De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 19 maart pagina 10

19 maart 1932 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Oepts Stadsgezicht Chagall, Artt et Amlclttae Het is nog niet de bedoeling hier een kritiek te geven van de werken ten toongesteld in Amsterdam. Deze kri tiek komt de volgende keer. Hier is de bedoeling aanwezig wat rond en om en bij dit werk te wandelen en enkele algemeene zo ken nauwkeurig te bezien. Ik zal zeker de handelwijze niet verdedigen van den kritikus, die een eenigszins mal artikel schreef over dit werk. Dit mal artikel zou alleen te verdedigen zijn, wanneer deze be oordeelaar steeds van ongewone streng heid en stiptheid was, maar wij weten sinds zijn inleiding over Dooyewaard en zijn artikel over denzelfden hanteerder van het penseel, dat hij te veranderlijk is en te ongewis; daaren boven bleek uit menig ander artikel over weinig te verdedigen en moeilijk te lovt-n werk, dat hij in plaats van stipt van oordeel te zijn, een onacht zaamheid vertoont in den laatsten tijd die niots dan betreurenswaard kan betiteld worden. Wij begrijpen het nut niet van zijn handelwijzen; wij zien slechts de schade ervan.... Het werk van Chagall is ons niet onbekend, wij meenen integendeel daar van vrij goed op de hoogte te zijn. Wanneer ge dan een schilder als dezen, den meesten Hollanders vol doende onbekend, te behandelen hebt, moet ge hem eerst ruimschoots bezion, en niet dadelijk van uit een verstarde zelfgenoegzaamheid hoogmoedig, hoe wel niet hooghartig, hem verwerpen. De eerste vraag, die ge u zelven hebt te stellen is deze: is hij een onmisken baar schilder, heeft hij kleur en is zijn kleur persoonlijk? Het valt moeilijk dan te ontkennen, dat Chagall kleur bezit, en soms een zeer fraaie kleur, en soms een kkur die ge bij hem alleen vindt, en tevens een kleur, die niet onecht lijkt, die ge niet als on echt gevoelt, maar natuurlijkerwijs aan zijn gevoel en ontroering ont sproten. En daarmee brengt een schilder het heusch verder dan den genoemden beoordeelaar dat toeleek. Een tweede vraag is daarna te stellen. Wanneer de voorstelling ongewoon is, buiten het alledaags-werkelijke, moet ge u afvragen; is de kracht van de kleur zóó sterk en zoo overwinnend dat zij desnoods over die ongewone voorstelling triompheert, en zooals wij in sprookjes kunnen gelooven, wij in zulke voorstelling kunnen gelooven. Ongetwijfeld is dat bij Chagall nu wel, dan niet het geval. Soms wordt onze nuchterheid rebelsch, soms ge ven wij vertrouwend toe. Het derde, wat wij moeten doen, is te vragen waaruit kwam bij Chagall zulke phantastische voorstelling voort? Wij kunnen dat uit de eenvoudigste voor stelling soms het gemakkelijkst uit vinden. En wij zien dan in een werk als de klok met den gaanden slinger, dat daar, waar zelfs bij de dingen, de mensch afwezig is toch de bezieldSCHILDERS EN Chagall in Arüet Amicil De Onafhankelijker*" Pieter van der Bt Harmen Me heid van den mensch voor Chagall de kunnen vinden. Maar - ik zal dit waereld vol maakt van een drama boek niet verder bespreken, dat doe zonder ophouden. Wij vinden dus ik wellicht later eens, afzonderlijk; de in het algemeen drie elementen in tentoonstelling toch te behandelen is het werk van Cha gall : een ongewone kleur, die uit l de ongewone voorstel ling moet ontstaan, wij vinden er een phantaisie, die de voorstelling onge woon en verhalend wel moest maken; wij vinden, eigentlijk in alles, een gevoel voor het dramatische, het hande lende in het leven. Soms zijn deze drie een onverstoorbare eenheid soms; soms zijn er haperingen tusschen de samen stellende deelen. Wout Schram N. Hatterman Naakt Peter van don Braken, bij Kleykuiiip, den Haag Het is een gevaar lijk bijgeloof voor een aankomend schilder, en het kan zelfs zijn toekomst als schilder belemmeren, te ho pen, dat de beschou wers zijn grofheid en zwaarte zullen aan zien voor kracht en gedegenheid. Na tuurlijk zijn gevallen bekend, waar de grofhtid zich verfijn de, elastischer werd en der schoonheid dans elastisch leerde dansen; natuurlijk zijn er gevallen eveneens bekend, waar de zwaarte, de zwaarte der materie, overwonnen werd en oplaaide tot een grooten, tragen gloed, maar er zijn dan in de zwaarte en in de grofheid elementen van zuiverheid, die, versterkt een middel bleek tegen alle kwalen in de schilderkunst. Maar.... tot nu toe is dit onmisbaar heilmiddel in wel zeer geringe mate aanwezig in het werk van Peter van den Braken. I>e Onafhankelijken, Stedelijk Museum, Amsterdam Met een feestboek vieren den Onafhankelijken hun 2 l jarig bestaan en met een tentoonstelling. Het feestboek is een goed-geordend document; het ware te wenschen, dat elke vereeniging, die naar leeftijd meerderjarig zoo goed als geworden was, een derge lijk boek uitgaf; het is toch voor den kritikus en voor den belangstellende van groot gemak, wanneer hij iets weten moet, dat alles bij malkaar te het doel van deze korte beschouwing. En dan zullen wij de beleefdheid volgen van den katalogus van deze tentoonstelling en met de buiten landers beginnen, die hier misschien wel de belangrijkste zijn. Ook deze zullen wij niet alle behandelen, maar eenige daaruit, wien het ons nu aan genaam is te behandelen. Wij zullen dus Campigli niet bespreken en Chagall, dien wij voor dit blad twee keer te behandelen hebben, zullen we hier buiten laten. De Chirico is ver tegenwoordigd door een schilderij met twee paarden, dat typisch is voor het werk, dat in ons land op meer dan een schilder invloed heeft gehad. Het surrealisme, misschien konden wij het ook het realisme van de ongewoongegroepeerde verschijning en die van de ongewone stemming noemen, is n der vele aanduidingen van het opkomende realisme, dat, naar mij toeschijnt, binnenkort weer zal triompheeren. Dit is niets verwonderlijk; elke richting in de kunst kent vloed getij en eb. Een realist is toch overal

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl