De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 19 maart pagina 5

19 maart 1932 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 2859 De Groene Amsterdammer van 19 Maart 1932 Hotel DUIN EN DAAL" - Bloemendaal Rustige ligging modern comfort. Speciale arrangementen voor langer verblijf Goethe-herdenking door Frans Coenen Sweepstake en Staatsloterij Den 22en Maart zullen wij Goetho gaan herdenken. gelijk wij al vele grooten herdachten in dezen aan herinneringsdagen rijken tijd. Waarom doen wij dat eigenlijk, groote mannen herdenken? Wel, men kan zeggen om ons te ver wannen aan hun grootheid, om te eeren het meer dere en betere van ons zelf. Heldenvereering is een menschelijke behoefte, waarmee wij onze ikjes te buiten gaan. Zoo is het een soort van liefde en een troost voor ons vaak niet schitterend menschzijn. Dat alles is heel aardig en aanvaardbaar, vooral omdat men het vereerde voorwerp eigenlijk niet hoeft te kennen en heel goed alleen van hoorenzeggen hebben kan, om in de rel mee te doen. Immers, wij kennen toch meestal .,de grooten" niet, ook al weten wij er wat van. Goethe in het bijzonder is ons niet veel meer dan een klank uit het het ver verleden van onzen schooltijd, toen wij ons in het Duitsch eerst op Erlkönig" en dergelijke oefenden, orn eindelijk in de laatste klasse zelfs Faust te entameeren. Maar die werd ons niet veel, iets raars van allerlei klacht en begeerte met een seiitimenteele liefdeshistorie op 't eind. De minsten van ons hadden er iets aan, misschien ook al omdat de leeraar het geval zoo mooi zelfbehagelijk decla meerde. De jeugd kan dikwijls niet tegen zooveel uitbundig gevoel. . . . En later, na de school, hadden wij, van de oudere generatie tenminste, Goethes compleete werken in de boekenkast. Maar wij lazen er niet in. Er waren zooveel compleete werken van classieken, Fransche, Duitsche, Engelsche en zelfs Italiaansche. Wie kon zich daar nog in begeven bij al de drukte van het gewone leven ! Zoo bleef dan Goethe en hij waarachtig niet alleen ons een klank, een naam van imioudszwaren klank, die een vage achtbaarheid inhield. Maar op grond van die schoolopvoeding bovenge noemd, deden wij tegenover anderen toch niet on gaarne of wij er meer van wisten. Dat hoorde tot de cultuur en de beschaafde conversatie. Zou daar nu zulk een herdenkingsfeest verbetering, verinni ging in brengen? Het is te hopen, en dat een geeste lijk snobbisme, mode, de ijdelheid ergens in" te zijn, aan mee" te doen of ook maar vulgaire winzucht zulks niet beletten, zoodat het feest weer rumoerig en oppervlakkig Selbstzweck wordt met Goethe als onschuldige en verder te verwaarloozen aanleiding. Want hier is inderdaad nog eens een niet te vaak herhaalde gelegenheid, hem te leeren kennen, of iets meer van hem begrijpend, onszelf beter te begrijpen, want in dezen universeelen mensch zijn wij allen weerspiegeld. Hij leefde gelukkig nog dicht genoeg bij ons. dat wij alles van hem weten en veel nog begrijpen kunnen. Niet als bij de Renaissance-mannen, wiernakomeling hij inderdaad was, gaat zijn dagelijksch doen vrijwel schuil achter het tijdsverloop, waarin wijze van voelen en denken, van waardeeren en begrijpen zoo grondig veranderde, terwijl ook zijn landaard ons tamelijk verwant is. Zoo behoeft men niet ver in dit leven gedrongen te zijn om de tragedie te vinden, die volgens Hebbel elk menschenbestaan inhoudt. Maar die er meestal niet uitkomt, kan men er bij zeggen. Bij Goethe echter ligt zij open voor ons. KUN STZ AAL VAN LIER L/OORUOOPEND TENTOON G ESTELD ROKIN 126 AMSTERDAM BEZICHTIGING V R IJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS Tcekening door B. van Vlijmen De Staatsloterij: Voor een paard laten ze een mooie, jonge vrouw in den steek!" De droomerige burgerzoon uit Frankfort, die lijdt aan de beginnende ziekte zijns tijds, het ro mantisme, waardoor de wereld hem te eng schijnt en hij open staat voor de liefde zoozeer als twee, drie vorige generaties niet vermochten, die burger jongen, op zijn carrière bedacht, verlangend naar aanzien en materieele grootheid, practisch nuchter, maar dan weer doodmoe van het leven en wereld wijs, is de jonge Goethe in zijn aanvangen. Alles was in hem mogelijk, voor alles was talent en kracht voorhanden, zou men zeggen, maar het is misschien een niet gering deel van zijn grootheid, dat hij te kiezen vermocht en niet de gelegenheid verzuimde, als zoo menigeen met ongeveer univer seelen aanleg heeft gedaan. In zijn ouderdom is hij het zich volkomen bewust geworden, dat de groote man in zulk een nietig Duitsch staatje te zijn wel niet precies zijn jeugdideaal verwerkelijkte, maar tevens wist hij, dat, al met al, het zoo goed was geweest. Wijl op deze wijze zijn behoefte aan daad en zijn van de werkelijk heid afgekeerd geestesleven met elkaar te vereenigen bleken, de denker en dichter naar lust en luim konden scheppen, terwijl de bezigheid van den minister de hiaten aanvulde met daadwerkelijkheid. Maar zoo ,,getroffen" als in het maatschappelijke. in de wereldsche omstandigheden, heeft Goethe het in zijn gevoelsleven niet, hier was hij alleen en heelemaal zelf en moest orde scheppen in den chaos. Waarin hij tot zijn hoogen ouderdom niet is geslaagd. Gelukkig voor ons, moeten wij zeggen, want in dit onevenwichtige, in zijn Stormen des gemoeds" en in de wijze waarop hij deze te boven kwam (laat ons dit er vooral bijvoegen) lag een deel althans van zijn grootheid, zijn dramatisch vermogen, zijn fantaisie, zijn gansche kunstenaar schap. En zeker heeft ook zijn indringend begrip en wetenschappelijke intuïtie hiermee verband ge houden, dat hij eigenlijk nimmer de rust van het bevredigd evenwicht vond. En dit leven bij tijden geen koopje. Man hat mich immer als einen vom Glück besonders Begünstigten gepriesen. . . . Allein im Grunde ist es nichts als Mühe und Arbeit gewesen, und ich kann wohl sagen, das ich in meinen 75 Jahren keine vier Wochen eigentlich Behagen hatte. Es war das ewige Walzen eines Steines der immer von neuem gehoben sein sollte." IANO'MGEL IMNVAN iMEEBDERVOOfil 100 TElEF.:378te7 Ziedaar de prijs van genie en wereldroem. Kn dit was geen romantisch zelfbeklag, want de Homantiek is Goethe al heel spoedig te boven gekomen. Hij, die er, men zou zeggen, essentieele uitdrukking van gaf in zijn Werther, bleek voor deze onvolledige renaissance der Romantiek toch te vitaal en te universeel. Men kan ook zeggen, dat Goethe haar bekroonde, zij in hem, hem alleen van een gan sche wereld, haar voltooiing en voleindiging vond, terwijl zij bij de groote meerderheid der intellectueelen in haar loop bleef steken en tot ziekte werd. In dien zin heeft Goethe wel de harmonie tusschen droom en leven gevonden in zijn afwisseling van dicht en daad, in de zuivere schatting van ik en wereld, van eigen vermogens en waardij. En ver langde tenslotte van het leven ook niet meer dan het geven kon, omdat hij het in zijn gedachte-ijlheid begrepen had. Das Höchste ware: zu begreifen. dasz alles Faktische schon theorie ist. Man suche uur nichts hinter den Phanomenen; sie selbst sind die Lerhe." Voor den man, die dit begrepen had en in hee eigen leven waarlijk aanvaard, voor hem kon dt Entsagung des ouderdoms niet meer bitter zijn. Hij bestond als individu al haast niet meer. Bescherm Uw keel! Verzorg haar dagelijks Gorgel droog met .25. 45 en 65 ets. fc.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl