Historisch Archief 1877-1940
No. 2851
De Groene Amsterdammer van 23 Januari 1932
15
Het phenomeen der Fransche Welvaart
door C. F. Roosenschoon
Dure protectie van den landbouw.
De nood, die een deugd bleek te zijn
Als een der merkwaardigst 3 symptomen van de
huidige crisis zal men later zeker noemen: de
overschatting van de macht van het goud. Het is
werkelijk merkwaardig hoe de menschen zich
Mind staien op de groote massa goud bij de
JBanque de France en daaruit concludeeren dat
Frankrijk er bijzonder goed voor staat.
Toch is het bekend, dat in Amerika de
eensaanwezige enorme goudvoorraad de crisis hoege
naamd niet heeft kunnen stuiten en ook ons land
ziet bij een volwaardig betaalmiddel zijn aantal
?werkloozen steeds aangroeien. Dat Frankrijk een
tamelijk goed figuur slaat in vergelijking niet
andere landen heeft zijn oorzaken dan ook ergens
anders dan in de kelders van de Banque de France.
De Franschen hebben in de jaren na den oorlog
een paar maal van den nood op zeer gelukkige
wijze een deugd gemaakt, zij het dan doorgaans
ten koste van anderen. Wij moeten met onze
gedachten even teruggaan tot de groote Fransche
crisis van 1926, toen het eene Ministerie na het
andere duikelde en de Franc terug liep tot 7, 6, en
bijna 5 cent zelfs. In hun angst kwamen toen de
vechtende schapen bijeen, Poincarévormde een
nationale regeering en kort daarna kwam de Franc
weer terug op bijna 10 cent, dank zij krachtige
financieele maatregelen. Na een jaar ongeveer
werd de Fransche munt op dat peil wettelijk
gestabiliseerd, dus op ongeveer 1/5 van zijn
vroegere officieele waarde.
Dat daarmede 4/5 van de oude schuld in
binnenen buitenland werd geannuleerd, daar denkt men
nu maar niet meer aan. Voila punt l!
Verder heeft Frankrijk altijd het leeuwendeel
gehad van de Duitsche herstelbetalingen, terwijl
het zelf zijn schuldeischers niet zeer veel betaalde,
punt 2 ! Nu Engeland, dat in de moeilijkste
jaren zijn schulden met volwaardige munt betaalde,
zijn geld ziet gedepre3ieerd, zijn de Franschen
heftig verontwaardigd en vergeten dat zij zelf de
wereld nog op een andere manier adergelaten
hebben.
Ten derde had Frankrijk zijn verwoeste ge
bieden. Inplaats van een groote handicap is de
opbouw hiervan een zeer groote, uitgebreide
nationale industrie geworden. De Duitschers be
taalden het, en de Franschen hadden er een ruime
werkgelegenheid aan, waardoor de Fransche in
dustrie niet zoozeer genoodzaakt werd, in export
een afzet te vinden.
Bovendien vormden de slagvelden een prachtig
en dan ook dankbaar geëxploiteerd gebied voor
toerisme, waarvoor kunstmatig nog steeds een
aantal ruïnes en dergelijke in stand wordt gehou
den. Punt 4 !
Ten vijfde, en dit is met de inflatie een van de
belangrijkste punten, had Frankrijk zijn tekort
aan menschen. Hierover is zwaar gejammerd,
maar ook deze schijnbare nood is ia de praktijk
een factor ten gunste gebleken. Allereerst was er
daardoor volop werk voor de Franschen zelf.
Het tekort werd aangevuld door goedkoope
Polen, Tsjechen, Spanjaarden, Italianen en Belgen
Daarvan hebben de laatste drie groepen zich
blijvend gevestigd (tezamen bijna anderhalf m
lioen), terwijl de Polen en Tsjechen, (circa 700.000)
werden geïmporteerd bij heele treinladingen dooi
de werkgeversorganisatie en de Fransche boeren
bond. In deze werkkrachten had men goedkoope
arbeiders, die niet het minste confort gewend
waren en die dus met een minimum aan huis
vesting, hygiëne en voeding genoegen namen. Het
'grootste voordeel is echter, dat men deze
werkKUN STZ AAL
VAN LIER
DOORLOOPEND
T ENTOON G ESTEL D
ROKIN 19fi =
AMST ERDAM
BEZICHTIGING VRIJ
KUNSTWERKEN VAN
JONGE HOLLANDSCHE
EN BUITENL. MEESTERS
krachten ook weer kan uitvoeren, als er geen
werk meer is in fabrieken of op het land. Als
de buitenlandsche arbeiders rondloopen, dan ver
vallen ze al spoedig tot de catagerie ongewenschte
vreemdelingen" en dan gaan ze eruit, weer de
grens over, huistoe !
Geen wonder, dat het werkloozencijfer in
Frankrijk tot groote verbazing van de omrin
gende landen langen tijd zoo abnormaal laag bleef.
Maar inmiddels blijkt dat zelfs dit spuien van
buitenlanders niet meer afdoende is en zoo geven
de laatste statistieken dan ook een snelle stijging
van het aantal werkloozen aan. Waar in begin
1931 nog bericht werd, dat dit aantal onbeteekenend
was, is deze snelle groei wel een aanwijzing, dat
de crisis bezig is Frankrijk mede te trekken in de
algemeene heksenketel.
De Fransche handelsbalans is al jaren zeer
ongunstig; inet name de auto-industrie zag haai'
export sinds de stabilisatie van de Franc steeds
inkrimpen. De binnenlandsche markt bleef echter
nog goed door de tarievenpolitiek, maar de
crisisvhel pleegt harder te wassen dan men
tariefmuren kan optrekken en zoo zijn we dan
aangeland op het punt, waarop ook in Frankrijk de
algemeene malaise zich begint te doen gevoelen.
Het bewijs dat dit critieke punt is bereikt levert
de invoering van het contin^enteeringsstelsel. Met
dit systeem beoogt men de Fransche markt van
vreemde smetten vrij" te houden, blijkbaar
omdat het met invoerrechten alleen niet gaat.
Niets demonstreert duidelijker het fiasco van
invoerrechten, dan de invoering van het contingen
tensysteem. Ook met deze nieuwigheid zal het
echter spaak loopen, ditmaal echter niet onder
druk van de boeren, maar door verzet van de
loontrekkende massa, die tot een
hongerrantsoen wordt veroordeeld.
Bescherming met invoerrechten is zooiets als
water pompen om de eend te verdrinken. In
wezen komt het overeen met inflatie van de munt,
immers de koopkracht van het inheemsche"
geld wordt erdoor verzwakt. De tarwe kost b.v.
in Frankrijk ongeveer 2| keer zooveel als op de
vrije markt, het leven in het land zelf wordt dus
op kunstmatige wijze duur gehouden, hetgeen
op hetzelfde neerkomt, alsof de koopkracht
van het loon, verdienste of anderszins verminderd
wordt. Hoewel de Fransche landbouwers dus een
veel grootere bruto-ontvangst hebben, dan b.v.
de Nederlandsche, zijn hun uitgaven ook belang
rijk hooger, omdat veevoeder-artikelen, landbouw
machines, olie, benzine en dergelijke eveneens veel
duurder zijn dan bij ons. Wordt hierdoor reeds de
schijnbare winstmarge aanzienlijk verkleind, de
hooge prijzen van de levensbehoeften beperken de
koopkracht van het inkomen nog meer.
Als nu de crisis in de steden zich gaat uit
breiden, zooals de stijging van het werkloozen
cijfer aangeeft, dan zal de binnenlandsche markt
zelfs de beschermde eigen landbouwproducten niet
meer kunnen opnemen en dan is het fatale
oogenblik bereikt, dat de hoogste tariefmuren de malaise
niet meer kunnen buitensluiten. En dan zijn de
productiekosten van den landbouw zoo hoog
geworden, dat iedere loonende export volkomen
onmogelijk is.
Dit moment is in Duitschland en Amerika reeds
lang aangebroken, zoodat de landbouw daar
minstens even diep in de put zit als bij ons, ondanks
alle bescherming en ondanks een geweldige binnen
landsche markt. De Hollandsche landbouw-
diehards" staren zich echter blind op de ? 17.?, die
de Fransche boeren voor hun tarwe ontvangen
en eischen dat ook in Holland door middel van
invoerrechten een dergelijke prijs wordt gefor
ceerd. Als de Nederlandsche landbouw moet
gesteund worden zal het zeker niet moeten gebeu
ren door middel van invoerrechten, ook al lijkt het
tot nog toe in Frankrijk zoo mooi te gaan, want
het ziet er naar uit, ot' daar ditmaal de déluge"
niet après nous" zal komen.
Invoerrechten werken als een dot met brande
wijn: het kind slaapt wel, maar groeit niet. Als de
Fransche landbouw uit zijn protectie-roes wakker
wordt zal hij de concurrentie met andere landen
niet kunnen volhouden. Dan zal pas blijken hoe
arm het Fransche volk is ondanks het goud
van nu.
Valencia
Een interessante Autoreis
naar Spanje.
De Vereeniging voor Geografische Reisleiding,
Zandvoortschelaan 6 te Heemstede organiseert in
het vroege voorjaar een belangwekkenden tocht naar
Spanje. Gelegenheid tot deelneming aan dit auto
circuit" bestaat voor reislustigen met ei gen wagens
evenals voor personen, die een plaats in een der
auto's van de vereeniging wenschen te bespreken.
Er is geen sprake van autocars" doch de opzet is
dat de vereeniging zelf met een of meer 7 pers.
wagens uitkomt, waarin drie, hoogstens vier pas
sagiers plaats zullen nemen. Het begin der reis is
gesteld op 6 Maart, vertrek der deelnemers van
Maastricht. De tocht gaat dan in kleine en kalme
etappes door Oost- en Zuid-Frankrijk naar
Barcelona. Voor het bezoek aan deze stad blijven de
dagen van 11?13 Maart gereserveerd. Wat er
dan niet allemaal op het programma staat is
overweldigend. Valencia, bezoek aan sinaasappel
cultures, Granada, Malaga, met het heerlijke kli
maat en de gelegenheid in zee te baden, om ten
slotte den Goeden Vrijdag in Se villa te vieren
en daar de processies te aanschouwen. Daarna
Toledo en Madrid, om begin April weer huis
waarts te rijden.
De verkeerstoestanden, hotels en wegen, kunnen
in Spanje tegenwoordig iedere vergelijking door
staan. En, hoewel onderkomen en verzorging
geheel eerste klas" is opgezet, laat de koers van
de peseta het toe deze reis toch met betrekkelijk
bescheiden middelen te bekostigen. Inlichtingen
verstrekt het secretariaat van bovengenoemde
vereeniging.
Correspondentie
L. I... te Deventer. Blues zijn liedjes, die een
wanhoopsstemming weergeven, doch zingen de
negers ze. dan wekken ze den lachlust op. De vorm
is n lange strofe, herhaald, soms met een kleine
wijziging, terwijl de slotregel het rijmwoord daarop
geeft.
Jo Spier is een volle neef van den
kritiskaster Mr. Elias" eu ik acht het derhalve nood
zakelijk mijzelve als getuige te wraken. 'Ken en
ander ten dienste r<in de zuiverheid der kritiek.
Overigens ben ik het met den heer Greshof f geheel
eens ten opzichte van zijn waardeering voor den
teekenaar, dien ik leek en neef evenzeer
bebewonder als hij.
E. ELIAS