Historisch Archief 1877-1940
No. 2854
De Groene Amsterdammer van 13 Februari 1932
17
'
f ^
RT-' ? t t,-.
- ??.-,. .,,
^
Grammofoon-opname van Papoe-zang
Musicologisch onderzoek
van Indonesi
door Lou Lichtveld
Muzu'k in den Kami>oii;x
Herhaaldelijk werd erop gewezen,
hoe onontbeerlijk de grammofoon is
als instrument om de muziek van
allerlei exotische volkeren voor het
oor van nieuwsgierige Westerlingen
vast te leggen, (ieen wonder dan ook
dat een der noodzakelijkste uitrus
tingsstukken van den modernen ont
dekkingsreiziger een opname-apparaat
is, waarmede muziek en zang gere
gistreerd worden. Het is even onont
beerlijk als een foto- of filmtoestel.
en het volmaakte zou natuurlijk een
apparaat voor klankfilmopnamen zijn.
Doch daar deze nog niet in zulke heel
handige formaten worden gefabri
ceerd en. bovendien een apart:; en
vakkundige bediening eischen. wolden
ze door de ethnologen die nog pioniers
arbeid te verrichten hebben (en die
meestal slechts over zeer beperkte
geldmiddelen beschikken), nog slechts
zelden gebruikt.
In onze Oost is sed.ert begin 1930
mr. J. Kunst, die zich zoo verdien
stelijk gemaakt heeft door zijn onder
zoek van de Balincesche Toonkunst.
door het Eestuur benoemd tot ambte
naar voor het systematisch musico
logisch onderzoek in den Indischen
Archipel," en zijn eerste werk in deze
eervolle en dankbare functie is geweest
het inrichten van een musicologisch
archief, dat in de eerste plaats ver
zamelingen van fonogrammen bevat,
voorts fotografisch materiaal, films en
muziekinstrumenten.
Die bijeengebrachte fonogrammen,
waarbij veel H.M.V.-, Odeon- en
Bekaplaten, zijn nu reeds meer dan drie
honderd in aantal. Maar hoe veel dit
ook moge schijnen, zij geven slechts
een zeer onvolledig beeld van de Indo
nesische muziek (of liever muzieken).
Heel veel fonografisch materiaal moet
nog verzameld worden; en verzamelen
beteekent hier: zelf ter plaatse op
nemen.
In de Indische Archipel vindt men
een van de interessantste onderzoe
kingsterreinen ter wereld, omdat daar
vele lagen van de
meest-uiteenloopende culturen over elkander liggen;
op verschillende plaatsen zeer ver
schillende van zulke lagen bloot komen
te liggen en men elders mot /.eer
ongewone contact-verschijnselen ken
nis kan maken. Hoeveel verdienste
lijker er ook reeds over de Indone
sische culturen (neen. n-'en. niet de
cultures" tiitma,al!) geschreven is.
het voornaamste schijnt nog gezegd
te moeten worden; en men zal het pas
kunnen zeggen nadat er nog vee!
détail-arbeid verricht is.
Hoe rijk en onbetreden het terrein,
hot; vruchtbaar het ontginningswerk
ook op cultureel gebied is. bewijst het
verslag van wat de heer Kunst reeds
in het eerste jaar van zijn werkzaam
heid heeft weten te bereiken. Om van
te watertanden, als men lees', wat hij
mededeelt in het Oudheidkundig Ver
slag UKiO (pag. <iH?SS.)
Kerstons maakte hij. gewapend met
filmtoestel en fonograal'. een expeditie
naar het eiland Xias. waar hij niet
alleen zaag- en instrumentale muziek
opnam, en dansen filmde, maar ook
vele inheenische instrumenten voor
het archief aankocht, en.... vee]
muziek ook noteerde en gegevens ver
zamelde over muzikale traditie en
rnuziekbeoefening.
liet heeft zoo zijn eigenaardige
moeilijkheden orn een kampong op
het gewenschte oogenblik aan het
musiceeren te krijgen, en een
ethnoloog moet vóór alles vindingrijk zijn
in de kleine dingen van het
tiagelijksche leven. Meestal begon de heer
Kunst zelf maar te zingen en wat
deuntjes te spelen op zijn viool, om
de inlanders wat in de stemming te
brengen. Hetgeen gewoonlijk wel
hielp. Ik vertel deze bizontlerheid orn
te illustreeren hoe de geleerde, die bij
het ,,huiswerk" de intervallen van al
zulke muziek tot iri cent n nauwkeurig
zit te berekenen, bij het ..veldwerk"
even ingenieus moet wezen. zij liet
dan op een heel andere manier.
Belangrijk bleken vooral
centraalen zuid-Nias, waar ..hoofden en krij
gers imponeeren door hun fraaie
adatkleeding, het strenge en beheerschte
rhythme van hun dansen, de wel
luidendheid van hun zangen."
..Xooru-Nias daarentegen verschijnt
in vuile pyama's en overwalsche
kleedij, host en tiert, zonder regel
maat, zonder melodie; in plaats van
lans en schild hanteeren zij een stok;
hun muziek doch bij dergelijke
volksfeesten merkt men <iat natuurlijk
niet bestaat uit lo.iter psalmen en
gezangen", vertelt mr. Kunst. De
eigen oude muziek is er vc-rgeten. en
wel omdat de zendelingen er alle
dansen en iiihe;'msche zanu'en ver
boden hebben. Hen Xoord-Ni-isser die
a in tle oiid.e (lansen tleelii'-enit. word1,
uit de kerk gostootcu.
De schade die een dergelijke dom
heid veroorzaakt, gaat elke beschrij
ving te boven.
Heed-S enkele maanden na d.eze
expeditie werd een tweede tinder
nomen, thans naar Flores. Daar vielen
nog heel veel meer muzikale resul
taten te boeken. De primitieve en tot
voor kort nog vrijwel geïsoleerd.
levende stammen van het Westen en
het uiterste Oosten vertoonden weer
een heel andere muziek als ('ie gedeel
ten welke reeds eeuwenlang invloeden
van andere volken en beschavingen
ondergingen. Bij deze laatste vond
mr. Kunst nog West-Europeesche
liederen, vermoedelijk Ilollantlsche en
Schotsche uit de llide eeuw. maai
bovendien ook oud-1'ortugeesche gees
telijke liederen.
Op h «.'t gebied der
instrumentenkunde heeft Flores nog heel bizondere
gegeven;; verschaft, welke Mr. Kunst
heeft verwerkt in de eerste musicolo
gische verhandeling van de Oudheid
kundige Dienst in Xed. Intiié: ..Over
zeldzame fluiten en veelstemmige
muziek in het Xgada- en
Xagehgebied (West Flores)". Het groote
wetenschappelijke belang van de
kwestie is evident: dnbbelfluiten zijn
zeldzaam, want de overgroote meer
derheid der dubbelblaasinstrumenten
zijn schalmeien, hobo's of klarinetten.
OokdeCiriekschedi-auloswasgeenfluit!
Hn nu werden op Flores niet alleen
verschillende soorten var
dubbelfluiten gevonden, waarmede men
werkelijke tweestemmige mui'.iek kon
uitvoeren, maar ook een Irtjicliliiit,
iets unieks in de instrumentenkund.e,
dat aan de tweestemmigheid nog een
orgelpunt-toon toevoegde. Deze in
strumenten nu werden uitvoerig on
derzocht en beschreven, evenals tle
indirect aangeblazen basfluit. een
fagot-achtig intsrument dat eveneens
unieke eigenschappen bezit, /ij werden
nauwkeurig gemeten en hun structuur'
\vcrd nagegaan.
Dit bestaan van werkelijke meer
stemmigheid, is op zich/elf a! merk
waardig, vooral omdat hier de w
gopen schijnt naar' een instrumentale
hornophone muziek. Maar' nu blijkt
bovendien, dat zich daaruit weer een
meerstemmige zang heeft ontwikkeld,
die echter meer polyphoori dan har
monisch is. Kn terwijl tle fluiten met
hun geringen omvang van ten hoogste
een overmatige kwart, een muziek
maken die voor onze begrippen ..chro
matisch" schijnt, heeft de x.angmuziek
een zuiver diatonisch karakter. Ook
worden een of twee bourdon-tonen
vastgehouden, evenals in de Indische
muziek of in de Byzantijnsche kerk
muziek (ison).
/eer interessant is daarbij een vorm
waarin de melodie-voerende stemmen
canonisch aanvangen, doch elke vierde
maat unisono samen vloeien. Inderdaad
een imitatie-vorm die soms bij zeer
primitieve volken (de Wedda's van
Malakka. de Vuurlandsche Indianen !)
aangetroffen wordt, maar die zich op
Flores soms ontwikkeld heeft tot een
zuivere canon-vorm, waarover uit
compositorisch oogpunt nog heel wat
meer- te zeggen valt dan het weinige
dat tle heel' Kunst ter toelichting bij
de notatie mededeelt, liet is in ieder
geval een fragment dat geen kwaad
figuur zou maken in het muzikale
oeuvre van Matthijs Vermeulen !
De musicologische gegevens, hoofd
zakelijk fonografisch materiaal, welke
verzameld werden dooi' de expeditie
naar tle centrale gebergten van Xed.
Nieuw Guinea in l!)2l>. werden in het
afgetoopen jaar tezamen mei andere
gegevens dooi' den heer Kunst ver
werkt tot een uitvoerige monografie.
ditmaal terwille van het wet
enschappeüik belang i;i 'iet Kn-;,'elseh
:.pes.'-hreven en zeer rijkelijk '.'.eïllust reerd.
In deze ..Study on. Papuaii Music"
wordt aan de hand van de nieuwste
methoden getracht een algemeen
beeld te ontwerpen van de muziek
der Papoea's. Bij de pygmoiden vau
het hooggebergte wordt een eigen
aardige fanfare-melodiek aangetroffen,
die ook waarschijnlijk ontstaan is uit
een imitatie van de instrumentale
muziek. Deze is op Nieuw (uiinea
rijker dan men vermoeden zou. Wel
een zesfigtal verschillende typen wer
den reeds aangetroffen.
Men heeft er i itueele gezangen, die
oud zijn en waarvan men soms de
letterlijke beteekeni0 ('er woorden niet
meer verstaat (juist als bij ons met
sommige oude kindeiliedjes). Kn men
heeft er gewone volksliederen, ('ie ook
nu nog nieuw ontstaan. De tekst heeft
woord-verdubbelingen on accent
verspringir.gori (wat aan de barokke
Italiaansche opera's doet denken).
en alle woorden eindigen op een con
sonant, ('ie er geen heeft, krijgt er een.
liet zingen gaat steeds gepaard met
een rliythmische begeleiding, lange
tonen worden gctremuleci'd. sommige
worden uitgebreid met versieringen.
terwijl men verschillende zinnen
verTripelfluit uit West Floris
bindt in n ademhaling.
Alsof de Papoea's aan Italiaansche
opera, denken te gaan doen !
Driedeelig is tleze muziek in bouw
en meermalen ook in rhythme. Kn
er is veel verwantschap met ;le muziek
dei' naburige eilanden.
Alles bij elkaar' V-lijkt er' in den
korten tijd dat tle Oudheidkundige
Dienst in de 'Oost ook een ambtenaar
voor het musicologisch onderzoek tot
haar beschikking heeft, ongelooflijk
veel bereikt te zijn. Wellicht meer
tlari in een paar' geheele decenniën
daarvóór. De vele werkzaamheden
aan dit onderzoek ver-t.ouden zijn
natuurlijk veel en veel te zwaar orn te
rusten op de schouders van slechts
n man. ook al vindt deze nog zooveel
steun in de vrijwillige (en onbezol
digde) hul]) van zijn echtgerioote.
Menige tak van Dienst levert he.>!
wat minder bevredigende uil komsten.
en de waai'deering welke de oflïcieele
inu/.iekwetci'scli;'js toont voor \val
eithans hi de Oost tot sland woi-di
^?ebrarhi op dit p,v!>i"d. n'.ouv het
Bestuur a a'i V i;! m "; worden om aan ln-1
nnr>iei ilo^iseh onder/.1.>ek de lii
tuv:(ii:il»' te L'.eVeü. {iii- //!>','! als /.<?<> )!<>!><
'/.:< ke! i j k u :t \vi isi.