De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1932 2 april pagina 23

2 april 1932 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

No. 2861 De-Groene Amsterdammer van ^2 Aprii;1932> 23 ?deutsche Lloyd werd hij later soldaat bij de Duitsche marine in Vlaanderen en agitator der Commu nistische Partij. In wat al te bloemrijke, gewild 'dichterlijke frasen schildert hij zijn lot: meine Mutter ist die Landstrasse, Mutter und Freundin ?zugleich, mein Freund ist der Zufall, mein Vater die Not, die Sonne ist meine Schwester. Bruder ist mir jeder Mensch. Der Hunger aber ist mein standiger Gefahrte und Gefahrtin ist die Sorge. Auch eine Geliebte habe ich: die Kunst." Willi Hammelrath met zijn familie was de meest opvallende verschijning op dit congres. Naast hem ?zsA, zijn. vrouw die steeds met hem mee trekt en eerst acht maanden geleden een zoon kreeg: auf die Landstrasse". Klaar en duidelijk sprak hij over hef probleem Kapitalistische Gesellschaft und Kunde" en ik geloof, dat men er goed aan doet zijn naam te onthouden. Koning Georg Gog dreigde met een algemeene staking der vagebonden wan neer de landloopers voortaan niet beter behandeld worden. Ook landloopers zijn menschen en willen door de politie en andere autoriteiten behoorlijk behandeld worden. Iedereen die een uniform aan heeft, kan ons elk oogenblik arresteeren en op«luiten. Is dat soms rechtvaardig en menschelijk?" Jïet is een vraag, die op dit congres steeds weer werd gesteld. Ook Graeaer, een stokoude landlooper, ?die door alle aanwezigen met eerbied behandeld wordt eischt een meer menschelijke behandeling. Hij heeft een langen baard, grijze haren en draagtonder zijn arm een kartonnen doos met brood en wat kleeren. Als hij het congres begroet: Servus, Brüder" doet hij dat met een breed gebaar, waarom elk acteur hem benijden kan. Ook een leeraar M.O. was onder deze menschen een filoloog, die plotseling genoeg had van dit onderwijs en liever zwerven wilde. Hij is tevreden met zijn tegenwoordig bestaan en denkt nu, dat hij door te leven als deze landloopers iets heeft goed gemaakt van het vele onrecht dat anderen hun aandoen. Een telegram van Sonka?de Slowaaksche dichter vagebond werd voorgelezen. Hij was verhinderd maar zond het congres zijn beste wenschen: ein Tierzhaftes aber unsentimentales scheisz drauf-, Kunde" sende ich Euch zu dem bevorstehenden ersten Treffen im Namen aller wircklichen Vagabunden aus Osterreich und der Tschecho-Slowakei. Nur mater iel Ie Not verhindert mich an dieeem Kongress der Brüder teilzunehmen." Ook vele werkeloozen zijn aanwezig. Ze zijn de realisten van liet congres en bestrijden de romantischen theses van enkele sprekers. Ze wachten op een revolutie beschouwen zich als een voorhoede hiervan en verkondigen haar komen overal op hun weg. Ze behooren echter geen van allen tot een politieke partij. De meeste deelnemers aan dit congres hadden elkaar in Stuttgart voor het eerst ontmoet. Nu gingen ze weer uit elkaar ? naar Frankrijk naar het Zuiden in alle inrichtingen zonder vaste woonplaats rechtloos» In 1933 willen ze elkaar in Weenen weer ont moeten. Enkelen willen niet anders leven. De xiieesten zouden echter wel anders willen. Nur wer im Wohlstand lebt, lebt angenehm." Een oppositie kon, als in elke partij, ook in de partij der vagebonden niet uitblijven. Reeds op het ?congres had Rudolf Geist in een rede der Kunde &\a revolutionarer Agitator" een tekort aan sociaal voelen geconstateerd. Hij Was van meening, dat ,het meerendeel der leden van het congres er nog veel te romantische gevoelens omtrent de harde wérkelijkheid van hun bestaan op nahield en verweet 'hun, dat ze geen oogenblik dachten aan het bestaan van de vele millioenen arbeiders en boeren, die onderdrukt worden en waarmee ze zich toch eigenlijk n moesten voelen. Geist verweet Mars zich al te hard en wreed over de rol van het ejinpenproletariaat te hebben uitgelaten doch raadde de aanwezigen aan hun verhouding tot de arbeiders te wijzigen en zich bij hen aan te sluiten. ,,Öder wir sind passive Verfaulung des B rgertums." Hut 7onnuion komen tot rust. kal*Jwf bCIIUnCII meeren en worden daarbij tevens gesterkt door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten - CO f. <? o ?. ooo i. © v-w * s*. /?. « t Laat deuren en muren spreken (Het alphabet der Europeesche vagebonden). 1. Hier word je ruw behandelt en zijn honden. 2. Hier is een hond. 3. Hier moet je goed brutaal en opdringerig zij n. 4. Hier woont alleen een vrouw met een dienst meisje. 5. hier woont iemand van de politie. 6, hier krijg je te eten. 7. hier krijg je geld. 8. hier krijg je kleeren. 9. hier krijg je wat als je ziek bent. 10. als je hier werkt, krijg je hier wat. 11. oppassen, hier waarschuwen ze de politie. 12. hier is een alarmschei in huis. 13. oppassen ! 14. hier kan je 's nachts slapen. 15. wacht u voor den hond. 16. hier kan je met geweld wat bereiken. 17. hier wonen vrouwen, die je bepraten kan. 18. niks te verdienen, geen kans. 19. hier zijn de bewoners brutaal en ongemakke lijk. 20. hier zijn ze gauw bang voor je. 21. hier moet je vroom doen. 22. hier is het de moeite waard wat te stelen. 23. hier wonen vrouwen, die gauw medelijden hebben. 24. hier roepen ze dadelijk de politie. Ook Sonka trad in de oppositie. Eerst kort geleden had hij bij het Zsnolnay-Verlag in Berlijn een verzameling van zijn vagebondliederen laten verschijnen: der Bruder Sonka und die allgemeine Sache oder das Wort gegen die Ordnung": Wenn ich mich klar zusammenfasse, Bin einsam ich wie ein Genie, Ein Ribellante meiner Rasse Und Deserteur der Bourgeoisie Ein Sonnenbruder aller Brüder, Bin ich oin klassenloser Geist 'Und weltverkommen und entgleist Und Sonka, Dichter dieser Ijieder." Met eenige vrienden heeft hij in Weenen een andere internationale vereeniging van vagebonden gesticht der of/ene Wellbund der Brüder". Deze vereeniging is tegen het houden van congressen als in Stuttgart, tegen een Kommerzialisierung der Vagabundenidee", tegen het dragen van insignes -tegen een publiek optreden als in Stuttgart. Wanneer het echter noodig is en de nood eischt dit. zal de vereeniging demonstratief optreden en van zich doen spreken. De derde vergadering denkt men 1933 in Kalkutta te kunnen houden. Tot zoolang is het adres van het algemeene secretariaat Daungasse 19, Weenen VIII. Uit het leven langs den grooten weg 't Is avond. Het groote spoorwegterrein waar vrachttreinen gerangeerd worden is vaag verlicht. I .locomotieven rollen af en aan. Gestommel van wagens die met een smak tegen elkaar worden gesmeten. Een lange vrachttrein staat klaar. Een der handigste Hobo's heeft voor claireur gespeeld. De kennissen of vriendendiedengrootentochtm.ee ondernemen, hebben zich verdekt opgesteld. Er is onraad. Op het signaal van een nachtvogel. moeten de vrienden in de buurt van een roode boxcar zijn. Er worden roode, dan groene lampen geslingerd. Schrille fluitjes snijden door de stille avondlucht. Een zware Pacificlocomotief steunt en zucht. De machinist geeft een signaal; de ijzeren arm van een seinblok gaat omhoog met groen, veilig licht. Twee conducteurs loopen met dievenlantaarns langs de wagens. Zeventig in 't geheel. Een telefoonbel rinkelt luid. De weg is vrij. De treinman klimt in zijn cabine, laatste uitzicht wagen. Striemend priemt het enorme zoeklicht der locomotief door den blauwen nacht. Dan klinkt het geluid van een nachtvogel. Langzaam, steunend en zuchtend zet de locomotief den trein in bewe ging. Zwarte gestalten kruipen snel over den grond. De deur van de Boxcar staat open. Vier, nu vijf zijn binnen getrokken, de zesde valt over een dwarsligger, vloekt, staat op en loopt den trein opnieuw na. Precies haalt hij den wagen. De inzittenden juichen. Tachtig mijl zonder te stoppen. Ieder Hobo maakt het z.ich gemakkelijk. Bij het licht van een dievenlantarentje, wordt kaart gespeeld. Anderen zitten voor de half open deur naar het nachtlandschap te kijken en rooken. Sommigen maken een hoofdkussen van hun jas en slapen, slapen het goddelijke genot van den Hobo. Een blijft altijd op post. Die moet de anderen waarschuwen voor onraad. Twee vrienden stappen bij het volgende station af. In de bocht, vlak voor het station springen zij uit den langzaam rijdenden trein. De boxcardeur wordt gesloten. Einde. Ken ander soort reizende hobos in Amerika vormen den stand der hobo-marskramers, die in een oude auto rondkachelen. Hij reistmetzijn vrouw ofzijn beminde, soms met een afstammeling, heerlijk bedaard van stad tot stad. om aantrekkelijke, gemakkelijk verkoopbare dingen van de hand te zetten. Anderen reizen met stalen van bekende fabrieken. Indiaansche ver sieringen, zilveren armbanden, kettingen van kra len, beurzen, leerwerk, Navajo dekens, amuletten, broches, fijn vlechtwerk, enz., vervoeren zij in hun auto's. Een handige vrouw, tamelijk goed maar nimmer opzichtig gekleed, wel van de tongriem gesneden, stapt een drogistenwinkel binnen. Zij bestelt een soda (jf een icecreain en maakt een praatje met den ,. mixer", die gaarne vreemdelingen te woord staat. Zij informeert naar de beste families ter plaatse. Als zij een tiental namen weet, zoekt zij in het telefoonboek naar het nummer en het adres. Zoo uitgeslapen zijn deze hobo-marskramers", dat zij zich door hun goed smoesje overal indringen. Zoo trekken zij leurend van dorp naar stad, krijgen dikwijls gratis onderdak bij farmers, ontzien zich niet om onderweg een kip, duif, konijn te schieten. Bereiden er een goede soep van met groenten die niets kosten en reizen 305 dagen in 't jaar. Ik ken zulke marskramers, die 'swinters in Florida en Cuba rondscharrelen, die in Centraal Amerika, Maxico en zelfs in Argentiniëen Braziliëgeweest zijn. YAj spreken vloeiend Engelsch, tamelijk vlot Spaansch en behooren tot de fijnste trekvogels van dit interessante land.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl