Historisch Archief 1877-1940
TEE
indweer - Raoul Martinez
i - Eekman bij Buffa
*oorop bij van Lier
aeraties
ssv Charley Toorop, zelfportret (met
E. Fernhout, zelfportret
lekman ruimte kwam, een rust, een
penheid, iets te bloeien aanving als
pwijs dat dit veelvermogend talent
pk het terrein der ziel betreden had.
ten ziel die vroeger in zijn werk
fceigde bekneld te raken tusschen een
veel, dat voortdurend van buitenaf
!jn beeldvlak binnen drong en de
Ulier overbewuste wilskracht
waarkede hij dan dit alles dwong in
een decoratieve styleering, binnen de
banden van een schoone, maar welhaast t
sterk geconstrueerde vlakvulling. Hij deed
zich toen voor- namelijk nog kennen als
graficus; zijn beste werken kregen al meer en
meer, naast het karakter van een kunst
zinnige en speelsche documentatie van het
landleven, van het leven van boeren en ker
misgasten, zwervers en straatmuzikanten, een
symbolisch waarde-element, iets van den
droom en de ontroering eigen aan waarlijk
groote kunst. Ook in zijn schilderwerk meende
ik tóen een nieuwen bloei, een winst aan
ziel, te mogen constateeren, die getuigen, dat
ook hier een dieper centrum bereikt werd, en
tegendeelig daaraan een vollediger beelding,
door dezen levensbegeerigen-syrnpathieken en
hardwerkenden artist. Een centrum, dat, met
het vrije, illustratieve, schoone spel, tevens een
openheid baart voor een vrijkomen van het
hart, dat leeft en groeit tusschen geest en
zinnen in. ...
l Op deze tentoonstelling bij Buffa kan men
zien hoe dit vrijkomen, dezen groei al meer en
meer voortgang had. Vooral ook in het, in
fresco-kleur gehouden schilderwerk. De droo
mend terneer-zittenden man tegen een ko
renveld, de danseres tusschen twee gehurkte
muzikanten, noem ik van die schilderijen
vóóraan. En van de teekeningen speciaal:
De pachters, het Trappenhuis en het Sla
pende Dorp. Dat echter, ook
thans nog, Eekman
* zijn intenties sterker
" """ en vollediger tot uit
drukking brengt als
graficus dan als
pursangs childer wordt
voor mij duidelijk als
ikziehobhij eenzelfde
motief in een ets n
in een schilderij ver
werkt. De zwervende
gast. de Flierefluiter
in een boom, (sym
bolisch zou men mis
schien dit, door Eek
man zeer geliefd mo
tief, voor heel zijn
k u n s t e n aarswezen
kun nen noemen !),
dit motief wordt b.v.
in. de ets nig sug
gestiever, nog sterker
en neg fijnzinniger
d ó ó r-g ecomponeerd
dan in het schilderij.
Dit is n van die
tentoonstellingen, die
men in een kort
kroniekje, ook al tracht
men het meest we
zenlijke te zeggen,
n o o d z a kelijkerwijze
onrecht doet. Er is
teveel wat een uit
voeriger bespreking
eischt. . . .
t'h ai-1 «-.v Toorop
Amsterdam
!>ij van l,i f r.
Jan van Herwij nen
zeggen: féroce talent y.ich do laatste
jaren ontplooid heeft.
Naast een aantal oudere werken
treft mm er enkele van de aller
nieuwste aan. Ontplooien is een
woord, dat iets van een bloeiend
opengaan impliceert. En men zal,
voor deze werken (naakten, portretten,
stillevens) komend, in eerste instantie,
zulk een woord misschien ongerecht
vaardigd achten en eerder geneigd
zijn te spreken van een niets ontziende
erlijkheid, die voor alles uit is op
een ontkljjeden" tot op de rand der
naakte waarheid", die de dan in,
Stedelijk Museum
dikwijls iiieor dan levensgroote beel
den (vrouwen-figuren, dubbel kinder
portret) van .,verhevigde eenvoud"
voor oogen wordt gegeven als niet
hardvochtige duidelijkheid. Velen
zullen daarvan terugschrikken en
daardoor niet in staat zijn zóó lang
voor dit werk te blijven tot zij gewaar
worden hoezeer hier in het proces
van wilskrachtig verdoemen van alle
leugen en allen schijn, achter alle
kastijding, toch óók meteen een
ontplooiing is van een psychologische
verdieping, die den Mensch al meer
en meer begrijpend, lief heeft en
waarin waarlijk niet alleen een
strijdenden wil een plaats heeft !
A. E. VAN DEN TOL
Deze tentoonstelling is {.-en soort
keur-collectie van het werk de/.er
schilderes. Zij ge'^ft met een 15tal
schilderijen en eei Stal teekeningen
een goed overzicht van de wijze waarop
dit wilskrachtig, men zou'/.elfs kunnen
Charley Toorop
Kunstzaal van Lier