Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 6 Februari 1932
N o. 2853
l
f
c
Italiaansche kunstgeschiedenis
door Prof. Dr. W. Martin
In het groote boek van Dr.
Raimond van Marie, the Development
of the Italian Schools of Painting".
uitgegeven door Martinus Nijhoff te
's Gravenhage, trekken kleurige stoe
ten van kunstenaars aan ons geestes
oog voorbij. Er zijn erbij die boeien, er
zijn er waaraan wij minder aandacht
schenken, maar het meerendeel brengt
ons in verrukking. De wijze waarop
van Marie de kunstenaars groepsge
wijs doet opmarcheeren, is smaakvol
zoowel als overzichtelijk. Bij elke
groep een of meer hoofdpersonen met
hun volgelingen, eii allen gelijkelijk
getypeerd als vertegenwoordigers der
esthetische verlangens van hun tijd
en kring. Uitnemende illustraties der
autotypie, afgewisseld door enkele
in lichtdruk, verduidelijken den tekst.
Geregeld worden, naast de schilderijen,
ook de teekeningen de moeite eener
beschouwing waard geacht.
Alleruitvoerigste literatuur-opgaven en zeer
nauwkeurige registers vergemakkelij
ken het gebruik en wijzen den w
gtot verdere studie.
Ondanks den omvang van den ar
beid vergaat den schrijver blijkbaar de
lust niet en behoudt hij zijn
gemakkelijkeh schrijftrant, terwijl
zijnfrischheid al evenmin verflauwt.
* *
*
let dertiende deel, dat thans vóór
óns ligt, bevat drie hoofdpersonen:
Dominico Ghirlandajo (1449?1494).
Lorenzo di'Credi (1459?1534) en Pier
di Cosimo (1462?1521). De overigen:
Domenico's navolgers, de Botticini's
en Pier Francesco Fiorentino, zijn van
minder belang, maar in het
karakteriseeren van hun kunst en het opsom
men van hun werk is de schrijver niet
minder conscentieus dan bij de
grooten. Na Fr. Fiorentino behandelt hij,
als laatste hoofdstuk van dit deel,
nog de Florentijnsche miniaturen van
het laatste kwart der vijftiende eeuw.
i Ghirlandajo, de opgewekte verteller
van het Florentijnsche leven zijner
dagen, de portrettist der gracieuse
jonge dames en mondaine jongelingen
Van zijn stad, de onvermoeide fresco
schilder die met een menigte helpers
en leerlingen tal van groote werken
ondernam (o.a. de fresco's in S. Maria
Novella te Florence), is de held van
van Marle's eerste hoofdstuk. Zijn
beste werken zijn erbij afgebeeld en
tevens enkele details ervan, die ons
zeer welkom zijn.
Lorenzo di i redi, Verocchio's leer
ling en bescheiden vriend, dien men
den, voornaamsten vertolker der
Flo.rentijnsche religieuse gevoelens in het
eind van het Quattrocento zou kun
nen noemen, neemt eveneens, en
te, recht, een geheel hoofdstuk in beslag.
Van Marie wijst er nog weer eens op,
hoezeer diens oordeel in aanzien stond.
In tal van kwesties voor kunstzaken
diende hij van advies. Ook restau
reerde hij oude schilderwerken, lïet
is zeer wel mogelijk, dat hij inderdaad,
Guur weer f
Voorüwfiande»
?Y/
PUROL
Doos30-60,Tube80ct.BijApoth.en Drogisten.
gelijk Vasari vertelt, een gloeiend ver
eerder van Savonarola was en dat hij
in 1497 al zijn wereldsche schilderijen
op den brandstapel offerde. Van Marie
prijst Lorenzo di C'redi's werk als aan
genaam van uiterlijk en bijkans per
fect van techniek, maar zonder uit
drukking van diepe gevoelens en
ongeloofelijk eentonig, omdat ,,the senti
ment is invariably sweet and pious."
Dat Lorenzo di Oredi den invloed
van den Vlaming Hugo van der does
zou hebben ondergaan gelijk men
wel pleegt aan te nemen constateert
van Marie nergens. Daarentegen neemt
hij wel degelijk diens invloed op
(ihirlandajo aan (blz. 48) en is hij het der
halve met de hieromtrent heorschende
opvattingen eens. Dat daarentegen
ook Pier di Cosimo door van der
(ioes' triptiek, die hij stellig heeft ge
kend, zou zijn ge'influenceerd, gelijk
sommigen meenen, spreekt hij tegen
(blz. 351). ,,Ik vind zegt hij
slechts geringe sporen van dezen in
vloed. Hoe het zij. de ontwikkeling
zijner schilderwijze nam bij Piero ge
heel en al den Italiaanschen loop."
Pier di Cosimo, de held van het
vierde hoofdstuk, zou misschien beter
op zijn plaats zijn geweest achter
Botticelli, omdat deze beide figuren in
hun tegenstellingen en overeenkom
sten elkander helpen releveeren. M.aar
in zulk een kwestie van verdeeling der
historische stol' spreken 'vaak techni
sche eisenen mede. In iedergeval, Pier
(hij sterft in 1521, dus 11 jaren na
Botticelli) behoort tot de meesters die den
overgang tot de zestiende eeuw helpen
voltooien. Het is zeer de vraag of hij
de zonderling was dien Vasari ons
schetst. Er is zeer weinig over zijn
leven bekend en de rangschikking van
zijn werk levert vele moeilijkheden.
Zijn werk voor de Sixtijnsche kapel,
waarvoor hij van 1480?84 te Rome
verbleef als helper van zijn leermeester
Cosimo Rosselli, beteekent voor ons
het begin van zijn loopbaan als kunste
naar. Van Marie sluit zich geheel aan
bij de meening van andere specialisten,
dat de tocht door de Roode Zee, in
de Sixtijnsche Kapel, geschilderd om
streeks 1482, het werk is van Piero,
die toen pas 20 jaar oud was en nog
in de leer bij Rosselli.
De schrijver tracht een ontwikke
lingsgang van Pier di Cosimo te
coiistrueeren en is daarin o.i. zeer wel ge
slaagd. Voor zijn laten tijd was dit,
wegens de sterk sprekende stijlver
andering die zijn werk dan ondergaat,
niet zoo moeilijk, maar voor de andere
perioden des te bezwaarlijker. Terecht
neemt van Marie een voorbij gaanden
invloed aan van t-ignorelli.
Bij dit hoofdstuk zijn tal van bij
zonder goede afbeeldingen gevoegd
naar 's meesters beste werken. Het
deed ons genoegen, daarbij mede
aan te treffen een afbeelding van een
der beide beroemde portretten door
Piero. die het Mauritshuis bezit en die
tot het allerbeste behooren wat hier
te lande aan Italiaansche kunst te
zien is. Zij zijn reeds in 1550 door
Vasari geprezen.
Bij deze korte aankondiging willen
wij het laten. Met verlangen zien wij
de verschijning van het veertiende
deel tegemoet en werisehen den
volhardenden schrijver moed en kracht
toe voor de voltooiing van. zijn arbeid,
die hem en den uitgever tot eer strekt.
en die den naam van de Hollanders als
beoefenaars der kunsthistorische we
tenschap hoog houdt.
.*»??£
toon kamers
te Oosterbeek
re bezichtigen
Vóór de stoomfluit giert.. >.
vóór uw vertrek naar Indi
.... uw leven in de tropen
verzekerd....
Inlichtingen
MLIMIJ
's GRAVENHAGE
Amsterdam-Utrecht-Rotterdam
BEETHOVEN
5e Symphonie
C. moll op. 61
gespeeld door
JOSEF ROSENSTOCK
met GrootSymphonie-orkest
der Staatsopera
Compleet op 4
dubbelz. 30 c.M. platen
a f 3.?p. stuk.
PARLOPHON
Imp. I. Stad & Co Rotterdam
Sea~Horse
de allerbeste
tenever
M.P.POUEM G-ZOON ROTTERDAM
NCliGAT
CROQI1ANT
Een Droste" bon
bon van schijfjes
gebrande nougat.
Zeer bros en fijn.
ZIET TOE DAT GE
D R O S T E'S K R IJ G T
Spoor's
Mosterd
W. A. Spoor Jr., Culemborg'.
C. J. de Koning & Zn.
Keizersgracht 447
Opgericht Ao. 1739
Warmwatervoorziening
THE AMERICAN LUNCHROOM Cy.
KALVERSTRAAT 16-18 AMSTERDAM
RESTAURANT A LA CARTE
PLATS DU JOUR
RESTAURANT CAFÉBORDELAISE
LEIDSCHESTRAAT67-71 - AMSTERDAM
Prima keuken - Exquise Wijnen Diner - Souper - Dansant
Lunch f 2.?, Diners vanaf f 2.50 Prachtzalen voor Partijen
Eigenaars VAN GOETHEM-NEUTEBOOM