De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 9 januari pagina 2

9 januari 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

Surséance van betaling door Leopold Schwarzschild L.SCWARZSCHILp, leider van het weekblad DAS TAGEBUCH, in menig opzicht een Duitsche Groene", schrijft hieronder voor onze lezers over de werkelijke toedracht van het herstelprobleem. Wachtere Cijfers over de Jierstelscbuld. De Commissie van Experts, die deaer dagen, haar'rapport uitbracht, was een tweelingzusje van den Economischen Raad die hier in Duitschland was ingesteld en met een vrijwel eender onderzoek was belast. Beide hadden ze niets te beslissen. Voor geen ander doel waren zij ingesteld, dan om de min of meer academische gegevens te leveren voor de conclusies van anderen. En in beide vergaderingen was het tenslotte deze vraag, die ter tafel kwam: hoe moet het besnoeide inkomen opnieuw verdeeld -worden? Op het stellen van deze ? vraag loopt, bij den huldigen stand der economische wetenschappen, namelijk het debat uit, van iedere conferentie zonder resultaat, waar men ook om de groene tafel ging zitten; alle nog zoo gecompliceerde kwesties worden, tenslotte tot deze primitieve vraag herleid: van wiens stuk moet er wat af, en hoeveel is nu in ieder huishouden de koek kleiner geworden? Dat is het geval in binnenlandsche aangelegen heden, waar de bekrimpingsfactor" van de eene klasse op de andere, van het eene bedrijf op het andere wordt geschoven. En dat is ook het geval in buitenlandsche aangelegen heden waar onder zwaar politieke theorieën en argumenten tenslotte hetzelfde afschuifspelletje gespeeld wordt, ditmaal van land tot land. De herstelbetalingen zijn een stuk van het Duitscbe volksinkomen, dat Duitschland graag zelf wil hou den als vergoeding voor andere verliezen. De her stelbetalingen zijn echter ook een deel van het in komen der crediteurstaten, die op hun beurt hier ook al weer niet graag afstand van doen, omdat hun eigen portie ook kleiner geworden is. Hoog stens willen zij Duitschland zooveel schenken, als een ander hun kwijtscheldt. Zoo kon uit het rapport van Bazel niet meer voortvloeien dan de conclusie: dat het gewenscht, en zelfs noodzakelijk was, Duitschland voorloopig te ontlasten; echter in dier voege, dat daardoor de andere staten niet zwaarder belast zouden wor den. Zooals men zint is dat schuif spelletje inter nationaal minstens zoo prïcair als nationaal. Ondertusschen heeft het rapport van Bazel n goed ding bewerkstelligd: het heeft Duitschland ? de oogen geopend voor het feit, dat het de Vereenigde Staten zijn, die zijn grooten crediteur vor men. Deze waarheid heeft het Duitsche volk jaren lang niet willen zien; de behoefte naar haat en ver ontwaardiging tegenover Frankrijk was zoo sterk, dat men voor de klinkklare en boekhoudkundige waarheid, die deze stichtelijke verontwaardiging afbreuk zou hebben kunnen doen, eenvoudig de oogen toe deed. De boekhoudkundig juiste stand vaa zaken is echter deze, dat Amerika per saldo 60% van de Duitsche herstelbetalingen krijgt en Frankrijk daarentegen nog geen 25%. In het laat ste jaar voor het Hoover-Moratorium betaalden en ontvingen per saldo de Staten de volgende bedragen: Betalingen (in millioenen marken) Ontvangsten. Duitschland 1729,4 Vereen. Staten 1026,3 2,9 Frankrijk 420,9 België92,6 Yougoslavië70,6 Engeland 53,5 Italië47,9 Japan 13,2 Portugal 6,0 Roemenië0,8 Polen 0,5 Jaar eindigend op 31 Maart 1931 32 33 34 35 36 37 38 39 1940 41 42 43 44 45 46 47 48 49 1950 5i 52 53 54 55 56 57 58 59 1960 Duitschland betaalt in millioen M. 1729 1706 1760 1830 1893 1919 1966 2003 202 1 2069 2181 2201 22l8 2214 2228 2224 222O 2235 2230 2326 2369 2353 2356 2363 2374 2369 2364 2371 2403 2380 Daarvan komt aan de Vereen. St. ten goede 1027 1003 1044 n68 1251 1277 1324 1383 1401 1426 1539 1499 1516 1513 1526 1523 1515 1531 1526 T53 1572 I55Ó 1559 1566 1578 1573 1568 1575 1607 1584 (Behalve annuïteiten Dawes-leening) Jaar 1 eindigend op i 31 Maart 1961 62 63 64 65 i 66 67 68 69 1970 71 72 73 74 75 /6 77 78 79 1980 81 82 83 84 85 86 8? 88 89 1990 totaal Duitschland betaalt in millioen M. 2390 2408 2400 2412 2411 2438 1608 1607 1617 1630 1644 1654 1662 1666 1668 i6/5 1679 1685 1696 1700 1711 1688 1692 1703 1684 925 93i 898 H3,757 Daarvan komt aan de Vereen. St. ten goede 1594 1612 1604 1616 ? 1615 1642 1600 1599 1609 1622 1636 1646 1655 1658 1661 1667 1671 1677 1688 1693 I7°3 1680 1684 1095 1676 917 924 894 2 I 87,201 Griekenland 1732,3 1732,3 Hierbij dient men nog te bedenken, dat het aandeel der Vereenigde Staten in de toekomst zelfs nog stijgt. Volgens het Young-plan en de verschil lende verdragen omtrent de schuldregelingen zullan de Duitsche betalingen en de Amerikaansche ontvangsten zich volgens deze tabel ontwikkelen: In 1940 zou het Amerikaansche aandeel reeds tot 70%, in 1960 zelfs tot 80% stijgen; en van 1967 af zou tenslotte alles over den oceaan verhui zen. En toch heeft Duitschland het klaar gespeeld, den hoofd-,.uitzuiger" Amerika steeds als bondgenoot, den bij-,,uitzuiger" Frankrijk steeds als erfvijand voor te stellen. Zelfs wanneer men op de werkelijke toedracht der feiten opmerk zaam gemaakt werd, wanneer aan de hand van nuchtere cijfers aangetoond werd, dat Frankrijk voor het grootste deel der herstelbetalingen alleen maar doorgaugsstation was (in het genoemde jaar: totaal ontvangsten Frankrijk 900,7 millioen M.; remise aan zijn crediteuren 479,8 millioen M.; rest 420,9 millioen) zelfs dan werd er geantwoord: Wat gaat ons dat aan \ Wij betalen Frankrijk, niet Amerika; wij willen niet verder betalen en de Franschen moeten maar zien hoe ze zich redden. Een dergelijke verkrachting der waarheid werd ondertusschen ook in Amerika bedreven. Ook daar placht men Frankrijk als de Shylock voor te stel len. In Juni 1931 moest Washington voor de eer ste maal zijn al te gemakkelijke theorieën opge ven: Hoovers voorstel was de eerste erkenning dat de sleutel tot de oplossing inderdaad in Washington lag en dat tusschen schulden en herstelbetalingen een daadwerkelijk verband bestond. Nu, na het rapport van Bazel, schijnt de realiteit ook eindelijk een goede kans te maken, langzamerhand tot Duitschland door te dringen. Want het is toch duidelijk dat 't het stuk koek van de Vereenigde Staten is, dat de experts zich voorstellen te ver kleinen, om de Duitsche portie niet onmenschelijk klein te maken. Zij moeten nu maar eens passen". De bekrimpingsfactor", die in binnenlandsche aangelegenheden, althans in Duitschland, voor een groot deel op de minstbevoorrechten wordt afge schoven, zou althans in deze kwestie op den immer nog rijkst gezegenden kunnen worden afgewenteld. Wat er met de rest, groot circa 700 millioen mark, moet gebeuren, die er na schrapping Van de 1027 voor Amerika bestemde millioenen overblijft, de/e rest is identiek met de onbeschermde", beter gezegd de onvoorwaardelijke annuïteiten, daar voor wordt, zonder uitdrukkelijke formuleering, toch duidelijk genoeg op een voorloopige schikking gezinspeeld. En ziet, plotseling teekent zich curieus schouw spel voor dengeen die jarenlang met het sprookje van een rechtschapen front van Duitschland, En geland en Amerika tegen het duivolsche Frankrijk is zoet gehouden aan den horizont iets af, dat begint te lijken op een eenheidsfront van