Historisch Archief 1877-1940
No. 2862
"^' *?. , '- .f~ ?£<">. ? V>, '... ' *? .' --? '-? '
- , i)e QroginèAmsiepdflrrtrnèr van 30 Januari 1932 '
Een nieuwe schoolstrijd
I>e schoolvergadering van de Haagsche school aan den Hyacinthwcg heeft zich
uitgesproken tegen contröl'5 door het hoofd der school.
Waar de schoolmeesters heen willen /
Spreekzaal
Aan den heer Henrik Scholte
Het stuk, dat om te lezen eigenlijk toch een
muf-vriendelijk Kadelburgje is geworden."
Zoover is het dus gekomen, dat Gogol's Revisor
in Uwe oogen muf is geworden.... en zoo wordt
het voor ons waarlijk meer dan tijd, dat wij ons
verzetten tegen Uw frischheid. Tegen U, mijnheer
Scholte, en tegen den met groot schrijftalent door
U verdedigden smaak, die, meer dan iets anders,
ons tooneel noodlottig is geworden.
Want wat ik U nu al jaren in Uw dramatische
kronieken heb zien doen, is niet meer of minder
dan het laatdunkend smalen op dien edelen vorm
der dramatische kunst, die het blijspel heet, een
smalen dat zoo duidelijk voortkomt uit volkomen
ontoegankelijkheid voor een der dingen die somtijds
den wijzen der aarde verborgen blijven en den
kinderkens geopenbaard zijn: een ding dat men humor
noemt.
Mocht het geen fout Uwer geheele generatie zijn!
Laat het niet gezegd mogen worden, dat zij, opge
voed in lawaai, haast, sensatie, frivoliteit en hard
heid, nog slechts ooren heeft voor krijschen, oogen
voor schreeuwende kleuren en zenuwen voor rauwe
contrasten, en, nu ik aan Uw kwalificatie van muf
heid kom te denken, voeg ik er bij: een neus ver
stopt voor het aroma der fijnere nuanceeringen.
Gij meent dit klassieke blijspel, zoo echt Rus
sisch en toch zoo algemeen menschelijk tevens, zijn
Kadelburgje te mogen noemen: niet slechts een
humor, maar ook zijn gansene tragische achter
grond schijnt U verborgen te zijn gebleven. Gij
hebt niet gevoeld, dat een Gogol boven zijn walging
van een corrupt en incapabel regime uitkwam in
een bijna gullen lach, gij hebt den schrijver van de
Doode Zielen en de Mantel niet weten te herken
nen, dien Dostojewsky eerde.
Maar goed dan: Kadelburg. Gij die het tooneel
kapot maakt door het in de stukjes van aamechtige
tafreelen te zagen, gij die zijn motieven zoekt in
gemengd nieuws en verkrachte historie, in de
frissche sfeer van gluiperige dieverij, lustmoord en
verschaalde geilheid, gij modernen wier tooneel tot
nog toe niets heeft opgeleverd enkele fijne maar
brooze Fransche stukjes daargelaten dan schelle
filmnamaak met gezochte symboliek in de plaats
van dialogen en valsch vernuft in de plaats van
fantasie, gij die de belangstelling van het beste
deel van het publiek hebt verbeurd door niet te
begrijpen, dat men rust moet geven in de onrust
van het moderne leven, en klaarheid in zijn troe
belheden, laat ik U Uw bleekzuchtig meerderheids
gevoel niet misgunnen.
Want als de zucht tot overprikkeling eens niet
langer meer den toon zal aangeven, dan zal het
uur slaan voor wat gij schamperlijk vriendelijk
heid" noemt. liet blijspel, dat gij miskent, dat gij
niet meer lezen kunt, zal terug" komen, zelfs
dat van Kadelburg. . . .
CORN. \7ETH
Mijn waarde Heer Veih,
Wat kleedt Jeremia's profetenmantel U slecht,
Gij die toch eenmaal in Uwe Prikkelidyllen"
een schrijftrant hebt geschapen, waarbij wij school
gingen (U vergeve mij een pluralis, die ik echter
bezwaarlijk majestatis" kan noemen, dat laat
ik liever aan U over), Gij die daarnaast Uw aandeel
aan ons tooneel gegeven hebt door in Bonzo of
de Eeuw van het Kind" dien suikerzoeten glimlach
der plichtmatige vriendelijkheid te hekelen ! Is
dit dan de weg, dien wij allen eens zullen moeten
gaan, wacht ons werkelijk aan het eind van onzen
loopbaan een terugvallen tot de oübolligheid,
waartegen alle jeugd tekeer gaat? Laat mij meer
eerbied houden voor Uw grijze haren, laat mij
aannemen, dat Uwe met een Van Deysseliaansche
keuze der invectieven geschreven boutade een
voudig ingegeven werd door ons beider ontevreden
heid met wat er op het oogenblik op het tooneel
gepresteerd wordt, al meent Gij ook, dat het heil
weer kan komen van de geschriften der ouden,
van den Hoogedelen Heer Kadelburg, die tesamen
met den Hoogcdelen lieer Blumenthal zulke
Duitsche champagne van onvergankelijk bouquet
schonk door leuke charades om keizer Frans
Josef en-zoo-verder heen te schrijven, of tot den
Heer Gogol, wiens Russische ziel ons immers
altijd persémild moet stemmen en wiens vriende
lijkheid ons de deuren des hemels opent door die
van de hel te sluiten. Ongeacht vijftig en honderd
jaar tusschenruimte zouden de zalen van onze
schouwburgen immers terstond weer stampvol
loopen, indien wij maar (jeen oog hadden voor wat
Mui 70nnuupn komen tot rust-
ka|Uïw tCIIUWCII meeren en worden
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten
er op het oogenblik geschreven wordt, van welk
gehalte dat ook zij (en zoo ik daarbij ecnig'en
persoonlijken voorkeur heb, gaat zij inderdaad
uit naar de lichte, moderne Fransche comedie,
die m.i. het lijnrechte contrast is van Kadelburg
en consorten), maar lieflijk auf den Klügem des
Gesanges" terugkeeren naar de crinolines, die de
geheimen van het huwelijk, de bakkebaarden,
die de geheimen der hypocrisie, de diamanten
dasspelden, die de geheimen der hebzucht en de
gebloemde vesten, die de geheimen der gulzigheid
zoo graeielijk verborgen. Ja ja, wat zou dat
rustig" worden aan beide kanten van het voet
licht. Saevis tranquillus in undis: leve de
kerkhofvrede van het tooneel temidden der maatschappij,
en Uw zoet ideaal van een humoristisch"
oudemannetjes-huis !
In dezen tijd van auto's en ontucht (om het
kort samen te vatten, nietwaar?) is het misschien
beter, als de dappere vogel struis zijn kop in het
zand te steken, voor anderen komen en U
eenigszins geforceerd tot dit gebaar dwingen.
Maar de Groene is nu eenmaal de kleur van de
natuur (natuur, waarde Heer Veth !) die zich
eeuwig verjongt en haar symbool van den Kikker
is er voor om dat zoo noodig op drieste wijze 'iit
te kwaken. Men leze haar als een jong blad.
Jong is geen synoniem voor onvriendelijk, maar
vriendelijk is wel eens een synoniem voor zwak.
Inmiddels, geheel de Uwe,
IIKNIUK SCIIOI'TK
Zoo ISols 't maakt,
Zou 't ieder s maak l
BOL