Historisch Archief 1877-1940
~
12
De Groene Amsterdammer van 6 Februari 1932
No. 2853
Dramatische Kroniek
door Henrik Scholte
Teeljeninjïdoor B. van Vlijmen
Calderon's Spaansche Wecuwtje" hij el e
Kon. Vereenigïng
Er is nog altijd een richting aan ons tooneel
die meent: Hoe verder van ons af, hoe mooier.
Ik wil niet zeggen, dat deze richting bij de keuze
hier te lande voorzat. Er was, door de bewerking
van Hugo von Hofmannsthal, een recente
Duitsche opvoering geweest, en dat is altijd vertrouwd
geleide". Maar von Hofmannsthal zelf zag er in zijn
precieuze romantiek niet tegen op om af en toe
met gekleurd glas te koriien aanzetten, dat hij
voor zeldzame steenen wilde doen doorgaan door
«r flink op te poetsen.
Als men alle tooneelcritici van ons land eens bij
?elkaar zette en hun bij wijze van examen de vraag
voorlegde: Wat weet U eigenlijk van Calderon?"
?dan zou men toch zeer vermoedelijk maar een
magere serie lexicologische namen en feiten te
hooren krijgen, mitsgaders blijken van kennis
van twee of drie stukken, die in de permanent
?wave van het repertoire nu en dan nog wel eens
naar voren komen. (Voor een speciale première
?weet men natuurlijk plotseling meer).
Dat pleit niet tegen Calderon, die een zeer groot,
zeer veelzijdig en zeer vruchtbaar genie geweest
moet zijn, waarvan men cultuurhistorisch en uit
<ie tweede hand nog wel eens sporen aantreft. Maar
?dat pleit op zichzelf ook niet tegen de critici, die
het publiek voorlichting behooren te geven over de
zaken van het tooneel, maar daarom nog niet
<en m.i. bij voorkeur niet) een volledig college in
de tooneelgeschiedenis. En een stuk als het
Spaansche Weeuwtje", ondanks bewerking, tweede en
derde bewerking een ontoegankelijk blijspel, een
stuk dat een speciale sleutel, voorlichting, zaken
en feitenkennis voor het publiek veronderstelt, is
toch een hachelijker en vrij wat minder gemotiveerd
experiment dan de opvoering van een stuk, dat
pas geschreven is, zij het dan zonder de verwach
ting, na driehonderd jaar nog voort te leven" als
de mummie van dezen Calderon.
Psychologen moeten maar eens uitvechten.
waarom de comedie zooveel vergankelijker is dan
de tragedie en waarom de kwestie van den lach
op het tooneel een zoo subtiele zaak is, dat zij
bij de middelmaat nauwelijks een
menschenleeftijd onaangetast blijft. De vertooning van eeri
blijspel van Shakespeare de kwaliteiten der
vertooning zelf buiten beschouwing gelaten, treft
aanzienlijk minder menschen, treft een exclusievere
groep litterair-, althans intellectueel-geschoolden,
dan die van een zijner tragedies, en dit ondanks
het feit, dat een aan mode gebonden vorm van
geestigheid ook in de zwakste blijspelen van
Shakespeare toch altijd nog maar het losse kleed
is, waarachter zich waarachtige karakters en een
wereld, die soms heelemaal niet blijmoedig" is,
versteken. Deze Calderon, uit de honderden en
voor twee-derde nog nimmer vertaalde en ont
dekte" stukken die. hij schreef, een normaal
salonstuk" van zijn tijd, heeft echter alleen
dat kleed, dat zwierig gehanteerd moet worden.
alsof het heden ten dage de waarde van voorheen
heeft. Anders bekenne men eerlijk, dat het hier
?een selectief feestelijkheidje betreft, dat op een
philologencongres of ter eere van de komst van
Don Alfonso misschien nog zin zou hebben,
maar voor het" publiek, in dezen even oninge
wijd als de criticus, niet bedoeld is. Het moet ons
tooneel op het oogenblik wel goed gaan, dat het
zich dergelijke caviar kan veroorloven !
Calderon's salonstuk", voor zoover herken
baar en verstaanbaar uit de slecht-zittende en
ingewikkelde canzonen, waarin het geschreven of
althans vertaald en weer vertaald werd, is van
?een vervelende bravour. Er zijn twee categorieën
van menschen: de heeren en de knechten. De heeren
xondom Dame Kobold, in wie men een soort Lus
tige Witwe" heeft te zien, maar hoogst kuisch
en met alle begrippen van Spaansche eer
toegeHotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal
Rustige ligging modern comfort.
Speciale arrangementen voor langer verblijf.
in
Cor Ruys
,Apotheek de Ooievaar''
takeld, hebben een heetgebakerde ponteneur en
een eerecodex, waar met de rapier op gezworen
wordt. Dat zal alles wel zoo geweest zijn, in dien
tijd toen dit stuk nog uit het leven gegrepen"
was. maar een publiek, dat al om de Duitsche
studentenduels bij Schnitzler lacht, zal toch moei
lijk vrede hebben met een door het tooneel zorg
vuldig gereconstrueerd bewijs uit de cultuur
historie en kunstgeschiedenis. Deze heeren toonen
bovendien een volslagen gebrek aan humor, een
humor die "Molière wel kende (maar hij schilderde
dan ook niet meer dat feodale contrast van heer
en knecht en niets daartusschen), een humor.
die ook Goldoni hier nog het naast aan verwant
thans nog zoo kleurrijk en vreiigdig maakt.
De knechten hebben bij Calderon voor den humor
te zorgen en zij doen dat ietwat op
Shakespeariaansche wijze, maar bleeker en geforceerde]'. Toch.
zoo er nog een kans op succes in dit stuk zit. zal
het om de rol van den bediende Cosme zijn. een
Sancho Pancha. die uit beter leer gesneden is dan
de misschien onbewuste Don Quichotterie zijner
meesters.
Het stuk is verder geschreven voor do
praoticabelen van het zeventiend' eouw.sch tooneel
(g'oheime deurtjes etc.), welke diensten thans zonder
moeite al lag misschien in die moeite ook een
zekere charme, men had tenminste altijd de kans.
dat het eens niet lukte dooi' den draaischijf
overgenomen kunnen worden. Misschien dat de
vertooning het daardoor, als /ij werkelijk kans
krijgt om ingespeeld te raken wat zij bij de pre
mière allerminst was. nog wel eens tot een muziekje»
op zichzelf kan brengen, er waren alvast lichte, en
fraai ontworpen decors en costumes van Jolian
de Meester. Al zal dan wel het bezwaar blijven,
dat de regie aankleefde, nl. een verdeeling in twee
al te contrasteerende spelstijlen: die van de heeren
en die van de knechten. Mevrouw Ranucci heeft
blijkbaar geweten, dat een dreigende verveling ook
hier het spook van de opera was en daarom (op
zichzelf verheugend) een snel en bruisend tempo
willen nemen, wat menig acteur, op grond van den
onuitspreekbaren tekst, tot zijn ongeluk werd. Men
zag thans hier en daar een ontroerend gebaar
van Else Mauhs (ook een pantomime, die Dame
Kobold heette, zou echter van deze rol weinig
hebben afgenomen), een zwierige poging van
Laseur, een leutig gespeelde rol van Richard
Flink (Cosme), maar de eenige maal, dat ik
werkelijk gelachen heb. betrof niet het stuk noch
de vertooning, niet de duldeloos gemaniereerde
geest noch de eindeloos herkauwde intrigue,
maar alleen maar het geluidje, dat de kabouter
van Dom de (iruyter maakte, als hij een nootje
in zijn mond had en telkens wachtte tot het
krak ! zei. In deze dolicate.ssenzaak van voor
ons tot onnatuur geworden en verschaalde
lioofschheid tenminste de eenige vrucht die men kende en,
daar zij gratis geoffreerd werd, gaarne mee at.
Schilderkunst
Vroesïwerk van JFaii Toorop bij Kleykamp,
ili'ii Haag
De/e verzameling van Toorop brengt natuurlijk
hem geen nieuwen roem; toch is zij voor den
kenner van zijn werk niet zonder belang. Ten
eerste breidt zij onze kennis uit. Ik kende toch
geen werk vóór 1880 van hem; hier is een voor
Toorop onhandig teekeningetje uit '79, een ingang
met een tuinhek .... De meeste andere werken
zijn uit '80?'83; zij .doen den teekenaar ons zien,
min of meer reeds zeker; min of meer reeds met
aanduidingen van zijn latere persoonlijkheid; hier
en daar ons herinnerend aan gekend werk. Uit
'80 zijn b.v. een meisjesportret (Anna M.) en
profil; een man met helm; een man met pet op
(en profil), een gekleurde teekening, die aan de
vroege Brabantsche van Gogh's zou kunnen doen
denken, een man aan een tafel (uit Delft, een
boschgezicht uit Kleef; teekeningen van het
studentenleven te Delft, een visschersvrouw. L'it
'81 vinden wij gedateerd, een kop van een lezenden
jongen, een belangrijk werk als den man, die
een ouderwetsch huis, met een trap aan de straat,
ingaat, een interieur met veel figuren; uit '82 een
Nar (wel een studie naar een model) te Amsterdam
gemaakt; uit '83 een zieke in bed; kaarters? rond
tafel (te waardeeren om de actie). Onder de
nietgedateerden of onder hen, wier datum mij niet
bekend werd, vinden wij de belangrijkste dezer
kleine, eigenaardige verzameling. Wanneer wij de
twee zaaltjes van Kleykamp in bepaalde volgorde
rondgaan treffen ons Ie om het licht-en-donker
de opwekking van Lazarus (latere periode?) een
aquarel als een brieflezende jonge vrouw, de man
die het ouderwetsche huis ingaat (uit '81) krachtig,
in O. 1. inkt?, de zieke in bed om de fijne lijn. die
de vormen aanduidt, om het tot een eenheid
binden van verschillende personen; een vaart je
(penteekening) met schuiten er in en met kleine
huisjes er bij (als een verzachte teekening van
Vincent), een liggende figuur en een er bij
gehurktin een bosch (om het landschap en de lucht), een
teekenende Toorop, a la Rembraridt ondervonden,
verdei1 een strand met figuren en met drie pinken.
terwijl een paar aquarel» ons verwant schijnen, als
uiting, met het meisjw met de vogels (in Brussel
gemaakt). Daarnaast vindt ge nog een zelfportret,
dat met do roodo baret. enz. on oen paar studies
of schilderwerken, duidelijk op oen leercursus
gemaakt. . . .
/ooals go /iet: ge vindt hier oer een uitbreiding
onzer kennis omtrent don schilder. Merkwaardig
is de ongelijkheid dor werken uit dozo periode,
maai1 dat is gooii nieuw verschijnsel; zulke dingen
komen in oen beginnend schildorslovoii moor voor
dan do moesten moonou. In '83 on in '81 is Toorop
reeds regelmatiger vaardig.
pi.AssciiAKirr
Tentoonstellingen
Galeries d'Art Kodak, 21 Av. Toison d'Or,
Brussel. Tentoonstelling schilderijen on teekonin
gen dooi1 Is. van Mons. Tot 8 Februari.
Kunsthandel fluinck on Schorjon, Amsterdam.
Schilderijen door W. B- Tholon. Tot 13 Februari.
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Aquarellen on
teekeningen door A. do Miranda en Egyptisch
vlechtwerk door B. do Miranda-Kerkhoven. Tot
11 Februari.
Kunsthandel W. II. Hofstee Deelman, Amster
dam. Schilderijen van don Bulgaarschon schilder
Nicola Taneff. Tot 14 Februari.
Rotterdamsche Kunstkring, Rotterdam. Schil
derijen van Gino Severini. Tot 14 Februari.
Baarnsch Lyceum, Baarn. Schilderijen van J.
Xiowog. Tot 20 Februari.
Kunstzaal Wagenaar. Utrecht. Schilderijen door
Xinaber van Eybcn. Tot 20 Februari.
Kunstzaal van Lier. Amsterdam. Schilderijen
door Raoul Hynckes. Tot 2(5 Februari.
Kunstzaal Reeker, Haarlem. Schilderijen door
M. Heynes en Jacob Ritsema. Handweofwerk door
Mw. Vreedenburgh Dnyvis. Tot 28 Februari.
Uijenkorff Rotterdam. Tentoonstelling van schil
derijen on teekeningoii van moderne schilders.
Tot 28 Februari.
Stedelijk Musom. Amsterdam. Schilderijen van
leden on genoodigden van den I I'ollandscheu
Kunstenaarskring. Tot l Maart.