Historisch Archief 1877-1940
Surséance van betaling
door Leopold Schwarzschild
L.SCWARZSCHILp, leider van het weekblad DAS TAGEBUCH, in menig opzicht een Duitsche
Groene", schrijft hieronder voor onze lezers over de werkelijke toedracht van het herstelprobleem.
Wachtere Cijfers over de
Jierstelscbuld.
De Commissie van Experts, die
deaer dagen, haar'rapport uitbracht,
was een tweelingzusje van den
Economischen Raad die hier in
Duitschland was ingesteld en met
een vrijwel eender onderzoek was
belast. Beide hadden ze niets te
beslissen. Voor geen ander doel
waren zij ingesteld, dan om de min
of meer academische gegevens te
leveren voor de conclusies van
anderen. En in beide vergaderingen
was het tenslotte deze vraag, die
ter tafel kwam: hoe moet het
besnoeide inkomen opnieuw verdeeld
-worden? Op het stellen van deze
? vraag loopt, bij den huldigen stand
der economische wetenschappen,
namelijk het debat uit, van iedere
conferentie zonder resultaat, waar
men ook om de groene tafel ging
zitten; alle nog zoo gecompliceerde
kwesties worden, tenslotte tot deze
primitieve vraag herleid: van wiens
stuk moet er wat af, en hoeveel
is nu in ieder huishouden de
koek kleiner geworden? Dat is het
geval in binnenlandsche aangelegen
heden, waar de
bekrimpingsfactor" van de eene klasse op
de andere, van het eene bedrijf
op het andere wordt geschoven. En
dat is ook het geval in buitenlandsche aangelegen
heden waar onder zwaar politieke theorieën en
argumenten tenslotte hetzelfde afschuifspelletje
gespeeld wordt, ditmaal van land tot land. De
herstelbetalingen zijn een stuk van het Duitscbe
volksinkomen, dat Duitschland graag zelf wil hou
den als vergoeding voor andere verliezen. De her
stelbetalingen zijn echter ook een deel van het in
komen der crediteurstaten, die op hun beurt hier
ook al weer niet graag afstand van doen, omdat
hun eigen portie ook kleiner geworden is. Hoog
stens willen zij Duitschland zooveel schenken, als
een ander hun kwijtscheldt.
Zoo kon uit het rapport van Bazel niet meer
voortvloeien dan de conclusie: dat het gewenscht,
en zelfs noodzakelijk was, Duitschland voorloopig
te ontlasten; echter in dier voege, dat daardoor
de andere staten niet zwaarder belast zouden wor
den. Zooals men zint is dat schuif spelletje inter
nationaal minstens zoo prïcair als nationaal.
Ondertusschen heeft het rapport van Bazel n
goed ding bewerkstelligd: het heeft Duitschland ?
de oogen geopend voor het feit, dat het de
Vereenigde Staten zijn, die zijn grooten crediteur vor
men. Deze waarheid heeft het Duitsche volk jaren
lang niet willen zien; de behoefte naar haat en ver
ontwaardiging tegenover Frankrijk was zoo sterk,
dat men voor de klinkklare en boekhoudkundige
waarheid, die deze stichtelijke verontwaardiging
afbreuk zou hebben kunnen doen, eenvoudig de
oogen toe deed. De boekhoudkundig juiste stand
vaa zaken is echter deze, dat Amerika per saldo
60% van de Duitsche herstelbetalingen krijgt en
Frankrijk daarentegen nog geen 25%. In het laat
ste jaar voor het Hoover-Moratorium betaalden
en ontvingen per saldo de Staten de volgende
bedragen:
Betalingen (in millioenen marken) Ontvangsten.
Duitschland 1729,4 Vereen. Staten 1026,3
2,9 Frankrijk 420,9
België92,6
Yougoslavië70,6
Engeland 53,5
Italië47,9
Japan 13,2
Portugal 6,0
Roemenië0,8
Polen 0,5
Jaar
eindigend op
31 Maart
1931
32
33
34
35
36
37
38
39
1940
41
42
43
44
45
46
47
48
49
1950
5i
52
53
54
55
56
57
58
59
1960
Duitschland
betaalt in
millioen M.
1729
1706
1760
1830
1893
1919
1966
2003
202 1
2069
2181
2201
22l8
2214
2228
2224
222O
2235
2230
2326
2369
2353
2356
2363
2374
2369
2364
2371
2403
2380
Daarvan komt
aan de Vereen.
St. ten goede
1027
1003
1044
n68
1251
1277
1324
1383
1401
1426
1539
1499
1516
1513
1526
1523
1515
1531
1526
T53
1572
I55Ó
1559
1566
1578
1573
1568
1575
1607
1584
(Behalve annuïteiten Dawes-leening)
Jaar
1 eindigend op
i 31 Maart
1961
62
63
64
65
i 66
67
68
69
1970
71
72
73
74
75
/6
77
78
79
1980
81
82
83
84
85
86
8?
88
89
1990
totaal
Duitschland
betaalt in
millioen M.
2390
2408
2400
2412
2411
2438
1608
1607
1617
1630
1644
1654
1662
1666
1668
i6/5
1679
1685
1696
1700
1711
1688
1692
1703
1684
925
93i
898
H3,757
Daarvan komt
aan de Vereen.
St. ten goede
1594
1612
1604
1616 ?
1615
1642
1600
1599
1609
1622
1636
1646
1655
1658
1661
1667
1671
1677
1688
1693
I7°3
1680
1684
1095
1676
917
924
894
2
I
87,201
Griekenland
1732,3 1732,3
Hierbij dient men nog te bedenken, dat het
aandeel der Vereenigde Staten in de toekomst zelfs
nog stijgt. Volgens het Young-plan en de verschil
lende verdragen omtrent de schuldregelingen
zullan de Duitsche betalingen en de Amerikaansche
ontvangsten zich volgens deze tabel ontwikkelen:
In 1940 zou het Amerikaansche aandeel reeds
tot 70%, in 1960 zelfs tot 80% stijgen; en van
1967 af zou tenslotte alles over den oceaan verhui
zen. En toch heeft Duitschland het klaar
gespeeld, den hoofd-,.uitzuiger" Amerika steeds
als bondgenoot, den bij-,,uitzuiger" Frankrijk
steeds als erfvijand voor te stellen. Zelfs wanneer
men op de werkelijke toedracht der feiten opmerk
zaam gemaakt werd, wanneer aan de hand van
nuchtere cijfers aangetoond werd, dat Frankrijk
voor het grootste deel der herstelbetalingen alleen
maar doorgaugsstation was (in het genoemde jaar:
totaal ontvangsten Frankrijk 900,7 millioen M.;
remise aan zijn crediteuren 479,8 millioen M.; rest
420,9 millioen) zelfs dan werd er geantwoord:
Wat gaat ons dat aan \ Wij betalen Frankrijk,
niet Amerika; wij willen niet verder betalen en de
Franschen moeten maar zien hoe ze zich redden.
Een dergelijke verkrachting der waarheid werd
ondertusschen ook in Amerika bedreven. Ook daar
placht men Frankrijk als de Shylock voor te stel
len. In Juni 1931 moest Washington voor de eer
ste maal zijn al te gemakkelijke theorieën opge
ven: Hoovers voorstel was de eerste erkenning dat
de sleutel tot de oplossing inderdaad in Washington
lag en dat tusschen schulden en herstelbetalingen
een daadwerkelijk verband bestond. Nu, na het
rapport van Bazel, schijnt de realiteit ook eindelijk
een goede kans te maken, langzamerhand tot
Duitschland door te dringen. Want het is toch
duidelijk dat 't het stuk koek van de Vereenigde
Staten is, dat de experts zich voorstellen te ver
kleinen, om de Duitsche portie niet onmenschelijk
klein te maken. Zij moeten nu maar eens passen".
De bekrimpingsfactor", die in binnenlandsche
aangelegenheden, althans in Duitschland, voor een
groot deel op de minstbevoorrechten wordt afge
schoven, zou althans in deze kwestie op den immer
nog rijkst gezegenden kunnen worden afgewenteld.
Wat er met de rest, groot circa 700 millioen mark,
moet gebeuren, die er na schrapping Van de
1027 voor Amerika bestemde millioenen overblijft,
de/e rest is identiek met de onbeschermde", beter
gezegd de onvoorwaardelijke annuïteiten, daar
voor wordt, zonder uitdrukkelijke formuleering,
toch duidelijk genoeg op een voorloopige
schikking gezinspeeld.
En ziet, plotseling teekent zich curieus schouw
spel voor dengeen die jarenlang met het sprookje
van een rechtschapen front van Duitschland, En
geland en Amerika tegen het duivolsche Frankrijk
is zoet gehouden aan den horizont iets af, dat
begint te lijken op een eenheidsfront van Europa
tegen de Vereenigde Staten!
Velen in Duitschland moet deze
ontnuchtering min of meer pijnlijk
vallen. Het is opeens zoo een
vreemde gewaarwording de drog
redenen van het chauvinistisch
gevoel te moeten achterstellen bij
de nuchtere feiten. Men is dat
ten onzent niet gewoon. Nog
onlangs, toen Laval naar Amerika*
was gegaan en Borah, de pionier
der geborneerdste
Yankee-onverzoenlijkheid, hem schoolmeester
achtige zedepreeken over Europa.
afstak, zelfs tóén juichten de Duit
sche kranten. Maar die zijn dan
ook in staat om zich over de
noodlottigste gebeurtenissen enthousiast
te toonen, wanneer die maar schijn
baar Frankrijk treffen. Eerst toen
onder leiding van dienzelfden
Borah het congres nog obstructie
tegen het Hoover-moratorium
voerde en tenslotte zelfs een wet
aannam die latere kwijtscheldingen
verbood, begon men hier te be
grijpen waar Abraham den mosterd
haalde. En wie dat toen nog niet
besefte, die zal dan toch na
kennisneming van het rapport der
Bazelsche experts tot de conclusie
moeten komen, dat, wat ons de
eerste maanden te wachten staat,
is: een worsteling van Europa met
Amerika om de herstelbetalingen
een worsteling die geen chauvinistische; propa
gandist kan voorstellen als een strijd tusschen
Frankrijk en Duitschland.
Dat in het vuur der komende besprekingen ver
schillende illusies in snippers zullen worden ge
scheurd, is een geluk?of liever: het kan een geluk
worden, wanneer de propagandisten der
FranschDuitsche tegenstelling er niet weer iri slagen de
uitkomst met hun nationalistische leugens te be
derven. De Duitschers zouden kunnen gaan be
grijpen, hoeveel er sinds 1918 in Europa juist
door de door hen gecajoleerde Amerikanen is ver
knoeid, te beginnen met het niet-ratificeeren van
Wilson's verdragen dat de oorzaak is van
Frankrijks roep om ,,sécurité'?, tot aan de af
persing van het schuldverdrag van
FrariklinBouillon, juist op het tijdstip der
franken-catastrophe waaruit natuurlijkerwijze de onver
zoenlijke houding van Frankrijk in het
herstelvraagstuk voortvloeide. Duitschland zou verder
tot het besef kunnen komen, dat het aan Frankrijk
wel is waar 420 millioen per jaar betaalt, maar
dat het toch in hoofdzaak met Frankrijk in den
ijzeren greep der Amerikaansche vorderingen
vastgekneld zit. Wanneer men deze nuchtere feiten
bij ons erkende, zou een belangrijke slagboom
tusschen beide landen wegvallen. En dat niet
alleen: ook een van de oorzaken zou wegvallen
van de wereldcrisis welker oplossing men zoekt
met tientallen conferenties en nog meer experts.
Want tenslotte hangt de oplossing niet af
van de kwijtschelding der herstelschulden. De
koek wordt er niet grooter van wanneer men be
disselt wiens stukhet meest verkleind moet worden.
De verdeeliny immers, van de nationale inkomens.
is iets^anders dan en grootte daarvan in de toekomst.
Beter 70 Milliard minus 2, dan 50 minus 0. Düar
draait liet om ! Verstandiger dan om de kleiner
geworden stukken koek te vechten is het, geza
menlijk te overleggen hoe men de koek weer grooter
maken kan. De tegenstelling, die er tusschen
Duitschland en Frankrijk bestaat, is een van
de grootste oorzaken van den economischen
noodtoestand op de geheele wereld. Een
Europeesch Front", ontstaan op den bod in
der herstelbesprekingen, zou deze tegen
stelling kunnen opheffen en zoodoende een be
langrijker resultaat kunnen opleveren dan de
herstelconferentie zelf.
Een gelegenheid uit duizend, voor een bekwame
Bijksregeering, om het stuur nog om te gooien
vóór het te laat is. Maar wie zou durven hopen,
dat de nood de mannen schept, die op dit oogenblik
onontbeerlijk zijn?