De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 23 januari pagina 9

23 januari 1932 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2851 De Groene Amsterdammer van 23 Januari 1932 Uitbreiding en bebouwing van Amsterdam Amsterdam in 1902 Amsterdam en Ie Corbusier In een niet lang geleden gevoerd moordproces te 's-Hertogenbosch heeft de verdediger tot de rechters gezegd: Ik ben reeds tevreden indien ik twijfel in u heb wakker geroepen". Hetzelfde zouden we van Ie Corbusier kunnen zeggen: wij zijn. reeds tevreden indien hij twijfel heeft wakker geroepen ten aanzien van de tot nog toe gevolgde methode van stadsuitbreiding. Twijfel toch is de eerste stap op den weg tot inkeer. Le Corbusier dan heeft in zijn lezingen ten aan zien van stedebouw een theorie ontwikkelt, die, indien hij wordt gevolgd, onze steden een geheel ander aanzien zou geven. Nu is het, afgezien of men het eens is met de methode die Ie Corbusier voor verbetering aan geeft, belangrijk om te constateeren dat het inder daad niet kan doorgaan zooals het thans gaat. En indien dit het resultaat zou zijn van de lezingen "van Le Corbusier zou hij alleszins tevreden kunnen zijn. Onze uitbreidingen toch (en we hebben dan speciaal het oog op Amsterdam) zijn troostelooze steenwoestijnen, ondanks alle pogingen om door architectonische geveldecors de aandacht .af te leiden. Behoudens gradueele verschillen, "waarvan bovendien de waarde nog sterk beïnvloed wordt door persoonlijke appreciatie, is men er niet in geslaagd de zoo vaak verfoeide Pijp" in beginsel te verbeteren. Wellicht zal men na het aanhooren van Ie Corbusier gedacht hebben: ja, maar dit is ge schikt voor geheel nieuwe steden, voor een uit breiding van een bestaand centrum is zulks toch ongeschikt. We geven hierbij een kaartje van Amsterdam, zooals dat er uitzag in 1902 en zooals dat er thans Tiitziet. We nemen expresselijk deze 30 jaar, ?omdat dit een tijdspanne is, die door een generatie "werd beheerscht. Deze vorige generatie dus, heeft zooals we zien een beangstigend groot aandeel gehad in de ontwikkeling van onze stad. Was men bijv. in 1902 tot de ontdekking gekomen ?dat de tot toen gevolgde methode niet de juiste was, dan had het zeker de moeite geloond om een geheel nieuwen weg te bewandelen. En wat nu voor 1902 geldt, geldt ook voor 1932, waarmee we maar ?zeggen willen dat het nooit te laat is om tot in.keer te komen. Amsterdam heeft een oogenblik gemeend (en velen meenen het misschien nog) aan de spitste staan. Men heeft gemeend dat in Amsterdam het EXQUI5E * 4 KOSMOS SIGAREN!* * De eischen van het moderne verkeer door B. Merkelbach beste van het beste gegeven werd. ,,Veel buiten landers komen kijken" zoo heet het vaak. ,,Veel buitenlandsche architecten nemen Amsterdam als voorbeeld, onze architecten zijn van een inter nationale bekendheid". Wat frappeert nu de meeste buitenlandsche collega's die Amsterdam bezoeken? In het kort komt dat hierop neer: de grootte der door n architect verzorgde bouwblokken steekt gunstig af bij andere groote steden. Maken we bijv. een oogenblik een vergelijking met Brussel, dan zien we daar een bonte aaneenschakeling (vaak per perceel afwisselend) van architectuur opvatting, terwijl het er in Amsterdam een oogen blik heeft uitgezien alsof men een stijl gevonden had, de Amsterdamsche school". Deze eenheid in de architectuur was eenvoudig een gevolg van de wijze van gronduitgifte. De gemeente toch was door het systeem van uitgifte in erfpacht in staat om voorwaarden voor de be bouwing te stellen. En hier zit hem de kneep ! De groote voordeelen die dit systeem bood voor de uitbreiding, maken de verantwoording, welke de voorgaande generatie tegenover ons heeft, des te grooter. Le Corbusier Bouwproject Men zal te Amsterdam moeten wennen aan de gedachte: we hebben onze kans gemist. We hadden met het instrument erfpacht" kunnen komen tot een wijkverbetering, we hebben het slechts gebracht tot een arc/u<erf«Mrverandering, waarvan men zich zelfs kan afvragen of het een verbetering is. Zooals ik boven reeds zeide, zijn er natuurlijk gradueele verschillen aan te wijzen. Maar de ver anderingen in de eischen, welke we aan de uit breidingsplannen behooren te stellen zijn niet gradueel verschillend met die van 1902. Kr heeft een revolutie plaats gehad, een revolutie niet alleen in de soort en snelheid der verkeersmiddelen, maar ook in het aantal personen dat om verkeer vraagt. Ken revolutie heeft plaats gehad in onze eischen die we aan het wonen stellen, een revolutie in de wijze waarop wij ons ontspannen. Men zal moeten inzien, dat men deze klove niet kan overbruggen met gradueele verbeteringen. Le Corbusier gaat bij het opstellen van zijn stede bouwprojecten uit van vervoermiddelen met een snelheid van 80 K.M. per uur en werkt met een heden, die hieruit voort komen. Nu kan men het niet eens zijn met de wijze waarop hij deze eenheden vaststelt. Men kan, zoo men wil. zijn plannen utopien noemen, maar num leere er toch dit uit: we moeten met andere maten gaan meten, we moeten ons instellen op hetgeen dezen tijd van ons eischt en niet deze eischen willen wijzigen naar onze instelling. Kr is immer tijd om tot inkeer te komen, maar momenteel is de tijd daarvoor bijzonder geschikt. Amsterdam in Door de heerschende crisis zal eerlang de woning bouw te Amsterdam grootendeels komen stil te liggen. Gedurende deze crisis zal weder woning nood het onvermijdelijke gevolg zijn. Na deze crisis zal dus weder een groote activiteit op woning bouw gebied zijn te voorspellen. Laat deze activiteit ons niet overrompelen. Wie weet wat er nog gebeurt aleer de crisis achter den rug is, maar indien deze eenmaal voorbij is, dan moeten we ook klaar staan en weten wat te doen. Laat men den eerstkomenden tijd besteden om na te gaan welke eischen de nieuwe tijd aan ons en aan onze steden zal stellen. Indien men dit objectief doet, is het mogelijk dat men niet tot dezelfde conclusie komt als Ie Corbusier, maar zeker is het in elk geval dat men zal zien dat de conclusie belangrijk zal verschillen van de thans heerschende opvattingen. Indien de lezingen van Ie Corbusier hiertoe aanleiding zouden zijn, dan zijn ze niet tever geefs gehouden. Nieuwe Uitgaven Melis Stokc. I'atria, kroniek van f/c thuis komst. N.V. II. P. Lcopold's U.M. 's-Grarenhar/e 1031 Melis Stoke in dit blad behoeft het eigenlijk niet geconstateerd te worden is een gezellige verteller bij uitnemendheid : beschaafd in de minst kwade beteekenis van dat woord, vlot in den besten zin, humoristisch zonder gijn en zonder gedwongen grapjasserij Zoo is ook dit boekje: Ge leest het uit in den trein, de reis is u niet zoo lang gevallen als anders, maar als ge het bij ongeluk op de bank van uw coupéhebt laten liggen, is er geen ongeluk geschied. Zooals vele van de weinige vaderlandsche geboren humoristen-die-schrijvenkunnen is Salomonson in het kleine verhaal sterker en geestiger dan in zijn boeken. En in dit boek overtreft hij zijn Zoutwaterliefde, waarvan het een pendant heet te zijn, zeer zeker niet. Deze kroniek van hen, die na een leven van stagen arbeid onder tropenzon, hun lang en innig ge koesterde illusies over het moederland verliezen in den sleur van het verveelde niets-doen, is bij tijden ook van eenig warm en innig mededogen niet gespeend. Doch het is, dunkt mij. wat te snel en vluchtig geschreven en liet komt niet boven het peil der amusementslectuur" uit. Ken peil dat voor Salomonson's begaafdheid te laag ligt. E. E LI AS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl