De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 februari pagina 11

20 februari 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Een scène uit Zwei Krawatten", opgevoerd door de Haarlemsche Tooneeklub Dramatische Kroniek door Henrik Scholte Haarlemsche Tooneelclub: Zwei Krawatten" van Georg Kuiser Er schijnen menschen te zijn, die hun kerstfeest in Juli vieren, omdat de kerstboomen dan goedkooper zijn. Het tooneel, dat het heele jaar dooi de lichtjes aan moet hebben, doet ongeveer het zelfde, wanneer het in de hondsdagen deugdelijke stukken wil spelen, en onze voorvaderen zouden er dunkt me geen been in gezien hebben om de ,,Gijsbrecht"-traditie desnoods naar l Augustus te verplaatsen. Nu heeft men wel sinds jaar en dag allerlei min of meer geslaagde zomerkluchten, maar een geheel eigen repertoire, door eersteklas-schrijvers geschapen voor de ,,a-tooneele" maanden, krijgt pas in de laatste jaren burgerrecht. Men moet daarvoor wel leentjebuur spelen bij de kunsten. die in het volle seizoen de felste concurrenten zijn: bij film, revue en operette en niet bij alle gezelschappen zijn de spelers zoo alzijdig, dat zij ook een liedje weten te brengen" of een dansje te wagen zonder dat men er den maatslag vaneden balletmeester al te duidelijk in herkent. Zoo ontstonden b.v. de schoone filmklucht van HoellahBoellah, koning van Afghanis tan en zijn bezoek aan Hindenburg, een fraai stuk nonsens, waar ik, eerlijk gezegd, een paar jaar geleden in Duitschland eens van genoten heb; zoo ontstond ook de tegenhanger: Bernard Zimmer's ietwat degelijker, maar toch licht en brillant ge houden filmepisode van Bela Kun in Budapest, getiteld Le Beau Danube Rouge", waar men hier nog wel eens eer mee zou kunnen inleggen. Molnar en Guitry schreven hun gepe perde zomerrevue's, de Wunderbar" was voor vele Duitsche gezelschappen redding in den nood, omdat men in een tot ca baret verbouwden schouwburg den zomer met avond aan avond volle zalen doorkwam en er telkens maar weer naar hartelust nummers" doorheen lardeerde. Zoo ontstond ook het Revue-Stück" van George Kaiser, waar ik, twee zomers geleden, op een snikheeten avond in Hamburg eens een uitverkocht huis" kinderlijk gelukkig mee heb gezien. George Kaiser heeft eigenlijk niets anders gedaan dan de draad leveren voor een revue, die elke regis seur kon aankleeden zooals hij wou. Hij leverde, wat voor een revue goud waard is: een idee. Die idee bestond in de vrij dwaze gewoonte om de waardigheid van een heerenrok te voltooien door een wit dasje, waar men een half uur voor den spiegel op kan staan te vloeken, en de nog dwazere gewoonte om denheer van den knecht, i.c. deri gast van den kellner te onderscheiden door laatstge noemde het ravenzwarte embleem van de smoking boven een rokjas uit te laten dragen. Wordt dit symbolische kleedingstuk nu verwisseld door een heer-in-nood, die door den dienstuitgarig moet vluchten, dan maakt de kellner een mooie kans om den hoofdprijs uit de tombola te trekken, gratis een dame te chaperonneeren naar Amerika, en daar op een dergelijke wijze fortuin te maken, dat alleen de ongehoordste revue-colportage, waarvan Kaiser de consequentie meende te moeten trekken: name lijk een erfenis met nog een tien millioen erbovenop, die aan het arme vriendinnetje van den ex-kellner ten deel valt, den geluksvogel weet te overtroeven en, na veel omzwervingen, tot rede te brengen. In die omzwervingen heeft Kaiser de gelegenheid aangegrepen om met de gebruikelijke argumenten van een Europeescheii intellectueel" de vleeschpotten en de domheidsmacht van Amerika te hekelen, niet oorspronkelijk, ongetwijfeld, maar niettemin geestig, dwaas en dankbaar voor een zomersch publiek. Mischa Spoliansky maakte er de noodige muziek bij, op de bekende wijze, waarop men in Duitschland aan liet woord song" het nationale burgerrecht gegeven heeft, en er zijn erbij zoo'n Song vom Chance" b.v., zooals dat bij den huldigen Berlijner met een afschuwelijke elrietaligheid heet die voor Kurt Weill niet onder doen. Jn de verzamelde werken van Georg Kaiser zal dit buitenbeentje wel niet compareeren. maar als stramien voor een groote revue-enseeneering zou het in warmere maanden ook voor onze gezel schappen een uitkomst kunnen zijn. Welk kwaad steekt erin, dat onze spelers zich eens met iets minder zwaarlijvigheid en De Bar-scène in Zwei Krawatten" gewichtige verwikkelingen bekwamen in het veel zijdige vak van Maurice Chevalier en Fritzi M assary 'i De Haarlemsche Tooneelclub, een dilettantenvereen iging, heeft ter eere van een feestelijke gebeurtenis de kat de bel aangebonden en het eenige en voornaamste element was alleminst dilet tantisch : de voortreffelijke ensceneering van Lucas Wensing, die. blijkbaar uit ruime beurs werkend. het vakwerk van de revue naar den kroon stak en er nog een goede dosis artistieke; smaak bovenop zette, en de leiding en de regie van Kommer Kleyn. die werkelijk in elk opzicht de pittige en joyeuze toon van deze onderhoudende parodie te pakken had. Gespeeld en gezongen werd er met de beschik bare krachten en ook dat is. door dilettanten, wel eens slechter en pretentieuzer vertoond. Men klaagt, nu de dilettanten meer dan eon.s in de keuze van hun stukken het beroepstooneel voorgaan, wel eens over topzwaarheid en wanver houding tussclien intentie en resultaat. Juist rechter als tegenwicht tegen de problematiek van al te idealistische amateurs moge deze wintorsche vertooning van een zomerstuk vermeld worden als een feestje van iijeer da.ii lokaal belang. In de IMaiitas e Het heet (natuurlijk) ,,'n Kind van de Straat" en het zit er stampvol. Het is oorspronkelijk een doodgewoon Engelsen conversatiestukje, niet vau het allerbeste allooi (een inbrekend meisje, bij arrestatie in jongenskleereii geadopteerd als een mademoiselle sans gêne, recidive wordt gevreesd als er paarlen zoek zijn, maar die waren, door de diep-gezonkeii zuster van een hoog-aristocratischen lord voor een minaar naar Oome Jan gebracht, een oude meid, tevens toevallig ook de moeder, vecht als een leeuwin voor het weer op straat ge jaagde kind, roerende scène voor de pauze, echteli?k geluk en een meid-schoonmoeder aan het slot). .Mans Xesna heeft er echter een fraai volksstuk uit weten te puren en zal ook wel wat met de be drijven gesmokkeld hebben, want alles was maar losvast aan elkaar geregen als een ongekeurde film. Er was op het tooneel een min of meer onge regeld ensemble aan het werk, waarover Hylvain Poons de scepter voerde. Maar uit hoeveel ver scheidene ingrediënten het resultaat dan ook bestond, er was volkstooneel, zij het miuder a la. Bouber dan a la wijlen Spree. Men moet Annie Verhulst zien ir) haar opkomst, als zij terstond het schreeuwende lied van de kouwe beerien" inzet en een nog wat onwennige zaal een voudig van de stoelen af zingt. Het is een levende incarnatie van Alida Zevenboom en een der beste daghitten" op het tooneel, sinds Charlotto Kohier dit emplooi verliet. Een met zulke sterke kleuren werkend talent als Annie Verhuist moet wel aan een dergelijk stuk van contrasten haai' hart verpand hebben, waar het publiek haar al even enthousiast toejubelt. wanneer zij door de telefoon tegen onbekende haatobjecteii fulmineert, als wanneer zij een oogenblik later, met alle sluizen naar het tranendal open, af scheid neemt van het kind, dat door Berry Kie\its gespeeld werd, een actrice, die tussehen tooneel en operette in zwerft en toch dikwijls, gelijk hieraan het begin,door oen raak en levendig accent te treffen weet. Sylvain Poons deed heldhaftige» pogingen om alle recente successen van ..gele bandjes" in e>en oen-reet ge-speelel Engelsfh lordschap te vergeten. maar het mooiste was toch zijn allerzotst verhaal togen Annie Bakker, hoe hij aan zijn bescherme linge gekomen was. Zexj'n verhaal alleen maakt al e-en avond gen-el. He-t stuk zem natuurlijk nie-t de'Ugon als e'l- neig lie-t ouelerwetsehe' en eh'UgelolijkeempleHii van de-n ele>e>rge-iourneordoii niarque- in voorkwam, waarvoor ('arl Tobi zich e-e-n eleit van e-e-n hoofd gemaakt hael en eloeir do Ktiijele-nelo wijze. \vaare>p hij zijn ejrigolukkige- premi met e-e-n laatste ..keietbaai" in ele' ollonele- trapte, e-e-n zaal tut woe-ele bracht, elie- elan eieik op ele- daarop veilge-ndo ivplieken ove-r het seiciale einreeht on hot oprechte- hart van ele- daghit me-t e>e-n stampe-nele-n bijval re-age-e-relo. He-t is misse'hie-n gve-n volksti/onoe-l uit ele dage-H van B,»ubor. maar he-t is we) tooneeJ voor he-t publiek, hot exiele- publiek van Spive-. Kn el' is te-nsle>tte'. e>p welk plan ook. te>ch toom','l ge-proste-e-rel als men e-en zaal op ee-n de-rge-lijke- wijze /.iet. hoort en voelt reaye-e-re-n.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl