Historisch Archief 1877-1940
Oepts
Stadsgezicht
Chagall, Artt et Amlclttae
Het is nog niet de bedoeling hier een
kritiek te geven van de werken ten
toongesteld in Amsterdam. Deze kri
tiek komt de volgende keer. Hier is
de bedoeling aanwezig wat rond en
om en bij dit werk te wandelen en
enkele algemeene zo ken nauwkeurig te
bezien. Ik zal zeker de handelwijze niet
verdedigen van den kritikus, die een
eenigszins mal artikel schreef over
dit werk. Dit mal artikel zou alleen
te verdedigen zijn, wanneer deze be
oordeelaar steeds van ongewone streng
heid en stiptheid was, maar wij weten
sinds zijn inleiding over Dooyewaard
en zijn artikel over denzelfden
hanteerder van het penseel, dat hij te
veranderlijk is en te ongewis; daaren
boven bleek uit menig ander artikel
over weinig te verdedigen en moeilijk
te lovt-n werk, dat hij in plaats van
stipt van oordeel te zijn, een onacht
zaamheid vertoont in den laatsten tijd
die niots dan betreurenswaard kan
betiteld worden. Wij begrijpen het
nut niet van zijn handelwijzen; wij
zien slechts de schade ervan....
Het werk van Chagall is ons niet
onbekend, wij meenen integendeel
daar van vrij goed op de hoogte te
zijn. Wanneer ge dan een schilder als
dezen, den meesten Hollanders vol
doende onbekend, te behandelen hebt,
moet ge hem eerst ruimschoots bezion,
en niet dadelijk van uit een verstarde
zelfgenoegzaamheid hoogmoedig, hoe
wel niet hooghartig, hem verwerpen.
De eerste vraag, die ge u zelven hebt
te stellen is deze: is hij een onmisken
baar schilder, heeft hij kleur en is zijn
kleur persoonlijk? Het valt moeilijk
dan te ontkennen, dat Chagall kleur
bezit, en soms een zeer fraaie kleur,
en soms een kkur die ge bij hem
alleen vindt, en tevens een kleur, die
niet onecht lijkt, die ge niet als on
echt gevoelt, maar natuurlijkerwijs
aan zijn gevoel en ontroering ont
sproten. En daarmee brengt een
schilder het heusch verder dan den
genoemden beoordeelaar dat toeleek.
Een tweede vraag is daarna te stellen.
Wanneer de voorstelling ongewoon is,
buiten het alledaags-werkelijke, moet
ge u afvragen; is de kracht van de
kleur zóó sterk en zoo overwinnend
dat zij desnoods over die ongewone
voorstelling triompheert, en zooals wij
in sprookjes kunnen gelooven, wij in
zulke voorstelling kunnen gelooven.
Ongetwijfeld is dat bij Chagall nu
wel, dan niet het geval. Soms wordt
onze nuchterheid rebelsch, soms ge
ven wij vertrouwend toe. Het derde,
wat wij moeten doen, is te vragen
waaruit kwam bij Chagall zulke
phantastische voorstelling voort? Wij
kunnen dat uit de eenvoudigste voor
stelling soms het gemakkelijkst uit
vinden. En wij zien dan in een werk
als de klok met den gaanden slinger,
dat daar, waar zelfs bij de dingen,
de mensch afwezig is toch de
bezieldSCHILDERS EN
Chagall in Arüet Amicil
De Onafhankelijker*"
Pieter van der Bt
Harmen Me
heid van den mensch voor Chagall de kunnen vinden. Maar - ik zal dit
waereld vol maakt van een drama boek niet verder bespreken, dat doe
zonder ophouden. Wij vinden dus ik wellicht later eens, afzonderlijk; de
in het algemeen drie elementen in tentoonstelling toch te behandelen is
het werk van Cha
gall : een ongewone
kleur, die uit l de
ongewone voorstel
ling moet ontstaan,
wij vinden er een
phantaisie, die de
voorstelling onge
woon en verhalend
wel moest maken;
wij vinden, eigentlijk
in alles, een gevoel
voor het
dramatische, het hande
lende in het leven.
Soms zijn deze drie
een onverstoorbare
eenheid soms; soms
zijn er haperingen
tusschen de samen
stellende deelen.
Wout Schram
N. Hatterman
Naakt
Peter van don
Braken, bij
Kleykuiiip, den Haag
Het is een gevaar
lijk bijgeloof voor een
aankomend schilder,
en het kan zelfs zijn
toekomst als schilder
belemmeren, te ho
pen, dat de beschou
wers zijn grofheid en
zwaarte zullen aan
zien voor kracht en
gedegenheid. Na
tuurlijk zijn gevallen
bekend, waar de
grofhtid zich verfijn
de, elastischer werd
en der schoonheid dans elastisch leerde
dansen; natuurlijk zijn er gevallen
eveneens bekend, waar de zwaarte,
de zwaarte der materie, overwonnen
werd en oplaaide tot een grooten,
tragen gloed, maar er zijn dan in de
zwaarte en in de grofheid elementen
van zuiverheid, die, versterkt een
middel bleek tegen alle kwalen in de
schilderkunst. Maar.... tot nu toe is
dit onmisbaar heilmiddel in wel zeer
geringe mate aanwezig in het werk
van Peter van den Braken.
I>e Onafhankelijken, Stedelijk
Museum, Amsterdam
Met een feestboek vieren den
Onafhankelijken hun 2 l jarig bestaan en
met een tentoonstelling. Het feestboek
is een goed-geordend document; het
ware te wenschen, dat elke
vereeniging, die naar leeftijd meerderjarig
zoo goed als geworden was, een derge
lijk boek uitgaf; het is toch voor den
kritikus en voor den belangstellende
van groot gemak, wanneer hij iets
weten moet, dat alles bij malkaar te
het doel van deze korte beschouwing.
En dan zullen wij de beleefdheid
volgen van den katalogus van deze
tentoonstelling en met de buiten
landers beginnen, die hier misschien
wel de belangrijkste zijn. Ook deze
zullen wij niet alle behandelen, maar
eenige daaruit, wien het ons nu aan
genaam is te behandelen. Wij zullen
dus Campigli niet bespreken en
Chagall, dien wij voor dit blad twee
keer te behandelen hebben, zullen we
hier buiten laten. De Chirico is ver
tegenwoordigd door een schilderij met
twee paarden, dat typisch is voor het
werk, dat in ons land op meer dan
een schilder invloed heeft gehad. Het
surrealisme, misschien konden wij
het ook het realisme van de
ongewoongegroepeerde verschijning en die van
de ongewone stemming noemen, is
n der vele aanduidingen van het
opkomende realisme, dat, naar mij
toeschijnt, binnenkort weer zal
triompheeren. Dit is niets verwonderlijk;
elke richting in de kunst kent vloed
getij en eb. Een realist is toch overal