De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 februari pagina 17

20 februari 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2865 De Groene Amsterdammer van 20 Februari 1932 17 Planmatige productie door Dr. F. M. Wibaut Nationaal en internationaal Het is nog niet duidelijk", merkte een inzender in dit blad op hoe de eventueel reeds bestaande nationale planmatigheid in internationaal verband (ware) op te nemen." En hij voegt er aan toe volgens mij staan nationale en internationale planmatigheid tegenover elkaar." De eerste opmerking is juist. Hoe planmatige nationale productie, gesteld zij ware in n land opgebouwd, zou moeten worden aangepast bij planmatige wereldproductie, is inderdaad nog niet in onderdeelen aangegeven. Er wordt aan gewerkt. Maar ten opzichte van de tweede opmerking zijn wij niet zoo pessimistisch als onze interpellant. Wij zeggen het zóó: Zij die er van overtuigd zijn, dat planmatige wereldproductie in onzen tijd is geworden tot de eeaig bruikbare grondslag voor een algemeene behoeftevoorziening die de menschheid kan bevredigen, moeten er alle krachten op richten om te voorkomen, dat nationale en in ternationale planmatigheid" in de productie tegen over elkander zouden komen te staan. Het ontgaat ons niet, dat in sommige landen het economisch gebeuren van den laatsten tijd, het volksbestaan in die mate heeft ontredderd en ontwricht, dat de regeerders van die landen staande voor de taak om erger inzinking van het volks bestaan te voorkomen, zich genoopt zien tot diep ingrijpen in de werking van het tot nu toe geldende economische stelsel. * * * Toezicht van regeeringen op de .prijsvorming doop kartellen is voorloopig een aangewezen middel om de verbruikers tegen buitensporige brand schatting te beschermen. Wij zeggen voorloopig en bedoelen daarmede: Zoo lang er geen gemeen schapsorganen zijn, die aan de voortbrenging en distributie van artikelen van dagelijksche levens behoeften de leiding geven. Beschikking over de machtsmiddelen in handen van de toezicht oefenende regeeringen om mis bruiken" in de prijspolitiek der kartellen tegen te gaan, is een tweede vereischte, indien men niet wil dat het wettelijk geregeld toezicht machteloos zal blijken. Doch wie zich reeds vroeger rekenschap gaf van de internationale samenwerking van kartellen of van de samenvoeging van nationale kartellen tot internationale, denkt bij zulk toezicht op kartellen toch eigenlijk vooral aan internationaal toezicht of aan toezicht uitgeoefend in samen werking do:r een aantal regeeringen van een aantal verschillende landen. Een internationaal toezicht dus, gebouwd op de bij elkander aan passende kartelwetgeving van verschillende landen. Gesteld nu, dat de Duitsche regeering, zoolang dit internationaal toezicht ontbreekt, de onder nemers die in kartellen zijn aaneengesloten, in het eigen land zeer scherp beperkt in het maken van winsten? Dan kan zulke. Duitsche kartel wetgeving en hare toepassing tit gevolg hebben, dat zij de ondernemers in het eigen land in een veel ongunstiger positie brengt dan die in naburige landen, zonder of met zwakke kartelwetgeving zijn. In een veel ongunstiger positie ook voor leveringen buiten Duitschland, leveringen op de wereldmarkt. Gesteld, dat dit leidt tot zoodanige verzwakking van aantallen ondernemers in hun winstbedrijf, dat de voortzetting van ondernemingen in gevaar zou komen? Dan kan dezelfde regeering die door kartelverordeningen de verbruikers tegen de on dernemers, wil beschermen, zich gedwongen zien, door andere maatregelen, hoogere invoerrechten bijvoorbeeld aan de ondernemers tegenover de nadeelen der kartelverordeningen, vergoeding te doen toekomen. M| Hier is dus een aanwijzing hoe sterk ingrijpen in de ondernemersmacht in n land niet zonder meer mogelijk is, zonder het economische leven te verstoren. Een planmatige productie op zuiver nationaleri grondslag zal, waar zij het verbruikersbelang der massa wil dienen, moeten ingrVpen in de macht der ondernemers in dat land. Doch wanneer zij dit doet verstoort zij de internationale samen werking tusschen de ondernemers, die op zich zelve een verbetering in de techniek der voort brenging is. Waarmede gezegd is, dat een nationale ordening van het economische leven in een aantal gevallen de mogelijkheden van internationale ordening zou kunnen verzwakken. Doch volgt daar nu uit, dat, nationale en internationale planmatigheid staan tegen over elkander"? Er volgt uit dit voorbeeld, er zijn er meer aan te wijzen, alleen dit, dat nationale planma tigheid" inderdaad voor internationale plan matigheid" gevaren kan bieden. Er volgt uit dat voor wie in intei-iationale ordening der productie de redding van het economische leven ziet, ei naar moet streven bij de nationale ordening" deze gevaren te vermijden. Zij die planmatige wereldproductie zien als eenige redding, zullen, nemen wij aan, gevaar lijke nationale ordeningen, vandaag in Duitsch land, straks in andere landen, niet geheel tegen kunnen houden. Is dan daarmede hun geloof, of wat zij reeds achten te zijn hun weten, geworden tot een liefelijke maar hopelooze utopie? De verwachting dezer geloovers of weters is geen utopie. Zij is gebouwd op de waarneming der werkelijkheid. Van een werkelijkheid die ook reeds voor den wereldoorlog, maar in veel sterkere mate sedert den wereldoorlog, de samenwerking aller natiën in de ordening van hun economisch leven tot noodzakelijkheid maakt. Noodzakelijkheid die voortspruit uit de in de twintigste eeuw met elk jaar gegroeide en met elk verder jaar sneller groei ende afhankelijkheid van elkander van alle natiën, die aan het economische wereld verkeef deelnemen. Zoo zien zij die deze noodzakelijkheid beseffen, dan ook niet dat nationale en internationale planmatigheid" in de productie tegenover el kander moeten komen te staan. Ze kunnen tegenover elkander komen te staan waar de leiders der nationale planmatigheid" niet verder zien dan hun nationale neus lang is. Waar die leiders zich sussen in den waan, dat door nationale planmatigheid" in de productie, het wereldconflict in het economische leven, dat ook voor hun optreden drijfveer is, wordt opge heven. Terwijl uit iedere logische overweging voortvloeit dat nationale planmatigheid" op zich zelve en zonder meer, het gevaar kan bieden het wereldconflict te verscherpen. Maar nationale en internationale planmatig heid" in de productie behoeven niet tegenover elkander te staan. Er is er onder de overtuigden ten opzichte van de noodzakelijkheid van inter nationale planmatigheid, geen enkele die verwacht dat deze wereldregeling spontaan kan tot stand komen. Elk van hen weet, dat planmatige wereld productie, de samenvattende constructie moet zijn van een aantal min of meer volledige plan matige regelingen van productie in afzonderlijke landen. Doch voor elk van hen volgt uit deze vooropstelling, dat bij iedere bevordering van planmatigheid in de productiie van een bepaald land, deze moet worden gericht op de gereedelijk uitvoerbare aanslu.tng bij planmatige wereld productie. Indien in een of meer landen organen tot stand komen om de electriciteitsvoorziening van het land te ordenen, of om het geheele vervoer wezen te ordenen voor dit land, of om de graarivoorziening te ordenen, dan moet bij de inrichting gedacht worden aan de aansluiting dezer nationale ordeningen bij de ordening dier voorziening voor een werelddeel zoodra die mogelijk blijkt, en voor twee werelddeelen zoodra als dat kan. Aldus gezien komt nationale planmatigheid" te staan naast ..internationale planmatigheid". Doch zeker niet daar tegenover. In de omstandigheid dat, als crisisgevolg- in een aantal landen nationale planmatigheid" in de productie reeds aan de orde is. of weldra zal komen. ligt dus voor ons geen aanleiding om te trachten deze te weren wijl zij aan internationale plan matigheid" in den weg zou komen te staan. Er ligt aanleiding in om aan nationale productieregeling" den eisch te stellen dat zij moet worden gedacht als voorbereiding ter bevordering van internationale productieregeling. Beursspiegel Amsterdam, is Februari Het wordt langzamerhand tijd om de bewegin gen ter beurze wederom regelmatig met belang stelling gade te slaan. Niet, dat de koersen op zich zelf van belang zijn. Men kan niet eens zeggen, dat de bewegingen-van-dag-tot-dag, reeds weder om de registratie aangegeven der schommelingen in het commercieele leven. Geenszins. Maar aan den anderen kant kan men toch ook niet ontkennen dat het wel lijkt alsof het vertrouwen langzamer hand bezig is terug te komen. Misschien is zelfs dat te veel gezegd en kan men minder van een terugkeerend vertrouwen spreken, dan van een duidelijk geringer worden van die paniekstemming, die koopers en beleggers telkens haastig op de vlucht deed slaan en die iederen keer een algemeen en hoogst verward sauve qui peut veroorzaakte. Het schijnt wel, dat men mag aannemen, dat dat nu achter ons ligt. De beursbewegingen wijzen dat tenminste uit en hierin zijn wellicht de flauwe dagen overtuigender dan de vaste. Zelfs een lang aanhoudende periode van flauwe dagen wordt door geen paniek meer gevolgd. Hoeveel maal heeft men niet reeds gezegd: lager kan het niet? En zou dan nu toch de bodem bereikt zijn ge weest? Dat is moeilijk te zeggen. In ieder geval is het opvallend, dat op flauwe dagen de handel eigen lijk geheel stilstaat. Groot aanbod wordt er dus niet meer uitgelokt. De paar geanimeerde golven zijn uit Wall Street komen overrollen. De aanleiding daartoe kan moeilijk een andere geweest zijn, dan de credietverruiming, crediet-inflatie mag men gerust zeggen, die de plannen van Hoover bewerkstelligd hebben. De uitwerking hiervan is dit, dat ontegenzeggelijk door vergrooting van de circulatie-mogelijkheid, goederenprijzen (in verhouding tot de waarde van het geld) neiging tot stijgen kunnen vertoonen, de omloop bespoedigd en het bedrijfsleven gegeprikkeld wordt. Men nam, vooral in Europa, wel aan dat deswege de Dollar gevaar zou kunnen loopen, doch dit berust op een dwaling. Immers, de koers van den dollar, dus: de prijs van het goud, berust op een vrij willekeurige vaststelling der goudpunten". Wanneer nu een zoo massaal goudland als de V.S. de goudpunten vasthoudt, de prijs van een Kilo pond stabiel houdt (in dollars) maar de circulatiemogelijkheid van het papier verruimt, komt dat in de praktijk neer op een prijsbepaling van het goud. Dat is zóó lang mogelijk als er elders geen prijsbepalingen in tegengestelde richting plaats vinden. Er zijn tenslotte nog maar drie overige goudlanden". Frankrijk, Nederland en Zwitserland. En de massa van het in deze landen opgehoopte goud is te gering om tegenover het Amerikaansche goud een gewicht in de schaal te leggen. Afgezien nog van de geringe wensch, in die richting actie te willen voeren. Intusschen moet men niet over 't hoofd zien, dat zoo een kleine inflatie over de geheele linie, als de V.S. nu op eigen houtje voor ons allen door drijven, tenslotte maar n maal helpt. Wanneer Koninklijke nu tot 146 zijn opgeloopen. wil dat alleen maar zeggen, dat onmiddelijk de iets hoogere golf uit New York, en een terugslag daar van uit Parijs, zich hier op den Amsterdamschen peilschaal afteekenden. Men kan zoodoende voor onverschillig welk fonds, dat een internationale markt heeft, soms plotselinge koersstijgingen van een procent of vier waarnemen, zonder dat er nu reeds zichtbare redenen bestaan, op grond waar van men zou kunnen aannemen, dat de omstandig heden in den bedrijfstak, door dat fonds vertegen woordigd, reeds teekenen van opleving vertoonen. En toch. niettegenstaande dat alles, lijkt het wel alsof de wind uit een anderen hoek begint te waaien. Koninkl. Bioemkweekerij Wilhelmina," Charles van Ginneken & Zoon, Zundert, N.B.: Het van ouds gunstig bekende adres voor Dennen, ter bebosscbing(uitsluitend inheemsch zaad) Exotische Dennen- en Sparrensoorten, Bosch- en Haagplantsoen, B o o m e n en Heesters. Catalogi op aanvraag gratis en franco. Tel. interc. No. 1. Telegram-Adres: Wilhelmina, Zundert.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl