Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 27 Februari 1932
No. 2856
Na drie weken ontwapenings
conferentie
door Dr. M. van Blankenstein
Verschillende voorstellen
De ontwapeningsconferentie heeft in haar tweede
week karakter gekregen. Het was de week van de
redevoeringen der groote mogendheden, die stuk
voor stuk van groote beteekenis waren en velen
aanleiding hebben gegeven het pessimisme, waar
mede zij ter conferentie kwamen, te herzien.
Frankrijk had zijn optreden ingeleid met het
indienen van sensationeele voorstellen. Jaren, zoo
heet het, is in alle stilte daaraan gewerkt. Deze
voorstellen gaven de conferentie-wereld eerst een
schok: wat wilde Frankrijk? Men dacht aan on
oprechtheid. Immers de plannen konden slechts
veiligheid verschaffen aan de sterkste mogend
heden, wien dit soort internationale actie juist het
overwicht zou kunnen geven dat zij wellicht nog
noodig hadden; zelden echter zou zij de kleinen
tegen, de grooten beschermen; immers het
politieleger zou veelal niet sterk genoeg kunnen zijn om
tegen het verschil in krachten op te wegen. En het
voorstel sprak niet van ontwapening dier grooten,
ja stond hun zelfs uitdrukkelijk het behoud toe
van het wapentuig dat het beslissendst was voor
hun overmacht over de zwakkeren, mits zij het
slechts ter beschikking van den Volkenbond stel
den. Maar zouden zij dat ook doen als het tegen
henzelf moest worden gebruikt?
Er was nog een ander punt dat mishagen wekte:
Niet de machtige strijdmiddelen der groote mo
gendheden werden aangetast, maar enkel en alleen
het burgerlijk vliegtuig, het eenige instrument
waarmede Duitschland nog tot een gevaar voor
Frankrijk 7ou kunnen worden. Wat het militaire
vliegtuig betreft, ten opzichte waarvan Frankrijk
bijzonder sterk is, waren de maatregelen weer niet
bevredigend. Het was of dit plan was opgesteld
als studie tot behartiging van hetgeen Frankrijk
als zijn belangen beschouwde.
Nog een tweede overweging schiep wantrouwen.
Velen zagen in de wijze waarop het voorstel gelan
ceerd was, een poging om de conferentie in handen
te krijgen, haar in zekere richting te dwingen. Door
een dergelijk initiatief had Hughes, de toenmalige
Amerikaansche secretaris van staat, in 1921 Ame
rika de leiding op de conferentie van Washington
verschaft, overigens zeer tot heil van die conferen
tie. Wie een plan, hoe dan ook, naar voren schuift
waar niemand een groot constructief plan heeft
meegebracht, kan gemakkelijk de hegemonie ver
werven. En zelfs de beste vrienden van Frankrijk
hebben vrees voor al te veel Fransche hegemonie!
De rede, die Tardieu eenige dagen later ter con
ferentie heeft gehouden, heeft veel goed gedaan
aan het algemeen oordeel over de Fransche denk
beelden. Wat in het plan niet te vinden was, kon
digde Tardieu nu aan: Frankrijk wilde,
onafhankeIjjk van het lot van zijn plannen, toch aan het alge
meene werk ter beperking van de
bewapeningdeelnemen. Uit die rede sprak groote ernst, een
ernst die indruk maakte en die tengevolge had dat
men het Fransche voorstel met andere oogen ging
bezien. Waar men te voren egoïstische inconse
quentie had geconstateerd, zag men nu veeleer de
tragische kenmerken van een vergeefsch worstelen
om voor onoplosbare tegenstrijdigheden een oplos
sing te vinden.
Hierin ligt immers het hoofdprobleem der con
ferentie. Frankrijk wil veiligheid door klemmende
verdragen van wederzijdsche hulp in nood. Eerst
als Frankrijk zich veilig kan voelen is het bereid
te ontwapenen. Verscheidene verdragen zijn reeds
tot stand gekomen, Volkenbondsverdrag, Was
hington, Locarno, Kellogg, de vrijwel algemeen
aanvaardde verplichting alle kwesties aan het
Haagsche Hof voor te leggen. Zij zijn slechts drup
pels water geweest op de gloeiende plaat van het
verlangen van Frankrijk naar beveiliging. Maar
zijn er verdragen denkbaar die Frankrijk volmaakte
geruststelling kunnen verschaffen? Zelfs al zou
het alles krijgen wat het nu verlangt, zouden dan
?die verdragen een zoo onfeilbare zekerheid van
vervulling krijgen dat Frankrijk getroost zich er
Aan zou kunnen toevertrouwen?
Dit is het onoplosbaar probleem, waarvoor de
Fransche militaire en volkenrechtskundige experts
zich zagen geplaatst toen zij plannen moesten op
stellen. Zij moesten een ontwapening ontwerpen.
op de basis van voldoende beveiliging, ontwape
ning in de richting van een internationale politie.
Maar als mannen van ervaring wisten zij dat de
veiligheid die naar hun inzicht de eonditio sine qua
non moest zijn voor het toevertrouwen van Frank
rijk aan de zorgen der internationale gerechtig
heid, niet niet zekerheid te bereiken was, en dat
ook andere groote mogendheden niet bereid zouden
worden gevonden om. met het hoofd gevleid in den
schoot van die veiligheid, onbezorgd zich te slapen
te leggen. Verdragen, politieleger wilde men dus
wel, maar met de zekerheid dat men zich zelf nog
zou kunnen verdedigen en dat men voor verborgen
maar zich aanduidende gevaren, zooals het gevaar
uit de lucht, gevrijwaard zou zijn.
Zoo moest een tweeslachtig ontwerp ontstaan,
dat inderdaad onbruikbaar is, maar waarin zoo
veel denkwerk van scherpzinnige meiischen steekt,
dat er bij sloping heel wat uitstekend materiaal
uit te halen is.
* *
*
De Kngelschen begonnen de rij van redevoerin
gen met, zonder het uitdrukkelijk te zeggen,
zich in positie tegenover Frankrijk te stellen.
Men kent de tegenstelling: Engeland zegt, dat
ontwapening vertrouwen en daardoor veiligheid
in de wereld zal brengen, Frankrijk eischt veilig
heid voor het zijn bewapening beperkt. Deze
tegenstelling heeft jaren lang de voorbereidende
debatten te Genève beheerscht, en zoo weinig
was er een oplossing gevonden, dat naar algemeene
meening der ingewijden op deze tegenstelling het
werk der conferentie alle kans had te stranden.
De rede van den Italiaan Graiidi. wellicht de
knapste rede die op de conferentie is gehouden,
bestreed op dit punt het Fransche standpunt.
Zoo deed ook Litwinof, de Rus, die overigens
een opmerkelijk gematigde rede hield en, nadat
hij zich gekweten had van zijn verplichten
paraderit op het stokpaardje der algehe.ele en onmid
dellijke ontwapening, niet werkelijk positieve voor
stellen voor den dag kwam. Het stokpaardje
word toen ter zijde gezet om daarna als een
levend beestje door de volgelingen te worden
bewonderd en gestreeld.
Het opmerkelijke aan allo redevoeringen, dit;
die eerste dagen gehouden werden, was het posi
tieve, waren de nuttige voorstellen, die zij bevatten
en die waarlijk het polemische overwoekerden.
De tegenstellingen verdronken in den verras
send levendigen stroom van ernstige wil, die
over de conferentie heen speelde. Bij allen be
speurde men de levendige vrees voor een misluk
king. Men was eerst begonnen de sprekers in te
deelen in aanhangers van het Fransche en van
het Engelsche stelsel. Spoedig moest men daarmede
ophouden, omdat deze indeeling geheel traditioneel
bleek, en geen practische beteekenis meer had.
Er kwam een geest van samenwerking, van streven
naar positieve resultaten aan den dag, die een
verrassing waren voor allen die de ontwikkeling
in de voorbereidende commissie hadden gevolgd.
Van alle kanten kwamen serieuse voorstellen
tot afschaffing van bepaalde vormen van agres
sief wapentuig, van bepaalde methoden van oor
logvoering. Italiëvooral ging daarin zeer ver.
Japan, Rusland, Spanje volgden het goede
voorbeeld, en men kan daarvan waarlijk niet
zeggen dat zij slechts datgene wilden verbieden
wat anderen bezaten.
Dit was heel duidelijk, dat de grenzen van het
door de voorbereidende commissie opgestelde
ontwerp-conventie, aan alle kanten overschreden
werden in voorstellen voorloopig. De horizon
voor de conferentie verwijdde zich.
Een scepticus als de stokoude, maar nog steeds
vurig strijdlustige graaf Apponyi, een man dus
uit het kamp der ontwapende mogendheden die
onvervulbare eischen aan de conferentie moeten
stellen, verklaarde zich bekeerd door den
verHotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal
Rustige ligging modern comfort.
Speciale arrangementen voor langer verblijf.
rassend goeden geest die hij op de
conferentiegevonden had. Hij was volmaakt pessimistisch
naar Gerieve gekomen, zoo zeide hij, maar had
zooveel hoop gekregen dat hij zelf zijn houding
ernaar wilde richten.
Delegaties, van wie men wist dat zij onmogelijk
aanhangers konden zijn van het Fransche plan.
brachten, dit plan te berde, als belangwekkende!]
grondslag voor liet zoeken naar wegen (ei- ont
wapening. Merkwaardig was in dit verband de
rede van minister Boelaorts van Ulok'and. die
men opbouwend sceptisch zou kunnen noemen.
Natuurlijk verdedigde de minister een beleid
dat met beperking der bewapening begint, ver
oordeelde hij het stelsel van gexvapenden vrede.
die geen vrede is. Hij wees op de vele nuttige ver
dragen tot bevordering van de veiligheid, die
tot stand zijn gekomen, en tegelijkertijd op de
talrijke resultaten die zij reeds' hebben teweegge
bracht, resultaten waaraan men gewoon is niet
te denken wanneer men de nieuwe ontwikkeling
critiseert. Maar hij wees tevens toch weer op de
i'undamenteele zwakte dezer dingen dat zij altijd
van moreel karakter zullen blijven, en in laatste
instantie afhangen van hetgeen de regeeringen
op een gegeven oogenblik zullen willen en diu-ven
doen. Heeft men er niet steeds naar gestreefd
aan het handvest van. den Volkenbond een 7.00
beperkt mogelijk karakter te geven?
Onze minister wees er verder op, dat de regionale
overeenkomsten tot onderlinge hulp zelfs nieuwe
groote conflicten in de wereld kunnen roepen.
Inderdaad heeft de wereld genoeg te lijden gehad
tengevolge van de politiek van bondgenootschap
pen, van omsingeling !
l)e minister ging zoo ver erop Ie wijzen, dat
ondanks a.lles oorlog niet tot de onmogelijkheden
behoorde, en dat daarom het verbod van bepaalde
wijzen van strijden een noodzakelijkheid was.
ondanks Volkenbond, verdrag van Kellogg enz.
Zou men op dit oogenblik anders kunnen spreken'r1
Maar desniettemin bepleitte hij als eenige moge
lijkheid voor de wereld, als eenig middel tot be
perking van het gevaar: ontwapening. Ontwape
ning moge dan onveilig" zijn, bewapening is
nogveel onveiliger. Moge ontwapening een. ..kwaad"
zijn in veler oogen, zij kunnen ons geen middel
ertegen aanwijzen dat niet nog erger is.
Als laat intermezzo heeft de conferentie nog
een Duitsch voorstel ontvangen. Het is een om
gekeerd Versailles, want het wil alle andere staten
voorschrijven wat Duitschland te Versailles heeft
voorgeschreven gekregen. Het Italiaansehe voor
stel had reeds dat, wat den Duitschers te Versailles.
verboden was als criterium gekozen ter bespreking'
van a,l wat tot de aanvallende wapens moet worden
gerekend. Do Dxiitschers dreven dit door in uiter
ste consequentie. Zelfs de forten in de nabijheid
van de grens willen zij opruimen ofschoon men die
forten niet op wieletjes in het buitenland kan rijdt1!)
als aanvalswapen. Maar dit is een tegeneisen tegen.
Duitschland's gedemilitariseerdo zone.
Duitschland kan, krachtens zekere bepalingen
van Versailles, krachtige eischen stellen tot ont
wapening der anderen. De eischen thans gesteld,
waren echter een uitvloeisel van den
binnenlandschen aandrang tot opheffing der ongelijkheden
van Versailles. Of de anderen moeten ontwapenen
f Duitschland moet het recht verkrijgen of nemen
zich, zooals zij, te wapenen. Men wist dat deze
eisch komen zou; de Duitsche eischen waren voor
niemand een verrassing.
De algemeene discussie heeft dus totnogtoe
over het geheel een uitstekenden en hoopvollen
indruk achtergelaten. Wat zal daarvan terecht
komen als de militaire deskundigen nu de dingen
in de commissies gaan uitrafelen?
Laat ons het beste hopen.
Genève, 21 Februari
GARDE-MEUBLES DEN HAAG
BATENBURG & FOLMER
HUIJGENSPARK 22, TEL. 11O30
BMIUka Tarieven-Verzorging - Garantie