Historisch Archief 1877-1940
Ho. 2858
De Groene Amsterdammer van 12 Maart 1932
GIDDING
mr/NE N BURG MUYSI
Kroniek van den dans
door
J. W. F. Werumeus Buning
Yvonne Georgi
Tn het werk van de twee geslachten Duitsche
dansers, die men in de laatste jaren leerde kennen,
wordt allengs historie en ontwikkelingsgang zicht
baar. Ontdaan van alle helaas al te talrijke lite
raire commentares en theoretische beschouwingen,
lijkt het of die ontwikkelingsgang ietwat in een
cirkel gaat; de historie, gelijk men weet, herhaalt
zich,
In den beginne van deze eeuw was er het ballet.
Isadora Duncan verloochende het en legde haar
belijdenis van den natuurlijken" dans af. Die
natuurlijke dans bleek, in zijn volgelingen, ten
slotte de ware natuurkracht te missen een
gemis, wonderlijkerwijze, dat Duncan het ballet
verweten had. Miry Wigman groef dieper: zij
zocht niet meer naar de klassieke harmonie, zij
ontketende den chaos, de dansdrift, de roes en
bezetenheid van den dans, waaruit eens ook de
klassieke dans geboren was. Zij vond het vuur;
zij werd mui of meer verblind door wat zij vond.
Omstreeks dien tijd daagde het ballet weer op
?uit zijn Russische afzondering; het bleek, tot
ieders verwondering, datzelfde zoozeer verloren
gewaande vuur te bezitten. Het brandde misschien
alleen nog in de grootsten, het was in een Anna
Pawlowa gelouterd tot een welhaast onwezenlijk
licht, maar het bleek dezelfde gloed. Diaghilew's
Sacre du Printemps" en Wigman's Feier"
waren verwanter dan men gemeenlijk erkent. En
vandaar velerlei miskenning.
Terzelfder tijd laaiden de duistere, vruchtbare
en troebele gloed van Wigman's nieuwe vuur, en
?de heldere doorzichtige vlam van den ouden ballet
dans op, waarvan men zich afvroeg of zij al dan niet
sterven zou. Op het eene vuur borrelde en spatte
het gesmolten goud, maar men was de kunst om
het sierlijk te vormen nog niet meester. Op het
andere smolt het nog juist, maar men schiep er
volgens eeuwenoude overlevering de volmaaktste
sieraden uit. En men keek naar elkander: Diaghi
lew's dansers zochten de nieuwe bezieling, de
jonge tCuropeesche dansers zochten het oude
ambacht.
De generatie die op Wigman volgde leerde van
haar een spanning en gloed van dansen, die soms
overspannen kon aandoen; allengs, gelijk men in
Skoronel en Georgi zien kon, blijkt die gloed be
houden en de nieuwe vormen beginnen te ver
schijnen. De oude ballettechniek verjongt zich,
de nieuwe bezieling vindt de schatten van scholing
die het ballet te bieden heeft; er is een
wisselwerMng begonnen; een nieuw tijdvak trad in.
Het is onmiskenbaar, behalve voor de ziende
blinden, dat zulk een dansen als dat van Vera
Skoronel en Yvonne Georgi als eerste en kenmer
kende eigenschap een innerlijke stuwkracht bezit,
«een spanning, een bezetenheid, en een ambachtelijk
fcinnen, die modern zijn in den eenig waren zin.
3Ien heeft hun dans eentonigheid van beweging
\verweten. Behalve aan de eeuwige oceaan is
dit?verwijt, als ik het mij wel herinner, indertijd
ver?weten aan Argentina en Jodjana en Pawlowa, voor
: zij goed en wel, in Nederland, erkend waren; hetgeen
?er eenige klem en kracht aan ontneemt. En
dn dat opzicht kunnen wij dus wel gerust zijn.
O. G. SANTEE LANDWEER
KUNSTHANDF! .Keizersgracht 207 ^«STERDAM C.
(bij de Raadhuisstraat)
?Tot H» Maart. TENTOONSTELLING
iBEEljtmOUWWERKEN EN PRENTEN
OSWALD WENCKEBACH.
Geopend van 10?12 en IVi?5 uur.
Wat ernstiger is, is dit: het is mogelijk dat
Yvonne Georgi's lyrische dans haar Wals"
doet het vermoeden haar zwakkere uiting is.
Maar het is zeker dat haar dramatische dans, ik
noem haar Kassandra", van een grootschheid is,
gelijk men ze, in deze twee generaties jonge dans
kunst, niet beleefd heeft. Nochtans is deze dans
niet naar waarde geschat en wel, nuchter gezegd,
omdat hij te ongewoon was. Dit beteekent dat,
wanneer na duizend theoretische bespiegelingen de
moderne dans eindelijk een monumentaal werk
schept, vele oogen te verblind zijn door de theorie
om het daadwerkelijke wonder te erkennen. Ik
hoop dezen dans, en vooral dézen, nog erkend te zien
als een meesterwerk van vorm en bezieling. Niet
alleen om zijns zelfs wil, maar omdat wij hier
eindelijk een dramatische danskunst voor oogen
hebben, die sedert geslachten wordt nagestreefd
en die uiterst zelden bereikt wordt. Ik voor mij
meen dat in deze sfeer de toekomst van Yvonne
Georgi's streven ligt, en ik geloof dat het een groote
toekomst is.
Wanneer de arbeid van de twee geslachten
Duitsche dansers niets zou hebben opgeleverd
als dezen dans, dan nog zou ik hun strijd en streven
vruchtbaar achtten. En wel omdat hier, na een
historischen cirkelgang, een oud i deaal van het ballet
en een nieuw van den modernen dans in eenen
belichaamd zijn: omdat hier een gedanste gestalte
staat, die een halve eeuw danskunst haar bestaans
recht verzekert.
Muxiek
door Constant van Wessem
Concertgebouw: ,,le Miroir de Jésus"
Evert Cornelis voerde indertijd dit religieus
geaard werkje van Caplet voor sopraan, vrouwen
koor en orkest reeds uit en het Concertgebouw
gaf er Zondagmiddag op zijn abonnementscon
certen ,,de eerste uitvoering" van, onder leiding
van den nieuwen tweeden dirigent Eduard van
Beinum. Ik heb deze muziek indertijd met den tekst
in de hand gevolgd, ditmaal heb ik de muziek aan
het woord gelaten.
Als muziek boeit het al evenmin. Het is eentonig,
effen, langdradig en perspectiefloos. Het is klan
kengespeel, vluchtig als wierook en zonder de
eigenaardigheid van deze lucht, bovendien. Het
is binnenkamerwerk en verliest in de ruimte
alle substantie. Er zijn op sommige momenten
wel effecten, die naar meer relief, meer muzikale
plastiek streven want Oaplet is een kundig
componist maar de gedachte overheerscht,
niet de muziek. Dergelijke kunst hoort feitelijk
niet in de concertzaal thuis, zij kan niet zonder de
atmosfeer van een op de stemming inwerkende
entourage.
Waarlijk, men moest toch eindelijk begrijpen,
dat de muziek, ondanks haar abstracten aanleg,
de vitaalste van alle kunsten is, wijl uit de beweging
voortgekomen, en niet ongestraft gecastreerd kan
worden. Een werk van religieuse bedoeling kan
eveneens niet buiten die waarheid. Zelfs de muzi
kale magie wist al, dat men een formule drie maal
moest herhalen om haar overtuigingskracht door
een vorm te geven.
Wanneer muziek ons eenmaal als kunst wordt
gepresenteerd en dat doet men als men haar
op een concert in het Concertgebouw uitvoert
passen wij haar een andere maatstaf aan, dan die
van de bedoeling.
Zooals gezegd, het klonk eentonig en langdradig,
zonder eenige vitale kracht, die juist in de afwis
seling was uitgekomen.
Berthe Seroen zong de sopraan-partij en deed
dat met alle toewijding en voordrachtkunst,
waarover zij beschikt. Het vrouwenkoortje deed
goed werk al klonk het zoo nu en dan onzeker van
toonhoogte en van Beinum paste zich als dirigent
aan bij deze ondankbare muziek, die ook den
dirigent niet laat ontkomen aan een weekheid
waarmee hij weinig anders dan vervelend kan
wezen.
Laten wij deze Miroir de Jésus nu maar voor goed
opbergen en voor particulier gebruik reser
veeren.
Yvonne Georgi
MAISON DE
BONNETERIE
Amsterdam
den Haag
SCHOTSCH WOLLEN
SPORTJASJE
VLOT MODEL
IN NIEUWE KLEUREN
2250
ZICHTZENDINGEN FRANCO