De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 april pagina 2

2 april 1932 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 2 April 1932 No. 2861 fes1 f// o De voorstelling gaat door ! In deze rusteloos terugkeerende eisch van 't circus ligt zijn risico en zijn charme: Dinsdagavond speel de Gleich nog in de Belgische Kempen, des nachts trok het vliegend leger de grens en de helft van de vele rivieren van Holland over en Woensdagavond stond het carrévan woonwagens en tentzeilen alweer op de drassige uiterwaarden van de Waal, in een klein Betuwsch stadje, dat men tot dusverre slechts kende van de kersen en van de Batavieren, die er tweeduizend jaar geleden een soortgelijke invasie arrangeerden en er helaas bij bleven hangen. Ten pleziere van het wonderbaarlijke feit van een Tielsche première" tuften allerwege langs de bochtige dijkjes de auto's met nieuwsgierigen naar het wiskunstige midden van ons land en aan de koude en winderige veren van Lek en Maas wees men hun met Bataafsche trots den weg tot de plek «des lichts, die met het gebruikelijke voorfront als een sigarettenreclame en een behoorlijken bundel zoeklichten tegen de wolken stond geprojecteerd. In het naamvers, dat reeds Goethe op dezen circuskoning dichtte, sprak hij zeer ten onrechte van het feit, dat men ,,in allen Wipfeln kaum einen Hauch" bespeurde. De Hauch" van eenige hon derden leeuwen en olifanten, paarden en zeboes, lama's en bisons, zeeleeuwen en het baby-nijlpaardje parfumeerde alle hoeken en gaten van deze grijze plezier-stad, zij parfumeerde heel Tiel en de halve Betuwe. En hoe zou men zich daar zonder meer zoo gewillig aan dien kinderlijken en klatergouden atmosfeer kunnen overgeven, die het beestenspel tot een van die onuitroeibare zwakheden des menschen gemaakt heeft, sinds Barnum & Bailey, sinds de Romeinen, ja sinds Daniël in de leeu wenkuil en Jonas in de wallevisch zat. Circus is circus, het eene lijkt op het andere als twee druppels water, de trucs van beesten en men schen zijn gevormd naar normen, waarvan het copyright slechts bij het instituut circus" als zoo danig berust, of men boven zijn tent nu de gouden letters van een Italiaanschen wonderdokter of de halve maan van iemand met een eenvoudigen en gedienstigen naam als een kellner plakt. Maar ik zou wel eens den directeur willen zien, die het waagde, den stijl van het circus te moderniseeren door er bijvoorbeeld mechanische muziek te brengen in plaats van eenige stellen oempa's met vooroorlogsche kozakkenmutsen, of er een lokomotief met drie wielen te laten rondrijden in plaats van een olifant op zijn achterpooten te zetten ! De klassieke vorm van het circus is de eenige waar borg, dat wij er telkens weer met onberedeneerbare illusies naar toe trekken. Voor een modern circus heeft men trouwens andere organisaties: wieler wedstrijden b.v., de militaire manoeuvres en de gemeenteraad. Wat nu Gleich betreft, hij heeft behouden wat reeds een jaar of wat geleden zijn fort was: het prachtige materiaal van zijn beesten, zijn goede acrobaten en de zeldzame organisatie van deze wonderwereld. Bij hem ligt inderdaad elke stroohalm op zijn plaats. En toch is deze man een be trekkelijke nieuweling in het vak, een dynastie van zijn naam moet nog gevormd worden. Daarvoor hebben echter oude circusnamen bij hem, onderdak gevonden: Wilke, eens /.elf circusdirecteur neemt het groote tableau der beesten voor zijn rekening, en er is tusschen de andere leiders altijd wel iemand met den klassieken naam van Althoff, Jostmann of Karoly. Typeerend voor Gleich zijn vooral de vorm van zijn manege, een kleine ronde, gevat in een groot langwerpige renbaan, en de tent zelf, die liefst een twaalfduizend nieuwsgierigen kan bergen en waaraan er op dezen eersten Nederlandschen avond ook werkelijk niet zoovelen schenen te mankeeren. Enkele nummers zijn sinds zijn laatste bezoek verbeterd, de luchtacrobatie vooral, oude sensaties werden weer in eere hersteld, zooals het mannetje dat uit het kanon wordt afgeschoten, een nummer uit vele circussen trouwens, dat thans, echter perfect en liefst in duplo wordt uitgevoerd. Maar met alle respect voor de waaghalzigheid en kunstigheid van menschen zijn mij toch de dieren het liefst. In de stallen staan nog altijd de twee gepensioneerde paarden en het ezeltje, waarmee Gleich zijn carrière begon. Of de ijsberen nog het zelfde zijn zou ik niet durven zeggen, leeuwen en paarden kan men tenslotte onderscheiden, maar ijsberen met hun poker-gezichten niet. Olifanten. zelf te leeren kennen is niet noodig, zij herkennen u, want hun geheugen is even ontwikkeld als hun zin voor applaus. Ik heb den vorigen keer eenmaal een olifant een slechte critiek moeten geven, ik zal u niet zeggen wat hij thans deed. Maar hij kende den eersten stelregel van den acteur niet: zich an ders voor te doen dan hij was. . . . IIENRIK SCHOLTE Kon. Meubeltransport-Maatschappij DE GRUYTER & Co. DEN HAAG AMSTERDAM ARNHEM INTERNATIONALE TRANSPORTEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl