Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
'Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Bedacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltetna en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2856
Zaterdag 27 Februari 1932
Gij contingenteert, zij contingen
teeren.... wij contingenteeren
Beperking ge wensen t
Onder de vele klachten, die haar oorsprong
vinden in de heerschende malaise, komen twee
klachten voor, die volkomen tegenstrijdig zijn en dus
onmogelijk alle twee evenzeer gegrond kunnen zijn.
In alle landen, zoowel in degene, die een protec
tionistische handelspolitiek voeren, als in degene,
<lie meer naar den vrijhandel georiënteerd zijn,
klaagt men, dat het onmogelijk wordt te exportee
ren en dat het land overstroomd wordt met buiten
landsche goederen, waartegen de regeering
afweermaatregelen moet treffen.
Het ware denkbaar, dat die beide klachten ge
grond zouden kunnen zijn in n land, dat dan in
die dubbel onaangename positie zou verKeeren.
Voor alle landen tegelijkertijd kunnen beide klach
ten echter onmogelijk juist zijn. De som van den
?export voor alle landen moet immers gelijk zijn
aan den som van den import van diezelfde landen.
De verklaring van de tegenstrijdigheid en de
?overdrijving, die in deze beide klachten verscholen
is, ligt voor de hand. De internationale handel
wordt allerwege door protectionistische maatrege
len ernstig belemmerd. Zij die meer produceeren,
dan de nationale markt kan verwerken, zoeken
nieuwe markten. Zoo groot is de drang om maar
te kunnen leveren, dat men zelfs voor abnormaal
lage prijzen, met verlies, exporteert.
Bovendien zijn de tegenstrijdige klachten in den
regel van verschillende personen afkomstig. Slechts
?een klein deel van de burgers klaagt. De stem van
degenen, die het voordeel genieten van de lage
prijzen, in het bijzonder de groote massa van het
publiek, wordt niet gehoord.
* *
*
Hoe is de toestand in Nederland ? Wie alleen let
«p de klachten en niet tracht zich een objectief oor
deel omtrent het geheel te vormen, krijgt een volko
men verkeerd beeld van den toestand. Hij krijgt
den indruk, dat wij in de laatste jaren in steeds
toenemende mate met buitenlandsche goederen
worden overstroomd en dat wij nauwelijks meer
kunnen exporteeren.
Een objectief beeld van den werkelijken toestand
gedurende de 10 jaren, die sinds den abnormalen
oorlogstoestand zijn verloopen, geven de gegevens
omtrent de handelsbalans van Nederland, die
midden op deze bladzijde zijn opgenomen.
Die tabel bevat cijfers weergevende de waarde
van den invoer en den uitvoer van ons land en van
het percentage van den invoer, dat door uitvoer
werd gedekt.
Ten einde die waarde, die in guldens wordt ge
meten, over een periode, waarin de prijzen zich
aanzienlijk hebben gewijzigd, tot onderling ver
gelijkbare grootheden terug te brengen, zijn voor
elk jaar de werkelijke cijfers van onzen invoer en
uitvoer gedeeld door de indexcijfers van de
groothandelsprij zen.
Voor wie precies wil weten, wat deze cijfers
beteekenen, vermeld ik, dat deze cijfers van den
invoer en den uitvoer weergeven de waarde van
den handel van Nederland in milliarden guldens,
en wel in guldens van 1913.
* *
*
Men kan uit deze cijfers naar ik meen
concludeeren, dat onze internationale handel zich in
deze periode, niettegenstaande de geweldige moei
lijkheden, waaraan hij het hoofd had te bieden,
op naar omstandigheden vrij bevredigende wijze
heeft weten te ontwikkelen en dat het niet waar is,
dat wij met buitenlandsche goederen werden over
stroomd, zonder dat wij tegenover dien import een
daaraan eenigermate evenredigen export wisten
te stellen.
Het is noodig, dat men dat beeld goed voor
oogen houdt, wanneer men zich een oordeel wen scht
te vormen omtrent de
contingenteeringsmaatregelen, die onze regeering in de laatste maanden heeft
genomen en die men in de naaste toekomst nog mag
verwachten.
In navolging van bijna alle andere landen beper
ken wij door een invoerverbod met dispensatie
onzen invoer van een aantal artikelen tot het ge
middelde van. de hoeveelheid van die artikelen,
die in de laatste jaren werd geïmporteerd.
Handelsbalans van IVetlerlancl
1921
1923
1925
1927
1929
1931
invoer
1,2
1,3
1,0
1,7
1,91
1,95
uitvoer
0,8
0,9
1,2
1,3
1,40
1,35
percentage
invoer gedekt
door uitvoer
61
65
74
75
72
69
De invoer van rund- en kalfsvleesch, van schoei
sel, van kleeding en van wollen en half wollen
stoffen is reeds gecontingenteerd en de contingen
teering van een aantal andere artikelen mag
binnenkort verwacht worden. Voor niet minder
dan tweehonderd artikelen zou immers door be
langhebbenden te weten de producenten van
diezelfde artikelen hier te lande contingentee
ring zijn gevraagd. En eenmaal op dien gevaar
lijken weg eenige stappen gezet hebbende zal het
voor onze regeering uiterst moeilijk zijn tijdig halt
te houden.
* *
*
Aanstonds is reeds gebleken, dat men door deze
maatregelen te treffen gevolgen in het leven heeft
geroepen, die men onmogelijk kon voorzien en bij
het treffen van de maatregelen dus evenmin in
overweging heeft kunnen nemen.
Dezelfde Deensche boeren, die het slachtoffer
werden van de drastische beperking van den invoer
van het Deensche rundvleesch in ons land, plachten
uit Nederland jaarlijks voor een waarde van 2 J
millioen gulden superfosfaat te importeeren. Zij
hebben aanstonds aan hun Nederlandsche leve
ranciers bericht, dat zij zich elders van deze mest
stof zouden voorzien, indien de Nederlandsche
Inhoud:
1. Mr. A. C. Josephus Jitta, Contingenteering.
2. Dr, M. van Blankenstein, Ontwapeningsconferentie.
3. L. J. Jordaan, Als het Congres slaapt,
4. M. E. van Groningen, Trouwen met Emma.
teekening von Harmsen van Beek.
5. B. van Vlijmen, Verlaagde taxitarieven.
Spreekzaal.
6. N. Boelen-Ranneft, Bekroonde boeken.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Nationale Parken. Mr.
E. Elias, Boekbespreking.
9. L. J. Jordaan, Bioscopy.
10-11. Dr. R. Feenstra, Verkoudheid.
12. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek, teekening
dwr B. van Vlijmen.
13. A. Plasschaert en A. E. v. d. Tol, Schilderkunst.
15. C. A. Klaasse, De dollar op de wip?
16-17. Jef Last, Vergeten wegen, teekeningen B. van
Vlijmen.
18. H. J. Cannegieter. Nieuwe zakelijkheid in hei
onderwijs.
19. Uit het Kladschrift van Jantje. Alida
Zevenboom, Croquante Croquetjes.
20. Letterraadsel. Charivaria. Spelproblemen
Viooltjes
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGER5
Let op den naam t
regeering zou doorgaan den import van hun pro
ducten nagenoeg geheel te verbieden.
Men moet er zich goed rekenschap van geven,
hoe het met die Deensche boeren gesteld is, dat zij
hun producten voor een zoo uiterst lagen prijs op
de markt kunnen brengen. Met bittere ironie heeft
onlangs een Deen geconstateerd, dat de runderen
in Denemarken niets waard zijn. Men voedt nu
de varkens met rundvleesch en de kippen met
varkensvleesch, zoodat het varkensvleesch en de
eieren in Denemarken binnenkort ook niets meer
waard zullen zijn.
Het den doorslag gevende argument voor ons
land, om met die contingenteering groote voor
zichtigheid in acht te nemen, is echter niet de
toestand van de Deensche boeren, maar de toestand
van het geheele Nederlandsche volk, dat er het
grootst mogelijke belang bij heeft, voor een zoo
laag mogelijken prijs op de internationale markt
te kunnen leveren, wat alleen mogelijk is, wanneer
het geheele prijsniveau in ons land laag is. Boven
dien loopt men kans door van n artikel den im
port eenigermate te belemmeren, van andere artike
len in veel sterker mate den export te schaden. Wat
baat het, of onze regeering met exportcredieten den
export tracht te stimuleeren, wanneer zij tegelijker
tijd met maatregelen van veel verdere strekking
een te hoog prijsniveau in stand houdt en onzen
eigen export moeilijkheden in den weg legt?
Het is aannemelijk, dat eenige contingenteering
van een beperkt aantal producten in de huidige
omstandigheden onvermijdelijk is. Maar dan dient
die contingenteering te worden beperkt tot zeer
enkele artikelen, omdat anders de nadeelen in
ieder geval grooter zullen zijn, dan de voordeelen.
Het is te hopen, dat de Tweede Kamer, dat aan
de regeering duidelijk zal maken, wanneer de
wetsontwerpen, die de contingenteering regelen
dezer dagen bij de Kamer in behandeling komen.
A. C. JOSEPHUS JITTA