Europa tegen de Vereenigde Staten! Velen in Duitschland moet deze ontnuchtering min of meer pijnlijk vallen. Het is opeens zoo een vreemde gewaarwording de drog redenen van het chauvinistisch gevoel te moeten achterstellen bij de nuchtere feiten. Men is dat ten onzent niet gewoon. Nog onlangs, toen Laval naar Amerika* was gegaan en Borah, de pionier der geborneerdste Yankee-onverzoenlijkheid, hem schoolmeester achtige zedepreeken over Europa. afstak, zelfs tóén juichten de Duit sche kranten. Maar die zijn dan ook in staat om zich over de noodlottigste gebeurtenissen enthousiast te toonen, wanneer die maar schijn baar Frankrijk treffen. Eerst toen onder leiding van dienzelfden Borah het congres nog obstructie tegen het Hoover-moratorium voerde en tenslotte zelfs een wet aannam die latere kwijtscheldingen verbood, begon men hier te be grijpen waar Abraham den mosterd haalde. En wie dat toen nog niet besefte, die zal dan toch na kennisneming van het rapport der Bazelsche experts tot de conclusie moeten komen, dat, wat ons de eerste maanden te wachten staat, is: een worsteling van Europa met Amerika om de herstelbetalingen een worsteling die geen chauvinistische; propa gandist kan voorstellen als een strijd tusschen Frankrijk en Duitschland. Dat in het vuur der komende besprekingen ver schillende illusies in snippers zullen worden ge scheurd, is een geluk?of liever: het kan een geluk worden, wanneer de propagandisten der FranschDuitsche tegenstelling er niet weer iri slagen de uitkomst met hun nationalistische leugens te be derven. De Duitschers zouden kunnen gaan be grijpen, hoeveel er sinds 1918 in Europa juist door de door hen gecajoleerde Amerikanen is ver knoeid, te beginnen met het niet-ratificeeren van Wilson's verdragen dat de oorzaak is van Frankrijks roep om ,,sécurité'?, tot aan de af persing van het schuldverdrag van FrariklinBouillon, juist op het tijdstip der franken-catastrophe waaruit natuurlijkerwijze de onver zoenlijke houding van Frankrijk in het herstelvraagstuk voortvloeide. Duitschland zou verder tot het besef kunnen komen, dat het aan Frankrijk wel is waar 420 millioen per jaar betaalt, maar dat het toch in hoofdzaak met Frankrijk in den ijzeren greep der Amerikaansche vorderingen vastgekneld zit. Wanneer men deze nuchtere feiten bij ons erkende, zou een belangrijke slagboom tusschen beide landen wegvallen. En dat niet alleen: ook een van de oorzaken zou wegvallen van de wereldcrisis welker oplossing men zoekt met tientallen conferenties en nog meer experts. Want tenslotte hangt de oplossing niet af van de kwijtschelding der herstelschulden. De koek wordt er niet grooter van wanneer men be disselt wiens stukhet meest verkleind moet worden. De verdeeliny immers, van de nationale inkomens. is iets^anders dan en grootte daarvan in de toekomst. Beter 70 Milliard minus 2, dan 50 minus 0. Düar draait liet om ! Verstandiger dan om de kleiner geworden stukken koek te vechten is het, geza menlijk te overleggen hoe men de koek weer grooter maken kan. De tegenstelling, die er tusschen Duitschland en Frankrijk bestaat, is een van de grootste oorzaken van den economischen noodtoestand op de geheele wereld. Een Europeesch Front", ontstaan op den bod in der herstelbesprekingen, zou deze tegen stelling kunnen opheffen en zoodoende een be langrijker resultaat kunnen opleveren dan de herstelconferentie zelf. Een gelegenheid uit duizend, voor een bekwame Bijksregeering, om het stuur nog om te gooien vóór het te laat is. Maar wie zou durven hopen, dat de nood de mannen schept, die op dit oogenblik onontbeerlijk zijn?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl