De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 19 maart pagina 15

19 maart 1932 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2859 De Groene Amsterdammer van 19 Maart 1932 BIOSCOPY door L. J. Jordaan Josétvon Sternberg Sanghai Express", Tusehlnski. In den merkwaardigen keten van up's en downs, die Sternberg's werk vertoont, worden de goede films altijd gekenmerkt door twee typische eigen schappen: primo, de verzorgde milieu-schildering secundo, de indrukwekkende high-spots of hoogtepunten in de dramatische bewerking. Wat die milieu-schildering betreft wij her inneren ons met genoegen nog altijd het prach tige staal in ,,De Dokken van New-York". Daar waren de stookplaatsen van den grooten Oceaanstoomer, waarmee de film opende: een hel van vurige dampen, doorketst van felle lichtbundels, waarin de gedaanten der stokers verrezen als machtige brons-statuën. Daar was de aanlegsteiger: een somber silhouet in den. mist, van grijs op grijs, met vaag-dreigend omhoog de wazige contouren van elevators en kranen en beneden het geheim zinnige duister van zwart, wielend water. Men heeft later beweerd, dat die verbeelding weinig strookte met de werkelijkheid.... het kan ons koud laten, Sternberg is wel de laatste, die naar documentaire natuurgetrouwheid zweemt. Zoo min als hij maatschappelijke verhoudingen en toestan den als uitgangspunt voor zijn dramatische visie kiest. Hij schiep die stookplaats en dien aanleg steiger heel dat duistere haven-milieu, als achtergrond voor de karakters van Ban er of t en Compson. Hij wenschte die figuren relief te geven te doen leven en het is hem volmaakt onver schillig, of aldus in dien achtergrond een toets te grijs dan wel te hel uitvalt. En het doet er voor het filmwerk als zoodanig ook weinig toe niet de vraag, of de objectieve werkelijkheid zóó is.... alleen de vraag, of de kunstenaar deze fantasie als realiteit heeft gezien en doorleefd, is van beteekenis. Van zijn latere groote films vertoonen zoowel Marokko", als Dishonored" die groote gevoe ligheid voor de dramatische sfeer en de daarmee samenhangende suggestiviteit der couleur locale. In Marokko" zelfs ondanks een zekere beperkt heid der middelen, die hem te vaak verleidt tot een benauwde samenpersing der wijde, zwijgende tropenleven binnen het enge kader van nauwe straatjes en berceau's, waardoor de groote, eindelooze zandvlakte aan het slot, als een verlossing werkt. Wat de z.g. high-spots aangaat.... iedereen zal zich herinneren, hoe de heftigheid van het gebeuren de levendigheid der milieu-schildering de botsingen van klanken en geluiden tenslotte culmineeren in enkele superieure momenten, waarin dit alles plotseling en tot onze verrassing, bijzaak wordt. Dan valt de intrigue, de bonte, belang wekkende luidruchtigheid der omringende wereld weg -.?de handeling staat stil, het gerucht ver sterft en er blijven onveranderlijk tweemenschen over, met hun passie en hun hulpeloosheid.... al leen in den mystieken, gonzenden droom van den tropennacht of in de doffe stilte van een ingesneeuwden winter. Zoo staan in Marokko" Dietrich en Cooper tegenover elkaar zoo in Dishonored", Dietrich en Mac Laglen en het is de groote helaas, nog door weinigen besefte verdienste van Von Stern berg, dat hij, boven de bonte show der commercieele productie uit, altijd heenstuwt naar dergelijke hoogtepunten van inkeer en verdieping. Het kan ook, dunkt mij, voor den leek-toeschouwer een uitgemaakte zaak zijn, dat dit een quaestie is van compositie. Het is de wijze, gevoelige ver deeling van beweging en stilstand de logisch gecomponeerde stuwing der gebeurtenissen, die dergelijke superieure hoogtepunten mogelijk ma ken. Het wondervolle licht in een schilderij wordt niet bepaald door de kwaliteit der verven op deze high-spot alleen het is het resultaat der bezonnen verdeeling van het clair-obscur. Zoo omringen in de goed gecomponeerde film de brandende of diepe kleuren der bewogen of tragi sche handeling, deze plekken van witte, stralende stilte.... geven ze het noodzakelijke relief, om als weldadig rust- en hoogtepunt in de compositie te dienen. Men voelt: zoodra het aan die verdeeling hapert, wordt het totaal-beeld onrustig en de nheid /n gevaar gebracht. Het was kennelijk enonbetwijfelbaarhet noodlot van An American Tragedy", dat een dergelijke compositie-vrijheid een dergelijk souverein be schikken over de rythmische ontwikkeling van het drama, ontbrak. Sternberg moest te veel ver werken ??had teveel egards in het oog te houden tegenover een critisch en verwend auteur, om het filmwerk te kunnen opbouwen naar eigen welbe hagen. De dwaze herrie, die er is gemaakt over de vraag of Dreiser's werk wel genoeg geëerbiedigd" was het mag achteraf nog wel eens gezegd wor den staat daar volkomen buiten. Het is volmaakt onbelangrijk, of geest en tendenz van den roman gehandhaafd werden. De litteraire arbeid zorgt in dat opzicht voor zich zelf en behoeft niet nog eens op het projectiedoek herhaald te worden. Op het filmscherm ontstaat een nieuw werk onafhan kelijk, souverein gehoorzamend aan eigen wet ten en eischen. De roman heeft zijn primaire beteekenis verloren is van autonome uiting een voudig inspireerend motief geworden en heeft zich daarin te schikken of zich buiten de filmconceptie te houden. Angst voor Dreiser angst voor de publieke opinie, die met argusoogen den roman met de film zou vergelijken, hebben bij An American Tragedy" de handen van Sternberg gekneveld en het werk een rommeligheid en onzekerheid gegeven, die dezen regisseur anders vrijwel vreemd zijn. Naar mijn meening staat Sharighal Express" als kunstwerk tusschen Marokko" en An American Tragedy" in. Het vertoont zeker meer bewuste compositie dan de verwarde historie van Clyde Griffiths het bereikte echter nog niet de superieure rust van het Marokkaansche drama. De prachtige en in zeer veel opzichten geslaagde intentie, om de bonte belangwekkende sfeer te scheppen van het verre Oosten, leidde nog wel eens tot verbrokkeling. De durf om tegen dien achter grond van elkander vluchtig rakende en botsende existenties de high-spot van Donald's en Lilly's leven te plaatsen, geschiedde niet dan ten koste van eenige onrust en verwarring. Zoo ergens, dan stelde het vraagstuk der compositie hier echter zware eischen. De opgave om in deze kortstondige, driftige kruising van toevallige ontmoetingen de beslissende aanraking van twee menschenlevens scherp en helder af te teekenen, valt niet te onder schatten. Het vergt een psychologische selectie, een bezonnen groepeeringsvermogen, een verhaal kunst, maar vooral een soberheid van uitdrukking waaraan Sternberg niet altijd heeft kunnen voldoen. Kris en kras door elkaar moesten verwerkt worden: een stuk Chineesche revolutie, een trein-overval, de persoonlijke wraaknemingen van een bendehoofd, de opoffering van een jonge vrouw, de per soonlijke confidenties van een aantal reizigers, het misverstand tusschen twee jonge menschen, de moord op het bendehoofd, de emoties van een Chineesch meisje en nog tal van andere zaken. Dat wij deze vermoeiende verwikkelingen niet altijd uit elkaar kunnen houden, ligt gedeeltelijk aan den verwarden bouw van het draaiboek, waar mee Sternberg genoegen nam gedeeltelijk aan de weinig markante typeering der figuren. De geestelijke, de (overigens vermakelijke 1) Babbitt, de Duitsche opiumsmokkelaar en zelfs de problt. matieke halfbloed, Chang, lijken in handeling en uiterlijk teveel op elkaar, om verwarring te ont gaan. Intusschen treft ook hier weer in de eerste plaats de prachtige en atmosferische milieuschil dering. Men vraagt zich in oprechte verwondering af, wat de lieden, die in zwijm liggen voor ieder geslaagd achterdoek met ingeprikte sterren en bordpapieren palmen, toch in vredesnaam mogen hebben tegen een dergelijke levende, tastbare evocatie als de filmkunst hier vermag te geven. Waarom niet erkend, dat ons hier een verre, fantastische realiteit zóó nabij gebracht wordt met zulke, krachtige, suggestieve middelen als wij in geen andere kunst ontmoeten? Waarom niet ronduit toegegeven wanneer men van de directe, meesleepende werking dier boeiende, kleurrijke verbeelding bekomen is, dat hier een schat van nieuwen vormenrijkdom is aangeboord.... in plaats van met de heftigheid der wanhoop en der jalouzie te verzekeren, dat de kunst" eeuwig zal zijn ondanks de bisocoop"? En tenslotte is daar het raadsel-Dietrich, die wonderlijke ongewisheid tusschen marionet en begenadigde persoonlijkheid. De middelmatige comediante. die jarenlang over de Duitsche Bühne en het Duitsche projectiedoek zwalkt van Mariene Kaiser's Zwei Krawatten" "naar 'Sternheim's Schule von TJznach...." van May's Tragedie der Liebe" naar Tourneur's Navire des hommes perdus" zonder ooit boven de kleurlooze mid delmatigheid uit te komen. En die, onder de han den van den kleinen, spleetoogigen toovenaar von Sternberg een totale herschepping ondergaat.... Daar is het oogenblik, waarop zij alleen in haar coupéachtergebleven, het licht uitdraait en haar wonderbaarlijk zuiver masker alleen met ons achterblijft, onder het stille meditatieve schijnsel van de kleine plafondlamp. Laten wij ons nu vooral goed houden en onszelf inprenten, dat dit alleen maar de fotografie is van een knap gezichtje laten wij constateeren, dat de stamelende woorden in ontroerende intensiteit dicht aan ons oor ge fluisterd, geen enkele diepe wijsheid of dichterlijke gedachte bevatten.... wij zullen de vreemde, navrante bekoring van dit moment niet kunnen ontgaan. De bekoring, die wij geenszins op deftige en geleerde wijze kunnen definieeren die niets te maken heeft met spel" of karakteruitbeel ding", maar die daarnaast misschien daarboven staat. Aldus trekt dit bonte stuk Aziatisch leven aan ons voorbij, in zijn soms naive soms geraffi neerde verbeelding, als een kaleidoscoop van visi oenen en geruchten. En in onze herinnering blijft tenslotte leven het gezicht van Dietrich onder de kleine plafondlamp, met den stillen smartelijken en wijzen glimlach, die zich nog niet (als die der Mona-Lisa) wil laf^en catflogiseeren door profes soren ea kunstspecialisten maar die p.'ecies even eeuwig" is als de kunst.. .. Ondanks de bioscoop" dan. Werkfoto. Rechts: Joseph von Sternberg

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl