De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 april pagina 17

2 april 1932 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

No. 2861 De Groene Amsterdammer van 2 April 1932 17 OPLICHTERS door Mr. Benno J. Stokvis KUNSTZ AAL VAN LIER UOORLOOPEND TENTOONGESTELD ROKIN 19« = AMSTERDAM BEZICHTIGING VRIJ KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANOSCHE EN BUITENL. MEESTERS In velerlei gedaanten Het streven van ieder oplichter van standing, die zijn moeilijk bedrijf in wezen verstaat, is er op gericht zijn zaak te bekleeden met den uiterlijken schijn van een civiele quaestie. Slaagt deze opzet, dan is de aangelegenheid strafrechtelijk safe gezet", en kan aan eiken wederstander met gerustheid worden tegengeworpen, dat men met belangstelling de dagvaarding tot het burger rechtelijk geding zal tegemoet zien. Het nieuwe artikel 326« Wetboek van .Straf recht, dat zich richt tegen hem die een beroep of eene gewoonte maakt van het koopen van goede ren met het oogmerk om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te verzekeren", vormt een handicap voor den op lichter van kleine allure. Dien van het groote gebaar treft het niet. Vooreerst reeds valt het overigens regelmatig nmaal koopen en niet betalen van goederen (al vertegenwoordigen die een aanzienlijke waarde), niet onder het beroep of gewoonte maken, in de wetsbepaling bedoald. Doch daarbij komt, dat de oplichter die zich zelf respecteert, aspiraties heeft die in gansch andere richting gaan. Zooals de vakman-inbreker, die een kraak zet" in een bankgebouw en toegerust met de middelen der moderne techniek brandkasten forceert, slechts minachting over heeft voor den simpelen zwijntjesjager of insluiper, evenzeer acht de ware oplichter eenvoudig koopen en in gebreke blijven te voldoen, beneden zijn waardigheid. Hij is een phantast; de man van den valschen naam" of de valsche hoedanigheid", van de listige kunstgrepen" en van het samenweefsel van verdichtsels". Hij is iemand, die een half menschenleven de rol kan spelen van een braaf kantoorbediende, of van een eerzaam makelaar. of van een koopman wiens boeken kloppen on die geen schulden heeft, een huisvader die zijn kinderen laat doopen, en eenmaal in de week met zijn vrouw naar de bioscoop gaat; iemand die relaties onder houdt met een dominee of een gewezen kapitein van het Indische leger, en een toonbeeld is van netheid en fatsoen; en die jarenlang in zijn geest arbeidt aan het moeizaam op te bouwen systeem van bedrog, dat op zijn uiterlijke braafheid rust, en dat de mogelijkheid schept voor den ..slag". Hij is de jonge, vlotte charmeur, die veel belooft, veel vraagt en snel vergeet, en dien men altijd gaarne mag: om zijn gebreken. Hij is de verzame laar, een gentleman every inch, een wandelend lexicon van namen uit de kunsthistorie, die in een Minerva rijdt en een buiten heeft, en die schilderstukken verkoopt met valsche naamteekening. Hij is de grootindustrieel die de waavdelooze aandeelen van zijn N.V. tot een kunst matige kortstondige schijnrijzing weet te brengen, en van de hand te doen. * * * De oplichter vertoont zich in allerlei gedaanten. in alle rangen en standen, lieen groep van soortgeiiooten wellicht, omvat vogels van zoo onder scheiden pluimage. Maar hij is altijd de man die het vertrouwen weet te winnen; en te misbruiken. For the fastidious s moker: SPRINGTIME VIRGINIA The Royal cigarette. In Holland 3 cents only. Hij is een acteur, dio zijn rol van binnen-uit door leeft. In de eindeloos varieerende situaties waarin de werkelijkheid hem plaatst, weet hij het over tuigende gebaar te improviseeren. Hij is een menschenkenner van den eersten rang. een intuïtief psycho-analyticus, die in een oogwenk door" heeft wie tegenover hem komt te staan. Hij kent de mensehen en hij verstaat de kunst de teedere snaar te doen trillen van ieders ijdelheid en dom heid, en winstbejag. Hij weet zijn medemensch den wonderen schijn voo;1 te toovereii van eene blijde wereld, schooner dan de trieste realiteit van het aardsch bestaan, en zorgenvrij. Hij is een optimist. wiens vertrouwen in succes aanstekelijk werkt. Hij is een menschenvriend, die altijd hoop geeft; omdat hopen gelukkig maakt, en hoop doet leven". Als een bouwmeester weet hij abstracte waarden samen te voegen tot een kleurenrijk gebouw van bedrog en leugen. Onder zijn sugges tief woord wordt de kiezelsteen in zijn hand tot een flonkereiide diamant, water tot wijn, koper goud en wat voordien onmogelijk scheen uitvoer baar. Zijn oorlog tegen de maatschappij is een met geestelijke wapenen: diep in hem leeft de ver achting voor wet, orde en justitie, doch hij is wars van grof krachtsgebruik. Zijn strijd met het gezag gelijkt een schaakspel waarin iedere zet is overwogen. Hij kent de wereld; hij weet wat er te koop" is, en wat de waarde is van alles. Hij slaat zijn slag met rustig overleg: wat het gevolg is voor zijn slachtoffer raakt hem niet. Toch heeft hij een huivering voor bloed, en de aanblik van een overreden hond op straat bezorgt hem een slapelooze nacht. Huw geweld, in iederen vorm. veraf schuwt hij: dat past niet meer in de cultuur van onze twintigste eeuw. Voor hem bestaat slechts geestelijke superioriteit: er is slechts n recht: dat van den geestelijk sterkste. Daarom is dit onderdeel van het Strafrecht zeker wel een van de meest interessante. Maar tevens zijn de oplichtingszaken voor rechter. openbaren vervolger en advocaat de moeilijkste. Zij vereischen een minutieus waardeeren van de miniemste Inzonderheid, een scherp toetsen van alle omstandigheden en verklaringen; ze brengen dikwijls verrassingen die de bewijslevering voor ongekende bezwaren plaatsen. Kn een bekentenis op dit terrein is zeldzaam ! Het leven van de groote oplichters is bekend: de geschiedenis levert een arsenaal van namen en bizoriderheden. Maar anders staat het met den kleinen, den man die met beperkte middelen werken moet. De wereld" kent hem niet: zij richt haar oog op schokkende gebeurtenissen: voor haar is belangwekkend de treffende zet": de verkoop voor tonnen van een petroleumbron die niet bestaat, de aangeziene notaris die met de noorder/on vertrekt, de rijke beursspecularit die na een geweldige manipulatie onverwacht onvind baar is ! Maar de kleine oplichter blijft aan de schaduwzijde van liet leven: hem valt geen roem te beurt; onbekend en onbemind beweegt hij zich te midden van de kleine luiden, en alle eerzucht is hem vreemd. Zijn naam wordt niet in het belang rijkste nieuws van de couranten opgenomen; hij is tevreden met een schamele advertentie in een buurtblaadje dat in gezinnen met ontelbare kin deren in een volkswijk van hand gaat tot hand. Ach. hij is bescheiden. Welk nut heeft uiterlijk vertoon ! Waar het om gaat, dat is de boterham, met kaas of leverworst als het kan. en anders zonder. Maar de boterham moet er zijn. Hij moet toch leven ! Heeft hij dati niet een recht op be staan ? Hij is de louche zaakwaarnemer, de ..linke gooser" dien men gaarne ziet onder de pinoose jongens" in de misdadiyerskroei;. die raad weet op alles en de namen kent van alle substituut-offi cieren en rechters-commissarissen in liet arrondis sement. Hij is de betrouwbare linkmichel. \vien je gerust van alles vertellen mag, omdat ie toch nooit doorslaan" zal. Hij is de geklofte soucher die voor een achterwiel een pakje brengt bij de snees. Hij weet wat er gebeuren moet, als de russen op de vlakte loeren. Hij kent een advocaat van kwaden naam. die als het moet, nog achter hem staat. Hij kan alles. Er is geen zaak die hij niet voeren kan, of de Wet het mogelijk maakt of niet, mits er maar voorschot is. Hij is de welbespraakte adviseur in belasting zaken die een neef heeft op het Oost-Indische-Huis en daarom toegang krijgt tot den Directeur en alles voor elkaar kan brengen behoudens overmacht. Hij is de man, die op een kleine plaats in Fries land een opengevallen erfenis weet, waartoe een familielid gerechtigd is en die fabelachtige kapi talen betreft, doch die oninbaar is zonder een bezoek ter plaatse, hetgeen de spendeering mot zich brengt van kosten voor reis- en voor verblijf, die hoe weinig redelijk is het aardsche slijk verdeeld helaas nu juist ontbreken, doch welke luttele bedragen, mits onverwijld gedeponeerd. wiskundig zeker zoete vruchten zullen afwerpen, in den vorm van een belangrijk aandeel van het ginds op inning wachtende geld. Hij is altijd positief in zijn toezeggingen en beloften, behoudens een minieme bijna onzicht bare restrictie, die tenslotte toch nog alles dekken kan: zonder eenigen twijfel, sterker, met absolute zekerheid zal het gaan vriezen; het staat volstrekt vast; tenzij natuurlijk, het is practisch welhaast ondenkbaar, en het ware onverklaarbaar, tenzij onlogischerwijze en zonder dat menschenmacht van wieri dan ook. dat kan beletten: de dooi zou invallen. Hij weet een kleine achterdeur voor eventualiteiten open te houden: nooit zegt hij dat de zaak in orde is, doch dat zij beslist in orde komt. Dat bindt tot niets. Hij is de man die met een valsch biljet van tien. twee eieren voor twaalf cent bij den melkboer gaat koopen. Hij is de kleine koopman die op springen staat en een cheque afgeeft waarvan hij weet dat die niet betaalbaar is. Of die in hoogsten nood een brandje krijgt", en door assuradeuren ..uit den brand" wil komen. Hij is het importeurtje van glaswerk en porcelein, dat pechvogel als hij is bij iedere (ver zekerde) zending schade lijdt en in een hoek op zolder kisten heeft vol oude scherven om te vertoonen aan de assurantie-maatschappij. Hij is de arme drommel, de broodvechter", met thuis een zieke vrouw en een paar kinderen, die werkeloos is en steun trekt, en buiten de uren van het stempelen voor een buurman een karweitje doet, tegen luttele guldens in de week. Zijn verscheidenheid is eindeloos. Hij is in ieder opzicht de mindere van den grooten oplichter: minder beschaafd, minder elegant, minder van phantasic. minder geslepen, met minder buit tevreden. Vandaar wellicht dat liet optreden van liCPi in mindere mate gevoelens van sympathie pleegt te weuken, dan dat van zijn op een hoogeren trap van den maatschappelijken ladder staanden soort-genoot.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl