De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 30 januari pagina 15

30 januari 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2852 De Groene Amsterdammer van 30 Januari 1932 15 Deensche koeien ~-* halt! door C. A. Klaasse lj"t the doors lic s h u t upon liiiii (Hamlet). De Deensche koeien hebben het bij ons verbruid; in de laatste jaren zijn zij in zoo grooten getale de grens over gekomen, dat wij er nu letterlijk zat van zijn. De Hollandsche beesten", hoewel «ffervaardig en slachtbereid, zagen hun debiet zienderoogen achteruitgaan. Zoodat de veeboeren zoodra de crisisinvoerwet de regeering de gelegen heid bood om den import paal en perk te stellen te hoop zijn geloopen om de toepassing van die wet ten behoeve van hun bedrijf te verlangen. liet is wel een ietwat wrange ironie van het noodlot die als eerste slachtoffer van onze protectionis tische Werdêgang juist n van de landen doet vallen, die met onsinhet Oslo-verdragdenlaatsten wanhopigen strijd tegen de bescherming hebben ingezet. Als wij nog eens over vrijhandel spreken zullen de Denen allicht denken: als de vos de passie preekt. . . . Nu weet men tenminste meteen, dat alle tijd en moeite aan dit verdrag besteed vrij vruchteloos is geweest. Wekenlang heeft men des tijds onderhandeld om tot de hartverheffende afspraak te komen dat men op het gebied van de handelspolitiek niets zou ondernemen. . . . zonder elkaar te waarschuwen. Welnu, wij hebben Dene marken gewaarschuwd, en tegelijk meegedeeld. dat onze eerste maatregel bij uitstek tegen dit land, een van de contracteerende partijen, gericht zou zijn. Hadden wij maar niet beter dit, achteraf beschouwd vrij paskwillige, tractaat achterwege kunnen laten? Nu kweekt het hoogstens veront waardiging omdat de tegenpartij er zich toch iets van voorgesteld had. Enfin, de ministers Verschuur en Beelaerts zullen de degens wel gekruist hebben alvorens het zoover kwam. Is de nu getroffen maatregel gerechtvaardigd? Daarvoor moet men eigenlijk eerst een principieel oordeel vellen over de algemeene strekking van de invoercontingenteeringswet. Wij leven op het oogenblik onder abnormale omstandigheden, die abnormale maatregelen wettigen. Kan men in gewone omstandigheden het vraagstuk vrijhandel of protectie bezien op de basis van de long run", thans moet men andere maatstaven aanleggen. Op den duur is het inderdaad verstandig om daar te koopen waar men het goedkoopst terecht kan, en om eigen productieve kracht aan te wenden in de meest lucratieve bestemming. Dat doel bereikt men alleen bij internationalen vrijhandel, en vaak zelfs bij geïsoleerden nationalen vrijhandel. Maar op het oogenblik moet men dit streven naar het beste resultaat op den duur" ten deele over boord gooien, omdat immers het evenwicht op allerlei gebied zoo verstoord is dat allerlei omstan digheden zijn geschapen die op den duur niet zullen standhouden. En bovendien kunnen wij het ons niet permitteeren rekening te houden met op den duur", omdat het er op het oogenblik «p aan komt vandaag te eten te hebben en niet om op den duur eiken dag krentenbrood te hebben. Wanneer men mij voor de keuze stelt: gedurende de rest Van uw leven niets dan droog brood, of eerst honderd dagen vasten en daarna je leven lang eiken dag oesters met champagne, dan kies ik niet de posthume oesters, maar de drooge boter ham. Op het oogenblik wordt door de elders geno men en te verwachten maatregelen onze uitvoer aan alle kanten zoo sterk bedreigd dat het zaak is, n voor het behoud van een zoo hoog mogelijke nationale consumptieve kracht, n ter bescherming KUNSTZAAL VAN LIER DOORLOOPEND T E NTOON G ESTEL D ROKIN 19R = AMST ERDAM BEZICHTIGING V R IJ KUNSTWERKEN VAN d O N G E HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS van de betalingsbalans, onze behoeften zooveel mogelijk zonder import te dekken, en alles wat wij zelf kunnen voortbrengen niet bij onze buren. te betrekken. Dit klemt te meer in gevallen waarin door omstandigheden die zich op het oogenblik als tijdelijk laten aanzien de inheemsche voort brenging wordt bedreigd. Daar wordt door be scherming de toestand op den duur" waarschijn lijk in het geheel niet gewijzigd, want dan zal automatisch weer de situatie intreden die op dit moment door kunstmatige maatregelen gehand haafd moet worden. Om beide genoemde redenen zullen dan ook de onderhavige maatregelen een tijdelijk karakter moeten hebben, terwijl zij dus alleen al uit dien hoofde slechts betrekking mogen hebben op bestaande takken van nijverheid en wel om haar afzet binnen het kader der aanwezige productiecapaciteit te behouden. Tot zooverre de verdediging van beschermende maatregelen onder den heerschenden crisistoestand. Wat zijn nu de voor- en nadeelen van contingenteering in vergelijking- met andere vormen van pro tectie, b.v. met de meest voor de hand liggende: beschermende rechten. Een voordeel kan zijn, dat terwijl door een beschermend recht, wanneer het niet met opzet prohibitief is, de import niet ge weerd wordt, althans niet behoeft te worden, dit met contingenteering zeer duidelijk wel het geval is. Daarom moet men voor elk te beschermen pro duct nagaan of contingenteering nut kan hebben en of het beter is dan een beschermend tarief. Wan neer het een product met een vrije wereldmarkt betreft, waar men in elk geval af kan tegen een wereldmarktprijs, dan zal een beschermend recht meestal efficiënter zijn, omdat daarvan de mate der te verwachten prijsverhooging tenminste min of meer te voorzien valt. Wat de omvang van de afzet betreft is bij die producten de contingentee ring de inheemsche producenten onverschillig, om dat het hun om het even is of zij binnen dan wel buiten de grenzen verkoopen wanneer tenminste de prijs niet verschilt. Bij artikelen als vleesch daarentegen, waarbij van een wereldmarkt niet ge sproken kan worden en waarvoor in bijna alle in aanmerking komende afzetgebieden beperkende bepalingen gelden, kan een eenvoudige verruiming van het afzetgebied zelfs zonder prijsverhooging al van groote beteekenis zijn. Daat staat weer tegen over, dat indien inderdaad de contingenteering leidt tot prijsstijging de voordeelen van die lasten welke aldus door den Staat den consumenten wor den opgelegd, mede ten goede komen aan de uitheemsche hier importeerende producenten; bij een beschermend recht komt dat verschil tenminste in de schatkist. Dat lijkt wel het voornaamste bezwaar van contingenteering, dat de inheemsche consument wellicht ingeval van prijsverhoogende werking een cijns wordt opgelegd tenbate van een willekeurige buitenlandsche producent. Maar voor het onderhavige geval lijkt contingen teering toch de beste oplossing, omdat quantitatieve vergrooting van'de afzet van meer belang is dan prijsverhooging, en die afzet niet op een vrije wereldmarkt te krijgen is. Zooals bij elke beschermende maatregel het geval is heeft men ook hier het gevaar van reacties op den uitvoer. Men zou repressailles kunnen verwachten. Dat is in dit geval van des te meer beteekenis om dat immers Denemarken aanmerkelijk moer uit ons land invoert da.n het naar ons uitvoert. In dit verband bedenke men echter dat Denemarken noodgedwongen reeds eeriigeri tijd geleden moest overgaan tot reglementeering der deviezenai'gii'te, zoodat Nederlandsche exporteurs niet steeds ge makkelijk hun geld daar los kunnen krijgen; naar het zich laat aanzien zullen die moeilijkheden nog grooter worden, zoodat wij toch sowieso al een deel van dien uitvoer zouden krijtraken, wanneer wij althans niet genoegen zouden willen nemen met een wissel op de eeuwigheid. GIDDINGÊI ITUYNENBURG MUYSI ;CHILDEDSI Beeldhouwkunst door Theo van Reijn Ernst Barlach. Eine Einfiihring in sein plastisches und yraphischer werk von Reinhold von Walter. lm FurcheKunstverlag zu Berlin N. W. 7. Aan den hevig-hartstochtelijken beeldhouwer Ernst Barlach, den Kus, die kort geleden zijn zestigjarigen leeftijd bereikte, werd een boek gewijd met 37 afbeeldingen, waaronder een in houtskool geteekend zelfportret. In dit portret herkent men terstond den volksbeeldhouwer, ruig en eerlijk, dat onmiddellijk een eenvoudige ziel verraadt, meelevend met de verdrukten. Zijn houten beeldhouwwerken hebben dikwijls een hevige expressiviteit. De gebaren zijn niet stil van een zacht-iiinerlijkc emotie, doch laaien als een vlam, vaak als een aanklacht, op. Maar ook worden zijn figuren dikwijls omringd door een grootsch natuurgebeuren of door een omvattend mysterie die het religieuze nadert, zooals bij Der Sterndeuter" of bij Panischer Schrecken" van twee menschen die naar boven zien of bij Die Wandlungen Gottes". Een menschelijk sentiment spreektzichuitin,,SorgendeFrau", Das Grauen", Mutter und Kind", Die llexe" en Hunger". In Der Flüchtling" en Der Kacher" wordteen bliksemende vaart in het hout vastgelegd. DeiApostel" is inderdaad een sprekende persoonlijk heid waar het accent ligt op den geopenden mond en de gebarende handen. Een gevaar bij zulk een expressiviteit is niet uitgesloten, nrnl. te vervallen in caricatuur zooals in de teekeningen Die Ausgestoszenen" Frau Sorge" en Die drei grauen Weiber". Een vergelijking, wat de houtsculptuur betreft van volksvrouwen met de pas overleden Hollandsche beeldhouweres Me j. Thérèse van Hall dringt zich van zelf aan ons op, alleen wat betreft de spontaniteit en het bepaalde gegeven in groote vormen, niet de hevigheid van Barlach zijn sculpturen. Barlach is een werkelijk houtsnijder. Grootsch weet hij zijn vormen uit te snijden in concave en convexe vlakken, zooals het houtgereedschap van gutsen, steek en snijbeitels dit voorschrijft. Er nimmt ein llöherer wahr. das gleichsam für ihn wirkt, das als bergeordnete Kraft sich sch pferisch in den bildhaften Ausdruck herein ergieszt. Weil er so sehr Organ ist gerade darum mag er i hm gelingen, jene Bewegung (Schreiten, Flucht, rasenden Lauf) zu erzeugen, die anzieht und wegstöszt in einem, die aufwarts schwingt und stürzt zugleich. In der Tat, man kann von einem Gesetz der Gegensatzlichkeit" sprechen, aus dem heraus seine rücksichtslos vereinfachenden Formen" erkennbar werden", schreef lleinhold von Walter in zijn biografie over Barlach. De illustraties (houtsneden) welke hij ontwierp voor Die Wandlungen Gottes", laed an die Freude", Walpurgisnacht", Der tote Tag", Der arme Vetter", Die Ausgestoszenen", Der Findling", Der Kopf" grenzen dikwijls aan de caricatuur. Mijnsinziens is hij meer de hout-beeldhouwer bij uitnemendheid, van een bijzondere kracht die dikwijls protesten uitlokten bij de meer ge matigde groepen, zooals kort geleden bij zijn zestien ontworpen beelde% voor het oude bouw werk uit 1225, de Katharinakerk te laibeck, toen 700 onderteekenaars dit werk ongedaan wilden maken. Wie zich op de hoogte wilt .stellen van de nieuwe buitenlandsche beeldhouwkunst vergeet vooral Barlach niet en schaft dit zeer goed geschreven werk over hem aan. Mijnhardt's Lax eertabletten regelen zonder Kramp of pijn. Doos 60 et Bij Apoth. en Drogisten.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl