Historisch Archief 1877-1940
No. 2849
De Groene Amsterdammer van 9 Januari 1932
Huwelijksgeluk
Ik heb mij er over verwonderd dat de vrouwen,
die zich geroepen voelden hun opinie te geven
over Dr. van de Velde's stellingen, zijn vraag
punten zoo slecht hebben beantwoord en er meestal
volkomen naast hebben geredeneerd. Over datgene
waar het eigenlijk om ging, heb ik niet veel van
mijn medelezeressen hooren spreken. Daarom zal
ik, hoewel ik sinds een aantal jaren niet meer in
Holland woon, toch maar niet volharden in mijn
oorspronkelijk besluit om buiten het debat in
de Groene te blijven.
Het ging, meen ik, om het volgende. In het
goede huwelijk speelt het erotische moment een
gewichtige en blijvende rol. Wanneer er met dat
?erotische moment iets niet in den haak is, dient
daar een invloed ten goede aangewend te worden.
"Vaak lukt het dan een slecht huwelijk goed te
maken. Om het erotisch moment zijn
breedstmogelijke expansie te kunnen geven zal het
reeds vaak noodig zijn bewust in te grijpen, daar
?waar het op de regeling van het kindertal aankomt.
Ook in het sexueele leven vindt de leiding van
den man een taak. Van nature is hij tot leiding
geven aangewezen.
* *
*
Tja, het is juist dat laatste waarmee ik mij nu
toch niet kan vereenigen. Ik bedoel niet persoonlijk
niet. Maar in het algemeen, en in de toekomst niet.
Dit alles uit te leggen zou mij meer ruimte doen
«ischen dan een brief in de Groene beslaat.
Misschien mag ik beginnen met te zeggen dat
k niet getrouwd ben, maar dat ik mij er toch niet
voor geneer er voor uit te komen, dat ik gerechtigd
toen mee te praten. Ik ben assistente aan een
touitenlandsche universiteit. In mijn studenten-tijd
in Holland had ik reeds gelegenheid de opinie's
van mijn vriendinnen te toetsen aan ons aller er
varing. Ik weet wel, dat, in den loop van de vier
laatste jaren, hun opinie's radicaler zijn geworden.
De mijne waren dat al.
* *
*
Met de eerste stellingen van Dr. v. d. Velde
ga ik accoord. Ook weet ik dat de jonge
Hollandsche vrouwen, met wie ik nu nog relaties heb,
dat, althans in de practijk, ook doen. Men is niet
meer zoo geborneerd, zijn oogen te sluiten voor
de belangrijkheid van het sexueele leven. Dat zij
met vreugde in alle zaken van leven en liefde
liet initiatief van den man volgen, ook dat zal,
bij een goed huwelijk, wel meestal het geval zijn.
Maar is daarmee gezegd, dat dit ook het ideaal
s? Mijns inziens niet.
Ik geloof, dat wij juist in sexualibus een
ongeloofelijk snelle evolutie aan het meemaken zijn.
JEn daarin vertoont de vrouwen-emancipatie een
veel grootscher beeld dan in alle politieke succesjes
sinds Mrs Pankhurst. Het onwaarachtig zg.
kuischHOOFDMAGAZIJN
DEN HAAG
OPRUIMING
14 EN 15 JANUARI
"ANDE
ZONEN
heidsideaal bestaat niet meer. Ook voor meisjes
niet meer. In zooverre zijn wij goddank van de
dubbele moraal" afgestapt, zij het in omgekeerde
richting als de brave heilsoldaten van een half
geslacht terug tegennatuurlijkerwijs van ons verg
den.
Ken evolutie van 1920 tot '30 bedoel ik natuurlijk
niet, al valt een sneller polsslag tusschen de
jaren '24 en '30 wel te merken. ledere evolutie
gaat met schokken. Wat ik bedoel is: een evolutie
in het liefdesleven, die parallel loopt met de eman
cipatie der vrouw. De onderlinge betrekking
van man tot vrouw, de mate van het ..eigen
domsrecht" dat man over vrouw uitoefent, die
zal beslissend zijn voor den daadwerkelijken inhoud
van een sexueele samenleving. Ook in den aard
van een sexueele relatie kan verschil zijn en in die
van den jonkman, die ,,eene vrouw kamerde"
om met van Lennep te spreken, zal een andere
stem spreken dan in die van den good sport van
heden die een vriendinnetje, dat hij onder zijns
gelijken leerde kennen, in zijn wagen meeneemt
en met haar op reis gaat.
Belletristische en psychologische litteratuur ver
wijten de vrouw van onze dagen, vooral die van
een twintigtal jaren geleden, vaak ,,koudheid".
Is dat riet, omdat zij. reeis krachtens opvoeding
en kennis, de gelijke geworden van den man, riet
meer kon berusten in een verhouding, waarin zij
als bezit genomen" werd in plaats van in
kameraadschap op te gaan"?
Het is een lange ontwikkeling van cave-man
via pasha tot heer des huizes in den
hoogburgerlijken tijd. Maar toch was daarmee nog niet den
top bereikt. Die brengt het gelijke kameraadschap,
dat men nu in Rusland vindt, en vaak ook in het
Westen. Dat dit consequenties meebrengt, die
onze zg. cultuur nog niet kan billijken, wie zal
dat ontkennen? In dit opzicht verwacht ik veel
heil van de Sovjet-cultuur. Niet, omdat ik verder
voor het communisme iets voel (volstrekt niet),
maar omdat telkens iedere groote revolutie zekere
cultuurgoederen oplevert en het wel het voordeel
van de Russische revolutie genoemd kan worden,
dat althans daar begonnen is met het opruimen
van een aantal taboe's, die het Westersch geestelijk
leven zóó sterk beheerschten, dat een wetenschap
pelijk onderzoek omtrent datgene wat met het
sexueele leven in verband staat toch altijd nog
min of meer verdacht is. Maar nu kom ik op zij
wegen. (Dr. v. d. Velde u begrijpt mijn meening
over zekere onderwerpen wel !)
Ik wil maar zeggen, dat ik geloof dat de supre
matie van den man zijn nut en zijn tijd gehad
heeft. Het was, in den aanvang, noodig voor de
instandhouding der soort. Nu komt er van zelf
een verandering, die harmonisch groeien moet.
De politieke, de psychologische en de erotische
emancipatie der vrouw moeten gezamenlijk een
geleidelijke ontwikkeling doormaken. Het is echter
een fout, te meenen dat die op erotisch gebied
achterwege zal blijven, omdat de evolutie op poli
tiek gebied zoo hard van stapel is geloopen. Panta
rei.
VEKA V.
Boekbespreking.
De Radiumdiefstal door Jat;. Beryhuis.
Alkmaar. Gebr. Kluitman.
Ook Jac. Berghuis geeft graag een Engelsch
tintje aan zijn boeken. Intusschen behandelt hij
zijn eigen taal weieens wat nonchalant. Hij en zijn
personages zijn vurige bewonderaars der firma
Philips, en alles wat derzelver industrie omringt.
Eindhoven wordt een wereldcentrum; de
H.B.S.jeugd schijnt slechts uit genieën van allerlei aard
te bestaan. Menig broodeloos musicus zou af
gunstig worden op het succes van hun band"
(?The Notecrackers") en zich, niet zonder reden,
ergeren aan deze soort reclame voor amateurs.
Jac. Berghuis weet zijn verhalen, hoe onwaar
schijnlijk ook, aardig in elkaar te zetten en er de
prikkelende geheimzinnigheid aan te geven die
de jongens zoo boeit. Jan Lutz is een uitstekend
illustrator; hij verstaat de kunst om met een enkel
lijntje te karakteriseeren.
JUUL ROGGEVEEN
Kon. Meubeltransport-Maatschappij
DE GRUYTER & Co.
DEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
BEWAARPLAATSEN VOOR INBOEDELS
Beeldhouwkunst
Die Romanische Bauornamentik in
Klosterrath und die Nord-Französische
Bauplastische invasion am Maas und
Niederrhein im letsten Drittel des Xllten
Jahrhunderts von Dr. H. A. Diepen. Den
Haag, Martinus Nijhoff. 1931.
Die Klosterrather Abtei habe ich aus nicht
ganz objectiven Beweggrunden zum Gegenstand
meiner Arbeit erwahlt. Ihr schulde ich namlich
aus Jugendtagen grofzen dank; S ie war die
Bildung statte die mich vor mehr als einem
halben Jahrhunderte zum Besuche der
Hochschule befahigte. Liebe Jugenderinnerungen
also bildeten die hauptsachlichste Veranlassung
zu meinen Untersuchungen", zoo begint Dr. H. A.
Diepen, zijn belangrijk en wetenschappelijk boek,
met vele illustraties (88 bdlz. vol.) over
Romaansche kapiteelen en basementen.
Het is wel opmerkelijk, dat hier een
jeugdbekentenis gedaan wordt die zoo zuiver van aanvoelen
was, dat in latere jaren door dezen auteur een
diepgaande studie moest volgen, omdat hem de
waarheid reeds in zijn kinderjaren spelenderwijs
werd geopenbaard.
Den heer Diepen op de voet te volgen in zijn
moeilijk onderzoek is in deze korte aanbeveling
die ik dit boek wil medegeven, niet doenlijk en
ik zou zeggen de vele geleerde heeren, waaraan
de heer D. zu warmen Dank verpflichtet" is,
zijn reeds bewijzen genoeg dat met de meeste
nauwgezetheid dit onderzoek werd ondernomen.
Het boek is geworden een rijk geïllustreerd pren
tenboek over de Romaansche kunst voor de be
oefenaars der sculptuur, maar ook een deskundig
betoog over het ontstaan, den invloed en de
beteekenis dezer kunst voor geleerden. Voor onze
beeldhouwers om aan te smullen. Wrat een rijkdom !
Wat een zuiverheid ! Wat een steenbegrip ! Wat
een kunst! Wat een een fantasie ! Wat een gevoel
voor ornamenteeren ! Wat een levensdrang! Welk
een hoopvol kunnen ! Wat een levensvreugde ! On
danks den kubistisch-architectonischen ondergrond
is dit ornament luchtig en speelsch. De architectuur
bloeit als een knop open. Als een noodzakelijkheid
gaat de architectuur over in de sculptuur. Er zijn
geen grenzen tusschen beide kunsten. Het is een
gebeeldhouwde architectuur of een
architectojiische beeldhouwkunst.
Over het geschrevene wees ik reeds als een te
ingewikkelde stof. Bijna 4 pagina's met een lijst
van geraadpleegde boeken zeggen veel. Dan begint
het eerste hoofdstuk met de geschiedenis in het
jaar 1104 over de krypta van de Klosterrather
Abteikirche". Wij lezen dan dat langs den grooten
heirweg, den Weltweg", dien de middeleeuwsche
globe-trotters hebben gemaakt, stets Gebirge
meidend" van het Rheinland naar Rome, ook de
kunst natuurlijk dien weg is ingeslagen en begrijpt
men de overeenkomsten tusschen kapiteelen uit
Klosterrath met die uit Maastricht in Holland,
Rheims in Frankrijk of Modena in Italië. Het 2e
gedeelte van het earste hoofdstuk behandelt de
Oberkirche". Hoofdstuk II gaat over Verwandte
Schmuckformen anderer Bauwerken" o.a., die van
Maastricht, Bonn, Kóln, Odilienberg, Tongern,
Ijüttich, Hchwarzrheindorf en die Wartburg.
Hoofdstuk III over Spezieller Teil.
Een zeer rijk gedocumenteerd boek over dit
middeleeuwsche ornament met groote kennis van
zaken geschreven, dat zeker zijn west zal vinden
naar de vele bibliotheken in en buiten ons land.
THEO VAX HEI.IN
LE CHAMPAGNE EN VOGUE
JAGER-GERLINGS HAARLEM