De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 20 februari pagina 19

20 februari 1932 – pagina 19

Dit is een ingescande tekst.

In 1931 werd echter opgericht het onderzoekings instituut voor cinematographie en fotografie, dat reeds uitstekende diensten bewijst aan de film industrie en daarmee eng verbonden is. Er is in dit instituut ook een speciale afdeeling voor experimenteele films, iets wat nergens in de wereld te vinden is en Waarop Hollywood, Parijs, Berlijn reeds jarenlang wachten, Zoo'n instituut kan hier vrijer werken en een directe werking op de geheele industrie hebben. omdat de uitvindingen en patenten hier geen monopolieobject zijn, geen winstobject waarmee allerlei handelstransacties gedreven worden om veel geld te verdienen, maar waarvan de patenten ?zijn in handen van de arbeidersklasse, die ze onmiddellijk in hun geheel der gemeenschap ten goede laat komen. Het doel van de toontechniek in de Sovjet-tlnie is het buitenland in te halen en te overtreffen. Het onderzoekingsinstituut helpt daaraan mee. Een andere zeer goede steun voor de Russische filmkunst is de filmacademie. Hier studeeren 400 studenten van ongeveer 18 verschillende nationali teiten; er zijn afdeelingen voor scenarioschrijvers, regisseurs, cameramenschen, filmspelers. De studie duurt 3 jaar en is zooals alle scholen zeer nauw met de industrie verbonden. Practisch en theoretisch een uitstekende voorbe reiding. Sinds eenige weken houd ik regelmatig voordrachten op deze academie. Het gehoor is dan zeer gemengd, jonge arbeidersstudenten uit de heele Unie, Chineezen, Kirgiezen, Tartaren, Armeniërs, Kussen. Zij worden voorbereid voor Kun belangrijke taak in de proletarische cinemato graphie. ; Belangrijk voor de ontwikkeling van de film kunst in de Sovjet-TJnie is de organisatie van het publiek. De bioscopen worden gezamenlijk bezocht door de arbeiders van verschillende fabrieken, jeugdorganisaties, waarna da i discussies over de vertoonde films plaats hebben. De film vindt daardoor een geïnteresseerd en actief publiek. En niet alleen bij het zien van de films, ook gedurende de vervaardiging hebben arbeiders-bijeenkomsten plaats, die critisch het werk volgen. Deze drie factoren: ten eerste het Onderzoekings instituut voor cinematographie, ten tweede de filmacademie, ten derde de actieve publieksorganisatie toonen duidelijk hoe nauw de film hier met de massa verbonden is. Dit is ook nood zakelijk, want de film heeft ook een enorme taak n het sterke en krachtige leven in de Sovjet-Unie. Moskou, Februari 1932 lioscopy door L. J. Jordaan HET GRENSGEBIED F«-Iiv IliH-Ksart in ..Hadiiiiic eii haar ChaiiffV-ii r.'' Tiischïnski De opkomst der klankfilm heeft het tooneel weer op gevaarlijke wijze dichterbij gehaald. De spelers, die nu niet meer alleen leven bij de gratie van mimiek en gebaar, doch tevens bij die van het woord, zijn geneigd hun zelfstandigheid aan zienlijk hooger aan te slaan. Als bewegende scha duw te midden van andere bewegende schaduwen, voelden zij zich noodgedwongen onderdeel eener zwart-witmozaiek eener twee-dimensionale een heid, waartegen zich geforceerde ,,star"-allures tevergeefs verzetten. Sinds den speler echter de stem en daarmede ,.het woord" werd verleend, verwierf hij zich een (TOOSEN^WAGEBIIAli De Weg naar het Leven 100 TEIEF.=37867 eigenschap, die hem automatisch uit het film geheel dreigt los te maken. Hij heeft om zoo te zeggen: een dimensie mér gekregen, dan het hem omringende projectievlak. Niet het geluid (want ook onbezielde elementen produceeren geluid) maar de speciale zin van het geluid, doen hem naar voren schieten. De acteur, die in de klankfilm verklaart: ..Ik heb hem gedood !" veroorzaakt geheel andere reacties bij het publiek, dan zijn collega der zwijgende film. In het laatste geval diende de mededeeling, als ,,titel" ingevoegd, enkel en alleen ter informatie. De opeenvolging der beelden veroorzaakte de spanning en de ont roering en op het moment, waarop de speler verondersteld werd de aangeduide woorden uit te spreken, was alle aandacht van den toeschou wer geconcentreerd op het beeld en op zijn zuiver optische werking. Niet alzoo bij de klankfilm. Daar heeft het woord niet slechts een informatorischen maar tevens een emotioneele werking. De woorden: ..Ik heb hem gedood !" uitgesproken, hebben een totaal ander effect, dan dezelfde zin neergeschreven. Er is een nieuwe factor in het spel gekomen: behalve de suggestieve kracht van montage, beeld en mimiek, geldt thans ook de vocale en psychologische werking van het woord. Ziedaar de waarheid, die wij niet kunnen wegredeneeren en waarmede wij rekening hebben te houden. Er is alzoo, dank zij den nieuwen toestand, tusschen de beide i-ijken van film en tooneel een grensgebied geschapen --? een soort no-mansland. waar de beginselen elkaar ontmoeten en in elkaar overgaan. Het ligt voor de hand. dat in liet huidige ontwikkelingsstadium dei' klankfilm. dit neutrale terrein druk bevolkt wordt door deserteurs van beiderlei origine. Wij zien een uitgesproken filmfiguur als Greta (Jarbo de perikelen doormaken eener tooneelkunstenares wij zien daarnaast een ras-echt tooneelspeler. als Fritz Kortner. een surrogaat van zichzelf geven in de klankfilm. Natuurlijk dit zijn symptomen der onvermij delijke kinderziekte. . . . aarzelende, tastende po gingen om de goede richting te vinden. En het wordt ons waarlijk niet moeilijk gemaakt, dergelijke tijdsverschijnselen te aanvaarden voor hetgeen ze zijn. wanneer ons althans de gemechaniseerde il lusie wordt gegeven van een Kortner een Bergrier, een Ohevalier. Moeilijker zal dit velen vallen tegenover den lieer Felix Brcssart, die sinds eenigen tijd. met deze invasie in het hiervoor aangeduide grensgebied is geworpen, Gebaar, mimiek, dictie.... alles plaatst zich bij dezen speler diametraal tegenover het karakter der film ook nu zij klankfilm is geworden. I [et is te nadrukkelijk, te vet. te opge legd, te decoratief hoe moet men het uitdrukken 'i om de subtiele reproductie-techniek der film te kunnen verdragen. Misschien is dit eigenaardig soort coiiventioneele grappigheid op het tooneel nog te aanvaarden, waar de groote afstand en het voetlicht sterkere accenten in mimiek en dictie voorschrijven. Op het projectiedoek wordt zij te geforceerd en daardoor te grof: de wil om grappig te zijn openbaart zich voor gevoelige naturen met een eenigszins hinderlijke duide lijkheid man merkt die Absicht und ist verstimmt. Daarbij heeft deze acteur een hebbelijkheid, die voor de film fataal en onvergeeflijk is. ... hij heeft de onuitroeibare neiging tot solo-spelen. Niet het solo-spelen, waartoe iedere tooneelkunstenaar, als tot de apotheose en de climax van het drama, eindelijk komt maar het solo-spelen quand-même. Het is een eigenaardigheid, die zich altijd en overal openbaart in een voortdurend met zichzelf bezig zijn een niet-reageeren op of notitie nemen van het tegenspel. Wie deze pijnlijke gewoonte van sommige tooneelspelers kent, zal weten wat ik bedoel en tevens geconsta teerd hebben, dat het onveranderlijk samengaat met middelmatigheid. Een Kortner een Bergner een Bassermann volgen iedere repliek.... weerspiegelen ieder tegenspel in de fijnste nuances. Bij Bressart mist men dit ten eeneii male hij luistert ternauwernood naar den tegenspeler en plaatst iedere repliek omderwille van eigen succes. Misschien het zij herhaald trekt dit op het tooneel, waar de attentie zooveel minder geconcentreerd en de controle zooveel minder scherp is. in geringer mate de aandacht. Op het projectiedoek wreekt het zich omverbiddelijk. Het spel ontbeert aldus de onmisbare zelf vernieuwing. die elke acteur uit elke nieuwe situatie heeft te putten, om zich te kunnen handhaven. Wij krijgen nu niet Felix Bressart als belangwekkende resul tante van het conflict veler karakters wij krijgen Felix Bressart solo.... ad infinitum. Dit kan zelfs de speler met de diepste en fijnste persoon lijkheid op den duur niet volhouden eri de heer Felix Bressart kan men toch moeilijk van de/.e kwaliteiten verdenken. Vandaal' dat deze acteur, na het aanvankelijk en onmiskenbaar succes van ..Die l'rivat-Secretariii" voor velen te grof, te eentonig en te ver velend zal blijken. En een der talrijke figuren, die het gevaarlijke grensgebied niet ongestraft hebben betreden. KUNSTZAAL VAN LIER UOORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 126 ~ AMST ERDAM BEZICHTIGING VRIJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl