De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 februari pagina 10

20 februari 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 De Groene Amsterdammer van 20 Februari 1932 No. 2855 Poëzie en revolutie door Albert Heiman Bescherm Uw keel! Verzorg baar dagelijks Gorgel droog met .25. 45 en 65 ets., Links richten Is nog niet dichten Wie meent dat kunst alleen een zaak van schoon heid is, een luxe voor weldoorvoede en geruste menschen, die leze om zich alle ergernis te besparen liever niet het volgende. Want wij leven in een land waar alles schijnbaar nog heel vreedzaam toegaa*f waar de rijken zich ongestoord in het bezit van hun rijkdom kunnen verheugen, en de armen zich niet al te rebelsch toonen. Zij weten binnen de perken van hun beperktheid te blijven; welaan dan.. . . Een ieder heeft de vrijheid deze dingen geheel te negeeren, en onze letterkunde is niet van dien aard dat ze wie dan ook komt alarmeeren. Elkeen schrijft kalm voort aan zijn hobby: aan zijn ge romantiseerd pleidooi voor de vrije liefde, de achturen-werkdag, de koloniale welvaart. Men weet welke dingen gezegd mogen worden en welke niet; en wanneer ieder zich houdt aan het consigne, komt er geen rumoer. Onze literatuur toont altijd en overal de knap heid van haar beoefenaren. Wat een technische meesters bezitten wij niet. Slechts drie dingen kan onze literatuur niet; slechts drie, en dat zijn: schreien, lachen en opstandig maken. Vroeger, een halve eeuw geleden, is er misschien teveel geschreid; vooral met krokodillen-tranen. Gelachen is er in ieder geval nooit genoeg. Lachen doen tenslotte alleen menschen die zich op een oogenblik vrij en losgeslagen voelen. Jarry wist te lachen, en Morgenstern soms. Maar welke Westersche literatuur van heden bezit nog die lach? Bolsjewieken ? Laat het u niet verwonderen dat Sovjet-Russen kunnen lachen. Men heeft er vroeger genoeg tranen geweend, en nog waar schijnlijk. Maar men heeft er toch schrijvers als Valentin Katejef, Sejfullina, Sostschenko, Ilf en Petrow en vooral de prachtige Panteleimon Romanow. Om nog van evenveel anderen te zwijgen; menschen die zeer goede romans en novel len schrijven, maar lachend l En bezitten wij in ons land nog n humoristischen schrijver, sedert Job Steyen zich niet meer thuis ging voelen in deze eeuw? WTaar niet bitter lijk geschreid werd, kent men ook niet de gulle, breede lach der bevrijding. Wel is ev: kleine wrok, kleine ontevredenheid, en vooral groote zelfgenoegzamheid. Wat dandyachtige skepsis en een beetje angst. Veel imbeciliteit. Heeft het u nooit verwonderd, dat de dingen die wij op het oogenblik gewichtig, brandend, urgent noemen, absoluut vermeden worden in onze letterkunde ? Wij vinden het gewichtig dat hier het Vredespaleis staat, maar een vredesroman van internationale beteekenis (of zelfs maar van plaatselijke) heeft niemand kunnen schrijven. Een groot deel van de arbeidskrachtige (= leeskrachtige) bevolking is werkloos (= leeskrachtiger), en wat belangrijks zou daar al niet over geschieven kunnen worden, voor hen en voor anderen. Het gebeurt niet. Zóó ver staat de literatuur buiten het hart van de massa, dat men sprekend over noodlijdende kunstenaars" iedereen bedoelt be halve schrijvers en dichters. Deze zijn als de juwe liers, buiten de menigte, veilig achter het brandscherm van hun verzekerd domein, en niet nood lijdend maar alleen verschrikkelijk angstwekkend geïsoleerd. Het isolement der impotenten. Wij zullen onze individueele verdiietjes nog dui zendmaal bezingen, onze wenschfantasietjes nog honderdmaal in romanvorm gieten, en even zeker vergeten worden als de barometerstaiid van alle Kerstdagen uit de vorige eeuw. Het is te begrijpen dat bij ontstentenis van een literatuur die onbevangen uitdrukt wat in en om ons leeft, in ons land ook geen sprake kan zijn van het bestaan van een revolutionaire letterkunde. De vervreemde a,estheet en de aesthetieklooze burger zullen dat beiden toejuichen. Maar een bepaald deel van ons volk (ook van ons volk !) zal het moeten betreuren. Ik weet het niet zeker, maar ik vermoed het op vele gronden welke nie mand ontgaan kunnen die eveneens ,,tusschen de stoelen zit." Het is een machtig onsympathieke toeschouwersplaats, maar men moet in zekeren zin met zijn achterste op den harden grond terecht komen, om wakker te worden en begrip te krijgen van sommige dingen. Het is ellendig niet meer rechts te irillen, en niet links te kunnen zitten. maar wij hebben niet beter verdiend. Een der verschijnselen, die erop duiden dat .,sommigen" een sterke behoefte gevoelen aan revolutionaire literatuur, die tengevolge van de plaatselijke omstandigheden niet anders dan pro pagandistisch en agitatorisch geaard kan zijn, is de collectieve poging welke door een groep schrij vende menschen (men mag ze niet beleedigen met den naam van schrijvers" of dichters") gedaan wordt om op geregelde tijden goedkoope bundels revolutionair proletarische literatuur onder de massa te brengen." Deze bond heet Links rich ten" en heeft een zinspreuk, die alles zegt: Onze kunst kent slechts n wet: Verzet !" Keeds zijn een vijftal uitgaven verschenen, niet omvangrijk maar doorgaans toch grooter dan de beroemde plaquettes die de officieele letter kunde afwerpt. Vier gedichtenbundels en een anti-koloniaal tooneelstuk. Nog geen roman. Het zou onjuist zijn deze verzen volgens een andere norm te beoordeelen dan die van de eenige kunstwet welke de makers erkennen: die van het verzet. Wanneer voor een Jeroen Hosch een paar ton betaald worden en voor een schilderij van onzen knappen tijdgenoot Jansen maar honderd gulden, dan berusten deze verschillende waardeeringen alleen op een onderlinge afspraak, maar niet op een nieei- of mindere mate van mooi zijn. Alle aesthetische normen zijn een kwestie van onderlinge afspraak en goed vertrouwen. Dat is nu ook de norm van verzet" welke Linksrichten huldigt: Natuurlijk moet or verzet zijn, en natuurlijk mogen daar alle literaire vormen ter wereld aan dienstbaar gemaakt worden. Maar elke literatuur berust op een code, en wie het beste met die code weet om te gaan, bereikt ook de grootste ver staanbaarheid en vooral de grootste overredings kracht. In het belang van het verzet is het noodig dat de dichter van het verzet een goed dichter zij. In het belang van de alles overheerschende tendenz moet de tendenzschrijver een zoo goed mogelijk schrijver wezen. Hierop kwam mijn bezwaar tegen Jef Last's Marianne" neer, hetwelk de eestheten wilden ontzenuwen door te betoogen, dat ik niet genoeg gelet had op de aesthetische kwaliteiten van Marianne", maar waartegen Jef Last zelf nog de beste verdediging heeft ingebracht, door naast dat stukje burgerlijke romantiek een paar bundels revolutionaire liedjes te leggen, en zich opeiilijklaan te sluiten bij het schrijverscollectief Links richten". De zaken staan nu zoo: Revolutionaire poëzie heeft geen artistieke pretenties, geen andere be doelingen dan die van agitatie; en propaganda, dan die van verzet. Maar aan deze bedoelingen kan zij het best beantwoorden, door als kunst" (kunde, het kunnen van den schrijver-vakman) van zoo goed mogelijke kwaliteit, van zoo hoog mogelijk gehalte te zijn. In dit opzicht staat Jef Last met Freek van Leeuwen en Geert van Oor schot in Links richten" boven aan. 15ij dit drietal vinden wij een enkele maal het gelegenheids-rijm uitgegroeid tot een gedicht met meer verborgen energie en spanning. Tenslotte behoeft het vakmanschap, het kunnen r i et zn" groot te zijn, wanneer het verzet welk verzet dan ook, maar hevig genoeg is; boven de geme lijkheid, de kleinburgerlijke ontevredenheid uitlaa.it. De kleinburgerlijke ontevredenheid is het. ken merk van ons met sociaaldemocratii; geïnfecteerd proletariaat. Het i 3 nog geen echt proletariaat. De dichters die het daartoe willen opzweepen zullen moeten beschikken over een mate van inliteratuur-omgezet-verzet, die ik nog bij goeri en kelen schrijver in Nederland aantrof. Is het nog te vroeg? LE CHAMPAGNE EN VOGUE JAGER-GERLINGS HAARLEM MEDISCHE PASMUNT. Verzameld door MEDICUS. 207 blz.; 20 x 14 cm.; f 2.50 ing. In linnen stempelband f 3.25 In 30 hoofdstukken behandelt de schrijver achtereenvolgens: Vivisectie - Immunisatie - Van ouderwetsche en nieuwerwetsche geneesmiddelen - Lourdes - Muziek als geneesmiddel - Verhoogde bloeddruk. - Hormonen en verjongingsmethoden - Bloed te koop - Hoe de chaos in een kosmos herschapen wordt - Vergiftiging en eerste hulp bij ongelukken - Cocaïne - Opium - Slapeloosheid en slaapmiddelen - Levenskracht en Levensvreugde Het domme hart - Van kuiltjes in de wangen en kringen onder de oogen - Degeneratie en genialiteit Schedelleer - Geschikt voor de tropen - Sexueele voorlichting - Koorts en tuberculose - Stralentherapie. Verkrijgbaar bij den erkenden boekhandel en bij de Uitgeverij C. A. MEES, Santpoort

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl