Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 30 Januari 1932
No. 2852
Fransche boeken
door Jan van Nijlen
Over Jean Giono
Indien er onder de jonge Fransche
schrijvers n is die het geschikte
talent heeft om over het landelijke
leven een roman te schrijven van
blijvende waarde, is het ongetwijfeld
Jean Giono. Zijn vorige werken:
Colline, Un de Baumugnes, Reqain
waren reeds zeer interessant, n door
het persoonlijk accent van den
schrijver, n door de grootsche visie
van het landschap. Reeds in zijn
eerste werk bleek deze auteur in het
bezit van een groote gave: de kunst
om de ziel en de atmosfeer eener
streek te suggereeren met de meest
sobere middelen, levendig en intens,
en zonder impressionistische notities.
In zijn jongste werk Le grand
troupeau 1) heeft Giono blijkbaar
willen aantoonen welke reactie eene
geweldige gebeurtenis als de oorlog
. op het leven heeft der landlieden.
' Om dit doel te bereiken geeft de
' auteur om de beurt een beeld uit
het leven der vrouwen en oude
lieden die in het dorpje zijn achter
gebleven, en uit het leven aan het
oorlogsfront waa.r de weerbare mannen
strijden, lijden en sterven. De oorlogs
scènes uit Le grand troupeau, hoe
evocatief zij ook wezen, zijn niet
indrukwekkender dan de meeste soort
gelijke beschrijvingen van Fransche,
Duitsche of Engelsche auteurs, die
de verschrikkingen van den
oorloghebben uitgebeeld. Zoowel Barbusse
als Dorgelès, Bemarque als Arnoux,
hebben hetzelfde gezien en ieder heeft
hetzelfde schouwspel op eigen wijze
weergegeven. Het verschil in waarde
ligt enkel in hun min of meer inte
ressante persoonlijkheid. Misschien zal
het in later jaren belang hebben die
diverse, door eenzelfde visie geïnspi
reerde bladzijden te vergelijken.
In elk geval zijn in Le grand
troupeau de hoofdstukken waarin het
leven wordt verhaald van de in het
dorp achtergebleven, de meest inte
ressante. Men gevoelt dadelijk, dat
de auteur, met geheel zijn hart, dit
onrustige, half-onbewuste bestaan
heeft meegeleefd van de wachtenden.
wier plicht het was alles te behouden
in de beproefde vormen, totdat het
teven weer zijn ouden gang zou her
nemen. ,
Er zijn twee hoogtepunten in
Le grand troupeau: het eerste en
het laatste hoofdstuk. In het eerste
zien wij de kudden, nog vóór de
tijd daartoe gekomen, is, uit de
bergen, waar zij den zomer door
brachten, teruggevoerd worden naai
de laagte, onder de hoede van een
ouden herder. Alle weerbare mannen
zijn gemobiliseerd, maar, meer nog
dan hun vertrek, is, voor de achter
gebleven dorpelingen, de tragische
karavaan van de vermoeide en onver
zorgde dieren een symbool van de
geweldige gebeurtenis die plots alle
normale leven stuit. Dit is inderdaad
een grootsch visioen. In het laatste
hoofdstuk vinden wij dezelfde een
voudige grootheid terug, wanneer wij
getuige zijn van de oude ritueele ge
bruiken bij de geboorte van een k ind;
het wordt ons duidelijk hoe in weer
wil van alle catastrofen, het oude
boerenvolk zijn eeuwig geloof in het
leven bewaart. Beide tafereelen maken
een zeer diepen indruk, ofschoon het
eerste wel een beetje chaotisch is. Met
den hedendaagschen zin voor over
drijving hebben sommige critici dade
lijk de namen geciteerd van Vergilius
en Mistral en beweerd dat Giono deze
dichters evenaart. Afgezien van het
feit, dat dergelijke beweringen altijd
overmoedig zijn, moet men dadelijk
erkennen, dat de meest karakteris
tieke eigenschap van de grootste
landelijke dichters de eenvoud is. En
de eenvoud is lang niet de meest
duidelijke hoedanigheid van Giono.
Het tegendeel is waar. Dit is vooral
opvallend in de eerste bladzijden van
het boek. De algeheele indruk is zeer
sterk, maar hier en daar worden de
beelden een beetje vaag, omdat de
schrijver te veel verwacht van eene
zekere lokale kleur, die voor iemand
die de streek niet kent, vaak een
gansch andere tonaliteit aanneemt.
Het is even gevaarlijk alles te willen
zeggen, als tot het uiterste te willen
simplifieeren. Er bestaat ook een
kunstmatige eenvoud, die door velen,
ik weet niet waarom, bijbelsch"
wordt genoemd, en die vooral door
Ramuz wordt beoefend. Niet altijd
weet Giono dit gebrek te vermijden.
Een roman zou ik. Le grand trou
peau niet durven noemen. Het is een
serie kleurige en soms zeer
menscbelijke, dramatische tafereelen i.it
het landelijk leven, net als de vroegere
werken van Giono, maar ditmaal met
een sterker accent. Het procédéom
van het oorlogsfront af te wisselen
met een tooneel uit het dorp is me
wel een beetje kunstmatig, en lijkt
al te zeer op de gewone f ilinmethode;
het geeft dan ook aanleiding tot
eenige al te gemakkelijke efiecten. Dit
alles belet niet dat Le grand troupeau
een boek is waarvan vele bladzijden
zeer aangrijpend zijn.
Over Jean Sohlumfoerger
De boeken, die Jean Schlumberger
tot dusver publiceerde, hadden een
zeer persoonlijk accent, waaraan mon
dadelijk in den kunstenaar een mensen
erkende, die door zijn gedachten en
zijn houding den eerbied afdwong.
Geen enkel auteur is minder arrivist
te noemen dan hij. Nooit trachtte hij,
op welke wijze ook. de aandacht op
zich te vestigen; nooit werd hem een
literaire prijs toegekend; nooit ver
kondigde hij ter gelegenheid van en
quêtes definitieve literaire of
wijsgeerige waarheden. Hij werkte rustig
door en de critici signaleerden regel
matig zijn boeken met welwillendheid,
eenigen zelfs met groote waardeering.
Maar voor het beperkt publiek dat
in Frankrijk en daarbuiten de
hedendaagsche literatuur volgde, was hij
een der uitverkorenen op wien men
betrouwen kon. Dit betrouwen heeft
hij nooit beschaamd, en nu hij een
werk publiceert dat, in omvang en
beteekenis, al zijne voorgaande publi
caties overtreft, mogen wij misschien
hopen dat zijn oeuvre in ruimeren
kring zal bekend worden.
Ik vrees nochtans het ergste, want
dit oeuvre heeft niets, dat bizonder
beminnelijk of aantrekkelijk is, het
heeft iets koels en ruigs dat alle opper
vlakkige vriendschap uitsluit. De boe
ken van Schlumbei'ger zijn geen ge
makkelijke lectuur, maar wie eenmaal
tot hun diepen geest is doorgedrongen,
zal er niet zoo spoedig van scheiden.
Saint-Saturnin 2), het jongste werk,
onderscheidt zich van Hchlumberger's
vorige werken, in de eerste plaats
doordat het niet meer een individu is
die strijdt met zichzelf of met zijn
omgeving, maar een gemeenschap die
zich tegen een individu verdedigt.
MEUBELFABRIEK
Vraag toezending van
cataloqus met beqrooKmq
BESCHERMENDE HAND
IHDIE EN IN
NEDERLAND
Sea~Horse
de allerbeste
tenever
M.P.POU.EN&ZOON ROTTERDAM
NUSSKNACKER-SUITE
(Casse-noisette)
gespeeld door
EDUARD MORIKE
metGrootSymphonie-orkest
der Staatsopera
Compleet op 4
dubbelz. 30 c.M. platen
a f 3.?p. stuk.
van
PARLOPHON
Imp. I. Stad & Co Rotterdam
THE AMERICAN LUNCHROOM Cy.
K A L V E R S T R A A T 16-18 AMSTERDAM
RESTAURANT A LA CARTE
PLATS DU JOUR
VICTORIA-WATER
Uitstekend te
vermengen
OBCCUAHMSTCIN
met wijn of
vruchtensappen
De strijd gaat hier om het landgoed
Saint-Salurnin dat sedert verscheide
ne generaties in het bezit is van de
familie Colombe. Na den dood van
zijn vrouw is de oudo Colombe plots
een ander mensch geworden. Hij was
vroeger een stille, kalme man die alles
naar den ouden trant beheerde. Wat
gebeurt er met hem na den dood zijner
vrouw, dat hij plots zoozeer veran
dert, aan alle beproefde levenswijsheid
vaarwel zegt, zich laat verleiden door
eene ziekelijke fantaisie en zich laat
beïnvloeden door allerlei verdachte
personen, die hem in een politiek
avontuur willen meeslepen 'i Hij wordt
aangegrepen door een vreemden waan
zin die allerhande vormen, van den
grootheidswaanzin tot de erotomanie,
aanneemt. Is het uitsluitend een ge
val van krank zinnigheid? Volgens
den auteur wel, en daardoor wordt de
tragiek van den toestand
teruggegebracht tot een abnormaal geval.
Het is een feit dat de .strijd om hun
maatschappelijken stand en om hun
vermogen, dien de kinderen met hun
vader aangaa,n, heel wat tragischer
zou geweest zijn, indien de man die
zich tegen zijn familie keert niet een
geheel onverantwoordelijke zieke ware
geweest, maar iemand, die door een
hartstocht daartoe werd gedreven.
In plaats van een strijd van mensch
tot mensch, krijgen wij een strijd tegen
het noodlot.
Deze fout heeft voor gevolg dat wij
ons principieel niet interesseeren voor
de psychologie van den ouden
Colombe, omdat de psychologie van een
krankzinnige, zelfs al wordt zij logisch
verklaard, den normalen lezer altijd
vreemd zal zijn. Een bepaalde psy
chische afwijking, zooals sommige
helden van Dostoïevski vertoonen,
kan het essentiëele wezen van een
persoon onaangetast laten en zelfs
duidelijker maken, maar niet een
algeheele waanzinnigheid. En noch
tans is het de figuur van Colombe
die het gansche boek beheerscht, niet
zoozeer als mensch, dan wel als sym
bool van het fatum dat op de familie
weegt. Dit geeft aan Saint-Saturnin
een bizonder accent en weeft om dit
familiedrama een atmosfeer van be
nauwende tragiek, die zeer aangrijpend
is. Maar in die tragiek is bij nader
inzicht, toch iets artificiëels. Als wij
echter het gegeven van Saint-flaturnin
aannemen zooals de auteur het heeft
opgevat, moeten wij erkennen dat
hij het, niettegenstaande eenige
langdradighedeii, meesterlijk heeft uit
gewerkt. De eerste bladzijden, waarin
op de meest sobere wijze wordt ver
haald hoe de oude mevrouw Colombe
zieltoogt en sterft in de nachtelijke
eenzaamheid van liet oude erfgoed,
volstaan om te bewijzen dat. naar
geest en vorm, Suint-Saturnin een der
belangrijkste geschriften is uit den
laatsten tijd. Ik ken niet vele
hedendaagsche auteurs die met zulke schijn
baar eenvoudige middelen eene der
gelijke hoogte van emotie weten te
bereiken.
1) Le //rand TroupeaH. door Jean
Giono. Paris. Librcirie Gallimard.
2) Saint-Satnrnin door J fan
Schlambert/er, I'tiris. Editions de la Nouvelle
Revue francaixe.