De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 februari pagina 1

20 februari 1932 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltetna en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2855 Zaterdag 20 Februari 1932 Rijksvrijhandel voor Nederland door F. Hoyer Inhoudsopgave op p a. g. SS 4 U Vrijhandel voor Nederland Ned. IndiëBelgi In den draaikolk van den economischen wereld oorlog, dreigt ook het nu weer onzijdig gebleven 'Nederland meegezogen te worden. Naar den Vol?kënboocL-eHr hulp te verwijzen, brengt ons niet verder. Het vertrouwen, te Genève op zoo'n "harde proef, gesteld, doen wij beter in eigen volk en kracht te hebben. . . . en te toonen. Ontbreekt echter het geloof aan iets hoogers dan passieven weerstand, dan blijft de bevrijdende daad van ons volk, zich zelf te helpen, uit. . Het ligt voor de hand voor het verbeteren van ?onze aangetaste economische positie aan een antensiveering van ons handelsverkeer met Indi te denken. Hard valt het daarbij te moeten consta"teeren, dat onze strijdvaardige industrie een steeds grooter deel van den import aan de buitenlandsche ?concurrentie heeft moeten afstaan. Bedroeg vóór ?den oorlog (1913) onze invoer in Indiënog 33 % van den totalen import, na afloop was deze in 1920 reeds tot 24 % verminderd om in 1928 zelfs tot 18 % te dalen. Nu is het niet mogelijk, en zelfs nietwenschelijk. «den Indischen import uitsluitend voor eigen land en volk te reserveeren, maar niet duidelijk is ?waarom een politiek van vrijhandel binnen het Itijk ongunstig zou werken op de economische ontwikkeling van Ned. -Indiëen de goede ver houding tot de andere importeerende landen. Naar een verslappend protectionisme overioopen willen wij niet, vrijhandel in al zijn conse quenties toe blijven passen kunnen wij niet, dus ?blijft, om ons staande te houden, invoering van Bijksvrijhandel, desnoods onder tijdelijke toepas sing van contingenteering, hier en in Indiëover. De voornaamste economische argumenten meestal tegen Bijksvrijhandel aangevoerd zijn: 1. Tariefvoorkeur door verlaging ten gunste van -Nederland is niet mogelijk, nu om fiscale redenen het ?tarief algemeen verhoogd werd. Naast een vast invoerrecht (waarvan alleen Ne derland vrijgesteld zou zijn) kan een crisistaxe ?over alle importgoederen (dus ook op Nederlandsch fabrikaat) geheven worden. Deze tijdelijke en des noods flexible belasting, zou, ter vervanging van ?de averechts werkende opcenten op het in voer Techt, ook in den vorm eener descarga" (lossings: geld te heffen over de importwaarde der uitge laden goederen) toegepast kunnen worden. Vrij stelling van rechten tegenover Nederland, kan .en mag nooit de bedoeling hebben, de gerech tigde belangen van anderen aan te tasten. 2. Door hoogere fiscale rechten worden de inlanders te zwaar belast. De te compenseeren inkomsten aan invoerrech ten Op circa 15 millioen stellende, zou de vermeeraderde druk" op een kwartje en bij verdubbeling van den Nederlandschen import, op twee kwartjes hoofd neerkomen. 1,1' 3. Voorkeurtarieven, en speciaal zulke op bepaalde rgoederen, zijn niet wenschelijk, daar men niet onnoodig aanleiding moet geven van discriminatie beticht te worden. Zoolang andere en betere middelen nog ter be schikking staan, lijkt het inderdaad verstandiger, .niet door het nemen van beschermende maatrege len, als het hooger belasten van zulke goederen, tegenmaatregelen uit te lokken, al zal men bij tarief-verandering evenals Znid-Afrika de wijze van beperking eener onzuivere valuta-dum ping onder het oog hebben te zien. Het doel mag trouwens niet zijn normalen invoer van buiten landsche goederen te beletten, maar wel, uit zelf behoud, ons door ongelijke concurrentie niet te laten verdringen, van de eigen Indische markt, die wij eenmaal verloren, niet meer zouden kunnen herwinnen. 4. Invoer-contingenteering zal vermoedelijk evenmin helpen, omdat ook het Nederlandsclie quantum gecontingenteerd zal moeten worden, wil men niet discumineeren. Contingenteering zou voornamelijk toegepast moeten worden, om de oude, historisch gegroeide en dus min-of-meer normale verhouding tusscheri de diverse importlanden zooveel mogelijk te her stellen, waarvoor als grondslag b.v. de gemiddelde hoeveelheid der laatste 3 jaar, vóór het crisisjaar 1931, genomen zou kunnen worden. Een dergelijke maatregel van zelfbehoud mag niet als een geval van discrimineereride protectie beschouwd worden. 5. De handelspolitiek voor Indic moet in de eerste plaats van een Indisch standpunt beoordeeld worden, daar het Neder/andsche belang'niet primair mag zijn. Zeker mag deze aangelegenheid niet speciaal beke ken worden uit een klein Hollandsch oogpunt van winst of verlies, evenmin echter uit den eenzijdigen Indischen gezichtshoek van ethiek of sentiment, iru'.ar alleen van een breed, algemeen Groot-Nederlundsch standpunt. Gemeenschap van belangen bindt Nederland en Indiëaan elkaar, want niet vergeten mag worden, dat Indiëzonder Nederland,aan verval prijs gege ven zou zijn, terwijl Nederland zonder Indiëveel van zijn beteekenis in de wereld zou verliezen. Daar om behoort, van primair" gesproken, alleen het GrootNederlandsche standpunt het criterium te zijn. Wij hebben in Indiëniet alleen plichten die wij in het algemeen zeer goed vervullen maar ook rechten, in de eerste plaats de plicht eri het recht er voor onze belangen op te komen. Wat ieder der beide deelen van ons groote Rijk bijdraagt, zal (zonder dat men dit nauwkeurig tegen elkaar afweegt) uiteindelijk het geheel ten goede komen. Dank zij den pioniersarbeid, de vlijt en de kunde van onze menschen aldaar, heeft zich ons gast vrije Bijk in de tropen, onder een verlicht liberaal bestuur waarom de héle wereld het benijdt tot een factor van mondiale beteekenis kunnen ontwikkelen. Gastvrij willen wij blijven, ook in ons eigen welbegrepen belang. Dit mag echter niet beteekenen, dat wij onze duur verworven positie als gastheeren aan onze overigens zeer gewaardeerde gasten moeten afstaan ! Ten slotte wacht ons de grootsche taak ons met Belgiëop economisch gebied te verstaan. De neiging daartoe heeft zich het eerst daar te lande geopenbaard, juist daarom is het nu mogelijk, bij de ook in ons land bestaande diepe belangstelling, voor dit vraagstuk, hierop zonder vooroordeel in te gaan, door de uitgestoken hand te aanvaarden en de mogelijkheid van een innig samengaan grondig te onderzoeken. Uitgegaan zal moeten worden van het standpunt, Viooltjes Voortreffelijke chocolade in den vorm van viooltjes. Een specialiteit. RINGER5 Let op den naam f dat de bestaande bezwaren er zijn om overwonnen te worden, en dat het niet alleen wenschelijk. maar zelfs noodzakelijk is een oplossing te vinden en tot overeenstemming te komen. Een der bezwaren bij antagonisten van Bijks vrijhandel is nog, dat Nederland geen compen satie zou kunnen bieden voor den veronderstelden, echter volstrekt niet zekeren, achteruitgang van den Indischen export van producten naai' het buitenland, indien dit represaillemaatregelen zou nemen. Nederland neemt nu slechts een gering deel dezer exporten op, in J!)U! bedroegen deze nog 2S /^, in 192S daalden deze tot 17 ,^ van den totalen uitvoer. Wanneer Nederland 2 of '.'> keer zooveel inwoners had, zou de zaak er volgens (leze rodeneering beter voorstaan. Welnu, door economische aansluiting bij België. zouden wij alvast hot aantal afnemers verdubbelen. 011 dan maar die mogelijke retorsie-maalrogelon van het buitenland kalm moeten, afwachten. Daai', dank zij onze open-deur-politiek, groote buitonlaiulscho belangen bij do cultures betrokken. zijn en er geen enkele, door onze handt l poli tiek veroorzaakte, reden kan ontstaan, waarom deze belangen zich terug zouden trekken, zal blijken, dat ook in dit geval, als steeds, vrees een slechte raadgeefster is. Van. een samengaan zou oen invloed uitgaan. die zoowel naar binnen als naar buiten ongetwijfeld moreel zeer groot zou blijken te zijn. Wij zouden lederen anderen staat ulffeheele rrijttoin van rechten, op basis van wederkeerigheid, toe moeten staan. Wanneer wij Engeland aanbieden bereid te zijn, zoodanige wettelijke maatregelen te nemen, dat alle Britsche goederen volkomen met de Nederlandsche gelijk gesteld worden, indien en voor zoover men omgekeerd bereid is, op gelijköwijze het beschermend tarief voor ons buiten werking, en onze producten met die in Engeland voort gebracht gelijk te stellen, dan bestaat de moge lijkheid, dat dit land tegenover een dergelijke vrijhandelsgezinde machtige combinatie zijn houding zal wijzigen. Hiermee zou dan de eerste stap op hot pad, dat naar de Ver. Staten van Europa op economisch gebied moet leiden, gezet zijn. Nederland en België. Ned.-Indiëen de Belg. ('ongo zouden tezamen een economisch gebied met een bevolking van een kleine 100 millioen menschen vormen. Wij zoutien zoodoende een economische macht van den eersten rang worden, wier open-deur-politiek de basis voor vreedzame samenwerking en vrij handelsverkeer, de heele wereld over. zou moeten leggen. Ons volk heeft een missie te vervullen. Het moet dus de consequentie Groot-Nederland durven te aanvaarden, daar alles juist rui in deze richting wijst. Het spreekt van zelf en behoeft geen betoog, dat dit slechts een vredelievend en vrijhandelsgezind Nederland kan en zal zijn.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl