De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 13 februari pagina 12

13 februari 1932 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 13 Februari 1932 No. 2854 Dramatische kroniek door Henrik Scholte clonr IS. van Vlijmen Verkorte'» jiiMlemiistiik: ..ïjul" van Alt'rert Savoir. In het Zuiden van Europa heeft van elke vijf kinderen minstens n de voornaam Jezus, hetgeen onze theologen en die het zouden willen worden, nog steeds doorloopend choqueert. Mis schien zullen zij ook een verbod willen uitvaardigen om in een tooneelstuk een beminnelijken krankzinni ge ten tooneele te brengen, een wonderkind, met twintig jaren professor in de theologie te Freiburg, met vijfentwintig jaren onmiskenbaar gek en zich uitgevend voor God: zeer eenvoudig Hans Dieu, Gott en allemand", zooals hij zich ten overvloede zelf voorstelt. Sayoir heeft zelf eens een vergelijking duiven trekken tusschen Lui" en .... ,,La Dame de chez Maxims" van George Peydau en in een hommage aan dezen vergeten boulevardschrijver, die hij met Shaw en n.b. de Musset tot een zonderling trio van zijn beschermgoden maakt, betoogd, dat uit sluitend de techniek van de vaudeville den tooneelschrijver in staat stelt, versleten themata te ver vangen door zulke, die bij ernstige behandeling, bij een werkelijk aan de orde stellen" als these, verboden" zouden blijven. Dat menschen, die elkaar eigenlijk nooit onge straft zouden mogen ontmoeten, elkaar door de groteske toevallen en inventies van de vaude ville in de armen loopen, dat voorts door een speelsch gebruik maken van voor de hand liggende associaties de toeschouwer drie bedrijven geamu seerd, en kinderlijk, glimlachend geamuseerd wordt door de vraag: is het God, is het Krishnamurti of is het een idioot,.... dit is bij Savoir niet een these. die hij stelt, het is slechts een boutade, die hem veroorlooft, de kleine wijsheden van het dagelijksche leven sierlijk te hekelen door het groote vraagteeken achter de theologische thesen-met-hoofd letters buiten beschouwing te laten. Er is een congres van vrijdenkers in een afgelegen dorpje in Zwitserland. Juist daar, omdat alle con gressen toch maar camouflages voor ontspanningen zijn; juist in Januari, omdat het dan minder het hoogtij der vrije gedachte, dan wel der wintersport, liefde en hotelamusementen is. In Lausanne houden de theosophen op dat zelfde oogenblik een zwaar congres over den nieuwen Boeddha, maar Krishna murti, die dat onderwerp inleiden zou, is uit de handen van zijn Amerikaansche vereersters ont snapt, die een prijs van vijftigduizend francs op zijn hoofd gesteld hebben. In het gekkenhuis van Winterthur heeft op dat zelfde oogenblik een jon geman door zijn wonderlijke charme een waker weten om te koopen, die hem kleeren en geld ver strekt en het gesticht, dat zijn beminnelijksten en geniaalsten gek verliest, de zonneschijn van het trieste huis, zooals de galante directeur zelf komt vertellen, plaatst op zijn hoofd een prijs van vijftig francs. Is nu de jonge man, die maar steeds verhin dert, dat het op z'n end loopend congres der vrij denkers met algemeene stemmen God afschaft". omdat deze jongeman moeilijk kan ontkennen dat hij aan zichzelf gelooft, is deze man God. is hij Krishnamurti, is hij een gek? Zijn wonderen bestaan voorloopig in charmante betoogen. Hij is zeer bescheiden, zeer vriendelijk. zeer glimlachend. Noch de bescheiden, maar zelf verzekerde glimlach van Hans Dieu, noch zijn wonderen hebben kunnen beletten, dat men hem. die niets anders doet dan met kinderlijke wijsheid de leugens eener gecompliceerde wereld aan de kaak stellen, in het zwembad van het hotel stopt. omdat men hem voor niet meer en niet anders dan een gek houdt. Alleen het idiote dochtertje van den president van het congres gelooft in hem als God. Zij is zoo naief, zij gelooft nog in wat men schen zeggen. Als iemand zegt, dat hij God is. waarom zou het dan niet waar zijn als hij het zegt? Zij gelooft ook, dat zij idioot is. haar vader heeft gezegd, dat het goed was. want dat er ook idioten moesten zijn op de wereld. ..Maar niet zooveel in n familie", zegt God. Er is een zeer schoonc prinses, die haar man en. kinderen verlaten heeft om een bokser-kampioen (op physieke gronden tevens vrijdenker) achterna tij reizen. Later zegt zij, dat het om den kaalhoofdigen danseur van het hotel was en als God. die zich over haar lot ernstig bezorgd maakt, haar aan deze dubbelzinnigheid herinnert, is zij erg superieur: als een vrouw een zoo belangrijk besluit neemt om man en kinderen te verlaten, dan mag 7JJ die aan leiding toch wel meer dan nmaal gebruiken? Ook maakt God zich bezorgd over naar pogingen tol zelfmoord, omdat de bokser een heel klein beetje beu is van de liefde van de prinses. Maar de bokser is dan vertrouwelijk, zoo van man tot man: ,.Uat probeert ze driemaal per dag, 's Zondags zelfs vier maal". Maar misschien doet ze het nog eens?". zegt God. Ja misschien wel, ze is zoo verschrikke lijk onhandig", zegt de bokser. Daarom wordt God verliefd op de prinses en nu moet de bokser zijn bezitsrechten doen gelden en er zal gebokst moeten worden tusschen den kampioen van Europa" en iemand, die zich bescheiden als God" voorgesteld heeft. Dat gebeurt in de andere kamer en God komt met den kreunenden bokser in zijn armen weer binnen: die is over een bananenschil uitgeglegleden, heeft drie stoelen doormidden gebroken en is nu voorgoed bokskampioen-af. Nu aanbidt de bokser de prinses en de prinses aanbidt God. Maar God, die overal waar hij komt, de menschen bij elkaar brengt en glimlachend goede wonderen ver richt, is zeer droevig gestemd over haar levens wandel dien hij, te eenvoudig voor zijn eigen we reld, niet meer begrijpt, en hij wil haar hart ver anderen. Ik doe een wonder, ik verander uw hart, zoo", zegt God. Maar ik voel er niets van, ik denk nog even zondig als vroeger, ik wil weer met Nikita dansen", zegt de prinses. En nu begint God aan zichzelf te twijfelen. Het congres der vrijdenkers in het ingesneéuwde hotel heeft zich intusschen tot hem gericht: mis schien is het toch Krishnamurti, misschien God. Men zou dan in hem kunnen gelooven, in die be narde omstandigheden. Men zet den president van het congres af en God wordt voorzitter van het congres der vrijdenkers. Ook de employés van het hotel onder aanvoering van den liftboy, die zoo vlak voor den ondergang geen Amerikaansche dames meer naar boven wil brengen, maar solo met zijn lift op en neer reist, niet omdat het zoo prettig' is, maar omdat het hem een zooveel groot-er gevoel van eigenwaarde geeft, te kunnen stoppen, stijgen en dalen wanneer hij wil, komen tot God, want zij hebben een sovjet gevormd en willen niet langer lekkernijen koken en opdienen, die de atheïsten opeten, terwijl zij morgen allemaal dood zullen zijn. Op dit oogenblik wendt de afgezette president van het congres zich tot de prinses voor een zeer vertrouwelijke samenzwering. Na een charmante scène gelukt de toeleg. God is inderdaad zeer menschelijk verliefd, maai' de prinses is niet meer ver liefd, omdat hij dan een mensch is, als al de anderen. Waarom zou '/ij dan juist van hem houden, hij is geen bokskampioen, hij is maar een man, die God heet. Waarom geloof je niet meer in mij?" zegt God, alles buiten mij is ondergang". Maar ik houd juist van alles wat ondergang is. ondergang is zoo vol charme" zegt de prinses. Dat begiijpt God niet, maar dat komt, zegt de prinses, omdat hij te weinig geleefd" heeft. De laatste tournure in dit gedachtenspel op vaudeville-basis is even verrassend als logisch: de prinses wil niet door hem als door een aardschen man bemind worden, dus geloofd zij in zijn ideaal. dus het wonder voltrekt zich toch, het ecnige won der waaraan God zelf schuld is, dus God gelooft weer in zichzelf en treedt af als voorzitter van het vrijdenkerscongres en proclameert zijn bestaan op nieuw. Het sneeuwen heeft opgehouden. Hij tracht te ontkomen, want hij heeft hier alles gedaan wat hij te doen had, uitsluitend goede werken" en n mirakel. De vrijdenkers willen hem niet laten ont komen, want om zijn bestaan zou dan bij allen twijfel toch een legende geweven worden en legen den zijn de oorsprong van een nieuwe religie. En terwijl de beminnelijke dokter en de wakers van het gesticht van Winterthur in de andere kamer hun vriendelijker! en genialen «ek hopen terug te kunnen halen, terwijl achter elke deur een vrij denker op wacht staat om God in godsnaam binnen de muren van hel hotel (e houden, levert God liet laatste bewijs van x.ijn mirakel tegenover de prin ses. Om liet (e laten voortbestaan, gaat hij iiiisuhet venster en springt in een duizend meter diepen afgrond, waaruit nooit een mensch hem zal kunnen 7 Eduard Verkade als Hij" in het jubileum-stuk van dien naam, waarvan Donderdag de eerste voorstelling werd gegeven. terughalen. Hij bestaat, als idee. En de idee van God in ons hart is altijd grooter dan God zelf. Als ik mij niet vergis heeft een Fransch criti cus bij de opvoering destijds ongestraftdeze blasphemie" in het quadraat durven schrijven: Deze man is zoo vol charme en goedheid, dat men mocht willen dat God op hem leek". Bij een juiste opvoe ring, die den lichten toon en den bij uitstek spiri tucelen dialoog zonder averechtsche zwarigheden of tendenzen weet te bewaren, kan men slechts den glimlach van Savoir liefhebben, een glimlach. die eens te meer bewijst dat tout Savoir c'est tout pardonner", een glimlach, die God niet aantast en de wereld slechts voorzoover zij zeer aantastbaar is: in hare vooroordeelen tegen God. Het is een spel met een thema, dat dit thema zelf veroorlooft en het is de verrassing van het stuk. dat het thema dit veroorlooft en dat slechts bevooroordeelde menschen zich te weer zullen stellen tegen wat hu» vooroordeel en niet het thema zelf is. Men kan Savoir's stuk zelfs als religieuze propaganda beschouwen, indien men althans wat Savoir zelf zeer ironisch maar strikt on partijdig in het midden laat, het beminnen van God identiek stelt met in hem gelooven. Alle hoop, door de keuze van deze ..Vaudeville idéologique" gewekt, is echter helaas door Verkade's opvoering teniet gedaan. Hij is er dan toch nog in geslaagd om uit dezen slagvaardigen gek een teemerigen Bisschop van Benares te maken, een salonheilige, die dan ook aan het slotniet in den afgrond sprong maar met een aureooltje om zijn hoofd de tegenovergestelde richting uitwandelde, de berg des lichts"op; lijnrecht tegen tekst en bedoeling van Savoir in. Yerkade koos de oude, door Savoir zelf veroordeelde tekst, met den proloog, die alle intrigueerende charme aan deze figuur ontnam. Noch in zijn spel noch in zijn slordige regie, nog in zijn vrij troostelooze mise-en-scène. bleek iets van de geest, de ironie en de gratie van Savoir's dialogen, waarvan de bonmots en aphorismen thans als logge eenden door een vijver van goedbedoelde maar kwalijk van pas zijnde ethiek zwommen. De averechtsche atmosfeer van wasseiibeeldenspel drukte op het geheele ensemble, enkele aardige typeeringen in bescheiden formaat niet te na gesproken. Hotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal Rustige ligging modern comfort. Speciale arrangementen voor langer verblijf.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl