millioen invoersurplus). Waarmee intusschen niet gezegd wil zijn dat nu ook de betalingsbalans gunstiger is geworden. Want van de posten die dienden om het gat te stoppen dat steeds door het invoeroverschot is ontstaan zijn er verschillende aanzienlijk terug geloopen; zoodat om overigens een gelijke situatie te handhaven inderdaad de handelsbalans moest verbeteren. Men denke daarbij voornamelijk aan twee posten van onzichtbare export" de scheepvaartrevenuen, en do inkomens uit elders geïnves teerd kapitaal. Do inkomsten uit scheepvaart zijn zeer sterk teruggeloopen; cijfers zijn over het laatste jaar niet bekend. Wel blijkt uit de juist gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau dat over 1930 deze inkomsten circa 50 millioen lager geraamd worden dan over het voorgaande jaar. Dat in het afgeloopen jaar wederom een niet geringe daling is ingetreden mag men veilig aan nemen. Belangrijker wellicht nog is de achteruit gang der inkomsten uit kapitaal van over de grens. Daaronder vallen ook de revenuen uit onze Indi sche investeeringen. die in het laatste jaar heel wat minder gevloeid hebben, en in het loopende nog aanmerkelijk gereduceerd zullen worden. Er is trouwens tusschen onze betalingsbalans en onze koloniën nog een nauwer samenhang dan alleen door de netto-revenueii. De heele financiering van. onze Indische bedrijven loopt voor een belangrijk deel over het moederland. zoodat vaak zelfs de bruto-inkomsten verminderd met exploitatiekosten in het credit van onze betalingsbalans komen. Bij de enorme daling van de waarde der tropische producten beteekent dat natuurlijk een factor van groote beteekenis. Het zijn intusschen niet alleen de inkomsten uit Indische beleggingen die achteruitgegaan zijn, ook de dividenden op andere uitheemsche aarideeleninvesteering, terwijl in den laatsten tijd zelfs een bres is geslagen in de obligatierente-inkomens: hoewel het belang van onze kapitaalmarkt bij Zuid-Amerika ook relatief veel geringer is dan bv. dat van de Engelsche, maakt toch het totaal bedrag een factor van beteekenis in de betalings balans uit. En van al de Zuid-Amerikaansche debiteuren is er nog maar n die betaalt. In het loopende jaar zal zich de invloed van deze factor eerst in vollen omvang doen gevoelen, want in 1931 hebben verschillende leeningen nog geheel of gedeeltelijk betaald. Dan is daar nog een derde 'element van beteekenis: de betalingen welke de Indische regeering in het Moederland heeft te verrichten en die voorheen ook inderdaad door de Indische schatkist werden geremitteerd zoodat de bedragen dus in het credit van de betalings balans kwamen worden sedert eenigen tijd door onze schatkist voorgeschoten. Het gaat daarbij om een bedrag van jaarlijks rond / 100 millioen, en de kans lijkt niet uitgesloten dat straks het Moederland zelfs een deel van den Indischen dienst financiert, waardoor deze post van het credit zelfs naar het debet van de balans zou verhuizen. * * * Met deze beide laatste posten zijn wij trouwens al van de loopende posten" op de betalingsbalans afgeraakt en te land gekomen bij de kapitaals beweging. In deze factor schuilt een behoorlijke reserve voor het opvangen van ongunstige wijzi gingen in de loopende posten". De cijfers der door het Centraal Bureau opgemaakte betalingsbalansen (dit is tot nu toe slechts n keer geschied over de jaren 1926?29) moeten met heel veel zout worden genoten, zoodat wij daarin weinig houvast vinden voor conclusies, maar men mag toch wel aannemen dat in de laatste jaren voor de crisis een overschot op de betalingsbalans beschikbaar voor dekking van kapitaalexport aanwezig was van 150 a 250 millioen. Deze factor is op het oogenblik practisch geheel weggevallen, nu het voor uitheemsche beleggingen (ook voor inheemsche trouwens) noodige vertrouwen ontbreekt. Daar voor is wel een kapitaalverschuiving naar de koloniën in de plaats gekomen naar hierboven werd opgemerkt. Maar er blijft toch nog een saldo dat desnoods gebruikt zou kunnen worden om schokken in de loopende posten optevangen. In het afgeloopen jaar heeft de verbetering van de handelsbalans zooals gezegd reeds 130 millioen doen vrijkomen", wanneer wij daarbij nog eens een 100 millioen tellen voor minder kapitaaluitvoer", dan is er dus een stootblok van rond 230 millioen om achteruitgang van vrachten, kapitaalsrevenueii en andere inkomsten uit den vreemde op te vangen. Nu moet men zich voor het loopende jaar ongetwijfeld voorbereiden op een verdere daling daarvan, terwijl ook de handelsbewegingeii onder den druk van talrijke invoerbelemmeringen elders wellicht niet /al meevallen. Maar men be denke dat de regeeringen middelen in handen heeft om desnoods integrijpen, door de invoercontingentoeringswet, thans bedoeld als bescher mende maatregel, toetepassen als middel tot ver betering van handels- en betalingsbalans. Tenslotte mag het volgende punt niet onbe sproken blijven: in den aanvang wees ik erop dat plotselinge verzwaring van do betalingsbalans door overheveling van de schuldenbalans bij ons geen gevaar vormt. Daarbij werd alleen gedacht aan de schulden op korten termijn. Wanneer men echter meerekent het in buiteniandsche handen bevindend bezit aan Nederlandsche obligatiën, verplichtingen op langen termijn dus, dan schuilt in een verkoopdrang op dat punt ongetwijfeld een mogelijke belasting van de betalingsbalans. In de laatste maanden hebben wij daarvan trou wens reeds voorbeelden gekend; de uitvoer van goud naar Frankrijk is tendeele een uitvloeisel van Fransche verkoopen van Nederlandsche obligatiën. En dan is daar tenslotte nog de mogelijkheid van vraag naar deviezen door guldenvluchtende" inheemsche kapitaalbezitters; uit dien hoofde is de verzwaring van de betalingsbalans zelfs bijna onbeperkt! Inmiddels bedenke men dat men met dergelijke invloeden slechts tot op zekere hoogte rekening te houden heeft; de invloed ervan kan door afweermaatregelen geheel worden ge keerd. Daarvoor zou deviezencontróle noodig zijn, maar het is de vraag of het zelfs onder de huidige omstandigheden toch niet tot centrali satie van het deviezenverkeer zal moeten komen, nu door valutareguleeringen elders de exporthandel moeite heeft aan zijn geld te komen, en een doelbewuste organisatie van het internationaal geldverkeer wellicht het beste middel is om de ook in dit opzicht vastloopende economische machine op gang te houden. Voorloopig behoeven wij intusschen althans ter bescherming van eigen positie niet aan bijzondere maatregelen te denken, de loopende posten op de betalingsbalans vertoonen nog een behoorlijke speelruimte, terwijl wij voor andere verschuivin gen voorloopig nog kunnen putten uit een zeer omvangrijke goudvoorraad, waarvan eenige hon denden millioenen af kan, voordat wij zelfs aan ons huidige wettelijke minimumdekking toe zijn. Als er ooit van dien kant gevaar voor onze valuta zou dreigen zullen wij toch nog een heelen tijd moeten wachten ! STOOKT DEN KETEI_| van uw centrale verwarming met een HERINGA-JOHNSON OLIEBRANDER Geen bediening, zindelijk, eenvoudig HERINGA & WUTHRICH CENTRALE VERWARMINGEN Amsterdam, HAARLEM, Den Haag

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl