De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 6 februari pagina 13

6 februari 1932 – pagina 13

Dit is een ingescande tekst.

No. 2853 De Groene Amsterdammer van 6 Februari 1932 a n ga j g» i iet .e J hate jnen H 11 o s c o p y door L. J. Jordaan Twee belangrijke fiims G. W. Pabst. ..KanirradHi-haft". Oorso-Knyal Vietor Trivas. ..Xieiiiand^Iand"*. Passage-Theater, Den Huns Wat beide films gemeen hebben, is een onbetwijfelbaren ernst. Zoowel Kameradschaft" als ,,Niemandsland" worden gedragen door een onver dachte, nobele tendenz, die even simpel als schoon is. Pabst's mijnwerkersfilm bevat een sober, hartstochtelijk pleidooi voor internationale samen werking in tijden van nood en gevaar Trivas' anti-oorlogsfilm is een eerlijke aanklacht tegen de zinnelooze vernietiging van den volkerenkrijg. Inderdaad uiterst eenvoudige thesen, wier ver dediging door de liefhebbers van woordenrijke «n fraaie dialogen" licht met de noodige gering schatting bejegend zal worden. Laat het ons troosten, dat de simpelste waarheden het moeilijkst ingang vinden en stellig met omslachtige spits vondigheden het slechtst gediend zijn. Over de waarde van den humor" of de vriendelijkheid" laat het zich aangenaam en uitvoerig debatteeren tegenover fatale en (helaas!) tastbare waar heden, als volkerenhaat en volkerenkrijg, doet alle minzaam gemummel eenigszins ridicuul aan. Doodsverachting en oorlogsverdwazing zijn nu eenmaal ontstellend eenvoudige, maar ontstellend oppermachtige begrippen, die zich aan gecompli ceerde redeneeringen weinig gelegen laten liggen. Terwijl in Oost-Aziëde volkeren gereed staan, om zich opnieuw op elkander te storten, voelen ?wij meer dan ooit de machteloosheid van de phrase en hunkert de wereld meer dan ooit naar het simpele, directe getuigenis, dat zich tegen een dergelijken oppersten waanzin verzet. Vooral in deze tijden van bloedigen, grimmigen ernst, willen wij eenvoud, klaarheid, kracht van bewering. Over den humor, de vriendelijkheid en de fantasie kunnen wij het later wel weer hebben. . . . Kameradschaft" is een film, die geconcipieerd ward met al den eenvoud en al de stugge eerlijk heid, welke Pabst kenmerken. In strenge, logische constructie vloeit het werk aan ons voorbij. Door zijn inleidende sequenzen rijst voor ons het chau vinisme en het nationale wantrouwen op: mijn werkers, in de lichtlooze misère der kolenschachten aan dezelfde gevaren blootgesteld, zijn aan het aardoppervlak Franzosen" en Boches". Met de middelen, die de werkelijkheid zelf aangeeft: taalverschil, raskenmerken, houding en gebaar, demonstreert Pabst beknopt en overtuigend de controverse. Zijn mijnwerkers bezoeken een danshuis over de grens en de imaginaire scheidingslijn verlegt zich naar den vloer, naar de tafels van het cafénaar lederen hoek, waar de Fransche en de Duitsche mijnarbeider tegenover elkaar staan. En slechts een vuistslag of een messteek verbreekt de onzichtbare barrière. Dan na deze korte oogenblikken van schamele ontspanning keert ieder weer naar zijn eigen" mijnschacht terug. Het blanke daglicht wordt verduisterd en wij onderscheiden niet langer rond- en lang-schedeligen wij hooren niet langer het onderscheid tusschen schnarrende" woorden en neusklanken. Wij zien slechts dezelfde half naakte, zwoegende rompen en het gekreun van inspanning blijkt merkwaardig gelijk in beide talen. Alleen is ergens in de duistere kuilen een opening met een plechtstatig hek afgesloten: Grenze" staat aan den eenen kant ..Frontière" aan de andere zijde en wij weten hiermede dat ook ettelijke Kilometers onder het aardoppervlak, Pransch en Duitsch wordt geleden. Tot de groote mijnramp komt. Prachtig en met indrukwekkende soberheid heeft Pabst de stijgende ontzetting gegeven, die het grauwe, trieste kolenland overstelpt. Een meisje, dat weg wil uit de altijd dreigende ellende van het mijnwerkersbestaan, ziet uit den trein, welke haar meevoert, de teekenen der catastrofe en met een saamhoorigheidsinstinct, dat sterker is dan de vrijheids drang, springt zij uit den wagon en keert terug. Verwarde uitroepen -weerklinken haastige voetstappen echoën door de doode straten. . . . de menigte groeit aan. Tracht den ingang te forceeren naar de mijn, door stoere gendarmes bewaakt. Een oude man klampt zich aan de roode-kruisauto vast, glipt naar binnen om zijn kleinzoon zelf te zoeken. ... Inmiddels rukken de vrachtauto's met Duitsche redders aan de grens wordt geforceerd: in daverende vaart ijlen de wagens voorbij de dou anen ,Pas tirev!" schreeuwt een hunner, aan de telefoon geroepen, zijn collega's toe. . . . het is de reddingsbrigade!" In diepe stilte worden de wagens met de Duitsche equipe de sauvetage" ontvangen. Een oogenblik staan Duitschland en Frankrijk tegenover elkaar geen dialogen, geen dichterlijke phrasen. . . . zwijgen! De waardigste begeleiding van dit in waarheid verheven moment. Dan barst een bijna hysterisch gejuich los, door snikken gebroken handen worden geschud woorden gewisseld en de onvergetelijke, grootsche beklemming van dit simpele stuk realiteit is voorbij. Volgt de strijd in de duisternis der mijnschach ten een ploeg, onder den grond binnengedrongen heeft het belachelijke grenshek omvergeworpen en waadt, door slijk, verstikkende dampen en giftige vlammen naar het ingestorte mijn-deel. Met taaie vasthoudendheid dringen Fransche en Duitsche redders voorwaarts en het geheel ver vloeit in de herinnering tot een eindelooze. zwarte nachtmerrie. Met n hoogtepunt schel als een bliksemflits, moordend als een dolkstoot. Een der bedolvenen ziet de redders naderen en voor zijn door angst verduisterd brein, rijst in die fantastische figuur met haar gasmasker de vijand van 1914 op en een felle kamp volgt. . . . niet om den dood. maar om het leven. Een ander moment van ontzettende, aangrijpende kracht, dat bij voorbaat het tooneel doet zegenen, hetwelk tot een dergelijke filmnamaak" in staat zou zijn. Na de redding valt de film terug tot een zwak slot. De dialoog en de phrase hernemen een recht, dat men veiliger aan het tooneel had kunnen laten. ..Niemandsland" is de filrn gemaakt door Victor Trivas. naar het in Duitschland bekroonde scenario van Leonhard Frank voor den z.g. ..Prix (M.IXA.!,.(!." de Volkenbondsprijsvraag. Hier heeft het heen en weer golvende gevecht, dat over de woeste kratervelderi van ., No-mansland" spoelt, vijf mannen in een granaattrechtor ge worpen: vier militairen en n non-eombattant. Het zijn; een Franschman. een Duitschei', een Engelschman en een neger. De burger is een doof stomme kleermaker, onder de ruïnen van zijn verwoest huis achtergebleven. Deze vijf menschen. dooi' een wonderlijk lot bij elkaar gedreven tot een gedwongen samenzijn ontdekken, terwijl rondom hen de dood woedt. den mensch in de gedaante van ..den vijand". De neger - een arme variété-artist in zijn burgerbestaan brengt allen tot elkaar door zijn simpele filosofie. Men spreekt terwijl lichtkogels en spervuur boven de hoofden razen over hui s en familie en de Franschman ervaart tot zijn verbazing, dat zijn gepantserde en gehelmde tegenstander: ..l'ennemi", een vrouw en een kind heeft. De tijd sleept voorbij temidden der oorlogshel, tot de bewoners van den granaatkuil, door afgrijzen en verzet bevangen, uit den put klimmen en als vijf symbolen van eenzelfde generatie, vastbesloten en met geveld geweer den oorlog den eenigen waarachtigen vijand tegemoettreden. Als film reikt dit werk niet tot de groote hoogte van Pabst's arbeid. Maar een nobele, zuivere gedachte werd hier met groote liefde en onver dachte toewijding gerealiseerd. Misschien is het zelfs wel het ontbreken van alle uiterlijke virtuo siteit, dat de film ,,Niemandsland" tot zulk een aangrijpend en meesleepend getuigenis maakt. Zeker is, dat techniek en vorm voldoende zijn, om de groote gedachte voortreffelijk tot haar recht te doen komen. Ziehier dan twee films wier diepe ernst en nioreele beteekenis sterk van de commercieel' productie afwijkt. Er is moed toe noodig om zulke werken wc importeeren veel goede wil. om ze te durven uitbrengen. Zal het groote publiek een dergelijk. gebaar waardeeren, waarnaar de tijd, in welke Niemandsland bij leven, schreeuwt'i\ De ontvangst van Pabst's werk in Duitschland en van Niemandsland" in Denemarken waar Minister Stauning de film inleidde terwijl ernstig overwogen wordt haar voor den Nobelprijs voor te dragen kan ons te dien opzichte hoopvol stemmen. Tiisrhinski De bespreking van een derde belangrijke film, Lang's M", moest wegens plaatsgebrek tot het volgend nummer blijven liggen. !»<? I itki.jk (Jaarne vestigen wij de aandacht op de reprise van Siodmak's ,,.\bschied". Nieuwe Uitgaven Dr. Jac. van (iinneken: (i'n»>rllM></i>ixrlcn ratt de KchrijfH'ijze der \('ilt'i'l<fti(lx<'hf Tutti, t'il^avtPaul Hi-and. Hilversum. Dr. C. .(. VVijiiaendts Franckt-n: Lclt<'rkt<n<H</c J'jKM<ii/n. l'ilgave Tjeenk-Willink, Haarlem. Dr. L. C. llofinaiin: f f H \i>(lt'rl<i>i(lnclt IV;1b'uttcnixrcrhl. Kerste deel. De algemeeiie leer der verbintenissen. ]<? afl. Tweede druk. l'itgave J. 15. Wolters. (Jroiiingcn. Kameradschaft

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl