De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 19 maart pagina 11

19 maart 1932 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

TEEKENAARS - Jubileumtentoonstelling het Stedelijk Museum iken bij Kleikamp ?s bij Vecht t »ls Dix. De figuur van dezen schilder, le wel inwerkte op sommige voorI «tellingen van Charley Toorop, is een JTOorbeeld van wat voor de Duitsche eigenlijk altijd een doel was: looze karakteriseering, en zóó gaat hier die lust, dat ge hier u afvragen: wat dreef hier: haat bist tot leelijkheid; een wreedheid tover de voorgestelde. In allen Ie is deze voorstelling te wrang ?orden en in die wrangheid niet lost dan dat wij ooit. haar zouden .Venschen te bezitten, hoe wij de ^ 4»lheid er in ook erkennen. Max Ernst ^,J« meer phantastisch-ongewoon dan !->phantaisie-vol. Wanneer wij toch de itasie zien opvliegen van den men waren grond, vinden wij een verwrongenheid, die zich openbaart in de verwarring der .de middelen; deze middegeven daarenboven het kunst ?&oorwerp een onzekerheid tegenover duur; 't verschillend materiaal löneerstaat niet op gelijke wijs den tijd. is voor ons nog steeds een der ?erschatte wezens, en steeds vinden meer betrouwbare wonderlijkheid Redon dan in zulken nakomer. Gromaire zagen wij met genoegen eens een volledige tentoonstelling, desnoods of gaarne vereend met een aantal RouaulVs; beiden zijn toch in Holland te onbekend, en van beiden herinneren wij ons schilderijen, die niet uit onze herinnering gingen. Kandinsky is tusschen de expres sionisten altijd hij wiens lyriek (hij is een lyricus van het snelle gevoel) ons nooit onvertrouwd werd en wiens ver fijning onzen smaak nooit stiet. Van Klee hebben wij hier niets te vermelden, Elie Lescaux maakt ons niet bewogen, van Lipschitz hebben on getwijfeld de ab stract-voorgestelde harpspelers hem aan leiding gegeven tot een maken van een brons, dat aan groote oostersche sierkunst herinnert. Matisse stelt een odaliske ten toon, P. Mondriaan's abstractheden zijn vertegen woordigd door twee vlakverd eelingen (door lijnen enz.), die ge om hun ten uiterst doorgedreven kilheid als type kunt aanva.arden.Pascin's gevoelige bekoorlijk heid van kleur is op deze tentoon stelling, en terecht niet afwezig; Pechstein's visschersleven is wat grof en rul; Permeke kan hier gemakkelijk den onberedeneerden tegenstand tegen hem zien slinken.Want ik begrijp geen gevoelige voor de schilderkunst, die het verfijnde, teedere zeestuk niet zou willen bezitten of die niet genoot van de groenen van het landschapeen die niet ingenomen was met de teekening, het portret van den schilder van den Berghe. Deze groep Permeke's is inderdaad goed gekozen om zijn be grepen worden te vergemakkelijken. Sigane is die diverseerde en een phantaisierijk licht schiep, Utrillo's fortificaties zijn levendig ondervonden maar de kleur is niet ragzuiver, Vlaminck's platanen hebben dat eigenaardigdreigende in de kleur, dat een signa tuur zijner persoonlijkheid is; Zadkine's georganiseerde vlakken en zijn meer zich rondend werk zijn beide vertegenwoordigd op een manier, die de waardeering, dien wij voor hem bezitten, niet doen verminderen. Ongetwijfeld zijn onder de hier Naakt Jan Wittenberg vertegenwoordigde buitenlanders ge noeg belangrijken om de Onafhankelijken voor hun actie in deze te loven. Wij zullen bij deze eerste bespreking nog enkele namen voegen van de Hollanders. Enkele i nzemangen plaat sen wij reeds nu ter illustratie van deze kroniek; wij komen daarop terug. De quasi-revolutionnaire voor stellingen zullen wij mijden; hoe weinig reëel zijn ze ! Eekman's zwem mer met visschen is beweeglijker in de voorstelling, dan wij Eekman meestal kennen; een schilderijtje als de test met aardappels van Kamerlingh Onnes is een genoegen door zijn een voudige volledigheid, Kruyder's Wavenmaker" is een doorleefde, vol gehouden schilderij, Jaap Weyand gergat Delacroix wel niet: De Heer Moesman schilderde op n schilderij een boom alleen en een man alleen (waar is zijn zelfkritiek?) Jan Grégoire is zoo goed als zakelijk. Maar.... wij schrijven nog een artikel! PLASSCHAERT Harmen Meurs WJ Vecht, Meurs schreef onlangs over zijn eigen werkwijze in Palet": Nadat ik de voorbereidingen: de détails of feiten, studies, composi ties of kleurplans heb gemaakt, com poneer ik het schilderij uit de verS't Hieven beelding, zonder deze dan alleen bij afwerking te gebruiken. Mijn meeste schilderijen ontstaan zoo en deze werkwijze bevredigt mij het meest.." Ging hij hier, met zijn Spaansche impressies óók zoo te werk, dan wil het mij schijnen, dat die impressies niet zoo diep waren, dat uit hen een groote, synthetische levensvolle ver beelding kon oprijzen. Wilde hij zich daarentegen bij wijze van Erholung, dit keer bepalen tot reis-notities in den eigenlijke zin des woords, dan voel ik ze weer als niet direct genoeg.. Is het misschien zóó dat Meurs het landschap en het stadsgezicht in zekeren zin alleen maar als geeste lijke vacantie ondergaat en zijn wer kelijke aandacht steeds in den grond, gericht blijft op den mensen? Men zou het kunnen denken. Want waar die mensen weer als de hoofdzaak verschijnt voelt men den schilder, en dus ook zijn werk, weer als van onder een lichten sluier vandaan ko men en weer meer levend, meer eigen worden. Ook in een blond naakt, dat herinneringen wekt aan een vroegere periode in Meurs' oeuvre, toen hij zijn Naakt bij bad" (en zijn portret van den cellist Thomas Caiii- vez) schil derde voelt men dat. Een aantal vlotte en vaardige aqua rellen, Amsterdamsche stadsgezichten voor een groot deel, en een serie knap geteekende naakten completeeren deze expositie. A. E. VAN DEN TOL Harmen Meurs Naakt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl