De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 23 januari pagina 19

23 januari 1932 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

No. 2851 De Groene Amsterdammer van 23 Januari 1932 19 CROQUETJES door Alida Zevenboom Ik zat van de week in de tram. Ja, ik ben nog een ouderwetsch mensch en maak gebruik van de tram en al schelden ze nu nog zoo op meneer van Putten, ik blijf een klant van hem, waar u niets achter hoeft te zoeken, want die knappe bestuurder met zijn zwarte snor op Lijn 2 is overgeplaatst, als u dat soms mocht bedoelen, en ik zat dus in de tram, toen er een dame naast me kwam zitten en me oplettend aan begon te kijken. Eindelijk zei ze tegen me: heb ik niet het genoegen met mevrouw Zevenboom te spreken?" Een erg genoegen" wou ik terug zeggen, want ik was niet in een erg prettige stemming, want ik kwam van het belastingkantoor,maar ik knikte vrien delijk terug en toen zei ze: weet u wat ik niet begrijp?" Ik wist het natuurlijk ook niet en zij liet er op volgen: dat u nog niets in de Groe ne" geschreven hebt over het huwelijk waarover zooveel dames al geschreven hebben en verleden week dr. van der Velde weer. Ik was er erg benieuwd naar wat u er van dacht". Wat moest ik daar nu op terug zeggen? Dat ik alleen maar de theorie ken en van de praktijk niets af weet? Wat eigenlijk ook al niet waar is, want ik heb lang genoeg onder de menschen gediend om te weten wat het huwelijk en het huwelijksgeluk is ! Nou ! ! Van heel nabij heb ik het jaren mee gemaakt en ik zeg die dame in de tram dan ook: Het is maar goed dat ik niet zeg waar het op staat, want wat ik van de huwelijken in mijn verschillende betrekkingen ge zien heb ! Nou ! l Als u mij vraagt, geloof ik niet dat er zoo iets bestaat als huwelijksgeluk". Ik heb het ten minste nog nooit ergens ontdekt, en hoe kan het ook anders als je twee menschen in een zak naait en tegen ze zegt: zie zoo, nu zijn jullie ge trouwd en ga nu maar verder door het leven !" Is het dan wonder, dat de een of de andere of allebei een schaar of een mes neemt en de zak open snijdt? Geef ze ongelijk ! Daar had je nu mevrouw zaliger en wijlen meneer. Twee beste menschen ieder in hun soort en zelfs het soort was goed, maar dacht u dat die elkaar goed konden zetten? Voor het uiter lijk was alles goed en wel, maar Aal had haar oogen niet in haar zak en hoe dikwijls viel het me niet op dat ze den heelen dag niet tegen elkaar gesproken hadden en eerst tegen den avond wat bij trokken en meneer dan soms zelfs erg lief ging doen en dan dacht ik daar maar het mijne van. Tegenwoordig noemen ze dat met een geleerd woord dat-?het sexueele" een woordje ging meespreken en datzelfde heb ik bij neef en nicht uit de Commelinstraat ook al meegemaakt, al ettelijke malen. Het is net als de barometer. Eerst regen en wind en storm, maar hoe later het op den avond wordt, hoe veranderlijker en eindelijk mooi weer.... En dan den volgenden morgen weer buiig en koud ! En bij den man begint het dan altijd het eerst met het mooie weer. Want zoo zijn ze als ze wat van een vrouw moeten hebben. Ik ben een ouderwetsche vrouw en ik zit nog graag in de tram, omdat ie zoo lekker langzaam en veilig rijdt en ik houd er ook aan dat het huwelijk een heilige instelling is, maar daarom moesten menschen niet trouwen, want Uit het kladschrift van Jantje zoo heilig kan iets niet zijn of het wordt in hun handen alleronlieiligst. * * * Ik heb eens een blauwe Maandag gediend bij een paar eenige menschen die elkaar volkomen onverschillig waren. Zij gaf niets om hem en hij niets om haar en het kon ze niets sche len wat en hoe ze deden en dat was het eenige getrouwde span, waar ik zoo iets als huwelijksgeluk gevonden heb. Die menschen waren in liun soort gelukkig al beklaagden al de vrouwen den man die zoo'n vrouw had en al de mannen de vrouw die leven moest met zoo'n man. En de twee eenige getrouwde menschen die waarachtig gelukkig waren, waren de broer en de schoonzuster van mevrouw zaliger. Hij was in de Oost en