Historisch Archief 1877-1940
TEEKENAARS
- Jubileumtentoonstelling
het Stedelijk Museum
iken bij Kleikamp
?s bij Vecht
t »ls Dix. De figuur van dezen schilder,
le wel inwerkte op sommige
voorI «tellingen van Charley Toorop, is een
JTOorbeeld van wat voor de Duitsche
eigenlijk altijd een doel was:
looze karakteriseering, en zóó
gaat hier die lust, dat ge hier u
afvragen: wat dreef hier: haat
bist tot leelijkheid; een wreedheid
tover de voorgestelde. In allen
Ie is deze voorstelling te wrang
?orden en in die wrangheid niet
lost dan dat wij ooit. haar zouden
.Venschen te bezitten, hoe wij de
^ 4»lheid er in ook erkennen. Max Ernst
^,J« meer phantastisch-ongewoon dan
!->phantaisie-vol. Wanneer wij toch de
itasie zien opvliegen van den
men waren grond, vinden wij
een verwrongenheid, die zich
openbaart in de verwarring der
.de middelen; deze
middegeven daarenboven het kunst
?&oorwerp een onzekerheid tegenover
duur; 't verschillend materiaal
löneerstaat niet op gelijke wijs den tijd.
is voor ons nog steeds een der
?erschatte wezens, en steeds vinden
meer betrouwbare wonderlijkheid
Redon dan in zulken nakomer.
Gromaire zagen wij met genoegen
eens een volledige tentoonstelling,
desnoods of gaarne vereend met een
aantal RouaulVs; beiden zijn toch
in Holland te onbekend, en van beiden
herinneren wij ons
schilderijen, die niet
uit onze herinnering
gingen. Kandinsky is
tusschen de expres
sionisten altijd hij
wiens lyriek (hij is
een lyricus van het
snelle gevoel) ons
nooit onvertrouwd
werd en wiens ver
fijning onzen smaak
nooit stiet. Van Klee
hebben wij hier niets
te vermelden, Elie
Lescaux maakt ons
niet bewogen, van
Lipschitz hebben on
getwijfeld de ab
stract-voorgestelde
harpspelers hem aan
leiding gegeven tot
een maken van een
brons, dat aan groote
oostersche sierkunst
herinnert. Matisse
stelt een odaliske
ten toon, P.
Mondriaan's
abstractheden zijn vertegen
woordigd door twee
vlakverd eelingen
(door lijnen enz.),
die ge om hun ten
uiterst doorgedreven
kilheid als type kunt
aanva.arden.Pascin's
gevoelige bekoorlijk
heid van kleur is
op deze tentoon
stelling, en terecht niet afwezig;
Pechstein's visschersleven is wat grof
en rul; Permeke kan hier gemakkelijk
den onberedeneerden tegenstand tegen
hem zien slinken.Want ik begrijp geen
gevoelige voor de schilderkunst, die
het verfijnde, teedere zeestuk niet
zou willen bezitten of die niet genoot
van de groenen van het landschapeen
die niet ingenomen was met de
teekening, het portret van den schilder
van den Berghe. Deze groep Permeke's
is inderdaad goed gekozen om zijn be
grepen worden te vergemakkelijken.
Sigane is die diverseerde en een
phantaisierijk licht schiep, Utrillo's
fortificaties zijn levendig ondervonden maar
de kleur is niet ragzuiver, Vlaminck's
platanen hebben dat
eigenaardigdreigende in de kleur, dat een signa
tuur zijner persoonlijkheid is;
Zadkine's georganiseerde vlakken en zijn
meer zich rondend werk zijn beide
vertegenwoordigd op een manier, die
de waardeering, dien wij voor hem
bezitten, niet doen verminderen.
Ongetwijfeld zijn onder de hier
Naakt
Jan Wittenberg
vertegenwoordigde buitenlanders ge
noeg belangrijken om de
Onafhankelijken voor hun actie in deze te loven.
Wij zullen bij deze eerste bespreking
nog enkele namen voegen van de
Hollanders. Enkele i nzemangen plaat
sen wij reeds nu ter illustratie van
deze kroniek; wij komen daarop
terug. De quasi-revolutionnaire voor
stellingen zullen wij mijden; hoe
weinig reëel zijn ze ! Eekman's zwem
mer met visschen is beweeglijker in de
voorstelling, dan wij Eekman meestal
kennen; een schilderijtje als de test
met aardappels van Kamerlingh
Onnes is een genoegen door zijn een
voudige volledigheid, Kruyder's
Wavenmaker" is een doorleefde, vol
gehouden schilderij, Jaap Weyand
gergat Delacroix wel niet: De Heer
Moesman schilderde op n schilderij
een boom alleen en een man alleen
(waar is zijn zelfkritiek?) Jan Grégoire
is zoo goed als zakelijk. Maar.... wij
schrijven nog een artikel!
PLASSCHAERT
Harmen Meurs WJ Vecht,
Meurs schreef onlangs over zijn
eigen werkwijze in Palet":
Nadat ik de voorbereidingen: de
détails of feiten, studies, composi
ties of kleurplans heb gemaakt, com
poneer ik het schilderij uit de
verS't Hieven
beelding, zonder deze dan alleen bij
afwerking te gebruiken. Mijn meeste
schilderijen ontstaan zoo en deze
werkwijze bevredigt mij het meest.."
Ging hij hier, met zijn Spaansche
impressies óók zoo te werk, dan wil
het mij schijnen, dat die impressies
niet zoo diep waren, dat uit hen een
groote, synthetische levensvolle ver
beelding kon oprijzen. Wilde hij zich
daarentegen bij wijze van Erholung,
dit keer bepalen tot reis-notities in
den eigenlijke zin des woords, dan
voel ik ze weer als niet direct genoeg..
Is het misschien zóó dat Meurs
het landschap en het stadsgezicht
in zekeren zin alleen maar als geeste
lijke vacantie ondergaat en zijn wer
kelijke aandacht steeds in den grond,
gericht blijft op den mensen? Men
zou het kunnen denken. Want waar
die mensen weer als de hoofdzaak
verschijnt voelt men den schilder,
en dus ook zijn werk, weer als van
onder een lichten sluier vandaan ko
men en weer meer levend, meer eigen
worden. Ook in een blond naakt, dat
herinneringen wekt aan een vroegere
periode in Meurs' oeuvre, toen hij zijn
Naakt bij bad" (en zijn portret van
den cellist Thomas Caiii- vez) schil
derde voelt men dat.
Een aantal vlotte en vaardige aqua
rellen, Amsterdamsche stadsgezichten
voor een groot deel, en een serie knap
geteekende naakten completeeren deze
expositie.
A. E. VAN DEN TOL
Harmen Meurs
Naakt