Historisch Archief 1877-1940
LE MILLION
)er van Sous les toils de
paillë' en Le Million9
L J. JORDAAN
Million'
En aldus eindigt dit wederzien, als
leg op dit ondermaansche, met een
srnieuwd afscheid.
Tot over drie jaar. ... ?
KenéClair. Le Million".
Tuschinski
Het is curieus althans
voorts de Paris'
zoover mijn persoonlijke ervaring be
treft hoezeer een film van Ren
Clair wint bij een terugzien. . . . spe
ciaal buiten Frankrijk. Wat het eerste
betreft ieder kan zich hiervan zelf
gemakkelijk overtuigen. Ga deze film
een tweede maal zien, lezer, (een drin
gende aanbeveling !} en gij zult ver
steld staan over al hetgeen gij bij de
eerste confrontatie hebt gemist. Niet
alleen ontdekt gij tal van kostelijke
détails, die u in eerste visie ontgingen,
maar ook de logica en het verband der
groote lijnen verstevigt zich aanzien
lijk. Het onmiskenbare gebrek aan
samenhang en de verbrokkeling, waar
van gij u aanvankelijk ondanks den
meesleependen roes van vroolijkheid
en esprit niet kunt losmaken, blijkt
bij nadere beschouwing veel meer het
gevolg van een zekere overlading en
onrust in de compositie, dan van ge
brek aan doelbewustheid. Voor de
vuist weg kiezend, neem ik hier als
voorbeeld, de scène op het politie
bureau. Bij een eerste beschouwing
ontkomt men niet aan den indruk, dat
hier een overdaad van weliswaar ver
makelijke, maar après-tout noodelooze
en storende détails om
den voorrang strijdt.
Voor den vloeienden
gang en de logische ont
wikkeling der hande
ling, zijn de arrestatie
van den ongelukkigen
Michel, de verlooche
ning door zijn vriend
Prosper en tenslotte de
identificatie door de
b u r e n-schuld-eischers
voldoende. Maar Clair
lascht een aantal détails
in, die tenslotte ver
warrend werken. De
man, die voortdurend
interrompeert met de
vraag: ,.Est-ce que je
peux disposer. M. Ie
Commissaire?'' de
zonderlinge heer in het
zwembroekje, waarvan
men niet weet of hij
een burleske-f iguur dan
wel een gek voorstelt
'fr """"'<lSr==!'ïket op- en afzetten
i -X ? fiÖ^"""*1" van den hoed de
f -«* ^ .f
tusschenkomst van den
wachtenden chaffeur. .
het is bij eerste aan
schouwing een te-veel,
dat het publiek licht de
kluts doet kwijtraken.
Van een zoo prominent
geval als de verlooche
ning van Michel door
Prosper en de zeer logi
sche verklaring daar
van, geeft men zich
ternauwernood
rekenschap het haastig
gefluisterde terzijde",
dat de oplossing brengt,
gaat geheel verloren
Uit Le Million'
in den tuimel der gebeurtenissen.
Dit nu hoezeer een onloochenbare
fout if enkel en alleen het gevolg van
een minder gelukkige groepeering en
vooral van een te sterke accentueering
der bijkomstigheden en geenszins
van een luk-raak, onverantwoord
opeenstapelen van grappige momenten.
Want bij een rustiger herzien dezer
scène blijkt, dat al deze détails wel
gereduceerd, maar niet gemist kunnen
worden. Het wordt ons dan duidelijk,
dat de satyrieke opzet van het geval
veel obstinater en, bewuster is, dan
wij aanvankelijk dachten: de dwaze
Mack-Sennettklucht neemt den vorm
aan van een vrij scherpe satyre. De
man met het hoedje en de naaktlooper
zijn niet langer willekeurige komische
imf ro\ isaties, maar onmisbare ele
menten om de wanorde en noncha
lance van het politioneele beleid aan
te duiden.... al hetgeen tenslotte nauw
met den samenhang der gebeurtenis
sen verbonden is. De zotte uitroep
van den zonnebader: Le veston est
a moi ! Le pantalon est a moi l ! Le
inontre est a moi !!!.... Tout est a
moi ! ! ! !" krijgt de beteekenis van
een wanhoopskreet, geslaakt door
iemand, wiens geduld tot het uiterste
is gebracht.
Wat een dergelijke scène in haar
bruisende rijkdom aan invallen ont
breekt, is de soberheid en de juiste
accentueering van hoofdzaken en
bijkomsthigeden, welke Clair vooralsnog
van zijn grooten leermeester Chaplln
scheidt.
Voorts geloof ik, dat men Clair niet
bij voorkeur in Frankrijk moet zien !
Het is mij opgevallen met hoeveel
minder begrip, maar vooral met hoe
veel minder hartelijkheid zoowel ,,Sous
les toits de Paris" als Le Million" te
Parijs ontvangen werden, dan elders.
De spot met veel wat den Franschen
bourgeois heilig is. lijkt mij daarvoor
de eenig aannemelijke verklaring. Men
is nergens zoo conservatief, als in het
land der vrijheid en vooral de
operapariodie is voor den Franschman een
zoo bittere pil, dat hem den gullen
lach vergaat. Merkwaardig in
oveieenstemming met dezen
gedachtengang is het geweldige succes, dat de
beide klankfilms eerst in het buiten
land moesten oogsten, voor het
Fransche publiek ietwat schoorvoetend tot
de overtuiging kwam, dat zijn land
genoot quelqu'un !" is.
Wat hierva,n zij .... de
stimuleerende, warme, homerische vroolijkheid
verhoogd door een onmiskenbaar juis
ter begrip van de kwaliteiten welke
Clair's films te Brrlijn en te
Amsteidam weten te bereiken, heb ik in de
Moulin Rouge" zoowel als in het
Théatre Marigny" pijnlijk gemist.
En iedereen weet uit ondervinding,
hoezeer comedies als ..Sous les toits"
en ,,Le Million" eon dergelijke sfeer
noodig hebben. Eerst in het
Amsterdamsche Tuschinski-theater vond ik
die eigenaardige geladenheid, waar
door een dergelijke spitse, bevallige
en snelle humor eerst tot haar recht
komt.
Een en ander moge als waarschijn
lijke verklaring dienen, dat mijn waar
deering voor het jongste werk van
RenéClair sinds mijn bespreking uit
Parijs nog aanzienlijk gestegen is.
Wat bij dit weerzien bijzonder treft
is de zeldzaam zuivere stijl. Na
de lichte chanson-romantiek van?Sous
les toits" verbaast dit werk door zijn
volkomen nieuw en eigen karakter.
Zonder dat Clair ook maar in het ge
ringste afstand doet van zijn gracieuse,
lichte toucher, keert hij zijn vorige film
resoluut den rug toe. In plaats van de
Bruant-atmosfeer eener geromanti
seerde Rue Lepic of Rue du Chevalier
de la Barre, verrijst een fantastische
ijle wereld een wereld, waarin de
wetten der zwaartekracht en die der
perspectief schijnen opgeheven. De
even aangeduide werkelijkheid der
decors, het blanke, transparante licht
en de verrukkelijke grilligheid der han
deling scheppen een volkomen har
monisch geheel. En wat het belang
rijkste is: het blijft film !
(Jeen Bressart-gijntjes, geen
Albersheroiek, geen tooneel-imitatie.... Wie
nog niet overtuigd is, dat de film vol
komen aan zichzelf genoeg heeft om
humor en geest uit te drukken, die ga
dit werk zien. De spelers zijn veel
meer nog dan in Sous les toits"
neutrale figuren, met raffinement en
oordeel uitgezocht. Noch Annabella
(Beatrice) noch RenéLefèbre (Michel)
zijn spelers" in den theatralen zin...
en beiden zijn niettemin hier onver
beterlijk en onvervangbaar. Het feit
alleen, dat men geen oogenblik wordt
gestoord door de topzware actie", is
als demonstratie van een juiste ver
houding der sujetten tot de
film-eenheid van onschatbare waarde. Want
met een lichten toets hier een klein
accent daar, door de hand van den
regisseur aangebracht, hebben deze
grisaille-figuren juist genoeg relief
tegen den grisaille-achtergrond, zon
der aan de stijl-eenhcid te schaden.
Zoo trekt deze kostelijke comedie in
een tuimelende, burlcske vaart aan
ons voorbij wat verbrokkeld en
onsamenhangend wellicht bij een eer
ste aanschouwing maar inderdaad
een lot uit de filmloterij.
Vooral bij een weerzien want
nog eens, dan wordt Le Million". . . .
deux millions !