zij woonde hier en zij zagen elkaar eens in de zes jaar als hij met verlof over was en, behalve dan in dien verloftijd, waren zij zoo gelukkig als twee tortelduifjes, dan hielden ze innig van elkaar. Ik heb er wel eens met den inwendige" over gesproken en die zei toen: Zoo gaat het mij ook, Ali. Als ik niet bij je ben, ben ik het ge lukkigst, want dan verlang ik zoo vreeselijk naar je, maar als ik je dan weer zie, ben ik nog gelukkiger" en toen hij dat zei had hij het lommerdbriefje al in zijn zak van het gouden horloge dat ik hem voor zijn verjaardag gekocht had en dat hij drie dagen later al beleend had ??- ik laat het repasseeren," loog hij en dat een mensch zoo stom is om zoo iets niet in de gaten te krijgen en dat is ook al een bewijs dat het met een huwelijk nooit goed kan gaan, want hoeveel loopen niet blindelings hun ongeluk tegemoet, omdat zij denken eindelijk den waren of de ware getrof fen te hebben? Ik neem eiken keer dat de Staatsloterij trekt, een briefje, een klein twintigje, en eiken keer als ik het onnoozele papiertje in huis heb, bekijk ik het met lieve oogen want dan denk ik: waarom zou jij, lief, onschul dig papiertje, me niet een portie van de honderdduizend in huis bren gen? Ja, waarom niet? En zoo hob ik al mijn verloofden en met wie ik los-vaste verkeering had, bekeken en het waren allemaal nieten en zelfs geen enkelen keer ben ik er met eigen geld" uitgekomen. Het heeft me altijd van mijn spaarduitjes gekost en watheb ik er voor terug gekregen ? Levens wijsheid, zei de dame van twee hoogde-suite van de week nog tegen me, maar wat koop je voor levenswijs heid? Als een mensch wijs moet zijn, doet hij juist altijd het onwijste en dat is misschien de hoogste levens wijsheid, want waar zou het met de wereld naar toe moeten als wij allemaal wijs waren en wijs deden ! Dan zou er geen cent te verdienen zijn, want het is net wat meneer Stanislafski van de week nog zei: wat is de meest verspreide eigenschap van de menschen? Hun domheid, mevrouw, en daar is dus het meest aan te ver dienen. Hoe zou je anders ooit zaken kunnen doen? En misschien komen al die slechte tijden daar wel vandaan, dat de menschen veel te verstandig zijn geworden en zich niet meer zoo gemakkelijk laten nemen. Maar dan is er gelukkig nog altijd de liefde, die de grootste domheid van de men schen is, en die zal wel altijd blijven bestaan ook al wordt de heele wereld zoo wijs als al de wijzen uit het Oosten en Westen bij elkaar. Het huwelijk, Ali, zei de inwendige eens tegen me, is net als een magneet. Er moet een electrische stroom door gaan willen de twee elkaar aantrek ken" nou, daar was bij hem geen gebrek aan geladen was hij altijd, al was het dan niet met electriciteit, maar met bier of wat anders ! Nieuwe Uitgaven Aiiton van Duinkerken, Hii icerelilorgel. Anton van Duinkerken laat het wereldorgel spelen. De geschiedenis der wereld, die bij van Duinkerken bij Adam en Eva begint, wordt- in verzen gegeven. Charles Eyck teekende bij elk tafereel mooie, in meer kleuren uitgevoerde, illustraties. De Gemeenschap gaf het uit. L. Hoyack, De toekoinst der machine. Sociologische analyse van den mo dernen tijd. Uit liet Franst'h vertaald. Met een voorrede van Heiiri Koland Holst. Uitgave van A. E. Kluwer te Deventer. Dr. G. Eyskens. De. Arbeider en de bedrijfsleiding in Amerika. Econ. Soc. Bibliotheek. -Uitgave van den Standaardboekhandel. Frankwood E. Williams, De. rijpen' ?jeugd. Haar 'moeilijkheden en het streven ?naar een oplossing. Vertaald door Tine Querido?Nagtegaal. Uitgave Em. Querido's U. M. Amsterdam. Hendrik de Vries. Spaansche Volks liederen. Een uitnemend verzorgd bun deltje Spaansche volksliederen, door Hendrik de Vries op te loven wijze in het Nederlandsch overgebracht. Uitgave Hijman, Kteni'ert Kroese en van der Zande, Arnhem. Henri Borel, De Chineesehe filosofie toegelicht voor niet-sinologen. Deel 111. \VINTERVOE.TEN Doos30-60,Tube80ct. Bij Apoth.en Drogisten

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl