De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 5 maart pagina 12

5 maart 1932 – pagina 12

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 5 Maart 1932 No. 2857 Controle op vertalingen door Mea Mees^-Verwey <»»'fii commissie-werk ! Er hebben nu langzamerhand al heel wat woorden <ie nek gebroken over die armzalige vertaling van Duhamel's ,,Scènes de la Vie future" en de actie naar aanleiding daarvan door een paar volijve rige translatores laureati gevoerd. DeheerenCoenen en Oreshoff hebben, ieder op de hem eigen wijze. snedige dingen gezegd en van auteursstandpunt de z aak bekeken. Wij bezitten dan nu een Vereeniging Nederlandsche Veitalingen", die zich wijselijk alleen bezighoudt met modern letter kundig werk en waarbij de uitgever zich mag. maar niet moet vervoegen, om tegen behoorlijke hono reering, een judicium in te winnen over hem aan geboden vertaalde romans of door hem uit te noodigen vertalers. Och ja, waarom niet? Controle is een goed ding. Als hij maar op de juiste wijze en door de juiste mensch op de juiste plaats wordt uitgeoefend. In dit geval vrees ik evenwel, dat de bedoelde controle of de zaak niet verbeteren zal, of tot erger misstan den aanleiding geven. Het uitgeven van vertalingen van moderne romans is doorgaans voor de betroffen uitgever een handelszaak. .Slechts zelden zijn er de ideëele motieven mee gemoeid, die bij het uitgeven van oorspronkelijk werk toch niet zelden voorzitten. En die handelszaak ontleent haar waarde aan het tijdstip van verschijnen. Gaat er te veel tijd over heen, dan is het werk in de oorspronkelijke taal ,al in ieder's handen en hebben de boekhandelaren daarvan voorraad, die ze moeten spuien. Het gaat er dus voor de uitgever om liefst binnen een half jaar na het verschijnen van het oorspron kelijk met de vertaling te komen, of, wanneer het het werk van een reeds bekend auteur geldt een zooveelste boek van Remarque. Munthe, Maurois, Ludwig, bijv. nog eerder. Wat hij dus zoekt, is niet alleen een vertaler, die goed, maar ook n die vlug vertaalt, die er de tijd voor beschikbaar heeft. En juist uit deze eisch ontstaat ?de slordigheid. Ik zie niet goed in, wat hiertegen te doen zal zijn. Men kan de best bekend staande vertaler kiezen, men kan hem een behoorlijk honorarium aanbieden, het zal altijd moeten zijn op voor waarde van levering binnen een bepaalde termijn. Ik kan dit aan een onverdacht voorbeeld aantoonen en wel aan Des Hommes passèrent. ..." van Marcelle Capy, vertaald door de heer Premsela zelf en uitgegeven door de heer Meulenhoff. eveneens een lid van genoemde Vereeniging. Het is mij er niet om te doen, twijfel te wekken aan de bekwaamheid van de heer P. als vertaler ofschoon ik tegen de wijze, waarop hij in dit boek het Nederlandsch hanteert, wel eenige bezwaren heb ; ik wil er alleen op wijzen, dat in iedere vertaling, die in opdracht van een uitgever in beperkte tijd gemaakt wordt, fouten, verschrij vingen, slordigheden, vergissingen voorkomen, die men maar in de kritiek breed heeft uit te meten, om bij het krantenlezend publiek de indruk te wekken, dat de vertaling niet aan te bevelen is. En ik zeg dit in de overtuiging, dat de heer P. uit mijn vertaling, misschien niet van dit 1) maar van een ander in opdracht vertaald boek, evengoed fouten zou kunnen halen, want ieder die wel eens een vertaling gemaakt en uitgegeven heeft, kent de verzuchting van de heer Simons, als antwoord aan een vriend, die hem en zijn vrouw in een door hen verzorgde vertaling de feilen toonde, onlangs in Leven en Werken" gepubliceerd: Hoe is het mogelijk, dat wij dat niet gezien hebben" ! Eenvoudiger woordenkeus, zinsbouw, gedachtengang dan die van Marcelle Capy zijn niet denkbaar. Men hoeft noch buitengewoon goed in. het 'Fransch onderlegd te zijn. noch over een bijzondei' rijk Nederlandsch te beschikken, om het te kunnen vertalen. Kr is vooral piëteit voi r noodiuen een genoegen in de kleine dingen van het dagelijksche landleven, speciaal van de vrouw. Verschillende vergissingen, door de lieer Prent sela begaan, resulteeren dan oi;k uil zijn gebrek aan bekendheid met, en belangstelling voor dit landleven. /(>(> zijn er ook eenige blijkbaar gewestelijke uitdrukkingen verkeerd begrepen, die toch uit het zinsverband gemakkelijk te verklaren vielen. maar waarvan de foute vertaling tot onzin heeft geleid. Herhaaldelijk houdt de heer J', figuurlijke uit drukkingen voor letterlijke en omgekeerd en doodt daarmee veel humoristische trekjes. Ik zou hier merkwaardige staaltjes van kunnen geven, maar voor wie het boek niet kent, wordt dat te lang dradig. Een overzicht van de voornaamste on juistheden houd ik gaarne ter beschikking voor belangstellenden, in de eerste plaats de vertaler zelf, zoo hij een herdruk mocht beleven, wat ik voor alle partijen van harte hoop. Deze fouten zijn trouwens minder hinderlijk dan de toon van het geheel, die klaarblijkelijk als boersch bedoeld is; en die volstrekt niet de gewone en door mij zeer gewaardeerde schrijftrant van de heer l1, als auteur is. De toon in dit Fran sch e boek van een vrouw over vrouwen, is ver af van die van de middelbare school-leerlins». door de heer P. in zijn vertaling als spraakmakende gemeente" beschouwd. Een enkel voorbeeld: La belle Angéline", het aspirant stadsdametje, wordt A, die knappe meid" genoemd en a,ls zij uitbarst over les jaincants (lanterfanters, luilakken) qui ouvraient leur bouche jusqu'aux orailles" is het een opzettelijke en ongerechtvaardigde ver groving van de persoon dit weer te geven met: die Jfibbekakken, die hun bek tot hun ooren open sperden"; ook wanneer et que j'avais Ie petit sut Ie bras" wordt vertaald met toen ik met mijn kind zat opgescheept": en de oude vrouw, die haar moede rheumatische beenen aanspoort met de humoristische opwekking Alle?,, vieilles rosses. il faut marcher" (?Vooruit, oude knollen, doorloopen !", zegt niet: Komaan, ouwe krengen, jullie mot vort". Ik laat daar of la Bertrande. la Peyrette", wier mannen .Bertrand en Peyret heet en, niet beter Vrouw Bertrand" en Vrouw Peyret" dan Bertrande en Peyrette genoemd dienen te worden; ik zal de halve en heele regels niet opnoemen, die overgeslagen zijn, daar zij de zin weinig storen: ik wil er alleen op wijzen dat men een kundig vertaler kan zijn en toch zijn vergissingen maken, niet alleen wat het begrip van détails betreft, maar ook ten opzichte van de toon van het geheel. * * * En wie moet nu beoordeelen, of een andere de geschiktheid bezit de toon en taal van een bepaald boek te treffen? Alleen al een leeftijds-, sexe-, stands- of woonplaats-(stedeling-dorpeling) ver schil niet de auteur is voldoende orn iemand, die in het vak zijn sporen verdiend heeft, bij het ver talen van een boek ernaast te doen grijpen, tën in deze materie, waarin concurrentie van vertalers helaas onvermijdelijk is voor hoe velen in ons land is het vertalen een broodwinning of een bijverdienste? en waar het voor de uitgever van zooveel belang is beslag te leggen op het vertaalrecht, voor een ander ermee gaat strijken, is het een hachelijke onderneming, uitgevers en vertalers in combinatie of afzonderlijk bij voorbaat over elkaar's voorgenomen uitgaven te laten ourdeeleii. De uitgever en de vertaler zijn samen tegenover schrijver en lezer aansprakelijk, voor wat zij in het licht geven; kan de uitgever zelf de waarde van een hem aangeboden vertaling of fragment van vertaling niet beoordeelen. laat hij dan aan zijn vaste adviseur, wiens deugden en gebreken, verlangens en teleurstellingen hij kent, om advies vragen. Dat geeft meer waarborg dan het advies van een soms belangelooze, maar stellig niet verantwoordelijke commissie. Er worden zelden goede boekeu werkelijk N/cclit KUN STZ AAL VAN LIER L/OORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 126 ~ = AMSTERDAM BEZICHTIGING V R IJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS vertaald. Maar aan nagenoeg alle in opdracht gemaakte vertalingen van. modern Fransch of 'hütscti of Kngelsch litterair werk kleeft dit euvel van de te snelle voorbereiding. Met bet vaststellen van vertaalhonoraria f.d. liet eerste, waarmee een vereer.i ;ing als pas opgericht zich zal gaan bezighouden neemt men dat niet weg. Hoc bo'.iger die honoraria door een vakbond gesteld worden, hoe liever het mij als uitgever is. Want het aantal goede vertalingen van slechte en middel matige boeken, dat hier nog steeds op de markt vc.ischijnt, is een grooter kwaad dan de ankele slechte vertaling van een goed boek. En gelukkig /ijn er nog altijd talen, die geen gewone sterveling in Nederland vlot kan lezen en waarvoor zich de toegewijde vertalers laten vinden, die het aan durven met de uitgever een nooit te verwerke lijken winst te deelen. Het publiek echter stelt alleen belang in boeken, waar de West-Europeesche pers het druk over heeft. Wie leest en koopt: Japansche drama's, Egyptische wijsheid. Perzische Verhalen, Javaansche romans, Maleische sprookjes, Sanskrit-liederen in Nederlandsche vertaling? Niemand immers! Rn waarom ook? Ken dergelijke lectuur laat 7,ich door de lezer niet gesellschaftlich verwerten" en dat is bij al die letterkundige vertalingen" toch maar de hoofdzaak. 1) Ik heb dit boek n.l. vertaald en de vertaling zeljs a<m de heer l', aangeboden, om er zoo moge lijk zijn voordeel mee Ie doen. HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID Boekbespreking Mitziekmeester Adriaan, door dor Brui/n. Uitgegercn door C. A. ?/. i'tm Disltoeck N. V. 1931. Muziekmeester Adriaan, die pantoffels ver koopt, vioollessen geeft en een tikkeltje a-sexueel is. is een bijzonder vervelende knaap, die in een bijzonder vervelende landstreek woont. Althans zooals (lor Bruyn de /aanstreek ziet, moeten wij wel gelooven maar wij doen dat niet, met permissie dat hier allemaal lieve menschen wonen, die weinig lasten van hun lusten hebben en precies net zoo menschelijk" zijn als de lords van Philips Oppenheim of de schattige zusjes van Pamela Wynne, die allemaal direct de dame" zijn. Muziekrneester Adriaan brengt het bijzonder ver met zijn aspiraties. Hij springt zelfs voor goed van de hondekar en hij hangt zijn pan toffels aan de wilgen om er zijn speeltuig uit te halen en een soort muziekschooltje in een schuurtje in den tuin te stichten. Het boek van den vriendelijken heer Cor Bruyn zal zeker vriendelijk ontvangen worden in de gruwelijk-gezellige huiskamers met rookstellen, anti-makassers en sehommelstoelen. die taai zijn eri een langer leven hebben dan u wel zoudt vermoeden. Keu even lang leven als dit soort lectuur beeft en even taai. K. K 1.1 AS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl